HET ZIEKENHUIS: herstelling onder garantie – Deel 10

Merci, beste vrienden, voor jullie reactie. Als je mijn antwoorden wil zien moet je even terug naar het deel waar je op gereageerd hebt (scrollen naar beneden) en dan onderaan het artikel op ‘reacties’ klikken. Daar zie je dan alle reacties met mijn antwoorden erbij. En ik dring nog eens aan, ik zit nog niet aan de helft van mijn 80….

Om uit te slapen moet ge zeker niet naar het ziekenhuis komen. Van zodra de brede definitie van dageraad hier ingaat, komt er leven in de brouwerij en dan is het gedaan met slapen.

Thuis kom ik – sinds mijn pensioen – op mijn gemak in gang. Tasje koffie, krantje erbij en – uiteraard – de onmisbare eerste sigaret.

Hier moet ge een beetje flexibel zijn, want hier geldt een ander ritme. Dus als ik hier uit mijn bed klauter om kwart na 6, dan is er geen koffie en al zeker geen krant. Ik troost me dus met een slok water en ik sjokkel naar beneden voor mijn saffie. Dat doodt de wachttijd tot het ontbijt.

En wie kruis ik daar in de hal? Jawel, mijn mongools vriendinneke. Ze kwam net van buiten.

– ‘Aah, M…, zijt gij al zo vroeg op de been, zeg?’

Ze gaat niet in op mijn vraag, maar in de plaats daarvan zegt ze:

– ‘Rosetje éed een ezelsdracht gèd’

– ‘Allez jong, heeft Rosetje een ezelsdracht gehad?’

– ‘Jaja, Rosetje éed een ezelsdracht gèd.’

En dan sloft ze verder.

Na de geneugten van mijn ochtendsigaret – hoewel, zonder koffie smaakt dat toch niet hetzelfde hoor, de rokers onder u zullen het beamen – kom ik terug binnen en ik zie haar daar nog altijd in de hal staan. Ze houdt een praatje met een oudere dame, ook een bekende.

– ‘Hewel, staat gij hier nu nog?’

– ‘Ah ja, ze vroeg van woar dakkik benne. Ik benne van ….’

– ‘Ach zo.’

Ik zet mijn wandeling verder naar mijn eigen suite.

Eenmaal gewassen – en ik kan je verzekeren dat het wel wat tijd in beslag neemt met al die draden die in de weg zitten – en nog wat in een vrouwenblaadje gebladerd te hebben waarin niets te lezen valt, komt eindelijk de koffie. Die kan niet half tippen aan de koffie van thuis, maar een mens past zich aan, en ik ben blij met het warme goedje en de boterham met confituur.

Dat doet me eraan denken dat ik hier nog iets moet zeggen over het eten. Maar eerst de rode draad vasthouden want anders lijk ik te veel op mijn moeder bij wie het een huzarenstukje was om haar zijwegen te blijven volgen.

Na het ontbijt – ook dit zal elke roker beamen – is een sigaret niet te versmaden. Ik dus weer eens naar beneden. En dat is goed, want ik weiger de prik in mijn buik zoals ge u kunt herinneren. Ik moet dus bewegen.

Kom ik in de hal en wie zie ik daar zitten? Jawel.

– ‘Hewel, zijt gij nu nog altijd niet naar uw kamer geweest?’

– ‘Neje, want dan ouwe ze mij vast en dan ma’k nie meer na buite.’

– ‘Maar jongske toch, ge moet toch iets eten!’

– ‘Ik em in meine kabba nog e speculooske gevonge.’

– ‘Allez, dat is goed, maar dat is toch niet genoeg hé.’

En dan zonder overgang begint ze over iets anders.

– ‘Ik zit er wa mé in, want ik peis dat de polies mij kan oppakke. Ik em iet in meine kabba. Ge moet ne ké keike.’

Ze trekt de rits van haar zak open die ze altijd bij zich draagt, samen met haar eigen chemische fabriek. Ze haalt er een groot puntig mes uit met een lichtblauw lemmet. Manlief, dat ziet er niet zo goed uit, denk ik bij mezelf.

– ‘Ja zeg, dat is wel gevaarlijk hé, wat ge daar bij u hebt. En het is ook verboden hé.’

– ‘Van mij mag de polies mij oppakke zelle!’

– ‘Jamaar, ze gaan u misschien niet oppakken, maar u een dikke boete laten betalen. Dat wilt ge toch niet hé.’

Mijn argument slaat aan. Ik zie haar denken. Oppakken is geen erg, maar centen afpakken is lastiger.

– ‘Moar ze doen vanalles mè mij, en ik mag nie ruuke, en ik mag ni didde en ik mag ni dadde, en ik mag ni buite…’

– ‘Zoude niet gaan eten?’

Ze denkt na. Ik geloof dat ze echt honger heeft.

– ‘Ga nu maar naar uw kamer. Ge kunt daarna nog altijd terug komen.’

Ze is overtuigd en staat op. Ik ga mijn saffie roken.

Ik zou er geld voor geven om eens op haar afdeling te komen gluren en te zien hoe die verpleging met haar omspringt. Ik denk dat zij best wel een gebruiksaanwijzing heeft waarmee te leven valt, maar mijn gedacht zit het er dik in dat ze die daar nog niet gevonden hebben. Of misschien hebben ze ook helemaal geen zin om er naar te zoeken.

Ik moet de komende dagen hier nog een manier zien te vinden om haar dat mes te laten wegdoen. Wie ideeën heeft mag ze me laten weten. Ik vind het niet zo ne gemakkelijke.

En dan het eten.

Neen, hier komt geen geweeklaag over het eten. Ik ben een omnivoor, ik lust alles, zolang het niet van die vette darmen of zo zijn. Al de rest krijg ik erin. Maar nooit veel in één keer. Vandaar dat ik ook telkens maar halve porties vraag, en die krijg ik soms nog niet op. En dat heeft niks met ziek zijn te maken, ik heb gewoon geen grote maag. Dat compenseert een beetje de mond.

Alleen vraag ik me af waarom ze hier diëtisten in dienst hebben. Die komt zo één keer nadat je hier al een dag of twee ligt. Je vraagt je af hoe dringend het allemaal is, hé. Je krijgt van dat mens helemaal geen uitleg over wat ze zinnens is. Ik ging er althans van uit dat er niets moest gedaan worden aan mijn eetgewoonten. Ze vraagt gewoon hoe het met je is, en dan luistert ze met een half oor naar wat je zegt en weg is ze.

De volgende dag stel je dan vast dat je een vetarm dieet krijgt. Gedaan met de sla en de chocomelk. Maar dan krijg ik wel elke dag rauwe wortelen waarvan ik pertinent weet dat ze mijn darmen obstrueren. Drie dagen later behoor ik niet meer tot de ‘vetarmen’ en kan ik weer genieten van sla en van lekker geurende warme chocomelk. Twee dagen later is het weer gedaan met het schoon leven en moet ik het weer stellen met mijn wortelen. En ze zeggen wel dat het goed is voor de ogen, maar ik kan nog altijd niet zonder mijn bril, dus dat is ook een fabeltje.

Dit alles zonder één scheef woord over de dame die hier elke dag instaat voor het menu en voor de bezorging van het eten. Zo’n lieve en attentvolle. Maar haar handen zijn ook gebonden aan de beperkingen die de diëtiste in die computer zet, en daar kan ons madammeke hier niet aan veranderen.

Een van mijn vaste contacten hier en waarover ik nog niets heb verteld, is Peter. En ik durf hem hier met naam en toenaam te vermelden omdat heel veel mensen hem wel kennen aangezien hij een tijd terug de kranten heeft gehaald met de zware clusterpijnen waaraan hij lijdt. Die hebben zich intussen uitgebreid naar zijn hele lichaam. Bij een crisis zwelt zijn hele lichaam op. 23 uren op 24 u rilt hij van de pijn. Ik dacht dat ik wist wat pijn was, maar als ik de miserie van die jongeman hoor en zie, dan weet ik dat ik niet moet mopperen.

Mochten er tussen de lezers mensen zijn die niet weten wat te doen met hun geld, dan is het welbesteed aan hem. Immers, clusterpijnen zijn volgens de mutualiteit geen ernstige ziekte, en daar is dan geen terugbetaling voor. Na 12 operaties zonder resultaat is dat jonge gezinnetje blut. En de miserie gaat voort. Hij is nu in handen van het speciale team hier dat zich toelegt op het helpen van uitzonderlijke ziektes. Ik hoop met hart en ziel dat men hem kan helpen. Toffe gast. Hij verdient het zo erg.

Zojuist belde mijn buurvrouw naar een van haar buurvrouwtjes uit de home thuis, een oud madammeke van in de 90. Ze nam de hoorn van de telefoon en het eerste wat ze zei was dat haar telefoon kapot was. Tja, wie weet hoe hard gaan ze later nog met mij lachen als ik dingen uit mijn botten begin te slaan. Maar ze kunnen er maar plezier aan hebben. Als ik maar niet chagrijnig word.

Ik wens jullie allen een fijne zaterdag toe, met een streepje zon, een beetje bezigheden op eigen ritme, een winkeltje binnen wippen om iets bij te halen, een wandelingske met partner, kind of hond of gewoon alleen, vanavond een leuk filmke, en vooral een blij gemoed en beseffen dat het leven nog zo slecht niet is, ook al zijn er voor iedereen altijd wel redenen om te piekeren. Maar zet de piekerdinges voor een keertje aan de kant. Ge zult zien dat het een fijne dag is.

(wordt vervolgd…)

 

9 gedachten over “HET ZIEKENHUIS: herstelling onder garantie – Deel 10

  1. Jee Annie wat blij te lezen dat je weer thuis bent. Ikke net terug van mijn opleiding en 5 dagen zonder gsm is echt wel steeds een ervaring… meer later want zit hier nog tussen de tent, de slaapzak, de trommen en ratels… en de vuile kleren. Dus effe eerst die boel hier op orde zetten want morgenvroeg is het direct werken geblazen.
    Maar wou toch eerst even je blog lezen voor nieuws…. zo blij dat je weer thuis bent en dat er binnen 6 weken nu echt wel iets concreets aan zal gedaan worden…. dikke smak xxxxxxxxxxxx

  2. Dag Annie, ik beken: sinds kort behoor ik tot die 80 die af en toe eens je blogbelevenissen leest. Zoals je onder de boeklezers verschillende types lezers hebt , zo heb je dat onder de bloglezers ook… Dus: ik ben met de laatste blogstukjes begonnen terwijl ik de oudere nog niet gelezen heb…Is een beetje vreemd want als boeklezer ben ik niet het type dat eerst de laatste blz. leest. Dus ga ik me binnenkort eens aan de pc installeren om alles van bij het begin te lezen. Beste Annie, morgen mag je dus naar huis…ik wens je 6 rustige lente-weken toe in het vredige Evergem en hoop nadien te kunnen kennismaken met de nieuwe Annie terwijl het stoute stukje Annie je leven niet meer kan verpesten…Groetjes Mieke, oude schilderkameraad

    1. Zo fijn! We komen mekaar zeker nog tegen in Evergem. Misschien wel op de kaas- en wijnavond van de Kunstgreep? Geniet van de lectuur en schilder naarstig!

  3. Beste Annie,

    Het is steeds weer uitkijken naar jouw blog.
    Ik geniet er steeds met volle teugen van, soms met een lach, soms met een traan…

    Ik wil jou bij deze ook veel beterschap wensen en een spoedig herstel!

    1. Dank je wel, meidje. Ik hoop dat het met jou intussen ook veel beter gaat. We lopen mekaar binnenkort wel weer tegen het lijf voor een praatje. Fijn dat je een van de lezers bent!

  4. Wat een talent het zo mooi kunnen weergeven ik herken er dagelijkse dingen in die ik bij ons in het zh ook tegenkom de wereld is soms zo herkenbaar.ik verheug me al op het volgende maar niet vergeten ook aan jezelf te denken en rust rust.

  5. Lieve Annie,

    Dank je wel voor de oogopener!!

    Niemand kan dit beter dan de ‘ANNIE’ zelve!!

    Voor iedereen stof tot nadenken….

    Wat is geluk? Afwezigheid van ‘PIJN’!!!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *