Alle berichten van annie

Mijn heksenboek – verzamelde gezondheidsweetjes

Lieve lezer,

Om de regels van onze maatschappij niet met de voeten te treden, eerst even dit.

Ik ben niet medisch geschoold, ik oefen geen medische handelingen uit, en ik raad iedereen aan om bij ziekte of twijfel een arts te raadplegen. Alles wat in dit boek staat vermeld is een verzameling van informatie die evengoed door iedereen op internet of elders kan gevonden worden.

Ik heb enkel een beknopte verzameling gemaakt van alles wat ik mocht leren van mijn moeder, van vrienden en ook van internet, zodat dit boek een snelle leidraad kan bieden.

Ga zelf op zoek naar aanvullende informatie wanneer je meer wil weten of wanneer je twijfelt, en raadpleeg op tijd een arts met een open geest.

De natuur geeft ons alles wat we nodig hebben om gezond te blijven of om weer gezond te worden wanneer we ziek zijn.

Door de pharma-industrie worden chemische middelen gemaakt die hen veel geld opbrengen. Ze trachten die lucratieve handel zo lang mogelijk in stand te houden door ons te verbieden om alternatieve dokters te raadplegen, door ons foute informatie te geven of door informatie achter te houden.

En de mensheid gelooft maar graag wat ze zeggen. Bovendien is er niets zo gemakkelijk als een pilletje slikken in plaats van je te verdiepen in de kracht van planten en voedingsmiddelen.

Maar door chemische pillen te slikken worden we nog meer ziek want er is altijd wel iets waar die pillen negatief op werken. Lees maar alle bijsluiters en kijk naar de lijst van mogelijke bijwerkingen.

Laat ons zorg dragen voor moeder aarde die ons alles schenkt, zodat de planten weer overal kunnen groeien en ons bijstaan in onze gezondheid en ons welbevinden.

Geloof in je eigen genezingskracht en ondersteun je met wat de natuur te bieden heeft.

Veel plezier!

Annie Van Mulders

 

Hoe gebruik je dit boek?

Eerst is er de alfabetische lijst van onderwerpen waar je wat summiere uitleg krijgt over de plant of het middel.

Vervolgens is er een alfabetische lijst met allerlei kwaaltjes en kwalen waarbij vermeld staat welk middel je hiervoor kan gebruiken. Op die manier kan je bij het onderwerp uit de eerste alfabetische lijst gaan snuisteren als je meer wil weten. Bij sommige staan er ook receptjes bij.

Tot slot is er een hoofdstukje dat gaat over het gebruik van natuurlijke huismiddeltjes in je huis en tuin.

 

ALFABETISCHE LIJST VOLGENS KWALEN

Acné

Aften

Allergie

Angst

Artherosclerose

Artritis

Astma

Blaasontsteking

Blauwe plekken

Bloed en bloeddruk

Braken en misselijkheid

Brandwonden

Bronchitis

Cellulitis

Cholesterol

Chronische vermoeidheid

Darmontsteking

Depressie

Diabetes

Diarree

Eczeem

Examenvrees

Fybromyalgie

Glaucoom

Geheugen/dementie

Griep

Haarbescherming

Hernia

Hooikoorts

Huidverzorging/zonbescherming

Insectenbeten

Jeuk

Jicht

Kalknagels

Kanker

Keelontsteking

Klierkoorts

Koorts

Koortsblaasjes

Lever/galblaas

Lintworm

Longaandoeningen

Luizen

Maagproblemen

Negatieve energie

Nieren

Obstipatie

Ontsteking

Ooronsteking

Oorsuizingen

Osteoporose

Ouderdomsvlekjes

Pijn

Prikkelbaredarmsyndroom

Psoriasis

Reisziekte

Reuma

Roos

Schildklier

Schimmel

Sinusitis

Slaapproblemen

Snurken

Spataderen

Spierpijn en kramp

Stress

Tandpijn

Tandvleesontsteking

Verkoudheid

Vermageren

Verslaving

Verzuring van het lichaam

Winderigheid

Winterhanden en -voeten

Wratten

Zonnebrand

Zweren

Zweten

 

 

ALFABETISCHE LIJST VOLGENS VOEDINGSSTOF

Ajuin………………………………………..blz

Aloë Vera……………………………blz

Aluin………………………………………..blz

Appelazijn………………………………..blz

Basilicum……………………………blz

Biologisch…………………………………blz

Boekwijt……………………………………blz

Brandnetel………………………….blz

Calendula (zie goudsbloem)

Cannabis………………………………….blz

Cholesterol……………………………….blz

Citroenmelisse……………………..blz

Cytisine………………………………blz

Echinacea Purpurea (Roze Zonnehoed)….blz

Eiwitten…………………………………….blz

Gezonde voeding en verzorging….blz

Geelwortel…………………………..blz

Gember………………………………blz

Ghee…………………………………blz

Gingkgo Bilboa………………………….blz

Ginseng……………………………..blz

Goji bessen……………………………….blz

Goudsbloem (calendula)..…………blz

Groene thee………………………………blz

Jeneverbes…………………………..blz

Kamille……………………………….blz

Kanker………………………………………blz

Kokosolie…………………………………..blz

Kurkuma (zie Geelwortel)

Lapocho-kruiden…………………………blz

Lavendel……………………………..blz

Look………………………………………….blz

Longen ontgiften…………………………blz

Magnesiumchloride…………………….blz

Mierikswortel…………………………blz

Munt…………………………………………blz

Natriumbicarbonaat (baking soda)..blz

Oliën…………………………………………blz

Oregano………………………………blz

Paardenbloem……………………………blz

Pelargonium sidoides……………….blz

Peterselie…………………………….blz

Rode biet……………………………..blz

Rozemarijn…………………………..blz

Roze Zonnehoed (zie Echinacea)

Salie………………………………………….blz

Sedum…………………………………blz

Sint-Janskruid (Johannesolie).……..blz

Suiker………………………………………..blz

Tandpasta………………………………….blz

Tea tree……………………………….blz

Terpentenen……………………………….blz

Tijm……………………………………blz

Vlierbes………………………………..blz

Voetverzorging…………………………….blz

Water………………………………………….blz

Weegbree……………………………..blz

Zeewier……………………………………….blz

Zink…………………………………………….blz

Zout…………………………………………….blz

Zware metalen detox……………………..blz

Zwarte peper…………………………..blz

 

Allerhande huismiddeltjes……………….blz

 

 

KWALEN EN PROBLEMEN

Acné

– appelazijn

– olijfolie

– brandnetelthee

– rozemarijn

– ghee

– mierikswortellotion

– aloë vera

 

Aften in mond:

– stukje gember tegen de aft leggen gedurende 10minuten

– mond spoelen met halve koffielepel natriumbicarbonaat in water

– aluin

– goji bessen

– appelazijn (sterk verdunnen in water en hiermee mond spoelen)

– spoelen met groene thee

– Sedum

– tea-tree

 

Allergie

– appelazijn (insectenbeten en kwallenbeten)

– gingkgo bilboa (algemene allergie)

 

Angst

– CBD producten

– Bachbloesem ‘rescue’

– Gingkgo Bilboa

– mango of mangosap

– magnesiumchloride

– lavendel

– basilicum

– citroenmelisse

– lavendel

 

Artherosclerose

– groene thee

– zeewier

– ajuin

– magnesiumchloride

 

Artritis

– paardenbloem

– appelazijn

– ajuin

– magnesiumchloride

– geelwortel (Kurkuma)

– jeneverbes

– rozemarijn

– mierikswortel

– lavendel

– weegbree

– aloë vera

– gingkgo

 

Astma

– avocado

– broccoli

– appelen

– bananen

– gember

– spinazie

– rozemarijn

– zonnebloempitten

– munt

– vitamine C

– eucalyptus

– natriumbicarbonaat

– magnesiumchloride

– geelwortel (kurkuma)

– mierikswortel

– weegbree

Stenen die helpen bij astma: malachiet en chalcedoon

Zie ook: Longen ontgiften

 

Blaasontsteking

– paardenbloem

– groene thee

– jeneverbessen

– rozemarijn

– mierikswortel

– munt

– weegbree

– gingkgo

 

Blauwe plekken

– appelazijn

– jeneverbes (uitwendig)

– mierikswortel

 

Bloed en bloeddruk

– groene thee helpt bij te hoge bloeddruk

– boekweit tegen te hoge bloeddruk

– lapacho-kruiden tegen te hoge bloeddruk

– zeewier tegen bloedklontering / trombose. Voor intacte vaatwanden

– goji bessen bij ijzertekort in het bloed (meer zuurstof)

– goji bessen (thee) tegen hoge bloeddruk

– paardenbloem (bloedzuiverend)

– ajuin

– look

– magnesiumchloride (verlaagt bloeddruk en bloedzuiverend)

– jeneverbes (bloedzuiverend)

– brandnetelthee (bloedzuiverend)

– ginseng (stabiliseert bloeddruk)

– rozemarijn (bloedzuiverend)

– rode biet (bloeddrukverlagend)

 

Braken en misselijkheid

– maanzaad

– groene thee

– jeneverbes

– brandnetelthee (spijsvertering)

– lavendel (spijsvertering)

– gember

– aloë vera (bij indigestie)

 

Brandwonden

  • Aloë vera
  • lavendel

 

Bronchitis

  • Geelwortel
  • Jeneverbes
  • Rozemarijn
  • Pelargonium sidoides
  • Mierikswortel
  • Tea-tree
  • Weegbree

 

Cellulitis

  • Aloë vera

 

Cholesterol

– appelazijn

– salie

– groene thee

– zeewier

– ajuin

– look

– magnesiumchloride

– geelwortel (Kurkuma)

– ginseng

– rode biet

 

Chronische vermoeidheid

– natriumbicarbonaat

– magnesiumchloride

– echinacea

– groene thee

– brandnetelthee

– ginseng

– tea-tree

– citroenmelisse

 

Darmontsteking

  • Aloë vera

 

Depressie / vermoeidheid / prikkelbaarheid

– gingkgo Bilboa

– zeewier tegen vermoeidheid

– goji bessen

– paardenbloem

– natriumbicarbonaat

– magnesiumchloride

– geelwortel (Kurkuma)

– Sint-Janskruid

– groene thee

– ginseng

– lavendel

– tea-tree

– munt

– citroenmelisse

– munt

 

Diabetes

– zeewier

– goji bessen

– appelazijn

– eucalyptus

– natriumbicarbonaat

– magnesiumchloride

– laurier

– geelwortel (Kurkuma)

– jeneverbes

– ginseng

– aloë vera

 

Diarree

– banaan

– zwarte chocolade

– geraspte appel

– rijst en rijstwater

– geraspte wortelen (rauw)

– lavendel

 

Eczeem

  • Aloë vera
  • lavendel

 

Examenvrees

  • basilicum

 

Fibromyalgie

– natriumbicarbonaat

– magnesiumchloride

 

Glaucoom:

– gingkgo bilboa (niet in combinatie met bloeddrukverlagers)

– cannabisolie

– goji bessen

– ghee

 

Geheugen/hersens/dementie:

– Gingkgo bilbao

– salie

– groene thee

– goji bessen

– look

– magnesiumchloride

– geelwortel (kurkuma) bij Alzheimer en concentratie

– ginseng (concentratie)

– rozemarijn

– zwarte peper

– rode biet

– ghee

 

Gordelroos

  • citroenmelisse

 

Griep

– look

– gember

– groene thee

– Sint-Janskruid

– Echinacea

– rozemarijn

– pelargonium sidoides

– vlierbes

– mierikswortel

– weegbree

Recept tegen griep:

Mix volgende ingrediënten en drink elke dag 25 ml van het mengsel:

  • sap van 3 citroenen
  • 6 tenen geplette knoflook
  • 1 eetlepel honing
  • 1 eetlepel geraspte gember
  • 1 theelepel kurkuma
  • ¼ theelepel cayennepoeder of zwarte peper
  • 1 liter gekookt water (afgekoeld)

 

Haarbescherming

  • Aloë vera

 

Hernia

– lapacho-kruiden

– jeneverbes

 

Hoofdpijn

– munt

– groene thee

– lavendel

– aloë vera

– basilicum

– gingkgo

 

Hooikoorts

– appelazijn

– mierikswortel

 

Huidverzorging en zonbescherming

– kokosolie

– natriumbicarbonaat (toevoegen aan badwater voor zachte huid)

– goji bessen

– appelazijn (gelaat)

– appelazijn tegen jeuk bij muggenbeten

– natriumbicarbonaat tegen jeuk bij insectenbeten, of tegen zonnebrand

– natriumbicarbonaat om gif te onttrekken bij kwallenbeten

– olijfolie

– echinacea

– brandnetelthee

– rozemarijn

– zalf met zwarte peper

– ghee

– mierikswortellotion

– tea-tree

– aloë vera

– goudsbloem (calendula)

– lavendel

 

Insectenbeten

  • lavendel

 

Jeuk

– bv bij waterpokken te verlichten door een half kopje baking soda aan het badwater te voegen.

– magnesiumchloride

 

Jicht

– zeewier

– paardenbloem

– appelazijn

– look

– ginseng

– rozemarijn

– mierikswortel

 

Kalknagels

– appelazijn (voetbad met 1 soeplepel in warm voetbad)

– tea tree extract op de nagel druppelen

 

Kanker

– cannabisolie

– kokosolie

– bicarbonaat

– appelazijn

– groene thee

– boekweit (voor hormoongerelateerde kanker)

– lapacho-kruiden

– zeewier

– goji bessen

– paardenbloem

– ajuin

– natriumbicarbonaat

– look

– magnesiumchloride

– maanzaad (borstkanker)

– geelwortel (Kurkuma)

– groene thee

– ginseng (niet bij borstkanker)

– rozemarijn (bij huidkanker)

– mierikswortel

– gember (bij darmkanker en eierstokkanker)

 

Er is maar één primaire oorzaak van kanker en dat is onvoldoende zuurstof in de cellen (acidose) en te veel suiker en koolhydraten. Alle andere oorzaken zijn secundair. Deze kunnen heel uiteenlopend zijn : genetisch bepaald, roken, vergiftiging door metalen, slechte omgevingslucht, straling,…

Kankercellen ontstaan wanneer er niet voldoende zuurstof tussen de cellen aanwezig is. Dan kunnen ze overleven door zich te voeden met suiker. (dus ook omgezette koolhydraten).

De PH-waarden van onze lichaamsvloeistoffen moet rond de 7 liggen. Lager is te zuur. Hoger is te alkalisch.

Ons bloed is altijd 7 omdat ons lichaam dit prioritair tracht in stand te houden. Urine kan iets zuurder zijn omdat het de zuren uitscheidt. Speeksel

Om verzuring van de cellen tegen te gaan is het belangrijk om onverzadigde vetzuren te eten en voldoende (maar niet overdreven) te bewegen, en suiker (dus ook koolhydraten) zoveel mogelijk te beperken.

Onverzadigde vetzuren zijn Omega-3 en Omega-6.

Om kankercellen uit te roeien is het goed om de PH net iets te veel alkalisch te maken, dus naar 7,5 PH in de urine te gaan door calcium en bicarbonaat te nemen. Natuurlijke vitamine E helpt daarbij, net zoals rauwe groenten en zeezout.

In sommige gevallen neemt men bloed af en verzadigt men dit met zuurstof om daarna opnieuw in te spuiten in de aders.

 

Keelontsteking

– appelazijn (verdunnen met water en gorgelen)

– zeewier

– goji bessen

– ajuin

– look

– natriumbicarbonaat

– natriumchloride

– groene thee

– ginseng

– rozemarijn

– pelargonium sidoides

– vlierbes

– mierikswortel

– tea-tree

– weegbree

– tijm

 

Klierkoorts

  • Sint-Janskruid
  • Roze zonnehoed
  • Geelwortel
  • Echinacea
  • Groene thee
  • Brandnetel
  • Ginseng
  • Rozemarijn

 

Koorts

  • Citroenmelisse

 

Koortsblaasjes

  • Citroenmelisse

 

Lever / galblaas

– goji bessen voor zuivering van de lever

– paardenbloem

– appelazijn (ontgiften lever)

– look (ontgiftend)

– broccoli

– natriumbicarbonaat

– jeneverbes (bloedzuiverend)

– brandnetelthee (bloedzuiverend)

– rozemarijn (bloedzuiverend)

– zwarte peper

– rode biet

– ghee

 

Lintworm

  • Zwarte peper
  • Tea-tree
  • Aloë vera

 

Longaandoeningen:

– lapacho-kruiden

– natriumbicarbonaat

– CBD-olie en e-liquid

– jeneverbes

– pelargonium sidoides

– vlierbes

– zwarte peper (lost taai slijmvlies op)

– mierikswortel

– kurkuma (geelwortel)

– weegbree

– tijm

Zie ook : longen ontgiften

Zie ook : astma

 

Luizen

  • Lavendel
  • Tea-tree

 

Maagproblemen:

– groene thee voor betere spijsvertering

– zoethout kauwen beschermt maag tegen maagzweren

– lapacho-kruiden

– zeewier tegen maagzuur

– paardenbloem voor spijsvertering bij indigestie

– appelazijn helpt de spijsvertering

– natriumbicarbonaat (niet nemen op een volle maag)

– thee van gember en munt met een lepeltje honing

– geelwortel (Kurkuma) voor spijsvertering

– jeneverbes

– brandnetelthee (spijsvertering)

– ginseng (spijsvertering)

– lavendel (spijsvertering)

– zwarte peper

– ghee

– munt (spijsvertering)

– tea-tree

– gember

– aloë vera (bij indigestie)

– basilicum (spijsvertering)

– citroenmelisse (spijsvertering)

– goudsbloem (spijsvertering)

– oregano (spijsvertering)

– tijm

 

Negatieve energie:

– bad met zeezout

– kommetjes zeezout in huis

– de steen Toermalijn (tegen elektrische smog)

– lavendel

 

Nieren

– appelazijn (ontgiften nieren en tegen nierstenen)

– natriumbicarbonaat

– magnesiumchloride

– jeneverbes

– mierikswortel

– lavendel (vochtafdrijvend)

– oregano

 

Obstipatie

– appelazijn

– zeewier

– paardenbloem

– kiwi

– vijgen

– magnesiumchloride

– gember

– aloë vera

 

Ontsteking

– lapacho-kruiden

– cannabisolie

– natriumbicarbonaat

– zeewier

– paardenbloem bij gewrichtsontsteking

– ajuin

– look

– magnesiumchloride

– geelwortel (Kurkuma)

– echanicea

– groene thee

– jeneverbes

– ginseng

– rozemarijn

– vlierbes

– ghee

– mierikswortel

– lavendel

– tea-tree

– weegbree

 

Oorontsteking

  • Pelargonium sidoides
  • Vlierbes
  • Mierikswortel
  • Tea-tree
  • weegbree

 

Oorsuizingen:

– Gingkgo Bilboa

– look

 

Osteoporhose

– ajuin

– look

– natriumbicarbonaat

– magnesiumchloride

 

Ouderdomsvlekjes

– appelazijn

– mierikswortellotion

– aloë vera

 

Pijn

– CBD-olie of e-liquid of zalf

– lapacho-kruiden

– groene thee

– lavendel (spierpijn)

 

Prikkelbaredarmsyndroom

  • aloë vera

 

Psoriasis

  • aloë vera

 

Reisziekte

  • gember
  • munt

 

Reuma

– lapacho-kruiden

– appelazijn

– ajuin

– eucalyptus

– natriumbicarbonaat

– geelwortel (Kurkuma)

– jeneverbes

– rozemarijn

– zalf met zwarte peper

– lavendel

– gember

– aloë vera

 

Roos

– appelazijn

– tea-tree-olie

– aloë vera

 

Schildklier

– jodium supplement bij struma (vergroting schildklier)

– zeewier bij te traag werkende schildklier en bij struma

 

Schimmel

– appelazijn

– groene thee

– rozemarijn

– aloë vera

– oregano

 

Sinusitis

– appelazijn

– natriumbicarbonaat

– ajuin

– pelargonium sidoides

– vlierbes

– mierikswortel

– kurkuma (geelwortel)

– tea-tree

– weegbree

– tijm

 

Slaapproblemen

– Cannabis (CBD of CBD en THC)

– appelazijn

– thee van kamille en linde

– thee van citroenmelisse

– thee van passiebloem en valeriaan

– thee van munt

– lavendel

– mandarijn

– eucalyptys

– natriumbicarbonaat

– magnesiumchloride

– maanzaad

– Sint-Janskruid

– groene thee

– rozemarijn

– lavendelolie op hoofdkussen

– gember

– citroenmelisse

 

Snurken

Volgende zaken eten:

– Tofu

– honing

– vette vis

– veel knoflook

– olijfolie (best gebruiken voor koude gerechten – er zit niets meer waardevols in als je dit verwarmt)

– amandelen

– rozemarijn

– kurkuma in melk met honing (is ook goed voor het immuunsysteem)

Een ajuin doorsnijden en met zout bestrooien. Dit op je nachtkastje leggen.

 

Een aftreksel inademen van eucalyptus en munt.

Op je nachtkastje: Een gepelde ui bestrooid met grof zeezout.

 

Spataderen

– appelazijn

– boekweit

 

Spierpijn en kramp

– appelazijn

– magnesiumchloride

– groene thee

– zalf met zwarte peper

– mierikswortel (bij kneuzingen en verrekkingen)

 

Stress

– Cannabisolie

– lapacho-kruiden

– paardenbloem

– magnesiumchloride

– Sint-Janskruid

– groene thee

– ginseng

– lavendel

– tea-tree

– aloë vera

– basilicum

– citroenmelisse

– rozemarijn

– gingkgo

 

Tandpijn

– tea-tree

– zwarte peper

 

Tandvleesontsteking

  • aloë vera

 

Teken

  • Tea-tree

 

 

Verkoudheid:

– Echinacea

– ginseng

– gember

– vlierbessensiroop

– zink

– ajuin

– look

– kurkuma in melk met honing

– eucalyptus

– natriumbicarbonaat toevoegen aan verstuiver bij verstopte neus

– magnesiumchloride

– groene thee

– pelargonium sidoides

– vlierbes

– mierikswortel

– munt

– tea-tree

– oregano

– weegbree

 

Vermageren

Om te vermageren moet je vooral niet minder vet eten. Het zijn vooral de suikers en de koolhydraten (die zich omzetten in suiker en vervolgens in verzadigde vetten) die dik maken.

Dierlijke vetten voorzien ons van de nodige mineralen (en vooral ijzer dat ons helpt om zuurstof in ons bloed op te nemen). Vlees eten is dus gezond. Daarnaast dienen we onverzadigde vetten te eten (omega3 en omega6). Kijk hiervoor onder oliën en vetten.

Appelazijn, kokosolie en veel water drinken helpen om af te vallen.

– kokosolie

– appelazijn

– goji bessen

– magnesiumchloride

– laurier

– groene thee

– jeneverbes

– brandnetelthee

– ginseng

– gember

– aloë vera

 

Verslaving

– cannabis (CBD of CBD en THC)

– cytisine (zit in Brem en gouden regen) om te stoppen met roken

 

Verzuring van het lichaam

De verzuring van ons lichaam is de oorzaak bij uitstek van welhaast alle ziekten. Het veroorzaakt ontstekingen, kanker, vatbaarheid voor virussen en bacteriën en het verhindert ons lichaam om zichzelf te verdedigen en te genezen.

De PH van onze lichaamsvloeistof moet altijd rond de 7 PH zijn. Je kan dit meten met lakmoesstripjes die je in de apotheek kan kopen of via internet. Het van een gezonde persoon moet tussen de de 7,1 en 7,5 PH zijn. Onder de 7 is het te zuur en boven de 7,5 is het te alkalisch.

Indien te hoog – wat minder voorkomt – moet je minder zout eten. Indien te laag moet je vooral naar je voeding kijken, suikers vermijden en trachten de zuurtegraad hoger te krijgen door bv bicarbonaat.

De zuurtegraad van je urine kan je ook meten met deze lakmoesstrips. Dit kan echter variëren omdat de nieren het overtollige zuur proberen weg te werken. Vandaar dat urine ook wel eens zuurder kan zijn. Als je met urine aan de slag wil gaan is het dus aangewezen om dit regelmatig te meten en een tabel bij te houden. Meestal is urine in de ochtend zuurder. Het ligt dan rond 6,5 PH, terwijl het ’s avonds eerder naar 7,5PH kan gaan.

– natriumbicarbonaat

– appelazijn

– gingkgo bilboa

– groene thee

– boekweit

– Alkaline- water

– goji bessen

– paardenbloem (bloedzuiverend – blad in het voorjaar)

– look

– magnesiumchloride

– jeneverbes

– brandnetelthee

– rozemarijn

– rode biet

– ghee

– mierikswortel

– aloë vera

 

Winderigheid

– natriumbicarbonaat (ingeval van winderigheid door teveel eiwitten):

Voeg een halve theelepel Baking soda bij het kookwater van peulvruchten.

– ginseng

– lavendel

 

Winterhanden en -voeten

–        Zalf met zwarte peper

 

Wondverzorging

  • vlierbes
  • lavendel
  • tea-tree
  • mierikswortel

 

Wratten

– appelazijn

– wietzalf

– paardenbloem (melk van de stengel)

– magnesiumchloride

 

Zonnebrand

– appelazijn

– kokosolie

– baking soda met water op de huid smeren

– olijfolie

– Echinacea

– groene thee

– rozemarijn

– ghee

– aloë vera

 

Zweren

  • aloë vera

 

Zweten

– aluin

– appelazijn (voor zweetvoeten)

– zwarte peper (zweetbevorderend)

– gember (zweetbevorderend)

 

 

VOEDINGSSTOFFEN EN KRUIDEN

 

Ajuin

Uien bevatten zeer veel vitaminen en mineralen en ze werken antibacterieel. Dus ook erg aangewezen bij reumatoïde artritis en ontstekingsreuma.

Het werkt genezend bij kanker, en minstens aangewezen als ondersteuning wanneer iemand chemotherapie krijgt.

Bij verkoudheid is het een perfect middel om te genezen. Thee van ajuin, veel rauwe ajuin eten in de sla en om ’s nachts minder te hoesten en bacillen te doden kan je een ui in twee snijden en met zeezout bestrooien. Leg dit op je nachtkastje.

Ajuin zorgt voor een goede bloeddoorstroming (kan je zelfs voelen na het eten van ui), en het gaat bloedklontering tegen.

Het heeft een bijzondere werking op botdichtheid en verstevigt de weefsels tussen gewrichten, dus vooral aangewezen voor vrouwen in menopauze.

 

Aloë Vera

Aloë Vera is een vetplant met geneeskrachtige eigenschappen. Er bestaan vele soorten, maar de Barbadensis heeft de sterkste werking en wordt het meeste gebruikt. Deze plant bevat heel wat vitaminen, mineralen, aminozuren en enzymen.

Aloë Vera wordt het meeste ingezet voor de gezondheid van de huid, bij spijsverteringsproblemen en bij overgewicht.

Het zuivert ons lichaam van giftige afvalstoffen zodat het beter vet kan verbranden en dus ook helpt om te vermageren.

Het is goed voor het maagslijmvlies en helpt bij gastritis, darmontsteking en prikkelbaredarmsyndroom.

Aloë Vera werkt bloedsuikerverlagend en wordt ingezet tegen ouderdomsdiabetes.

Het heeft ook wormverdrijvende eigenschappen zodat het kan gebruikt worden om ingewandswormen te bestrijden.

Dankzij zijn ontstekingsremmende werking helpt het bij allerlei huidaandoeningen zoals acne, eczeem, ouderdomsvlekken en psoriasis. Het regelt de hoeveelheid vet en helpt ook bij een gezwollen huid. Bovendien is Aloë Vera zeer geschikt bij brandwonden, zonnebrand, huidveroudering, cellulitis en het verbeteren van littekens.

Het beschermt het haar tegen regen en wind en het gebruik van stijltang en haardroger.

Aloë Vera heeft een laxerend effect en dus perfect inzetbaar bij constipatie.

Het ontspant de spieren in je hoofd en helpt daardoor tegen stress. Masseer hiervoor gel of crème op je hoofdhuid wanneer je je haar wast.

Daarnaast kan je het ook inzetten bij zweren en tandvleesontsteking, reuma en artritis, en bij schimmelinfecties.

 

Aloë Vera gel maken

Haal een groot blad van de plant. Snijd de scherpe kant met punten eraf en schil tot je op de gellaag zit. Laat uitlekken. Doe het in een glazen schaal. Wil je deze gel langer bewaren, doe er dan wat vitamine C bij.

 

Recept om af te vallen met Aloë Vera

Nodig:

  • 1 groot blad van Aloë Vera
  • Sap van een citroen
  • 2 eetlepels honing

Bereiding:

Doe alle ingrediënten in de blender en mix. Zeef het en drink het op je nuchtere maag voor het ontbijt.

Opgelet: Men moet het blad goed schoonmaken: alle punten en de schil verwijderen. Onder de schil zit ook een geel laagje dat er zeker af moet want het is giftig. Laat het blad even uitlekken zodat het gele sap eruit is. Dit sap bevat latex en kan huidirritatie veroorzaken.

 

Recept om Aloë Vera crème te maken

Nodig:

  • 175 ml water
  • 30 ml aloë vera gel
  • – 1 theelepel glycerine
  • 50 ml amandelolie
  • 75 gr kokosolie op kamertemperatuur
  • 20 gr bijenwas
  • 8 druppels vitamine E olie

Bereiding:

Zet een pannetje met water op het vuur en zet er een glazen schaal in. Doe de bijenwas en kokosolie in de schaal en roer dit door mekaar. Voeg de amandelolie toe en vervolgens de rest van de ingrediënten.

Schenk een deel ervan in de blender en laat het enkele seconden op hoge snelheid draaien. Doe daarna de rest er beetje bij beetje bij en laat steeds even op hoge snelheid draaien zodat je een gladde crème krijgt.

 

Nog een recept voor aloë vera crème

Doe 3 eetlepels aloë vera gil in de mixer. Laat 4 eetlepels kokosolie smelten en meng voorzichtig met de gel. Goed roeren. Optioneel kan je wat etherische olie naar keuze toevoegen.

 

Aluin

Om te begrijpen hoe Aluin werkt als deodorant is het handig om eerst wat te weten van de grondstof zelf. Natuurlijke aluin deodorant is gemaakt van kalium (=potassium) aluin, een natuurlijk voorkomend mineraal zout (sulfaat mineraal). Het wordt meestal gevonden als afzettingen op rotsen. Het is ontstaan door oxidatie van sulfide mineralen en kalium-dragende mineralen. Het is een witte tot doorzichtige kristallijne kleurloze steen. Aluinsteen wordt gewonnen in grote blokken van kalium aluinkristal en wordt voor verdere verwerking verscheept, gesneden, gevormd, gepolijst en verpakt. Dat is de natuurlijke aluin zoals wij hem kennen. Aluinsteen ziet eruit als een kristal, zodanig dat het doorzichtig en kleurloos is en bovendien kleine breuklijnen of aderen bevat.

Aluin is een uitstekend middel tegen aften. Het is bloedstelpend dus helpt zeer goed bij kleine sneetjes. Het is verzachtend na het scheren en het is het enige natuurlijke deodorant dat ook in alle verkochte deodorants wordt gebruikt. Echter de deodorants die men koopt verstopt meestal de lymfen omdat er veel andere stoffen worden bijgevoegd. De ftalaten die men eveneens gebruikt in parfum veroorzaken kanker.

Veeg gewoon met een aluinsteen die je eerst even nat maakt onder de kraan(in de handel verkrijgbaar en zeer goedkoop) onder je oksels en je bent een ganse dag vrij van geurtjes.

Bij zweetvoeten kan je het schilfers van aluin in je schoenen strooien.

 

Appelazijn

Appelazijn is een natuurlijk middel dat ontstaat wanneer een fermentatie plaatsvindt in het sap van appels. In ongefilterde appelazijn (troebel) zitten de meeste werkzame stoffen zoals vitaminen, mineralen, enzymen en aminozuren.

Na het drinken van appelazijn ben je sneller verzadigd en heb je minder trek in voedsel waardoor je minder gaat eten, en het helpt ook het foute vet af te breken. Het stabiliseert ook de bloedsuikerspiegel en het bestrijdt bacteriën (bv. E-colli). Daarom wordt het vaak gebruikt om eten te conserveren.

Appelazijn werkt perfect tegen vieze luchtjes: zweetlucht, stinkvoeten, vieze adem.

Het is een uitstekend middel tegen acne, zere keel en sinusitis. Bovendien verlaagt het een te hoog cholesterolgehalte en is het dus ook goed voor het hart.

Uit onderzoek met ratten blijkt dat appelazijn de tumoren en kankercellen kan verkleinen en zelfs doden.

Bij obstipatie volstaat het om appelazijn te drinken voor de maaltijd.

Na het sporten of door stress hoopt het melkzuur zich op. De aminozuren in appelazijn werken als een soort tegengif waardoor het lichaam minder zuur wordt.

Daarnaast helpt appelazijn ook voor volgende kwaaltjes: roos, wratten, blauwe plekken, verbrande huid, droog haar, hooikoorts, spataderen, spierpijn, kramp, schimmelinfecties en allergische reacties op insecten- of kwallenbeten.

Recept voor appelazijn:

Opgelet! Gebruik niet meer dan twee eetlepels appelazijn per dag!!

Om te drinken: 1 soeplepel in een glas water op kamertemperatuur of lauw gemaakt oplossen en uitdrinken. Mag ook in kleine slokjes tussendoor.

Voor de huid: voeg een scheutje appelazijn in je badwater. Dit is vooral effectief bij een verbrande huid.

Voor het haar: was je haar met verdunde appelazijn en laat een uurtje intrekken om roos of een geïrriteerde hoofdhuid aan te pakken.

Voor huidirritaties: druppel wat verdunde appelazijn op een watje en dep je huid ermee op plaatsen waar de huis geïrriteerd is.

In voeding: je kan ook perfect een saladedressing maken met appelazijn, olijfolie of zonnebloemolie, en wat Keltisch zout.

Recept voor gelaatsverzorging met appelazijn:

Appelazijn kan gebruikt wordt als tonic voor je gelaat om het te hydrateren en te verfrissen. Doe een paar druppeltjes appelazijn op een watje en voeg wat warm water toe. Dep het op je gezicht en hals.

Recept voor appelazijn tegen ouderdomsvlekjes:

Doe een paar druppels pure appelazijn op een wattenstaafje en dep daarmee de ouderdomsvlekjes of acne littekens voor het slapengaan. Het is goed voor je huid en het verbleekt ’s nachts de vlekjes en vermindert de littekens.

 

Recept voor appelazijn tegen roos:

Spoel je haar na het wassen met appelazijn-water in een verhouding van 1:3. Het geeft bovendien extra glans aan je haar.

Recept voor goede nachtrust met appelazijn:

Maak een thee van kamille met wat honing en doe er een scheutje appelazijn in.

Recept voor appelazijn tegen nierstenen:

3 maal daags 2 eetlepels in water oplossen en uitdrinken.

 

Recept voor zweetvoeten:

Meng appelazijn met water en wat sodazout (natriumbicarbonaat). Het helpt je om van je stinkvoeten af te geraken doordat het de bacteriën doodt die de stank veroorzaken.

 

Basilicum

Basilicum bevordert de spijsvertering bij gebrekkige eetlust, maagkrampen en oprispingen. Tevens helpt basilicum het zenuwgestel tot rust te brengen bij stress of angst, examenvrees, rusteloosheid en hoofdpijn.

 

Biologisch

Het is veel beter om biologische producten te kopen want die bevatten veel minder chemische stoffen dan hetgeen men in de gewone supermarkt koopt.

Maar laat je niet verwarren, want biologisch betekent niet dat er helemaal geen foute dingen gebruikt worden. Ze worden alleen in veel mindere mate gebruikt en wel zo min mogelijk. Maar boeren zullen nog altijd antibiotica geven aan hun dieren, hoewel ze het trachten te vermijden. Maar het is in biologische teelt niet verboden.

Als je echt volledig vrij van alle chemische middelen wil eten, dan moet je bij een bio-dynamische boer of winkel zijn. Daar heb je gegarandeerd alle producten zonder enige toevoeging.

 

Boekwijt

Boekwijt is een zaad en geen graan. Het scoort laag op de glycemische schaal, hetgeen je bloedsuikerspiegel laag houdt. Het bevat veel eiwitten (voor herstel en opbouw van spieren) en boost je immuunsysteem. De smaak is licht nootachtig en heel lekker.

Boekweit is goed tegen galstenen, en heeft daarnaast een sterke antioxidantwerking, zelfs sterker dan vitaminen of mineralen.

Het is ook een sterk middel dat hormoongerelateerde kanker geneest en preventief wordt ingezet tegen hart- en vaatziekten.

Boekweit maakt bloedvaten en zelfs de kleinste haarvaatjes sterker. Regelmatig boekweit nemen is goed tegen te hoge bloeddruk omdat het zeer veel magnesium bevat.

 

Recept voor brood van boekweit en spelt:

Nodig:

– 325 gr speltmeel

– 175 boekweitmeel

– 10 gr Keltisch zeezout

– 1 koffielepel ahornsiroop of honing

– 7 gr instantgist

– 3 losgeklopte eieren

– 500 gr lauw water

– beetje ghee of kokosolie

Bereiden:

Doe het meel en het zout bij elkaar in een kom. Roer goed door.

Voeg de gist toe en roer nog eens goed door. Doe dit niet gelijk met het zout, want dan werkt de gist minder goed.

Smelt de ahorn of honing in het lauwe water.

Voeg de eieren en het watermengsel toe aan het meel en meng goed door zodat je geen klonters meer hebt.

Zet de kom afgedekt om een warme, tochtvrije plaats en laat rijzen gedurende 45 minuten.

Roer nog eens goed door en giet het beslag in een ingevette vorm.

Laat dit nog eens 45 minuten rijzen.

Zet vervolgens in een voorverwarmde oven op 230 graden gedurende 40 minuten.

Haal het brood direct uit de vorm en bestrijk met ghee of kokosolie.

Laat afkoelen op een rooster.

 

Recept voor een ontbijt met boekweit:

Nodig:

– 40 gr. boekweit

– melk

– 1 banaan

– toppings naar keuze (noten, goji-bessen, rozijntjes, chia, lijnzaad…)

Bereiding:

Doe de koeweitkorrels in een kom en giet er melk over zodat de korrels onder staan. Laat dit een nacht afgedekt in de koelkast staan. Hierdoor worden de korrels zachter. Voeg er vervolgens de banaan aan toe en mix het geheel. Voeg er de toppings naar keuze bij.

 

Recept voor pannekoeken met boekweit:

Meng bloem, een scheutje ahornsiroop, een snuifje zeezout, twee eieren, een paar soeplepels boekweit. Je kan zoveel bloem nemen als je wil. Als het echt veel is, dan neem je nog een ei extra.

Doe melk bij de bloem. Goed roeren zodat je geen klonters meer hebt. Blijf melk toevoegen tot het deeg vloeibaar is zoals een papje.

Doe kokosolie in een bakpan en laat goed warm worden. Schep met een soeplepel wat van het deeg in de pan en draai de pan zodat het deeg goed verdeeld wordt op de bodem. Laat bakken gedurende een minuutje en draai de pannekoek om. Laat heel eventjes bakken en klaar!

Herhaal dit tot het deeg op is.

Je kan in je pan ook eerst schijfjes appel of banaan leggen en dan het deeg erover scheppen.

 

Recept voor volkorenbrood met boekweitmeel

Nodig:

  • 200 gr boekweitmeel
  • 200 gr volkorenmeel
  • 400 ml lauwwarm water
  • 14 gr gist
  • 1 theelepel honing
  • 4 eetlepels pompoenpitten
  • 1 theelepel zout

Bereiding:

Roer de gist en honing door het lauwwarme water en laat een paar minuten staan.

Doe het boekweitmeel en het volkorenmeel in een grote kom en voeg het zout toe. Meng het water er doorheen en roer goed door. Doe er 2 eetlepels zaden bij.

Giet het deeg in een ingevette vorm en strooi er de overgebleven 2 eetlepels zaden over.

Bedek met een ietwat vochtige doek en zet op een warme plek om 30 minuten te rijzen. Verwarm de oven op 220 graden.

Bak het brood gedurende 45 minuten.

Tip: haal het brood na 30 minuten uit de vorm en laat daarna nog even zonder vorm verder bakken om een knapperig korstje te krijgen.

 

Recept voor brood van quinoa en boekweit

Nodig:

  • 300 gr boekweitmeel
  • 300 gr quinoameel
  • 550 ml lauwwarm water
  • 75 gr roomboter
  • 1 zakje gist
  • Snuifje zout

Bereiding:

Meng het meel, de gist en het zout door elkaar. Schenk het water erbij en mix alles door elkaar. Vervolgens voeg je ei en roomboter toe. Goed kneden. Daarna een uur laten rijzen onder een warme, natte doek. Nog even doorkneden en dan in een ingevette vorm doen. Oven voorverwarmen op 200 graden en gedurende 45 à 55 minuten bakken.

 

 

Brandnetel

Hoewel we de plant misschien niet zo leuk vinden, is het wel een plant met een geneeskrachtige werking. Brandnetel kan genomen worden in vorm van thee, maar je kan er ook soep van maken.

Brandnetelthee drinken is goed voor je huid, bij acné, zweren of andere ontstekingen.

Brandnetelthee is ook sterk vochtafdrijvend en dus geschikt bij oedeem, maar is tevens ook uitstekend geschikt voor een ontgiftingskuur. In dat geval is het belangrijk om in acht te houden dat het drinken van dagelijks een liter tot anderhalve liter water nodig is wanneer je brandnetelthee drinkt.

Brandnetelthee werkt ontgiftend, goed tegen vermoeidheid, bevordert spijsvertering en helpt bij afvallen.

 

Cannabis en Hennep

Er is een groot verschil tussen de vrouwelijke plant en de mannelijke. De vrouwelijke plant levert bloemen (toppen) die veel CBD (cannabidiol) en THC bevatten.

De mannelijke plant geeft geen bloemen. Deze wordt voor veel toepassingen gebruikt, waaronder ook voor het maken van kleding, papier, etc. Het is dus een zeer waardevolle plant, maar de geneeskracht is veel beperkter dan bij de vrouwelijke Canabis. Deze plant kan wel een kleine mate van CBD produceren, maar welhaast geen THC.

Het verschil tussen CBD en THC: Beide zijn stoffen met dezelfde genezende kracht, maar THC geeft bovendien ook een ‘high’ effect. Proeven hebben aangetoond dat de beste resultaten worden verkregen voor genezing met een evenredige dosis van CBD en THC samen omdat zij elkaar aanvullen. Zo zal THC minder ‘high’ geven wanneer er BCD bij is (wordt dus opgeheven) en ze vullen elkaar aan voor genezing.

Om de werkzame stoffen nog beter te activeren (en ook om de ‘high’ te verkrijgen uit THC) dient de cannabis voldoende lang (ongeveer 45minuten, afhankelijk van het recept) verwarmd te worden op 80°. Nooit hoger omdat het dan verbrandt en zijn eigenschappen verliest. Dit verwarmen noemt men decarboniseren.

In de plant zit THC-A, dat ook heilzaam is (dus is ook goed om de blaadjes in sla te mengen) maar het geeft geen ‘high’. Deze stof wordt omgezet naar THC wanneer het verwarmd wordt. Vandaar dat men Cannabis gaat roken, vapen of bakken, etc.

In Nederland is het momenteel toegelaten om CBD-producten te verkopen.Deze producten zijn heilzaam, maar onvoldoende om echte ziekten te genezen. Ze zijn echter aan te raden voor heel wat kwalen en voor een goede algemene gezondheid, zowel fysiek als mentaal.

Hetzelfde geldt voor de bladeren van de plant die men niet verwarmt. Men kan gerust de kleinere bladeren van de cannabis plant in de salade snijden als aanvullend voedingsmiddel.

Alcohol en THC: Let op! Wanneer je eerst alcohol drinkt en vervolgens THC neemt of rookt, dan zal je meer high worden omdat de bloedvaten zijn uitgezet door de alcohol en dus meer THC kunnen opnemen.

Wanneer je eerst THC neemt en daarna alcohol, dan zal de alcohol minder snel in je bloed komen.

Dosering:

Overal zal men lezen dat dosering heel sterk verschilt van persoon tot persoon. Iedereen is anders en het hangt ook af wat de reden is waarom je het wil nemen. Bij ernstige ziekte zoals kanker is het normaal dat de dosis veel hoger zal liggen dan bij gewoon onderhoudend gebruik om gezond te blijven. Vergeet niet dat méér niet altijd wil zeggen ‘beter’.

In elk geval mag men nooit beginnen met een grote hoeveelheid. Het lichaam moet gewoon worden aan toevoeging van cannabinoïden. Het lichaam maakt deze stof zelf aan, en zorgt ervoor dat we in staat zijn om ons goed te voelen. Maar bij toevoeging van buitenaf moet het lichaam zich ook kunnen aanpassen.

Begin dus altijd met 1 druppeltje per dag onder de tong. Doe dit gedurende twee à drie weken en als je hiermee onvoldoende resultaat hebt kan je daarna de dosis verhogen naar 2 druppeltjes.

Het beste is ook om te starten met enkel CBD en geen THC om je lichaam te laten wennen.  De literatuur zegt dat de aanbevolen dosis voor preventie rond 2,5 milligram per dag ligt. Begin met 1 mg THC. Dat is een goede start, maar wel sub-therapeutisch. Voor genezing dient men grotere dosissen te nemen.

CBD mét THC is vooral aangewezen bij pijn en bij kanker. Dan spreekt men van dosissen van 150milligram tot 700 milligram.

Bad trip

In elk geval kan het nooit kwaad en spreekt men nooit van een overdosis. Mocht je te veel hebben genomen en je even wat raar voelen, ga er dan maar van uit dat het binnen het half uur of maximaal 2 uren weer verdwijnt. Om de werking sneller gedaan te krijgen eet je iets zoets zoals een mars of andere snoep of suiker. Het helpt ontnuchteren. Neem ook frisse lucht. Ga buiten. Bad trip komt door de THC. Neem dus CBD, want dat werkt als antagonist.

Eigenschappen van CBD: vermindert pijn, vermindert puistjes, vermindert angst, ontstekingremmend, spierontspannend, nachtrust bevorderend, onderdrukt verslavingsgevoel, stimuleert botgroei, en is de beste remedie tegen PTSD (pos traumatische stress disorder) omdat het helpt om rationeler te denken, minder zwart-wil, het stopt onnuttige negatieve gedachten en het geeft weer een rustige slaap. Het is ook perfect tegen angsten.

 

Recepten met cannabis:

Om de cannabis de decarboniseren zijn er verschillende manieren. Zo kan je de toppen (of desnoods de kleine afval) decarbolyseren in de oven. Je legt de versnipperde wiet op een bakplaat en laat 60 minuten in de overn op 110° (geen hetelucht). Hierdoor wordt de THC-A in de wiet omgezet in THC.

 

CBD e-liquid:

Het roken van tabak is ongezond, dus ook wanneer men de cannabis rookt in een sigaret. De negatieve effecten van de verbranding van tabak blijven bestaan. De bestanddelen van cannabis blijven wel voordeel geven.

Het is dus niet slecht voor een roker om over te schakelen naar e-liquid. Deze liquids kunnen naar believen gemengd worden. Als je per se toch nicotine nodig hebt, dan kan je CBD e-liquid mengen met een liquid die vrij verkrijgbaar is in België waarin nicotine zit. Ook de CBD-liquid is in Nederland legaal en dus gemakkelijk verkrijgbaar via internet.

Begin met 1 puf CBD e-liquid en wacht dan 4 minuten om te kijken wat het effect geeft. Daarna kan je nog een tweede puf nemen. Als dat bevalt kan je om de twee uren twee pufs nemen. En zo opbouwen.

 

Recept voor e-liquid met CBD en THC:

Nodig:

– 40 gr wiet

– 400 gr glycerine

Leg eerst wat kleine stukken wiet op een bakplaat zoals hierboven beschreven om de THC te decarbolyseren.

Maak daarna de stukjes wiet kleiner en zet ze in een glazen kom (een kom die kan passen in een pot die je op het vuur kan zetten om een bain marie te maken.

Overgiet de stukjes cannabis met glycerine (voor voeding) en roer goed om. Plet de stukjes fijn. Verwarm het water in de pot op het vuur en zet de glazen pot met wiet en glycerine erin. Laat dit ongeveer 45 minuten warmen op een temperatuur van 80 graden. Het mag niet hoger, want dan gaan de stoffen erin kapot.

Daarna eerst ruw zeven en vervolgens nog eens zeven met in de zeef een gaasje zodat ook alle kleine stukjes eruit zijn. Klaar.

 

Recept voor wietolie

Nodig:

– 40 gr wiet

– 400 gr kokosolie

Bereiding:

Eerst de wiet decarbolyseren in de oven zoals hierboven beschreven.

Verwarm de kokosolie au bain marie op 70 à 80°C  Voeg er dan de geknipte wiet bij. Laat dit gedurende 2 à 4 uur trekken op het vuur aan dezelfde temperatuur en roer regelmatig.

Filter vervolgens met een gaasje in een zeef. Laat afkoelen en klaar om in druppeltjes in te nemen.

VG= glycerine (doet minder hoesten bij vapen)

PG=Propyleen glycol (neemt meer stoffen op uit de plant)

 

Recept voor wietzalf

Neem wat van je wietolie en vermeng ze (hard roeren) met wat gezichtszalf of handcrème of gewoon met wat kokosolie. Klaar om te smeren en bijzonder helend en pijnstillend.

 

Recept voor Cannabis-tinctuur

De tinctuur bevat 80% alcoho (voor consumptie) en 20% water. Doe de gedroogde toppen van de plant, en het gedroogde knipafval (stukjes blad waar nog witte hars op zit) in een goed afsluitbare weckpot. Giet het water en alcoholmengsel erover heen totdat alles onder de vloeistof staat. Zet de weckpot op een donkere plaats en laat de inhoud 2 à 3 weken staan. Schud om de dag even om. Alle medicinale componenten lossen hierdoor op in de alcohol en het water. Na drie weken de inhoud van de weckpot zeven, de overgebleven plantresten goed uitknijpen en weggooien. Let op, want het is licht ontvlambaar!

Wat er nu overblijft is canabistinctuur. Doe dit in druppelflesjes met een pipet en begin met het nemen van 5 druppels in een glas water of appelsap.  Wacht 45 minuten. De tinctuur bevat THC en je kan er dus stoned van raken. Het beste tijdstip is beste voor het slapengaan innemen. Test zelf uit wat de beste dosis voor u is. De tinctuur is jarenlang houdbaar als je deze donker bewaart.

 

Recept voor wietwortelzalf

In vroegere tijden maakte men niet alleen gebruik van de toppen van de cannabisplant, maar van de gehele plant. Zo kan men zelf zalf maken van de wortels die zeer efficiënt is als pijnstiller bij gewrichtspijnen en huidaandoeningen.

Nodig:

  • 1 grote of 2 kleine wortelkluiten
  • 1 liter kokosolie
  • Een halve liter water
  • Bijenwas (optioneel, om de zalf wat dikker te maken)

Bereiding:

Was de aarde van de wortel. Snijd de wortels vervolgens zo fijn mogelijk en doe ze samen met de olie en het water in een stoofpannetje. Breng het mengsel aan de kook en laat het de hele dag sudderen op een laag vuurtje. Voeg zo nodig tussendoor opnieuw wat water toe om te vermijden dat de wortels gaan ‘frituren’. Laat dan een 6-tal uren afkoelen en herhaal het koken voor een beter concentraat.

Wanneer het mengsel bijna is afgekoeld kan je het zeven. Zet dan in de koelkast zodat de olie hard wordt en je het water daarna gemakkelijk van de kokosolie kan scheiden.

 

Cholesterol

Het is een fabeltje, in stand gehouden door de pharma, dat cholesterol slecht zou zijn. Ons lichaam heeft cholesterol nodig!

Het kan bovendien helemaal geen kwaad dat je waarden van cholesterol zogenaamd te hoog zijn. De aders slibben niet dicht door cholesterol, maar door stroperig bloed door foute voeding. Cholesterol beschermt onze aders daarentegen.

 

Citroenmelisse

Citroenmelisse is een veelzijdige plant die vitamines, mineralen en antioxidanten bevat. Als je hem aanraakt geeft hij een heerlijke geur.

Helpt het zenuwgestel te ontspannen bij stress en spanning en helpt dus bij slaapproblemen. Het vermindert angst en geeft je een opgewekte stemming.

Ook is citroenmelisse ideaal om in te zetten bij koorstblaasjes of gordelroos, helpt bij koorts en verkoudheid

Citroenmelisse helpt ook de spijsvertering.

Daarnaast is het een goede muggenverdrijver.

Je kan thee maken van de blaadjes en je kan het ook gebruiken in desserten of sla. Als je het op olie zet kan je er citroenmelissetinctuur van maken.

 

Recept voor citroenmelisse olie

Nodig:

  • Verse of gedroogde blaadjes citroenmelisse
  • Olijfolie of zonnebloemolie

 

Bereiding

Was de blaadjes en laat ze even drogen. Knip ze in kleine stukjes in een glazen potje. Vul het potje tot ¾ met de blaadjes en vul het potje verder aan met de olie. Zet de pot 3 tot 4 weken op een zonnige warme plek op de vensterbank. Zeef de bladeren uit de olie en bewaar op een koele plaats.

 

Recept voor citroenmelisse zalf

Nodig:

  • 100 ml citroenmelisse-olie
  • 20 gr bijenwas
  • 10 druppels lavendel etherische olie
  • Eventueel een half theelepeltje vitamine E olie

Bereiding

Verwarm de citroenmelisse-olie au bain-marie. Voeg de bijenwas toe en roer goed door elkaar. Haal van het vuur en roer goed door. Wanneer je aan de zijkant ziet dat het begint te stollen voeg je er de etherische olie bij en eventueel de vitamine E. Schep de zalf in een schoon potje en laat afkoelen.

 

Cytisine

Zit voornamelijk in brem en gouden regen. Er is een product in de handel onder de naam Tabex. Het is een natuurlijk middel om rookstop te ondersteunen, vergelijkbaar met Champix.

 

Echinacea Purpurea

Van nature komt de plant voor in Noord-Amerika. Het waren ook de Noord-Amerikaanse indianen die de geneeskrachtige werking van de plant ontdekten. Ze gebruikten het kruid om allerlei wonden zoals slangenbeten en ziekten mee te behandelen.

Echanicea help ons om ons natuurlijk afweersysteem te versterken, om beschadigd weefsel te herstellen en om ontstekingen af te remmen. Het heeft de kracht om het aantal witte bloedlichaampjes te verhogen.

 

Eiwitten

Eiwitten van dierlijke oorsprong: melk en melkproducten, vlees, wild, gevogelte, vis, eieren.

Eiwitten van plantaardige oorsprong: brood, graanproducten, peulvruchten, aardappelen, groenten, sojaproducten.

 

Geelwortel (Curcuma/Kurkuma)

Geelwortel of Kurkuma is de wortel van een plant dit behoort tot de familie van de gember. De belangrijkste werkzame stof in Kurkuma is curcumine. Dit is de stof die antibacterieel werkt, een sterke antioxidant is, antibacterieel is en giftig blijkt te zijn voor tumorcellen. De belangrijkste eigenschap is vooral dat het een krachtige ontstekingsremmer is. Daarnaast blijken onderzoeken te bevestigen dat Kurkuma ingezet wordt bij kanker, diabetes, Alzheimer, cholesterol en vele andere kwalen.

Curcumine verbindt zich met giftige zware metalen zoals cyanide, cadmium en lood in het lichaam, waardoor het lichaam ze kan uischeiden zodat ze geen schade in hersenen en lichaam kunnen veroorzaken.

Kurkuma werkt bijzonder goed bij spijsverteringsproblemen, artritis, reuma en geeft een snelle verbetering van concentratievermogen en werkgeheugen. Het verbetert de werking van lever en wordt tevens ingezet bij huidproblemen zoals psoriasis.

Kurkuma blijkt eveneens effectief te zijn bij depressie omdat het een stimulerend effect heeft op onze feelgood hormonen serotonine en dopamine.

Wel opletten, want rauwe Kurkuma is niet aan te raden. Bovendien kan het een omgekeerd effect geven wanneer je te veel Kurkuma gebruikt. Wees dus matig en informeer je arts wanneer je het regelmatig in hogere dosissen gebruikt.

Kurkuma werkt ook bloedverdunnend, dus zeker je arts informeren als je bloedverdunners gebruikt.

 

Gebruik van Kurkuma/Geelwortel in de keuken

Kurkuma wordt niet gemakkelijk opgenomen in het lichaam, daarom is het aanbevolen om het altijd samen met versgemalen zwarte peper en wat olie te gebruiken. Dit verbetert de opname aanzienlijk.

Kurkuma kan je in welhaast al je gerechten toevoegen. Doe het bij je omelet of eiersalade. Pompoen en Kurkuma gaan ook heel goed samen.

 

Dressing van Geelwortel

Roer Kurkuma en zwarte peper door olijfolie en voeg wat sinaasappelsap toe.

 

Ontbijtdrankje met Geelwortel

Een uitgeperste citroen, een stukje gember, stukje geelwortel en zwarte peper met wat warm water in de blender.

 

Golden Milk van Kurkuma

Maak eerst Kurkuma-pasta: biologische Kurkuma verwarmen in een steelpan, water erbij en langzaam roerend verwarmen tot het water verdampt en je een mooie pasta overhoudt.

Verwarm een beker melk, roer er een theelepel kurkuma-pasta door met wat zwarte peper, sesamolie of kokosolie en wat kaneel of gemberpoeder.

 

Gember

Gember is een gele wortel die scherp smaakt. Men kan het gebruiken in gerechten en als thee drinken.

Gemberthee is een verwarmer en het helpt je aan een heerlijke nachtrust.

Helpt bij vermageren want het zorgt ervoor dat je minder zin hebt in tussendoortjes door een verminderd hongergevoel. Mogelijke verklaring is te vinden in het feit dat gember de opname van voedingsstoffen in de darmen vergemakkelijkt zodoende dat het lichaam minder vraagt naar meer.

Gember bevat gingerolen die ontstekingsremmend werken en dus prima zijn bij reuma.

Daarnaast is gember een uitstekend middel tegen misselijkheid en overgeven en werkt erg goed bij reisziekte.

Wetenschappelijk onderzoek stelt dat men darmkanker kan voorkomen door drie maal per week gember te eten. Het wordt ook ingezet als genezer bij eierstokkanker.

Gember doet zweten en werkt dus ook ten voordele van onze immuniteit.

Opgelet, want te veel gember kan problemen geven.

Het kan maag- darmproblemen geven: gasvorming, opgeblazen gevoel, maagzuur, diarree. Het kan ook de bloeddruk verlagen en het is niet aangewezen bij zwangerschap, hoewel in China het gegeven wordt bij misselijkheid door zwangerschap.

Ook bij galstenen wordt gember afgeraden en geen gember nemen bij hoge koorts omdat het een verwarmend middel is dat de koorts kan verergeren.

Hetzelfde geldt voor vaat- en hartziekten en voor mensen met bloedaandoeningen: geen gember nemen!

Voor een operatie ook best geen gember gebruiken omdat het een hoger risico kan geven op bloedingen.

 

Gezonde voeding en verzorging

– bruisend water ipv plat water (brengt zuurstof binnen)

– water uit de kraan filteren om het voor alle doeleinde te gebruiken

– doe 1 gram vitamine C in het water om de chloor eruit te halen. Dit kan je doen voor je bad, om groenten te wassen of alvorens water te drinken.

– Let op met te veel vitamine C: het verzuurt je lichaam indien te veel.

– drink ongeveer 5 glazen water per dag. Niet te veel, niet te weinig.

– groenten wassen met water waarin een lepeltje bicarbonaat opgelost is om de giftige stoffen te elimineren

– Keltisch zeezout of Himalayazout ipv keukenzout. Dit laatste is zeer slecht voor de gezondheid. De eersten bevatten alle nodige mineralen.

– Knoflook behoudt meer van zijn goede stoffen wanneer je het koud toevoegt aan je gerechten en niet mee laat koken of bakken.

– Eet zo min mogelijk suiker!

– Gebruik geen gekochte zonnemelk of after sun. Deze bevatten wel bescherming tegen de zon, maar eveneens conserveringsmiddelen die dan weer huidkanker kunnen veroorzaken. Gebruik voor en na het zonnen kokosolie.

– Eet gezonde voeding in de juiste dosering. Het is belangrijk om zowel gezonde verzadigde en onverzadigde vetten te eten, evenals eiwitten (proteïnen). Koolhydraten zijn minder nodig, behalve als je zware fysieke inspanningen doet. Koolhydraten zorgen voor directe verbranding, en indien ze niet verbrandt worden, zetten ze zich om in suikers, die zich dan weer omzetten in foute vetten die zich opstapelen in het lichaam.

In concrete voeding betekent dit: eet voldoende vlees, kip, vis. Bak in kokosolie. Gebruik olijfolie of zonnebloemolie voor mayonaise of koude slaatjes en gerechten. Ban geraffineerde suiker uit uw menu. Eet voldoende groenten en fruit, maar overdrijf niet. Fruit bevat fructose en dat is dus ook weer suiker. Beperk het eten van graan (brood e.d.), pasta en aardappelen. Maak zelf uw brood van spelt en boekwijt.

Gezond betekent ook dat je moraal goed zit. Tracht in alles ook de goede kant te zien. Probeer je vijanden te begrijpen in plaats van je haat te voeden. Kijk naar de natuur en wees dankbaar voor wat ze ons biedt. Blijf je verbazen over onze luxe die we hebben in plaats van alles als normaal te beschouwen.

Gezond betekent ook dat je in niets gaat overdrijven. Roken is slecht als je erin overdrijft. Hetzelfde met alcohol. Maar dat geldt voor alles om je heen: te veel of te weinig zon, te veel of te weinig eten, te veel of te weinig werk, te veel of te weinig van een bepaalde voedingsstof…. Hou een goede balans in alles en geniet!

Naast voeding is het belangrijk om een goed ritme in je leven in te bouwen. Neem in elk geval steeds een ontbijt, eet lunch op de middag en eet rond 18u je avondmaal.

Als ontbijt is het heel gezond om voeding te nemen die de serotonine stimuleert:

– pure chocolade (zwart)

– bananen

– avocado

Ook havermout is een perfect ontbijt.

Laat je niet misleiden door alle aangeboden muesli-dingen die je in de winkel kan kopen. Doorgaans zit er veel te veel suiker en conservering in.

De belangrijkste maaltijd is het middagmaal, maar dat is voor velen moeilijk te realiseren omwille van werk.

In elk geval moet je vermijden om volgende producten te eten, of best zo weinig mogelijk ervan:

– pasta

– ijs

– kaas

– sterke kruiden

– bloemkool

– rood vlees of bewerkt vlees

 

Ademen is levensnoodzakelijk, en zuurstof is wat ons lichaam voortdurend nodig heeft om gezond te functioneren. Zorg dan ook voor goed lucht in huis. Er bestaan heel wat luchtzuiverende planten die bovendien mooi ogen op de vensterbank:

– goudpalm

– bamboepalm

– varens

– klimop

– orchideeën (best in de slaapkamer omdat ze ’s nachts zuurstof afgeven)

– photosplanten

– lepelplant

– vrouwentongen

 

Ghee

Ghee is geklaarde boter die uitsluitend uit koemelk bestaat, zonder verdere toevoegingen. Het is het meest geschikte vet om te bakken en te braden omdat het een verbrandingspunt heeft van 250°.

Ghee verbetert de spijsvertering en zorgt ervoor dat de voedingsstoffen gemakkelijker worden opgenomen in het lichaam, en dat afvalstoffen goed worden afgevoerd.

Het bevat de essentiële vetzuren omega-3 en omega-9 in de goede verhouding en het bevat vitamines A, D, E en K.

Wonderlijk genoeg blijft ghee eeuwen goed en hoeft het zelfs niet in de koelkast.

Verder helpt ghee bij het herstellen van ontstekingen, vooral in maag en darmen, en het balanceert hormonale storingen. Het gaat veroudering tegen.

Het is goed voor onze hersenfuncties en het werkt ondersteunend bij Alzheimer en ADHD.

Het verbetert ons immuunsysteem, is gezond voor de ogen en voedt botten, tanden, haar en nagels.

Het heeft een reinigende werking op darmen en lever.

Men kan ghee ook gebruiken op een huid met roodheid, verbrandingen en ontstekingen en bij huidaandoeningen zoals eczeem en psoriasis.

 

Gingkgo Bilboa

De schors van deze boom die in het tropische regenwoud groeit werd reeds eeuwenlang gebruikt door de oude stammen die er leefden tegen alle kwalen.

Het doet meer bloed naar de hersenen en de organen stromen en is een uitstekende anti-oxidant.

Ginkgo Biloba bevat de antioxidante stoffen ginkgo flavone glycosiden, terpene moleculen (ginkgolides en bilobalide) alsook organische zuren. Antioxidanten bevechten de schadelijke effecten van vrije radicalen.

De speciale terpeen moleculen geven Ginkgo biloba haar vermogen om te vechten tegen veroudering. Op die manier verbetert Ginkgo Biloba de bloedsomloop, vermindert het ontstekingen en beschermt het de hersencellen tegen schade veroorzaakt door gebrek aan zuurstof.

Ginkgo Biloba kan voor tal van doeleinden gebruikt worden. Uit onderzoek blijkt dat het de volgende stoornissen verbetert:

  • Bloedcirculatie
  • Astma
  • Blaasontsteking
  • Artritis
  • Prikkelbare darmsyndroom
  • Hoofdpijn
  • Glaucoom
  • Tinnitus
  • Dementie en alzheimer
  • Angst en stress

 

 

Ginkgo-bladeren zouden stoffen bevatten die het bloed verdunnen en de spierkracht in de wanden van de bloedvaten versterkt, waardoor de bloeddoorstroming verbetert.

Ginkgo-zaden bevatten stoffen die bacteriële en schimmelinfecties in het lichaam zouden kunnen doden. De zaden bevatten echter ook een toxine die in grotere hoeveelheden bijwerkingen kunnen geven zoals een beroerte en bewustzijnsverlies.

Het CoQ10 dat in deze plant zit is echter enkel in vet oplosbaar. Dus is het aangewezen om capsules de kopen op basis van vet (maar moeilijk te vinden), ofwel om te verwerken in voeding met olie, of wat olie of boter bij de thee te doen.

 

 

Ginseng

In China wisten ze duizend jaar geleden al dat Ginseng geneeskrachtige effecten heeft. De officiële naam is ‘Panax Ginseng’ hetgeen zoveel betekent als ‘allesgenezend medicijn’.

Ginseng is de verzamelnaam voor bereidingen uit de wortels van de Panx, die tot de klimopfamilie behoren. Er zijn 9 verschillende soorten, maar ze worden allemaal bijna magische krachten toegedicht. Hoe langer je Ginseng laat groeien, hoe meer gezonde stoffen de wortel uit de bodem haalt en hoe sterker de positieve werking ervan. De teelt vraagt dus veel tijd.

Ginseng geeft extra energie. Vandaar dat het ook gegeerd is bij sportmensen die graag extra fysieke prestaties willen leveren. De extracten optimaliseren het zuurstofverbruik en vergroten spierkracht.

Het geeft bovendien ook mentale energie, en zorgt voor een goede balans in ons hormoonsysteem zodat we ons enerzijds niet te rusteloos of gestrest voelen, maar anderzijds ook niet slaperig. Het zorgt voor rust in je hoofd en helpt bij andere mentale problemen.

Ginseng versterkt het immuunsysteem, zodat je minder vatbaar bent voor verkoudheden en infecties, en het is een natuurlijke ontstekingsremmer.

Volgens Stichting tegen Kanker zijn er aanwijzingen dat Ginseng een antitumorale werking heeft en de bijwerkingen van chemotherapie vermindert. Maar opgelet, dit geldt niet voor alle kankers.

Ginseng bevordert een goede spijsvertering en helpt bij een opgeblazen gevoel. Het verbrandt vet zodat het ook goed is wanneer je wil vermageren.

Ginseng beschermt de hersencellen tegen beschadiging door stress, drugs en alcohol en stimuleert de hersenen voor een betere concentratie.

Het stabiliseert de bloeddruk, helpt tegen cholesterol en het is een natuurlijke remedie tegen diabetes.

Vermijden van Ginseng

Gebruik geen Ginseng bij borstkanker, hoge bloeddruk of bij schizofrenie.

 

Bijwerkingen van Ginseng

Vaakst voorkomende bijwerking zijn: diarree, slapeloosheid, hoofdpijn, snelle hartslag, bloeddrukschommelingen en spijsverteringsstoornissen. Bij vrouwen kan er een pijnlijk gevoel in de borsten ontstaan.

 

Goji bessen

Goji bessen komen uit Azië. In Nederland noemt men het de boksdoorn. De struik zelf behoort tot de nachtschadefamilie. Doorgaans vindt men de bessen in gedroogde vorm omwille van het verre transport.

Als je overgevoelig bent voor nachtschadeplanten (aardappelen, tomaten, enz. dan moet je er mee opletten.

Goji bessen zijn zeer rijk aan antioxidanten en ze vechten dus tegen de vrije radicalen in ons lichaam die zorgen voor ontstekingen. Zo gaan ze ook de oxidatieve stress tegen (verzuring).

Ze zijn een bijzonder supplement wanneer iemand ijzertekort heeft. Ook vitamine A en C zijn volop aanwezig en versterken het immuunsysteem waardoor ze ook inzetbaar zijn tegen kanker. Maar vooral omdat ze carotenoïden bevatten. Deze verbindingen vernietigen kankercellen, stoppen de groei van tumoren en reinigen het lichaam van gifstoffen.

Hun genezende werking reikt zelfs tot spijsvertering, hersenen, lever en geslachtsorganen. Bovendien hebben ze een anti-aging effect. Het gaat bijvoorbeeld de schade aan de huid door teveel zon te lijf.

Ze zijn bijzonder goed voor de ogen en zijn perfect voor de behandeling van glaucoom.

Ze zorgen voor een goede bloedsuikerspiegel en dus goed voor de mensen met diabetes. Ze hebben een ontslakkend effect en herstellen de lever en nieren. Een perfect middel tegen nierstenen.

Ze bestrijden onvruchtbaarheid en ze zorgen voor een goed humeur en meer energie.

 

Opgelet! Goji bessen kan ook schadelijke bijwerkingen hebben. Zo is het afgeraden voor mensen met een pollenallergie omdat het de kwaal verergert. Daarnaast is het gevaarlijk omdat ze een effect hebben op de bloedstolling. Goji bessen verlengen de bloedstollingstijd. Patiënten die medicijnen gebruiken ivm bloed moeten voorzichtig zijn!

Er zijn tevens andere bijwerkingen mogelijk doorat Goji en nachtschade is en dus Atropine bevat. Dit kan leiden tot hartritmestoornissen, droge mond, verminderde zweetproductie, duizeligheid en slapeloosheid.

 

Recept voor goji-thee

Giet koken water over 15 gr gedroogde goji bessen en laat enige tijd trekken. Goed om te vermageren en tegen hoge bloeddruk.

Recept voor een goji smoothie

Doe volgende ingrediënten in de blender:

– 1 geschilde appel in schijfjes

– 2 gepelde mandarijnen

– 1 geschilde kiwi

– 25 gr. goji bessen

– 250 ml mangosap

 

 

Recept voor een goji smoothie (2)

Doe volgende ingrediënten in de blender:

– 250 ml yoghurt

– 25 gr. goji bessen

– 1 banaan

– 5 aardbeien

Recept voor goji-salade:

Maak de salade zoals je gewoon bent en doe er een handvol goji bessen bij.

Recept voor cake of muffins:

Het gewone recept volgen en goji-bessen toevoegen.

 

 

Groene thee

Groene thee en zwarte thee zijn afkomstig van dezelfde bladeren, maar hebben een ander procédé om te drogen. De zwarte thee wordt gewoon in de zon gedroogd en is daardoor niets meer waard en heeft een hoog cafeïnegehalte.

De groene thee wordt afwisselend vochtig gemaakt en gedroogd waardoor alle eigenschappen worden bewaard en de cafeïne een lagere en beter verspreide dosering heeft.

Het helpt perfect voor de spijsvertering, tegen hoge bloeddruk, artherosclerose, afremmen van tumoren en cholesterol verlagend.

Het is een prima middel voor verjongen en het tegengaan van verzuring omdat het een anti-oxidant bevat dat 20 maal sterker is dan vitamine E. Het bevat tevens vitamine B en C.

Groene thee heeft anti-bacteriële, ontgiftende, antivirale, schimmelwerende, kankerremmende en UV-beschermende werking.

Het vermindert misselijkheid, pijn en stress, en het bevat L-theanine die de nachtrust bevordert.

Groene thee bevat een stof die ECGC noemt die vet oxideert, zodat het lichaam vet gemakkelijker kan gebruiken als energiebron. Dit werkt ondersteunend bij het afvallen. Het versnelt bovendien de stofwisseling.

Daarnaast verkleint Groene thee de negatieve effecten van ons LDL cholesterol (slecht cholesterol) en vergroot de effecten van goed cholesterol (HDL).

Groene thee versterkt de weerstand. En als je gorgelt dan kan het zelfs helpen bij het voorkomen van verkoudheid. Groene thee is ook zeer effectief mondwater.

 

Goudsbloem (calendula)

Goudsbloem helpt bij allerlei huidproblemen zoals wondjes, ontstekingen, puistjes, abces, eczeem. Het is een goede vervanger voor jodium om wondjes te desinfecteren. Het is geschikt bij oorpijn, het reinigt het bloed en stimuleert de spijsvertering.

Vele mensen hebben calendulazalf in huis voor allerlei huidbeschadigingen of irritaties.

Maar ook inwendig heeft goudsbloem een positieve werking op spijsvertering.

 

Jeneverbessen

Jeneverbes is een medicijn dat reeds in de oudheid werd gebruikt voor ziekten waarvan de huidige wetenschap heeft bevestigd dat ze genezen worden met dit kleine, donkere besje.

Het is goed voor de longen, spijsvertering en urinewegen. Het besje gaat allerlei reumatische aandoeningen tegen die op vandaag worden behandeld met medicijnen die allerlei bijwerkingen hebben.

Jeneverbes is gezond, hoewel men er niet meer dan een paar besjes per dag mag van nemen: 2 tot 10 gram is de aanbevolen dosis. Men mag een kuur bovendien nooit langer doen dan vier weken vanwege mogelijke nierproblemen.

Jeneverbessen bevatten etherische oliën, koolhydraten, organische zuren, vezels, calcium, kalium, mangaan, magnesium, zink, seleen, ijze, natrium en vitaminen.

Ze werken sterk urinezuurverdrijvend en bloedzuiverend. Ze bevorderen de filtratiesnelheid in de nieren. Door de nieren te zuiveren verdwijnt oedeem dat zich in de gewrichten nestelt en voor reuma zorgt.

Jeneverbes is bovendien uitstekend bij spijsverteringsproblemen en obesitas.

Het heeft een antiseptische en licht slijmoplossende werking zodat het heilzaam is bij bronchitis.

Ook gebruikt bij koorts, menstruatiepijn en ouderdomsdiabetes.

Uitwendig gebruikt men jeneverbes tevens voor spieren en gewrichten, artrose en artritis, spierpijn en rugpijn, zenuwpijnen, kneuzingen en peesontstekingen.

 

Kamille

Bij veel klachten die met stress te maken hebben, heeft kamille een kalmerende werking. Het kan dus ingezet worden bij slaapproblemen, krampen of spanning in de spieren en bij hoofdpijn.

Kamille heeft ook een antibacteriële werking en helpt dus bij verkoudheid en keelpijn.

Het is ook een ideaal middel om wondjes of ontstekingen mee te ontsmetten. De zalf ervan kan men inzetten als babyzalf.

Recept voor kamille-olie

Nodig:

  • 250 ml olijfolie of amandelolie
  • 3 eetlepels gedroogde calendula (goudsbloem)
  • 3 eetlepels gedroogde kamillebloemen

Bereiding:

Verwarm de olie met de calendula en kamille au bain-marie op een laag vuur gedurende een uur. Laat het niet koken. Laat afkoelen en zeef. Olie is klaar.

 

Recept voor kamille-zalf

Nodig:

  • 100 ml kamille-olie
  • 10 gr bijenwas
  • 5 druppels etherische lavendelolie

Bereiding:

Verwarm de olie au bain-marie samen met de bijenwas. Roer goed door en voeg er dan de lavendelolie bij. Laat afkoelen en schenk in kleinere glazen potjes.

 

Kokosolie

Kokosolie is vrijwel het enige vet dat uiterst geschikt is om mee te braden en te koken. Alle andere oliën zijn ofwel sowieso niet gezond, of indien ze wel gezond zijn, dan verliezen ze al hun waarde door de hoge verwarming.

 

Lapocho-kruiden

Zijn te verkrijgen op internet in de vorm van thee of capsules.

Dosering: 2 à 3 kopjes thee per dag, of 2 capsules per dag.

Deze kruiden komen uit Zuid-Amerika en zijn bijzonder helend. Ze bevatten ijzer en verhogen de hemoglobine in het bloed. Best is om de gehele plant te nuttigen en geen deeltjes eruit omdat dit meer effect heeft.

De eigenschappen zijn zeer breed: tegen kanker en leukemie, vermindert de bijwerkingen van medicatie, goed bij huidproblemen, ontstekingen, bronchitis en astma, lever en maagproblemen, reuma, hernia. Is pijnstillen, kalmerend, bloeddrukverlagend en virusdodend. Is ook heel goed om te verteren.

 

Lavendel

We kennen lavendel vooral door de lekkere geur en het gebruik ervan in badolie. Toch werd het vroeger ook vaak gebruikt als ontsmettingsmiddel voor wonden en tegen pijn in de borst.

Het is een plantaardig antibioticum.

Druppel bij slaapproblemen wat lavendelolie op je kussen. Het zal tevens helpen bij hoofdpijn en spijsverteringsproblemen.

Het is een uitstekend middel tegen insectenbeten en luizen, en aangezien het de bloeddoorstroming stimuleert, is het ook inzetbaar bij haaruitval en spierpijn.

Door de pijnstillende en ontstekingsremmende werking helpt het bij artrose en artritis en tevens bij geelzucht.

Lavendel is goed voor de huid, is desinfecterend en is inzetbaar bij brandwonden, insectenbeten en eczeem.

Het werkt in op het zenuwstelsel en dus goed tegen stress, prikkelbaarheid en zelfs beven. Het gaat ook lichte depressie tegen.

Lavendel werkt vochtafdrijvend en ideaal bij oedeem.

Een lavendelblokje kan je zelf maken en is inzetbaar voor elk uitwendig gebruik of voor een heerlijk ontspannende massage.

 

Recept voor lavendelblokjes

Nodig:

  • 30 gr kokosolie
  • 30 gr bijenwas
  • 10 druppels lavendelolie

Bereiding:

Verwarm de kokosolie en bijenwas in een pannetje au bain-marie. Haal van het vuur van zodra de olie en de was gesmolten zijn. Voed de lavendelolie toe. Giet het in kleine vormpjes (bv ijsklontjes) en zet in de koelkast tot je er eentje van gebruikt.

 

Look

Look werd in de oudheid voornamelijk gebruikt voor medicinale doeleinden omdat het veel allicine bevat. Deze plant hoort bij de familie van ajuin en prei en groeit zowat overal ter wereld.

Look bevat veel Mangaan, Vitamine B6 en Vitamine C, Selenium en vezels, naast nog in mindere mate fosfor, calcium, kalium, koper, ijzer en vitamine B1. En dat allemaal met weinig calorieën.

Uit onderzoek is gebleken dat look de symptomen van verkoudheid met 70% kan verminderen.

Het heeft de bijzondere eigenschappen om bloeddruk en cholesterol te verlagen.

Look bevat zeer veel antioxidanten en is zeer aangewezen bij ontstekingen, en het helpt bij Alzheimer of dementie.

Wat nog belangrijker is, is dat look in staat is om je lichaam te ontgiften en te ontdoen van zware metalen die doorheen ons hele leven opgestapeld worden.

Daarnaast versterkt het ook de botten. Een kuur in de menopauze van twee rauwe teentjes knoflook kan wonderen doen.

Recept met look tegen griep

Nodig:

– 6 tenen knoflook

– 1 eetlepel honing

– 1 eetlepel geraspte gember

– 1 theelepel kurkuma

– 1/4 theelepel cayennepoeder

– 1 liter gekookt water (afgekoeld)

 

Bereiding

Mix alle ingerdiënten. Drink hiervan elke dag 250 ml.

 

Longen ontgiften

Nu en dan een sigaret of sigaar roken kan geen kwaad. Probleem is dat de nicotine (en al de rest die de fabrikanten erin duwen) zo sterk verslavend is dat je al ras meer rookt dan je lief is. Stoppen en/of vervangen door de e-sigaret is een goed optie.

Maar als je blijft roken, zorg dan voor voldoende goede lucht in huis, ga op tijd wandelen in gezonde buitenlucht, doe aan beweging en zorg ervoor dat je je lichaam op tijd ontdoet van gif door een kuur en dagelijks gezonde voeding.

 

Specifiek voor het ontgiften van longen

– plaatsen met zuivere lucht opzoeken

– rood en wit vlees vermijden

– weinig zuivelproducten (melk, yoghurt, kaas, room, ijs…)

– geen cafeïne (zwarte thee en koffie) of frisdranken

– 2 liter water per dag + groentensoep + kruidenthee

– antimicrobiële kruiden toevoegen: rozemarijn, thijm en oregano.

Als ontbijt:

Grote hoeveelheid vitamine C : 2 citroenen persen en water bijvoegen.

Voormiddag: Kalium (helpt organen te reinigen): banaan, pruim, aardbei, papaja, dadels.

Lunch:  rauwe groentensalade+carotenoiïden: wortels, tomaten, bieten, sinaasappels, rode paprika, cantaloupe, mango, perziken.

Smoothie: appel, peterselie en wortel mixen (alkaliseert het bloed)

Nog een smoothie: 1/4 citroen, stukje gember, 2 appelen, 2 wortels, 1 kop water mixen in blender en drinken voor het slapengaan.

Voor het slapen gaan (2 uren na avondeten): 2 glazen cranberrysap

Stoombad met 10 druppels eucalyptus erin.

Eucalyptus heeft een slijmoplossende eigenschap. Het is bovendien ontstekingsremmend en antibacterieel. Men kan thee maken van de bladeren en de bloemen. Leg hiervoor de verse bladeren eerst even in de zon te drogen.

Voor reuma is een bad met eucalyptus aangewezen, en het helpt tevens de bloedsuikerspiegel te verlagen bij diabetes.

Let op! Niet te veel eucalyptusolie consumeren. Het kan giftig zijn bij overdaad en averechts werken.

Inhaleren van eucalyptus is effectief, maar wees ook hier voorzichtig. Een paar keer inhaleren kan verlichting geven. Maar die het zeker niet meer dan twee maal per dag.

 

Magnesiumchloride

Magnesiumchloride is de enige vorm van magnesium waarvan is vastgesteld dat het ons immuunsysteem versterkt. Wanneer je dit toevoegt aan badwater of als je je huid insmeert met magnesium olie, of als je het samen met natriumbicarbonaat inneemt, zal het immuunsysteem een boost krijgen.

Het toevoegen van Jodium, Selenium en Vitamine C aan ons dieet, en een gezonde blootstelling aan de zon voor vitamine D, geeft ons de perfecte samenstelling tegen bacteriën en virussen.

Magnesiumcholride biedt veel medische voordelen, maar het is vooral bekend om ons te helpen om gewicht te verliezen en om gifstoffen uit het lichaam te zuiveren zonder de gezondheid in gevaar te brengen.

Een van de belangrijkste functies van magnesium is om het calcium weg te werken. Dat hoopt zich op in sommige delen van het lichaam. Het lichaam brengt dit dan naar de botten waar het het hardste nodig is.

Voordelen van magnesiumwater:

– versterkt botten en gewrichten, ontkalkt de gewrichten

– zuivert het bloed en voorkomt beroertes

– vermindert intellectuele uitputting en vermoeidheid

– voorkomt prostaatproblemen

– is een natuurlijk kalmeermiddel

– absorbeert beter de essentiële voedingsmiddelen

– voorkomt kanker

– voorkomt diabetes

– voorkomt hartziekten

– gaat een teveel aan cholesterol tegen door stimulatie van bloedsomloop

– is aangewezen bij Alzheimer, astma, artimie, hypertensie en stress

– stimuleert de hersenen en de overdracht van zenuwimpulsen

– geschikt bij vermoeide spieren, kramp, en spierblessures

– regelt de lichaamstemperatuur

– verhelpt aambeien

– uitstekend middel tegen constipatie

– versterkt het immuunsysteem tegen bacteriën en virussen

– voorkomt vroegtijdige veroudering

– voorkomt osteoporose

– voorkomt nierstenen

– het weert vrije radicalen af en voorkomt daardoor ontwikkeling van tumoren en wratten

– het houdt de aderen schoon waardoor het aderverkalking voorkomt

Let wel! Wanneer je daarbij ook antibiotica neemt kan het de werking van de antibiotica verminderen.

 

Recept voor natriumchloride:

Kook een liter water en laat afkoelen. Los hierin 30 gram magnesiumchloride op. Roer met een houten lepel, dek af en berg op. Neem hiervan een halve theelepel per dag.

 

Recept om af te vallen:

Doe een eetlepel magnesiumchloride in een glas water en roer tot het opgelost is. Voeg er vervolgens citroensap en een theelepel honing of ahornsiroop bij.

Neem dit huismiddeltje vier keer per week gedurende een periode van twee maanden. Neem het steeds na het ontbijt om eventuele schadelijke effecten te vermijden. Het heeft namelijk een laxerend effect en dat kan de opname van voedingsstoffen verstoren.

 

Recept tegen jeuk van muggenbeten:

Een middeltje om zowel preventief te gebruiken als bij jeuk door muggenbeten. Meng een koffielepel magnesiumchloride met 60 ml appelazijn. Verwarmen en roeren. Voeg wat druppel citroen, twee druppel tea tree olie en twee druppeltjes lavendelolie bij. Doe het in een spray of breng aan met een wattenstaafje.

 

Mierikswortel

Opgelet! Mierikswortel is niet goed voor mensen die maagproblemen hebben zoals brandend maagzuur of maagzweer, of verminderde werking van de schildklier.

Mierikswortel is de variant van de Japanse wasabi. Het is een scherp smakende wortel die giftig is voor paarden en gezond voor de mens.

Mierikswortel zit vol met vitaminen en mineralen.

Het is een natuurlijke plaspil en geneest problemen van de urinewegen.  Daardoor ook een prima middel tegen blaasontsteking, jicht en artritis omdat het afvalstoffen helpt afvoeren en omdat het een natuurlijk antibioticum is.

Aangezien het slijmen afbreekt is dit een perfect middel voor de longen. De antibacteriële werking helpt tevens bij hooikoorts, verkoudheid en griep, evenals bij sinusitis.

Het heeft tevens een sterke antioxidantwerking en sterke kankerbestrijdende eigenschappen.

Ook huidproblemen kunnen ermee opgelost worden. Het helpt bij blauwe plekken, verrekkingen en verstuikingen en kneuzingen. Het helpt ook om littekenweefsel te verminderen.

Men kan er wonden mee behandelen, maar let wel dat de wonde goed schoon is want mierikswortel doet een wonde snel dichten.

Wintertenen kunnen ermee ingesmeerd worden, maar best eerst vaseline aanbrengen omdat het rode huid kan veroorzaken.

Recept met mierikswortel bij een vlekkerige huid

Rasp 120 gram mierikswortel en vermeng met een kwart liter melk. Goed door elkaar schudden en een nachtje in de koelkast zetten. De volgende dag filteren zodat je een mierikswortellotion overhoudt die huidvlekken, verkleuringen en oneffenheden van de huid doen verdwijnen wanneer je de lotion op de huid aanbrengt tot je een warm, tintelend gevoel krijgt.

 

Mierikswortel is eveneens heel lekker in mayonaise.

 

Recept met mierikswortel bij keelpijn

Doe wat geraspte mierikswortel in platte kaas met honing.

 

Recept voor mierikswortelzalf

Nodig:

  • 50 gr verse mierikswortel
  • 70 ml olijfolie of zonnebloemolie
  • 10 gr bijenwas

Bereiding

Was de wortels en snijd in kleine stukjes. Doe ze in de olie en verwarm op een laag vuur gedurende 2 uren (mag niet koken!). Laar afkoelen en verwarm nog eens gedurende een uur. Zeef alles en verwarm nog eens kort met de bijenwas in bain-marie. Roer goed door en giet in glazen potjes.

 

 

Munt

Vooral als je last hebt van spanningshoofdpijn is munt het perfecte huismiddeltje. Doe een paar druppels etherische muntolie op het voorhoofd en de slapen en masseer ze met zachte draaiende beweging in de huid.

Munt helpt ook bij hoest en spijsverteringsproblemen, blaasklachten en insectenbeten.

Het kan ook ingezet worden bij reisziekte en bij gevoel van uitputting of lichte depressie.

 

Natriumbicarbonaat

Natriumbicarbonaat is een minerale stof. Het is een alkalisch zout in de vorm van een wit poeder en komt van nature voort in bepaalde gesteenten.

Synoniemen voor Natriumbicarbonaat zijn baking soda, NaHCO3, zuiveringszout, natriumwaterstofcarbonaat, dubbelkoolzure soda, maagzout of bakzout.

Natriumbicarbonaat(baking soda) is niet hetzelfde als de schoonmaaksoda (natriumcarbonaat). Dit laatste kan absoluut niet gebruikt worden voor je voeding of lichaam.

Baking soda wordt sinds meer dan 150 jaar gebruikt als rijsmiddel voor brood en gebak en in het huishouden. Het is een milieuvriendelijk alternatief voor schoonmaakmiddelen en een weldaad voor je lichaam.

Natriumbicarbonaat is het wondermiddel om je lichaam te ontzuren. En het kan perfect gebruikt worden als schoonmaakmiddel (zie hoofdstuk over huismiddeltjes).

Om mooie witte tanden en gezond tandvlees te krijgen maak je zelf je tandpasta ermee. (zie Tandpasta)

Natriumbicarbonaat neutraliseert zuur en is dus perfect voor de behandeling van maagzuur. Neem dit echter niet op een volle maag omdat de maag kan uitzetten door te veel gassen en in extreme gevallen kan het zelfs een maagscheur veroorzaken. Best is om het ’s avonds te nemen voor het slapengaan. Dan zal je maag gedurende de nacht het overtollige zuur neutraliseren en slijm verwijderen. Los een half theelepeltje baking soda in een glas lauw water op.

Af en toe een driedaagse kuur van baking soda verhoogt de alkaliteit van het bloed, helpt de eleminatie van gifstoffen en verhoogt het weerstandsvermogen van het lichaam tegen alle infectieziekten.

Natriumbicarbonaat kan zelfs ingezet worden tegen zonnebrand, zweren, pijn, nierziekten, diabetes en kanker.

Het kan ook aangewend worden bij winderigheid door het eten van te veel eiwitten, verzuurde spieren bij te veel inspanning, reuma, osteoporose, depressie, slapeloosheid, fybromyalgie, chronische vermoeidheid, sinusitis en bronchitis.

Opgelet: overdrijf niet want je lichaam moet een neutrale zuurtegraad houden. Het mag niet overslagen naar alkalose. De symptomen hiervan zijn: verwarring, een licht hoofd, spiercontracties, braken, misselijkheid, tintelende voeten, handen en gezicht.

Recept voor natriumbicarbonaat:

Voeg een halve theelepel toe aan een half glas lauw water. Neem dit niet meer dan drie maal per dag.

 

 

Oliën en vetten

Het is een fabeltje dat verzadigde vetzuren slecht zijn. Ons lichaam heeft zowel verzadigde als onverzadigde vetten nodig. De onverzadigde vetten zorgen voor een goed transport van zuurstof en voedingselementen en de verzadigde vetten zorgen voor de bescherming van onze cellen.

Wat echt uiterst slecht is zijn transvetten. Transvetten zijn plantaardige olie die dusdanig bewerkt zijn dat ze niet meer vloeibaar zijn. Zo bevat elke margarine zeer veel transvetten omdat ze plantaardig zijn, maar toch niet vloeibaar. Koop dus nooit margarine.

Koop ook enkel olie van koude persing omdat verhitting dus alles teniet doet. En enkel olie kopen in donkere flessen en ze thuis ook koel en donker bewaren. Bij olie merk je niet dat ze slecht is geworden, dus je moet ze goed behandelen.

Let op met koolzaadolie. Doe bevat wel goede stoffen, maar er zit ook een giftige stof in.

Zonnebloemolie en olijfolie zijn de beste oliën voor koude gerechten, omdat zij het meeste omga-3 en omega-6 bevatten.

Olijfolie is een bijzondere olie die al eeuwen als verzorgingsproduct wordt gebruikt. De huid wordt er zacht, soepel en zuiver door.

Je kiest het beste extra virgin olie, koud geperst. Die is niet geraffineerd en dus niet geurloos, maar alleen deze ongeraffineerde olie bevat de stoffen zoals antioxidanten, vitaminen en mineralen die juist zo belangrijk zijn. Lees ook goed de verpakking, want vaak wordt olijfolie gemengd met andere oliën van lagere kwaliteit.

Bewaar de olijfolie op een koele en donkere plek. Warmte en licht veroorzaken oxidatie in de olie waardoor de positieve eigenschappen in de olie teniet gedaan worden. Vandaar dat het niet aangewezen is om olijf olie te gebruiken voor uw warme gerechten.

Hieronder een aantal mogelijkheden voor huidverzorging met olijfolie:

– huidreiniging: olijfolie lost het vuil en vet op. Het is niet-comedogeen, hetgeen betekent dat het de poriën niet verstopt.

– scrubben: je kan olijfolie met wat zeezout mengen om een natuurlijk scrubmiddel te maken.

– olijfolie bevat antibacteriële eigenschappen en is dus een heel doeltreffend middel tegen acne en eczeem.

– hydrateren: gebruik de olijfolie puur op je huid, of meng ze met enkele druppels essentiële olie van lavendel, roos of verveine.

– gezichtsmasker: een halve theelepel olijfolie mengen met het eigeel van 1 ei en 1 eetlepel bloem. Als het mengsel te dik is, voeg er dan nog een theelepel olijfolie bij. Laat 20 minuten intrekken.

– antirimpel: dep je ogen met olijfolie voor het slapengaan. Als je de olijfolie in de koelkast bewaard voelt ze wat meer aan als crème.

– littekens helen: 5 minuten masseren met olijfolie

 

Oregano

Oregano is een lekker keukenkruid, maar het is ook een natuurlijk antibioticum. Het is dus inzetbaar tegen schimmels en bacteriën.

Daarnaast helpt oregano de spijsvertering en bij klachten van de urinewegen.

 

Paardenbloem

De paardenbloem groeit als onkruid en bloeit twee maal per jaar: in mei en in augustus. Wanneer men de wortel afbreekt groeit er opnieuw een plant.

Voor de geneeskracht van deze plant kan men zowel de bloem, de bladeren als de wortel gebruiken. Paardenbloem bevat veel vitamine C, Calcium en ijzer.

Paardenbloemextract werkt door apoptose in de kankercellen te introduceren. Met andere woorden: het dwingt de kankercellen om zelfmoord te plegen, en het laat de gezonde cellen intact. Dit is een veel betere optie dan chemo. Voor kankerbestrijding gebruikt met thee van de bladeren of wortelextract.

De bladeren kan men gebruiken in de soep, of koken als groente of wordt soms ook opgediend als salade, samen met hardgekookte eieren.

Het blad is vochtafdrijvend, verhelpt nierstenen en geneest blaasontsteking.  Wanneer men het blad eet in het voorjaar werkt dit sterk bloedzuiverend. Het helpt tegen jicht, artritis en gewrichtsontsteking.

De wortel geneest lever, galblaas en obstipatie. Het helpt bij vermoeidheid en prikkelbaarheid, bevordert de spijsvertering bij indigestie.

Het sap kan men gebruiken tegen wratten.

Opgelet! Te veel paardenbloem kan bij sommige mensen hoofdpijn veroorzaken. Bij kinderen kan er misselijkheid of buikpijn voorkomen. En wees voorzichtig met het sap, want dit is licht giftig.

 

Recept voor anti-kanker paardenbloemsap:

Nodig:

– 3 kopjes paardenbloembladeren

– 2 stengels bleekselder

– 1 citroen

– 2 groene appelen

– 1 komkommer

Bereiding:

Doe alle ingrediënten in een blender en drink ’s ochtends op een lege maag.

 

Pelargonium sidoides

Pelargonium sidoides is een plantje dat al eeuwenlang in de Zuid-Afrikaanse traditionele geneeskunde wordt gebruikt. Het heeft een krachtige werking tegen vele soorten virussen en een iets zwakkere tegen bacteriën. Het beschermt de longen, doordat het de vasthechting van virussen en bacteriën op de slijmvliezen tegengaat. Daarnaast verhindert het ook dat de reeds aanwezige virussen zich vermenigvuldigen, waardoor de ernst en de duur van allerlei luchtweginfecties verminderen.

Extract van deze plant is dan ook aangewezen bij acute en chronische bronchitis, verkoudheid, longaandoeningen, keelpijn, sinusitis, oorontsteking en griep, en het verbetert een zwakke weerstand.

Pelargonium sidoides krijgt nog een diepere werking wanneer men deze combineert met vlierbes omdat dit de eiwitmantel van de virus afremt waarmee het zich aan hecht aan de gastheercel.

 

Peterselie

Is een lekker kruid dat je kan gebruiken als afwerking van al je gerechten. Het is rijk aan antioxidanten en helpt je lichaam te ontgiften. Het werkt infectie- en ontstekingsremmend.

 

 

Rode biet

Rode biet is een fantastische ontgifter. Heb je een vette lever door een ongezonde levensstijl, te veel wijntjes, suiker, transvertten, dan helpt rode biet dat vet af te breken zodat het orgaan weer ten volle zijn werk kan doen.

Rode biet is een goed detoxhulp omdat er betaïne in zit, die ondersteunt de galproductie waardoor ons lichaam de gifstoffen die het binnenkrijgt en de afvalstoffen die het zelf produceert makkelijker kan elimineren.

Daarnaast stimuleert rode biet, net als knoflook en avocado, de productie van glutathion, een antioxidant.

De nitraten die erin zitten zorgen ervoor dat je bloedvaten ontspannen en uitzetten waardoor je bloed vlotjes tot in alle uithoeken van je lichaam kan stromen. Goed voor hart en brein.

Van bietensap gaat ook je bloeddruk omlaag, dat je minder zuurstof verbruikt en je uithoudingsvermogen neemt toe.

 

Rozemarijn

Rozemarijn is een heerlijk ruikende plant waarmee we soepen, sauzen en salades kruiden.

Vroeger werd er in vele huizen een takje rozemarijn opgehangen voor huiselijk geluk, en het werd onder het hoofdkussen gelegd om beter te slapen en men deed een paar takjes in het badwater voor een mooie huid.

Het is krachtvoer voor het denkvermogen, en heeft vooral anti-oxidant-eigenschappen. Rozemarijn is bacteriedodend en helpt tegen huidkanker en eczeem en schimmels. Het heeft een bloedzuiverende werking die ook de lever ten goede komt omdat het gifstoffen uitschakelt.

 

Salie

Is heel toegankelijk en gemakkelijk in gebruik als kruid in de keuken. Je kan er capsules van kopen, maar dit is niet nodig omdat je het zelf kan kweken of kopen als kruid.

Salie is het uitgesproken middel dat het geheugen herstelt en is dus perfect inzetbaar tegen Altzheimer of dementie.

 

Sedum

Hemelsleutel. Men noemt de Sedum telephium ook wel Donderloof, Huislook of Sint-Janskruid. Alle gedroogde delen van dit kruid en het verse sap zijn bruikbaar.

De blaadjes van Sedum zijn werkzaam tegen aften. Leg ze een paar maal per dag op de plekjes. De blaadjes van de grotere planten kan je ‘pellen’.

 

Sint-Janskruid (Johannesolie)

Neem nooit Sint-Janskruid wanneer je ook andere geneesmiddelen gebruikt!! Het remt de werking van geneesmiddelen af. Dat geldt eveneens voor anticonceptiva of antidepressiva.

Los daarvan is Sint-Janskruid een prima middel om je weer vrolijker te voelen, het helpt bij depressie, bij stress en bij slapeloosheid.

Ook de Johannesolie is een uitstekend middel voor massage als spierontspanner.

 

Suiker

Suiker is niet goed voor de mens. We halen voldoende suiker uit onze normale voeding zodat het niet nodig is om nog extra suiker te nemen.

Kankercellen voeden zich met suiker, dus zeker bij kanker geen suiker eten en zo min mogelijk koolhydraten.

Wil je toch graag iets zoeter maken, doe het dan met melasse  (black strapp melasse) of met ahornsiroop of desnoods met wat honing. Gebruik nooit geraffineerde suiker.

 

Tandpasta

Elke tandpasta die in de handel verkrijgbaar is bevat fluor, hetgeen slecht is voor je lichaam. Poets je tanden liever een week met gewoon water en een volgende week met zelfgemaakte tandpasta.

Recept voor tandpasta:

Nodig:

– 2 eetlepels kokosolie

– 1 eetlepel baking soda

– 10 druppels etherische pepermunt olie

– 2 druppels tea tree olie

– een klein beetje glycerine (voor consumptie)

Bereiding:

Als de kokosolie te hard is kan je ze een klein beetje verwarmen. Doe alle ingrediënten in een kommetje en roer goed om. Schenk het mengsel in een goed afsluitbaar potje en laat hard worden. Gebruik een lepeltje of een spatel om een beetje pasta op je tandenborstel te doen.

 

Tea-tree

De etherische olie van de tea-tree is ontstekingswerend en helpt tegen bacteriën, virussen en parasieten. Deze kan dus ingezet worden bij infecties van het spijsverteringskanaal en mondholte.

Tea-tree wordt gebruikt bij keel-, neus- en oorproblemen. Hiervoor maakt men thee van de gedroogde bladeren.

Het wordt ook gebruikt tegen schimmelinfecties, en is goed voor hart en bloedvaten. Het wordt ook ingezet bij parasieten zoals luizen en teken.

Bij verkoudheid kan men de etherische olie van de tea-tree inhaleren.

Tea-tree kan ook uitwendig gebruikt worden om er wonden mee te behandelen of bij huidinfectie.

Het versterkt het immuunsysteem en helpt dus ook bij vermoeidheid, lichte depressie of nervositeit.

Etherische olie gebruikt men zelden inwendig, en enkel op voorschrift van een arts. Men neemt per keer slechts 1 of 2 druppels in wat olie of op een suikerklontje.

 

Recept om haarroos te bestrijden met tea-tree

Vermeng 4 druppels tea-tree olie met een normale hoeveelheid shampoo.

Was één keer per week het haar met een mengsel van 1 eetlepel jojoba-olie, 2 druppels eucalyptusolie, 3 druppels rozemarijnolie en 3 druppels lavendelolie. Breng dit mengsel aan op vochtig haar en laat 30 minuten intrekken. Was daarna het haar met een gewone shampoo.

 

Terpentenen

Terpentenen komen uit cannabis of andere planten. Men kan dit bestellen via internet. Men bereikt hiermee zeer goede resultaten, net zoals bij cannabis, zonder high te worden.

Terpentenen kunnen ook in huis gevaporiseerd worden of je kan ze innemen. Let echter wel op met de dosis, want bij een te hoge inname wordt het giftig voor ons lichaam.

 

Tijm

Tijm is een kruid dat kan ingezet worden bij verkoudheid, keelpijn en sinusitis. Het is ontsmettend en lost taaie slijmen op. Het helpt tevens bij maag- of darmklachten.

Je kan thee maken van verse of gedroogde tijm of je kan dampen met tijm tegen verkoudheid en/of sinusitis. Voeg dan tevens een druppeltje tea-tree olie en een paar druppels eucalyptusolie bij het warme water.

 

Vlierbes

Belangrijk om weten is dat men geen onrijpe vlierbessen mag eten. Zij kunnen cyanide bevatten, hetgeen giftig is. Daarom worden vlierbessen vaak gekookt waardoor de cyanide verdwijnt.

Vlierbessen worden al eeuwenlang gebruikt om wonden te genezen. De gepureerde bessen worden op de wonde gelegd.

In vlierbessen zitten veel anthocyaninen. Hierin zitten sterkere antioxidanten dan in vitamine C en E. Ze stimuleren de aanmaak van citokinen, de proteïnen die nodig zijn voor ons immuunsysteem.

Vlierbessen worden best ingezet tegen verkoudheid, griep en keelontsteking.

Men kan vlierbessen op verschillende manieren gebruiken in de keuken, meestal als siroop bij roomijs, muesli of gewoon als sap te dinken.

 

Voetverzorging

Gooi alle rommel die je in huis hebt om je voeten te behandelen in de vuilbak. Het enige wat je nodig hebt is appelazijn en kokosolie.

Doe een scheut appelazijn in warm water en laat je voeten erin weken. Ontdoe de eelt en dode cellen van je nagels en voeten door middel van een rasp en ga voorzichtig met een schaartje onder je nagel en naast je nagels en nagelriemen. Knip je nagels recht af, en laat een boordje (dus niet te diep knippen).

Droog je voeten af en smeer ze in met kokosolie. Je zal een zalig gevoel ervaren.

 

Water

Ons lichaam bestaat vooral uit water. Het is dus belangrijk om vocht in te nemen via voeding, soep en water. Koffie en alcohol helpen uitdroging, dus die helpen niet om het waterpeil tussen de cellen in balans te houden.

Om uit te maken of je te veel of te weinig water drinkt is het voldoende om naar de urine te kijken. Als je weinig moet plassen en je urine is donker en ruikt sterker, dan drink je te weinig. Als je urine heel erg licht is en je veel moet plassen, dan drink je te veel water.

Te veel water drinken is ook niet goed, omdat het de mineralen in je lichaam oplost en afvoert.

Het kraantjeswater is onvoldoende gezuiverd, dus is het aangewezen dat je een apparaat aanschaft met een filter om het water dat je voor consumptie gebruikt te filteren.

Bruisend water is nog meer aangewezen om te drinken, omdat er dan rechtstreeks zuurstof in je lichaam komt, en zuurstof is het allerbelangrijkste element om je cellen gezond te houden.

Water heeft magie in zich. Uit onderzoek blijkt dat alle gezuiverd water steeds dezelfde elementen bevat, maar de volgorde in de keten verschilt steeds. Dit is voor de wetenschap een mysterie, maar de natuurlijke geneeskunde is er sinds lang achter dat water een informatiedrager is. Water is in staat energie op te nemen. Vandaar de positieve effecten van homeopathie en bachbloesems.

Ik las ooit in een boek over een test die je kan uitvoeren met water en rijst om aan te tonen dat water wel degelijk energie opneemt. De test stond goed beschreven, maar de over het eindresultaat werd niet gesproken. Ik ging dus zelf aan de slag:

Neem drie identieke bokaaltjes met een deksel dat goed sluit. Vul de bokaaltjes bijna tot de rand met rijst, en doe er vervolgens gezuiverd water over zodat de rijst net onder komt te staan. Sluit de dekseltjes. Plak op twee van de bokaaltjes een etiket. Op het eerste bokaaltje teken je een boos gezicht of schrijf je een boos woord. Op het tweede bokaaltje teken je een blij gezicht of schrijf je een lief woord. Het derde bokaaltje laat je neutraal zonder etiket. Vervolgens praat je nu en dan tegen het blije bokaaltje en beeldt je daarbij de leuke dingen in die je beleeft of waar je dankbaar om bent. Het boze bokaaltje mag je uitschelden of beschouwen als al het slechte dat je is overkomen. Het derde bokaaltje laat je gewoon onaangeroerd.

Ik was erg benieuwd of ik een verschil zou merken. En ja hoor, na een paar dagen waren de drie bokaaltjes duidelijk anders. In boze bokaaltje bleef er een hele rand water over. De rijst absorbeerde het water niet. Het neutrale bokaaltje vertoonde een hele bovenste laag uitgedroogde rijst. Het blije bokaaltje had netjes het water geabsorbeerd en toonde geen uitdroging of stond ook niet met een rand water.

Probeer het zelf maar uit. Het is verbazingwekkend.

Dus, wanneer je boosheid voelt of je wil je ontgiften van negatieve emoties, hou dan je handpalm boven een glas water waarin je een schep zeezout hebt opgelost. Laat al je negativiteit overgaan in het glas. Je zal zien dat het oplucht.

 

Recept voor alkaline-water (om te ontzuren)

Nodig

– citroen

– gember

– muntblaadjes

– halve komkommer

 

Bereiding:

Alles fijn snijden en een nacht laten trekken in gefilterd water (niet in de koelkast). Drink het water de volgende dag in slokjes doorheen de ganse dag.

 

Weegbree

Deze plant bevat actieve bestanddelen tegen keelpijn dankzij de plantenslijmstoffen die de luchtwegen kalmeren.

Daarnaast is Weegbree ook ontstekingsremmend, antiviraal en antibacterieel.

Door zijn immunostimulerende eigenschappen kan het hoesten verminderen.

 

Zeewier

Zeewier bevat veel magnesium, kalium en jodium. Het is zeer ontstekingsremmend en bijzonder goed voor de bloedvaten. Het vermindert bloedklontering waardoor het trombose tegengaat en de wanden van bloedvaten blijven intact. Het werkt cholesterolverlagend en dus goed tegen aderverkalking, artrose, artritis. Het helpt bij diabetes, kanker, tegen maagzuur, obstipatie, jicht en vermoeidheid. Eveneens zeer geschikt bij een te traag werkende schildklier of struma.

Recept voor zeewier:

Breek het zeewier in stukjes en overgiet met kokend water en laat dit 8 tot 10 minuten koken. Gebruik dit in salade .

Sommige soorten kan je ook rauw in de salade knippen. Te veel koken doet veel eigenschappen verloren gaan.

 

Zink

Uit onderzoek is gebleken dat zinksupplementen de duur van een verkoudheid aanzienlijk beperkt, op voorwaarde dat het vanaf de eerste dag wordt ingenomen.

Zout

Gebruik geen keukenzout in je keuken. Het is goed om het onkruid te verdelgen (in kokend water over je stoep gieten en dan groeit er geen onkruid), of om niet uit te glijden wanneer het vriest. Maar als voeding is het gif.

Gebruik Keltisch zeezout of Himalaya zout. Daar zitten alle nodige mineralen en vitaminen in.

Zet hier en daar in je huis kleine kommetjes met zout in huis om de negatieve energie weg te halen. Het zorgt ook voor minder smog door straling in je huis.

 

Recept voor een genezend zoutbad:

– Kopje Keltisch zeezout verwarmen in een pan op laag vuur gedurende ongeveer 10 minuten (geen water bijvoegen).

– Neem een glazen kom met water en roer daarin het verwarmde zout gedurende 5 tot 10 seconden. Giet dit mengsel in je bad.

– Neem daarnaast ook een halve theelepel zout in een glas water en zet dat naast je bad. Hou je hand erboven als je negatieve dingen voelt wanneer je in bad zit om de negatieve energie kwijt te raken.

 

Zware metalen detox

Ons lichaam stapelt gedurende ons hele leven zware metalen op en kan er zich maar heel moeilijk van ontdoen. Deze zijn: cadmium, kwik, lood, arseen, aluminium, e.a.)

– drink geen water van de kraan. Er bestaan eenvoudige en betaalbare apparaten met koolstof om je drinkwater te zuiveren.

–  een knoflookteentje eten op je nuchtere maag en doorspoelen met vele water

– thee van paardenbloem

– artisjokwater drinken (2 artisjokken koken in een liter water. Wanneer ze gaar zijn, ze uit het water halen. Drink dit water doorheen de dag als thee met wat citroensap.

– chlorella (te verkrijgen in reformwinkels)

– cholofyl (te verkrijgen in reformwinkels)

– koriander: steeds een paar blaadjes toevoegen aan salade of soep (verwijdert kwik, aluminium en lood)

– sap van sinaasappel en grapefruit

– havermoutpap als ontbijt eten

– zilverrijst

– perziken

– broccoli : beste groene die er is om de lever te ontgiften

– rauwe spinazie (als sla of in de sla snijden)

– paranoten

– uien: elke dag eten!

 

Zwarte peper

Zware, witte en groene peper zijn allemaal afkomstig van dezelfde plant. De korrels ondergingen enkel een ander procedé om te bewaren. Toch is het vooral de zwarte peper die medicinale eigenschappen wordt toegeschreven.

De meest werkzame stof in zwarte peper is de piperine. Dit bevordert de verteringssappen voor vertering en is eetlustbevorderend en maagversterkend. Het geeft een betere doorbloeding van de slijmvliezen, en het zorgt voor een betere opname van andere voedingsstoffen. Algemeen gekend is dat voor de opname van kurkuma zwarte peper wordt toegevoegd.

Zalf met zwarte peper verhoogt de doorbloeding van de huid en helpt tegen reumatische pijnen en spierpijn. Het kan winterhanden en -voeten doen verdwijnen en het is behulpzaam bij tandpijn.

Zwarte peper stimuleert het centrale zenuwstelsel en bevordert de alertheid. Het heeft zweetafdrijvende eigenschappen en werkt tegen lintworm. Het bevordert de lever-, pancreas- en alvleesklierfunctie, en het zorgt ervoor dat taaie longslijmen oplossen.

Gebruik nooit meer dan 0,5 gram per keer, en maximaal 5 gram per dag.

 

 

ALLERHANDE HUISMIDDELTJES

Afwassen

Een scheutje appelazijn in je spoelwater bij de vaat en het doet je glazen glimmen.

Potten en pannen kan je uitschuren met wat natriumbicarbonaat op een sponsje.

Aangebrande melk in een pan kan je gemakkelijk verwijderen door er een ui in te koken. De aangebakken bodem komt als schuim omhoog.

Twee flinke eetlepels toevoegen aan het gewone afwaswater met afwasmiddel. Vet- en etensresten verdwijnen veel gemakkelijker.

 

Bad

Strooi 2 tot 4 eetlepels baking soda in het badwater, eventueel met een druppel etherische olie zoals lavendel of roos, en je huid wordt heerlijk zacht.

 

Badkamer

Doe wat baking soda (natriumbicarbonaat) op een vochtig sponsje en schuur er wasbak, douche en bad mee schoon. Goed naspoelen en droog wrijven.

 

Bijenprik

Eerst de angel uithalen en dan deppen met azijn. Het vermindert te pijn.

Bij een steek in de mond meteen dokter bellen en in afwachting de patiënt op zijn zij leggen en laten zuigen op een ijsblokje.

 

Bloemen

Blijven langer mooi waneer je een theelepel baking soda in het water doet.

 

Brand

Bij een kleine keukenbrand kan je baking soda gebruiken om het vuur te doven. Zet de kookplaat af, zet een stap achteruit en gooi baking soda op het vuur.

 

Deodorant

Wrijf wat baking soda onder je armen om transpiratiegeuren te neutraliseren.

 

Eieren pellen

Door een halve theelepel baking soda bij de eitjes te laten meekoken, pel je ze met veel gemak.

 

Fruitvliegjes

Giet wat appelazijn in een beker en doe er wat afwasmiddel bij zodat de vliegjes zinken.

 

Geuren in huis

Eerst en vooral goed verluchten. Als je fondue of frieten bakt, zet een schaaltje met boenwas neer onder de verwarming. Het neemt de geuren weg. Je kan ook achteraf een handdoek met azijn over je zetels hangen zodat de vieze geurtjes in de handdoek trekken.

Appelazijn heeft antibacteriële eigenschappen, dus kan het nare luchtjes bestrijden. Meng het met water en je hebt een ontgeurende spray.

Strooi een mespuntje poederkoffie of een hete kookplaat en de kookgeur verdwijnt uit de keuken.

Frietgeur blijft niet hangen wanneer je een takje peterselie in de frituurpan gooit.

Geurtjes in de kast verdwijnen wanneer je er een kommetje warme melk laat in afkoelen. Daarna kast goed laten verluchten.

 

Groenten wassen:

Voeg wat appelazijn toe aan het water waarin je je groenten wast. Het vernietigt pesticiden en vooral gevaarlijke bacteriën zoals e.coli en salmonella.

Je kan ook wat natriumbicarbonaat aan het water toevoegen waarin je je groenten wast. Ook dit verwijdert de pesticiden en insecten.

Wanneer sla of peterselie er wat verlept uitziet, let ze dan in wat ijswater met een scheutje azijn en een klontje suiker.

 

Haar wassen:

Gebruik wat water met appelazijn erin om je haar te spoelen nadat je het hebt gewassen. Het zal je haar laten blinken. Het is ook een perfect middel tegen roos.

Je kan ook zelf shampoo maken door een eetlepel baking soda te mengen met een kopje water.

 

Hik

Het beste middeltje tegen de hik is een theelepel suiker inslikken. Helpt meteen.

 

Huismijt

Tapijt of matras goed stofzuigen. Vervolgens bestrooien met Natriumbicarbonaat. Even laten intrekken en vervolgens opnieuw stofzuigen en besproeien met water met daarin een paar druppels etherische olie van eucalyptus.

 

ijs:

In plaats van zout kan je ook baking soda gebruiken om de gladde stoep in de winter te ontdoen van ijs.

 

Koelkast

Zet een bakje natriumbicarbonaat achteraan in je koelkast om de geuren te neurtaliseren. Vervang het elke maand en gebruik de oude soda om je toilet mee te reinigen.

 

Koffiekan en theepot

Strooi wat natriumbicarbonaat in de kan met water. Eventueel een beetje azijn bijvoegen en laten trekken.

 

Koken

Voeg wat appelazijn aan het water om eieren te koken. Het zorgt ervoor dat het eiwit sneller stolt.

Een scheutje appelazijn in je soep geeft een vollere smaak aan je soep of ook tomatensaus.

Maak luchtiger omeletten door een halve theelepel natriumbicarbonaat toe te voegen per drie eieren.

Verlaag het zuurgehalte van tomaten door ze met een snuifje natriumbicarbonaat te besprenkelen.

Meng een theelepel gember door het deeg heen. Het maakt je gebak lichter verteerbaar.

Wrijf je handen in met wat slaolie, dan blijft het deeg niet meer aan je handen plakken als je moet kneden.

Doe een klein scheutje bier in het deeg wanneer je pannekoeken bakt. Ze worden er luchtig door.

 

Kunstgebit schoonmaken

Laat het kunstgebit even weken in een beker lauwwarm water met een flinke scheut appelazijn.

Je kan het kunstgebit ook even laten weken in een oplossing met natriumbicarbonaat.

Bij vlekken kan je het gebit eerst poetsen met wat citroensap voordat je een bruistablet gebruikt.

 

Luchtverfrisser

Meng wat baking soda met badzout, doe het in een potje of in zakjes en zet neer in huis.

 

Matras

Bestrooi je matras met baking soda en laat een paar uren inwerken. Daarna stofzuigen.

 

Medicatie slikken

Wanneer pillen slecht smaken kan je vooraf een pepermuntje eten, dan proef je minder. Vooral aangewezen voor kinderen bij wie het soms moeilijk is om dat pilletje te laten slikken.

 

Mondwater

Meng 1 theelepel baking soda in een half glas water, spoel grondig en spuug het uit. De geuren worden niet gemaskeerd, maar geneurtraliseerd. Een druppel etherische muntolie erbij zorgt voor een frisse adem.

 

Muggen

Muggen hebben een hekel aan citroenplanten en lavendel. De blaadjes van citroenmelisse in de buurt leggen, of je insmeren met de olie of zalf ervan.

 

Onkruidverdelger

Spray onverdunde appelazijn op onkruid. Als dat niet effectief genoeg is kan je er wat citroensap en zeep aan toevoegen.

Een handvol keukenzout in kokend water over het onkruid gieten. Je kan dus evengoed ook je aardappelen buiten afgieten. Het geeft hetzelfde effect en houdt het onkruid weg.

Pure baking soda in de voegen tussen de tegels strooien.

 

Ontstopper

Zorg ervoor dat je afvoer niet verstopt door er wekelijks 4 eetlepels baking soda in te gooien. Doorspoelen met heet water.

 

Oven

Strooi wat natriumbicarbonaat in de oven of magnetron. Besprenkel met water en laat even intrekken. Schuur daarna met een sponsje schoon.

Magnetron kan je reinigen door baking soda op een vochtige spons aan te brengen en hiermee schoon te maken. Naspoelen met een vochtige doek.

 

Poetsen

Voeg een scheut appelazijn aan je water om te poetsen. In de badkamer verwijdert het kalkaanslag en laat alles glimmen.

Je kan van appelazijn ook een allesreiniger maken door 240 ml water te mengen met 120 ml appelazijn.

Meng 1 theelepel baking soda, 1 theelepel groene zeep en een scheutje citroensap. Voeg hierbij 250 ml handwarm water. Giet dit mengsel in een sproeiflacon en je hebt een allesreiniger voor direct gebruik.

 

Rijsmiddel

Voeg baking soda, samen met iets zuurs, aan het beslag toe. Gebruik bijvoorbeerd 1 theelepel citroensap per 2 gram baking soda.

 

Snijplank

Strooi wat baking soda op je plank. Daarna goed schuren en afspoelen.

 

Thermoskan

De aanslag van koffie kan je gemakkelijk uit de kan krijgen door er twee bruistabletten voor kunstgebitten met heet water in te doen.

 

Toilet

Giet een kopje natriumbicarbonaat in het toilet en gooi daar bovenop een koffiekopje azijn. Laat het 10 minuten bruisen en maak daarna het toilet schoon met een borstel.

Je kan ook een ‘rabarbersoepje’ in het toilet gieten. Het is een natuurlijke ontkalker die vroeger veel werd gebruikt.

Ook cola in de WC gieten en laten trekken kan wonderen doen.

 

Tomaten

Kan je zoeter maken door natriumbicarbonaat te strooien op de aarde rond de tomatenplanten.

 

Verstopping

Verstopping kan je verhelpen door een half kopje baking soda in de afvoer te doen en er vervolgens koken water over te gieten.

 

Vlekken

Bloedvlekken: Laat het kledingstuk een paar uur weken in een bak met koud water en baking soda. Daarna gewoon wassen.

Kaarsvet: Schraap het kaarsvet eraf met de botte kant van een mes. Leg er wat keukenpapier boven en onder en strijk met het strijkijzer op het keukenpapier. Het vet zal erin trekken. Als het gekleurd kaarsvet is verwijder je nadien de kleur met wat ontsmettingsalcohol.

Lippenstift: Verwijder met ontsmettingsalcohol

Rode wijn:  Los de vlek op met spuitwater of champagne (als het maar sprankelt). Was het linnen zo snel mogelijk.

Stickers: meng water met baking soda tot een pasta en wrijf het op de lijmresten.

Watervlekken op meubels kan je verwijderen door een pasta van zout en een paar druppels slaolie.

 

Vliegen

Vliegen kan je buiten houden door een paar takjes munt, citroengeranium, vlierstruik of basilicum.

 

Vloer

Los een half kopje natriumbicarbonaat op in een emmer warm water en dweil hiermee de vloer. Opgelet, niet geschikt voor houten vloeren die geboend zijn.

 

Vloerbedekking:

Bestrooi de vloerbedekking of het tapijt met baking soda en laat het een nacht liggen. Volgende dag de soda stofzuigen.

 

Vlooien

Als je huisdier vlooien heeft, maak dan een spray met een deel water en een deel appelazijn en besprenkel je dier ermee. Vlooien houden er niet van.

 

Wassen

Om je wasmiddel extra kracht te geven doe je er een half kopje baking soda bij. Je was is schoner en stralender.

 

Zeep

Je handen worden schoon en zacht als je 3 delen baking soda mengt met 1 deel water of zachte vloeibare zeep en daarmee je handen wast. Deze zeep is ook zeer effectief bij moeilijk te verwijderen vlekken op je handen zoals bijvoorbeeld vet, hars of kurkuma.

 

Zilver poetsen:

Leg onderaan een plasic bakje wat gefrommeld aluminiumfolie met daarop je voorwerp in zilver. Vul de kom met heet water met wat sodakristallen. Het water zal beginnen te bruisen. Na een kwartier is al het zwart van het zilver weg. Spoel goed af.

Een andere manier is een pasta maken van 3 eetlepels baking soda en 1 eetlepel water. Poets hiermee het zilver. Goed naspoelen.

Een Sprookje Geluk

Mijn vriendin mailde me. Ik werd week vanbinnen toen ik las dat ze gisteren besloot om nog wat groenten in huis te halen en dat ze plots in een winkel stond vol graaiende mensen en dat ze er helemaal de kluts van kwijt was en daar maar wat stond te twijfelen of ze weer naar huis zou keren of niet. De triestheid viel als een mantel over haar en bleef daar nog een flinke tijd hangen.

En alsof het om een corona-van-het-gevoel ging, zette de triestheid zich op mij over. Mijn vriendin is mijn vriendin in de meest betekenisvolle zin van het woord. We zijn nu 55 jaar bevriend, hebben alle droogjes en natjes samen doorzwommen en eerlijk, ze is vergroeid met mijn ziel. Zelfs in de hemel gaan we niet meer van elkaar gescheiden kunnen worden.

Blijkbaar opent droefenis creativiteit. Zo gaat dat ook vaak bij artiesten. Ik ben geen artiest, maar ik kreeg wel meteen de ingeving van een sprookje. En ik wil het gerust met jullie delen.

Het verhaaltje gaat over een goede koningin die een volle zak geluk uitstrooit over de mensen. Sommigen krijgen er wat meer van dan anderen, maar toch, er is geluk. Maar de mensen hebben weinig oog voor die gelukszaadjes. Hun blik gaat naar datgene wat nog meer geluk in de weg staat, en zo verwaarlozen ze de kleine plantjes van geluk die stilaan sterven.

Een minder lieve koningin ziet het gebeuren en ze ziet haar kansen om een zak ongenoegen over de mensen te strooien, en de mensen worden kritisch, ontevreden, belerend en opstandig.

De goede koningin zit met de handen in het haar en ze piekert zich suf over hoe ze dit moet gaan oplossen. En plots krijgt ze een ingeving. Ze schudt een zak met virussen uit over de mensheid. Ze wil hen niet schaden, maar het is haar enige wapen om weer saamhorigheid te kweken, om mensen behulpzaam en zorgend te maken voor elkaar. En vooral ook om weer aandacht te krijgen voor die kleine plantjes van geluk.

Laat ons weer het goede vinden bij elkaar en voor elkaar.

Tot blogs!

Dolce far niente

Hoe vaak heb ik er niet naar uitgekeken om weer eens een weekje naar Tenerife te gaan uitblazen en het dolle leven achter ons te laten… Eindelijk enkele dagen niets doen, het leven aan ons laten voorbij gaan, boekje lezen, luieren in de zon, restaurantje doen en proeven van de plaatselijke lekkere dingen.

Over twee weken gaat ons vliegtuig. Zonder ons, zo hebben we besloten. Het wordt ‘dolce far niente’ thuis. Met of zonder zon, dat zullen de weergoden beslissen.
Och, we zijn flexibel. Ik kan nog altijd een beetje bruin op mijn smoel smeren en doen alsof ik bruingebrand door het leven ga. Hoewel, hier komt geen kat over de vloer, ik kan er net zo goed als een plattekaas bij lopen.

Eerlijk, ik laat het ook wel een beetje hangen nu het hier zo stillekes is. Ik ben vandaag pas tegen de middag in mijn kleren gestapt. Ik moest toch nergens voor buiten en bezoek komt er niet. Mijn oudste zoon neemt verlof om de kindjes op te vangen, dus die zie ik voorlopig ook niet meer, en ons vader mag geen bezoek meer ontvangen, al gaat het niet zo goed met hem.

Het leven lijkt plots een beetje te vertragen. Is dat niet wat we met zijn allen zo broodnodig hadden: een beetje rustiger aan doen? Of eindelijk eens de dingen doen die we al zolang wilden doen maar geen tijd? Loopt gij ook al jaren met zo een lijstje in uwe kop?

Ik ben al twee jaar bezig mijn memoires aan het schrijven. Manlief, ge wilt niet weten wat dit leven mij allemaal aan avonturen heeft opgeleverd. Ik ga later in de hemel nogal wat te vertellen hebben aan al die engelen of duivelkes, al naargelang waar ik terecht kom.

Het doet er mij aan denken dat ik dus ook nog dringend een verzoek naar hierboven moet zenden om mij nog geen corona op te solferen want mijn boek is nog niet af. Ik weet het, dat is iets wat ik nog niet meegemaakt heb en voor de rest welhaast alle zottigheid en narigheid die een mens kan beleven, maar voorlopig zou ik willen vragen om efkes te passen.

En ik heb hier nog een hele ris foto’s liggen van vrienden en kennissen aan wie ik beloofde om hun portret te schilderen. Ik doe het graag maar de tijd ontbrak me vaak. En eerlijk, de ene zijn bakkes is gemakkelijker dan de andere. En soms is er een foto waar beiden van een koppel op staan, en dan is die ene wel snel afgewerkt, maar dan blijkt vervolgens dat die andere zijn neus niet mee wil, of ik heb zijn ogen een beetje te scheef gezet. Zeg nu zelf, daar haalt ge geen eer van.

Maar beloofd, wie van zichzelf weet dat hier al jaren een foto ligt te wachten, die krijgt binnenkort een steriel bezoek. De bel zal gaan en niemand zal voor de deur staan, maar er zal daar wel een pakketje voor de deur liggen. Niet bang zijn, ’t is geen bombrief. Al kunt ge natuurlijk wel schrikken van het resultaat als ge dat pakske openmaakt.

Alhoewel, het heeft zijn voordelen dat ge zo lang hebt moeten wachten. Na al die jaren hebt ge al een verzameling rimpels bijeen gespaard en die zullen er niet opstaan.
En ik ga zaaien in mijn serre. Probleem is dat het voor vele dingen nog een beetje te vroeg is. Of zal ik de hele bende dan maar in mijn living zetten? Plek zat en niemand die er om maalt.

Ik heb hier ook nog een verzameling papier van een meter hoog liggen dat ik wil gebruiken om een vervolg te schrijven op het boek dat volgende maand zal gepubliceerd worden. Haha, dat is nieuws, hé. Ik kom later nog wel met een beetje meer uitleg. We hadden toch afgesproken dat we het leven nu een beetje gaan vertragen, dus dat past in het plaatje.

En een paar jaren terug heb ik een piano aangeschaft en ben ik me gaan toeleggen op vrolijk getokkel, maar ook daar was te weinig tijd voor. Ge moogt er u aan verwachten dat ik u een concert ga geven als die hele vlaag gepasseerd is. Mondmaskers zullen niet meer nodig zijn, maar oordopkes zijn misschien wel aangewezen.

Ge ziet dat hier nog zo direct geen verveling zal toeslaan, en ik geloof zelfs dat er meer dan tijd zal zijn om het allemaal gedaan te krijgen want we gaan nog niet zo meteen terug aan het knuffelen.
Maar laat ons optimistisch blijven: we nemen afstand om weer dichter bij elkaar te komen!
Tot blogs!

 

Papa

Gisteren belde mijn vader vanuit het woonzorgcentrum: ‘Ik zit in quarantaine!’. Ik deed het bijna in mijn broek van het verschieten. Maar geen nood, want er is nog kakpapier. Maar niet gelachen, de mens is 94 jaar, dus reden tot paniek.

– ‘Pa, hoe komt dat? Hebt ge corona?’
– ‘Ik moet tien dagen op mijn kamer blijven en ik mag geen pijpke gaan roken.’
– ‘Pa, wat hébt ge?’
– ‘Een fffiifff?’
– ‘Pa, ik versta u niet. Hebt ge uw tanden niet in?’
– ‘Neen, ik lig in mijn bed.’
– ‘Waarom zit ge in Quarantaine?’
– ‘Ik ben ziek’
– ‘Ja, dat dacht ik al, maar wat hebt ge?’
– ‘Een fffiffff’
– ‘Wat?’
– ‘Een fffiffffffff’
– ‘Pa, ik versta u niet. ARTICULEER!’
– ‘Een IN…-ffffiffff’
– ‘Een infectie?’
– ‘Ja’.
– ‘Geen corona?’
– ‘Neen’.
Oef!

Moet ge weten dat mijn vader volgende maand 95 jaar zal worden als het God belieft. Hij verjaart op 18 april, maar de lockdown in het rusthuis duurt tot 20 april. Ga ik hem dan geen drie kussen mogen gaan geven?

We zien wel, ik hoop in elk geval dat hij het haalt, want ik heb zo de indruk dat hij het allemaal een beetje laat hangen nu er geen bezoek meer mogelijk is. Hij keek er altijd naar uit, want veel anders valt er voor hem niet meer te beleven. Hij zit in zijn rolwagen, is al drie keer door het oog van een naald gekropen omwille van hartproblemen, is bijna blind en heeft doorligwonden.

Ik wil hem nog niet kwijt. Al zijn er tijden geweest dat ik hem tot hel en verdoemenis heb gewenst. Mijn vader was gene gemakkelijke. Een wil van ijzer, een stem als een klok die niet veel zei maar ge had aan zijn ogen genoeg om onder de zetel te kruipen. Mijn vriendinnetjes wilden alleen bij mij komen spelen op voorwaarde dat mijn vader niet thuis was. Vrije tijd bestond enkel op zondag en na het avondeten. Overdag moest je nuttige dingen doen. Geen boeken lezen of zo. Ik ging dus zoveel het maar kon bij mijn vriendinnen aan huis, daar was het meer relax.

Behalve die ene vriend, de Jokke, dat was een uitzondering. Die veegde zijn voeten aan de wereld en al zeker aan mijne pa, dus die bleef over de vloer komen om samen met mij gitaar te spelen in het midden van de dag. We zaten dan in mijn kamer liedjes te maken waarmee we ooit nog naar ‘ontdek de ster’ togen.

Op een dag stormde hij mijn kamer binnen en zei hij: ‘Ik kwam zonet uwe pa tegen’. Mijn hart stokte in mijn keel want ik vreesde dat onze pret voortaan gesmoord zou worden.

– ‘Wat heeft hij gezegd?’
– ‘Hij vroeg mij: “Jeun’homme, hebt gij niks anders te doen dan hier een beetje komen gitaar te spelen met mijn dochter?”
Jokke moest even nadenken, keek eens van links naar rechts, even en stilte, en zei dan op een kinderlijke toon:
– Euh, neen meneer, niet echt, neen’.
Waarop mijn pa – blijkbaar geslagen door de hand Gods – gewoon zijn weg voortzette naar de tuin. Ik moet toegeven dat ik Jokke bewonderde om zijn eenvoud waarmee hij elke vijandigheid kon verslaan.

Is dat ook niet het wapen tegen corona? Back to basic: thuis dingen doen in plaats van altijd het vertier elders te zoeken? Zelf een patatje schillen in plaats van een snelle hap in de McDonalds? Op tijd de strijk doen in plaats van te stressen omdat je nog naar zoveel party’s moet naast de dagelijkse job. Thuis een gezelschapsspelletje doen met kinderen en/of kleinkinderen in plaats van indoor speeltuinen. In de tuin werken en zelf de kuis doen in plaats van te gaan fitnessen. Het kost minder en ge blijft in vorm.

In feite komt het erop neer dat we nu gaan leven gelijk mijne pa het indertijd dicteerde: wees ijverig overdag, geef geen werk uit handen dat je zelf kan doen, ontspan ’s avonds en hou het allemaal een beetje simpel. Ik ga daar eens over nadenken.

Maar vroeger zou mijn pa het bloggen ook tijdverlies hebben gevonden. Nu niet meer. Het kan keren in het leven. En daar waar ik hem vroeger soms naar de andere kant van het universum wenste, zou ik nu graag hebben dat we hem nog een beetje mogen houden.

Tot blogs!

 

Kakpapier

Neen, ik vind het niet zo pienter om nu als bezetene kakpapier in te slaan. Al kan ik het wel begrijpen, want ik schijt ook wel in mijn broek voor deze nieuwe vijand. Misschien is dat de reden waarom mensen zich zo massaal op dat artikel smijten, omdat ze niet met vuile billen willen lopen. Daar dient dat ding toch voor, niet?

Maar als het niet van uw billen afloopt, dan zou ik zeggen: koop er niet meer dan anders, ge zijt daar verder toch niks mee.

Maar het moet gezegd: kakpapier is niet niks. Het is een belangrijk item en we gebruiken het allemaal. Niet alleen voor tussen onze billen, maar soms ook al eens om uwe neus mee te snuiten bij gebrek aan iets anders, of om de wc-bril mee af te kuisen als er viezeriken opgezeten hebben als ge ergens dringend moet waar ge niet thuis zijt.

Anderzijds moeten we ook niet overdrijven in het toewijzen van belangrijkheid aan dat onding.

Ik heb in mijn jonge leven mijn billen afgekuist met gazettenpapier. We liepen toen wel allemaal met inkt op onze kont, maar daar veegden we ons gat aan. Ge kon dat toch niet zien, want lekker verstopt in de onderbroek. ’t Was soms wel lastig wanneer het papier een beetje ‘geglaceerd’ was, want dan schoof de troep geheid uit en kreeg je de boel niet echt schoon.

Het waren de tijden van ‘het gat in de plank’ en het was buiten in een kotteke te doen met een deur waarin vaak een harteke was uitgezaagd, kwestie van decoratie of om naar buiten te kijken terwijl ge uw gevoeg deed. Om te verluchten was het niet nodig. Het tochtte daar als de pest en het was koud in de winter. Alleen in de zomer nam een mens zo’n stukske gazet om te lezen wat er op stond. Vaak frustrerend, want de clou van het verhaal stond meestal op het stukske dat een ander al tussen zijn billen had gewreven.

Kakpapier, dat heb ik altijd genoeg in huis. Daar heb ik geen corona voor nodig. In dit huis zijn diverse redenen tot hogere consumptie. Zo zit ik meer dan vroeger op de pot sinds mijn darmoperatie (maar verder loopt het goed, dank u), maar het is vooral die kleinste van mijn zoon die er echt een handje van weg heeft om in een ommezien een hele rol door de chasse te jagen. Blijkbaar heeft hij een hekel aan vieze billen en dat laat zich voelen in mijn toilet.

Ik moet het niet ver gaan zoeken: hij heeft een aardje naar zijn vaartje. Toen mijn oudste zoon een peutertje was wilde ik hem wat zelfstandigheid bijbrengen. Ik leerde hem hoe hij zelf zijn poep moest afvegen, maar hij bleef pertinent roepen: ‘Moeke, moeke, ik heef gedaan kaka!’ Ik geef toe: slechte communicatie. Nu zou ik hen leren om duidelijker te zijn, want het is niet omdat je meldt dat je iets gedaan hebt dat iemand anders dan in gang moet schieten. Eigenlijk had hij moeten roepen: ‘Moeke, kom afkuisen!’, maar zover was ik toen nog niet.

Wanneer ik hem dan – een beetje gefrustreerd – vroeg waarom hij dat zelf niet deed, dan kreeg ik als antwoord een gerimpeld neusje in zijn gezichtje en zei hij: ‘Dat is vies!’

Enfin, eind goed, al goed. Hij is nu 44 jaar en gelukkig doet hij het allang zelf. Ziet ge mij al bezig?

Alles valt altijd in zijn plooitjes. Zo ook die corona-toestand. Mensen, hou de glimlach erin!

Tot blogs!

 

Weer helemaal gezond!

Lieve vrienden, lieve lezer,

Ik hoorde al een paar keer van enkele mensen dat ze zich zorgen maakten over mijn gezondheid omdat ze om één of andere reden pas nu de fameuze blog onder ogen kregen. Voor alle duidelijkheid: ik ben ‘alive and kicking’ en weer helemaal de oude sinds al die ziekenhuisbezoeken. Ik heb er mijn abonnement opgezegd en ik hoop het nog lang zo te houden.

Als ik weer eens wat tijd en inspiratie heb, dan kom ik wel weer bloggen.

Liefs,

Annie

Niemand zei dat het om te rusten was…

 

Daar zit dus het verschil tussen verwachting en realiteit. Ik denk: lekker weg van de wereld en mij laten soigneren terwijl ze allemaal zelf hun zootje regelen. De wereld denkt: ze heeft daar toch niks te doen….

Maar vooraleer ik begin te klagen toch alvast vertellen dat ik gisterenavond weer een chocoladepuddingske heb gekregen omdat ik een hongertje had. We zijn hier collectief een nest verwende dutsen, de ene al wat miserabeler dan de andere, maar ik reken me tot hiertoe nog altijd bij de gezonden en ik hoop dat nog lang zo te houden.

En dan is er die vervoersregeling hier die ze toch ook eens gaan moeten herzien.

Ik vertelde het al dat ze mij hier per se in een rolstoel willen rondzeulen, terwijl mijn benen het naar mijn normen nog altijd betrekkelijk goed doen. Gisteren had ik het weer vlaggen. Deze keer kreeg ik een wat oudere mannelijke taxichauffeur, of hoe moet ik zo iemand noemen? Een vervoerder? Een beheerder van de rolstoelvloot?

Enfin, ne vriendelijke mens die mij gezwind naar dat hoekske loodst waar ze uw adem onder de loep nemen.

En na die zotte vertoning alsof ze mijn adem willen trainen om in een circus op te treden, parkeren ze me daar in de gang met de melding dat er mij wel iemand zal komen halen.

Ik had er bij voorbaat alle vertrouwen in, dus had ik ook geen lectuur meegenomen uit mijn kamer. Vandaar dat ik daar dan maar zat te boteren in die stoel op wielen waarin ik me gehandicapt voelde zonder het te zijn, waarin ik het gevoel had dat ik niet meer kon stappen terwijl ik dat nog wel kon, en waarbij ik – naarmate de tijd verstreek – nog meer het gevoel kreeg afhankelijk te zijn terwijl ik dat ten eerste niet ben en ten tweede niet wil zijn.

Tien minuten… Twintig minuten….half uur….drie kwartier… Aàààh, wàchten! Pff…

En dan komt die oer-Annie ineens uit de grond gekropen. Ik weet soms ook niet waar die vandaan komt, maar ineens staat die daar.

Wat denkt die wereld hier eigenlijk? Dat ik niks anders te doen heb dan hier een beetje zitten te doen alsof ik een duts ben die niet kan lopen, of wadde?

Die Annie staat recht uit dat wielen-ding, gaat aan de stuurkant staan en duwt het prompt richting uitgang, om van daaruit weer te zoeken naar mijn eigen straat en kamer.

Tegen dat ik aankom op mijn afdeling ben ik weer redelijk bij zinnen en meldt meteen aan de verpleging dat ik hem dus maar gesmeerd ben en op eigen houtje ben gekomen. Ik verwacht niet direct een uitbrander, maar toch ook geen schouderklopje. Dat doen ze hier niet voor zulke dingen.

Ik zit nog maar net op mijn bed wanneer mijn bekende oudere taxichauffeur foeterend binnenkomt.

– ‘Hewel, waar zatte gij?’

– ‘Ik ben maar zelf gaan stappen…’

– ‘Ja, da zien ik. Maar ge moogt dat niet doen, hé.’

– ‘Allez zeg?’

– ‘Of dan moet ge het toch zeggen tegen iemand, want ik moet uw bandje scannen.’

Tja, als de wereld valt of staat bij het scannen van een bandje, of als het systeem gaat bepalen of ik al dan niet in staat ben om te stappen, dan sta ik niet stom dat er zoveel terreur is.

Kortom, hij heeft mijn bandje mogen scannen en wij allemaal content.

 

Dan gaat mijn telefoon. Ik hou niet zo van telefoneren. Alleen met mijn halve trouwboek of met mijn kinderen om ‘belangrijke’ dingen te vertellen  zoals mekaar graag zien en zo.

De garage aan de lijn.

– ‘Mevrouw, uw auto is klaar en ik weet dat ge hem niet kunt komen halen, maar als het goed is dan zullen we hem zelf naar uw huis brengen en de sleutel in de bus steken want het is hier heel druk en we hebben gebrek aan plaats.’

Is het u opgevallen dat er in de vorige zin zowaar geen punten of komma’s staan? Hewel, zo klonk dat ook. En wat kunt ge dan zeggen?

– ‘Ba ja, jong, doe gerust.’

En zo werkt dat dan hé: door een onnozel telefoontje zetten ze mij – voordat ik het zelf in de mot heb – weer aan het werk.

Ik bel mijn Herman om te zeggen dat hij niet moet verschieten als hij thuiskomt wanneer hij de auto ziet en dat de sleutel in de brievenbus zal zitten.

Maar tegen de avond krijg ik de melding dat de auto daar wel staat, maar de sleutel niet. Bizar. Ik klaar het morgen wel uit.

Ik hoop op een rustige avond, maar voor ik het goed en wel weet – hoe doét ze het? – ben ik alweer tot half-twaalf aan het luisteren naar de memoires van mijn buurvrouw. Ik blok af want ben moe. ’t Is genoeg geweest voor vandaag.

Buurvrouw heeft nog wat toilet-bezigheden. Ik kruip in het naar mijn normen veel te harde bed, maar ik heb geleerd om niet te mopperen op harde bedden want dat helpt niet. Die worden daar niet zacht van.

Ik dommel weg maar al snel blijkt dat ik mijn dromen nog even moet opbergen. Buurvrouw heeft dan wel op de bel geduwd om hulp te krijgen, maar blijkbaar hebben die twee verpleegsters aan onze deur het veel te druk met het uitpraten van hun problemen met elkaar en met een andere collega, waarbij – ge kunt het wel raden – de uiteindelijke schuld bij die afwezige collega wordt gelegd. Maar eerst is er een welles-nietes over een mail:

– ‘ik heb die mail niet geschreven’ zegt de ene

– ‘maar allez, X heeft uwe mail voor mij voorgelezen aan de telefoon’

– ‘dat kan niet zijn. Ik ben alleen gaan zeggen dat zulke dingen niet kunnen.’

Aiaiaiaiaiai…. ik kan hier een half uur van dat geleuter gaan weergeven, maar daar gaat ge niet vrolijk van worden.

En die bel van de buurvrouw blijft maar piepen, en die twee maar blijven doordrammen. Ik was net van plan om mijn gedacht eens luid te zeggen toen die ene besloot om het toilet in te duiken bij mijn buurvrouw.

 

Vanmorgen hoorde ik het vervolg, want ik was snel vertrokken naar utopia.

En daar wilde ik vanmorgen ook zo lang mogelijk blijven, want ze hadden me gezegd dat ik nuchter moest blijven voor nog een onderzoek vandaag. Mijn hoofd weigerde dus de drukke geluiden van een ziekenhuisochtend te horen en ik trok het laken nog eens hoog over mijn oren, tot een verpleegster het om 9 uur toch welletjes vond en me wakker maakte om al mijn cijferkes te kunnen aanvullen. Daar houden ze hier van, van die cijferkes. En ge hebt er goei en slechte. Die van mij vallen redelijk mee, al hebt ge daar zelf geen moer aan te zeggen.

– ‘Gij wilt de nacht graag zo lang mogelijk rekken, zeker?’

– ‘Ba ja, want ik mag toch niet eten vanmorgen?’

– ‘Hoe? Ge moogt niet eten? Uw ontbijt staat daar gereed zie.’

Ja zeg, ze weten hier ook niet goed hoe ze het willen, maar ik vind het prima dat ik een boterham met choco achter mijn kiezen kan slagen. Al moet ik erbij vertellen dat de choco veel te zoet is geworden sinds ik niet meer rook. De wereld ruikt en smaakt anders dan ik gewoon ben. ’t Is aanpassen.

Zegt mijn buurvrouw:

– ‘Hebt ge dat gisteren gehoord met die twee hun ruzie en hun problemen?’

Jazeker, die had ik gehoord en er me ook aan geërgerd. Maar daar had mijn buurvrouw meer reden voor dan ik.

– ‘Ik zat daar op dat toilet met mijn onderbroek op mijn enkels, en dat belleke maar piepen en die twee maar leuteren. Tot die ene verpleegster na een half uur eindelijk binnen komt om mij te helpen en dan begint ze gewoon tegen mij voort te doen dat ze het toch zo oneerlijk vindt wanneer mensen achter hare rug leugens gaan zitten vertellen…’

Jawadde. Blijkbaar is er hier en daar toch nog nood aan een cursus ‘GROW UP!’

 

En misschien toch ook nog een beetje sleutelen aan hun structuur of communicatie of duidelijkheid. Want uiteindelijk bleek ik dan toch helemaal niet nuchter te moeten zijn voor die scan, was die ook niet in de namiddag gepland maar in de voormiddag, en wonder boven wonder moest ik niet meer mee in de rolstoel, maar kwamen ze me hoffelijk afhalen en ik mocht op eigen kracht terug naar de kamer. We maken vorderingen!

En dus in plaats van hier eens lekker uit te rusten is het een kwestie van uw verantwoordelijkheden en taken op te nemen, waaronder terugbellen naar de garage.

Oei, daar weten ze van niks. Hadden ze die sleutel dan toch niet in de bus gestoken? Ze zullen het eens navragen en terugbellen.

Grrrrrr….. ik wil efkes van de wereld afspringen.

Het antwoord komt al snel van een verlegen mannenstem met de melding dat hij niet goed wist wat hij moest doen met die sleutel. Hij heeft hem dus maar achter een houten beeldje in de veranda gelegd.

Haha, ik zie hem daar al staan met die sleutel in zijn hand, speurend naar een plekje waar hij die kwijt zou kunnen. Camerabeelden zouden op zo’n moment wel eens interessant kunnen zijn.

Enfin, dus na deze boodschap alweer doorgegeven te hebben aan mijnen geliefde huisbaas, ben ik weer eens vrij van verdere boodschappen en taken.

En ik gniffel in mijn vuistje want ik zie dat buurvrouw ook druk bezig is met bellen om een aantal afspraken te verplaatsen want ze mag hier zo direct nog niet weg.

Maar ge peinst toch niet dat ge nu wat rust krijgt, zeker?

Daar doet meneer doktoor zijn ronde en komt mij het bijzonder goede nieuws melden dat ik geen kanker heb, dat mijn longen zelfs nog in behoorlijk goede staat zijn en dat de schade voor een groot deel omkeerbaar is als ik het roken kan laten en beweeg.

Ik mag naar huis. Mijn buurvrouw nog niet. Die haar waterleiding blijkt niet in orde te zijn en nu moet de afdeling loodgieterij ernaar kijken. Die zit hier dus nog een tijdje bezig te zijn.

Ik ga inpakken. En mijn lief bellen. Het rusten is er niet van gekomen, en het zal er thuis ook niet van komen. Och, van rusten wordt ge dik. En nu denk ik er weer aan: ik moest vermageren, hé. Weer een taak bij op mijn to do-lijst.

Lieve lezer, merci dat ge mijn onzin hebt willen lezen. Want zeg nu zelf, een schrijver zonder lezer, dat is nog erger dan een luis op een kam. Ik ben content dat ge mee hebt willen genieten van dit korte avontuur, ik ben content dat ik naar huis mag, ik ben content dat ik gezond ben bevonden, en die dokter die is zeker content dat hij van mij verlost is. Al ben ik deze keer echt niet moeilijk gaan doen.

Doe me een plezier, daar aan de andere kant van de leeslijn, en laat me weten hoe het met je gaat.

En als ze me niet te veel ambeteren met to-do-dingetjes of als ik mijn eigen agenda niet te vol prop, dan kom ik hier zeker nog wel eens terug om alweer wat zever te verkondigen.

Hou je haaks en hou er de humor in!

Het ziekenhuisleven zoals het is….

Ge zoudt denken dat het leven in het ziekenhuis zijn normale gangetje gaat en dat de ene dag of die ene opname een herhaling is van de andere, maar dat is verre van juist.

Ik heb al eerder geschreven dat het ziekenhuis elke dag een nieuw avontuur is, en dat wordt alleen maar bevestigd door alweer een nieuwe dag.

Eén van de sterk bepalende factoren in de verschillen en veranderingen is de aanwezigheid van de buurvrouw. (Of de aanwezigheid van een buurman als ge ne vent zijt, want ’t is hier niet gemengd, hé.)

Mijn buurvrouw is 74 en ik zou hier al zeker 100 bladzijden van haar memoires kunnen schrijven, waarvan 50 bladzijden die ze mij gisterenavond tot bijna middernacht heeft mee bezig gehouden, weliswaar na ‘Komen Eten’ en na ‘ Met 4 in bed’.

En de andere 50 bladzijden heeft ze mij vandaag door mijn oren geramd.

Pas op, ’t is een toffe madam, zulle, en ze heeft wel ’t één en ’t ander te vertellen, maar trop is te veel, zelfs als het gaat over haar jarenlang wedervaren als ‘Madame Pipi’ als aanvullend pensioen. Ik ga u niet vertellen waar ze dat deed, want ik moet de wet van de privacy ook een beetje in eer houden.

Ik ga mij hier spoejen om uw vooroordelen tegen te houden, want het is potverdekke een belezen mens, netjes verzorgd en ik peins niet dat ze het voor het geld moet doen, die toiletten prepareren zodat de mensen er met hun blote kont kunnen gaan opzitten teneinde dingen te produceren waar ze van af willen.

Ik was in elk geval content dat ze bezoek kreeg zodat ik effe ontlast werd (excusez-moi le mot) van de verhalen. Want als ze niet onderbroken wordt door haar telefoon of door iemand die het van me overneemt, dan lijk ik wel onder een voortdurende douche van woorden te staan.

Maar ge hoort mij niet klagen. Ze zorgt – niet altijd gewild – ook voor de opvrolijking van mijn dagen.

Madam blijkt zich niet te laten tegenhouden door wetten of verkeersregels. Ze is gewoon met haren auto door het park gereden omdat ze geen kant op kon met al dat éénrichtingsverkeer in Gent.

Vanmorgen was ze vreselijk opgetogen omdat ze toch zo immens goed geslapen had. De andere dagen was het veel te warm geweest, maar nu had ze het lekker fris gehad.

Daar was een goed reden voor: ze had zodanig liggen friemelen in haar bed dat haar baxter was losgeraakt en was leeggelopen in haar bed.

Ik kan in elk geval beamen dat ze goed heeft geslapen. Het aantal decibels in de kamer ging in stijgende lijn.

En hoewel ik na het middageten best wel een tukje had kunnen gebruiken zoals mijn buurvrouw, ben ik er zelfs niet aan begonnen omdat ik kon voorspellen dat ik weer decibels ging krijgen. Soms heb ik een glazen bol in mijn hoofd.

Hoedanook, ze hadden me hier toch weer nodig om in één of ander machien te gaan blazen op alle soorten manieren. ’t Is goed dat ge min of meer weet waarvoor het allemaal moet dienen, want anders zoudt ge daar toch echt wel twijfels bij beginnen krijgen:

-‘ Adem nu eens ineens in-  en dan langzaam uitademen. En doe dat drie keer na mekaar.’

– ‘En nu moet ge gewoon ademhalen en dan plots heel snel alle lucht eruit blazen.’

– ‘En nu gaat de machine weerstand geven en moet ge toch gewoon doorademen.’

En ik, onnozel trut, ik doe dat dan ook nog eens allemaal. Hoe slaafs kan een mens worden?

Och, ik ga niet klagen. Er bestaan erger dingen dan dat. Zo kwam de verpleegster hier binnen met een bedpan die gelukkig niet voor mij bestemd leek te zijn.

De verpleegster zegt tegen mijn buurvrouw:

– ‘Ik zou van u een staal moeten hebben van uw stoelgang. Weet ge hoe dat gaat?’

– ‘Heu…’

Ik zou eerlijk waar ook van mijn melk zijn als ze die vraag stellen. Want ge kunt natuurlijk stalen krijgen zoveel ge wilt, maar ’t is natuurlijk de vraag op welke manier ge dat geserveerd wilt hebben.

De verpleegster zag de verwarring van mijn buurvrouw en verklaarde:

– ‘Ge doet het deksel van de WC dicht, ge zet er de bedpan bovenop en daar gaat ge dan opzitten.’

Ik kan me niet voorstellen dat ze zelf geloofde wat ze daar stond te verkondigen. Weet ge wel hoe hoog dat is, zo’n gesloten pot en daar nog eens zo’n ijzeren bak bovenop? Moet ge daar dan opspringen? Of takelen ze u daar dan op?

Maar och, dat was nog niet van het ergste. Weet ge wat ze vervolgens zegt?

– ‘Het probleem is dat ge daarbij niet moogt plassen hé.’

Halleluja! Ja, ge kent mij. Hier was het niet meer mogelijk om mijne mond dicht te houden:

– ‘Ah ja hé, buurvrouw, afval sorteren zulle !’

Dat zijn zeker van die pilootprojecten die ze in de ziekenhuizen houden. En als het een beetje een succes is, dan zullen wij binnenkort in ons huis allemaal twee potten hebben. Liefst niet te ver van elkaar zodat ge op tijd kunt overschakelen.

Begin al maar te oefenen!

Tot blogs.

Opgenomen, gewikt en gewogen.

 

Hier zijn we dan. Aangekomen, geïnstalleerd en al meteen mishandeld zoals het een goed ziekenhuis betaamt. Maar allez, ‘k zit aan mijne computer, dus dat wil zeggen dat ze me voorlopig efkes gerust laten en dat ik u mijn wedervaren kan vertellen.

’t Begon al direct bingo deze morgen bij het ochtendkrieken. Op andere dagen ben ik een redelijk normaal mens, enfin dat denk ik toch – maar ik kan mis zijn -, maar vandaag moet ik toegeven dat het toch een beetje anders was dan dat ge van een gezonde kop zou verwachten.

Ik trek mijn ogen open, spring gelijk een gestoken varken dat bed uit. Herman stond daar stillekes zijn kleren aan te doen om mij niet wakker te maken. Hij laat een schreeuw van ’t verschot, en ik roep: ‘ik moet opstaan’, terwijl ik begin rond te hossen op zoek naar mijn sloffen en mijn bril. Hij schiet in een lach, maar mijn ernst is niet te vermurwen. Ik totter de trap af en tegen dat ik beneden ben komen mijn hersens tot leven.

– ‘Jaaaa’, zegt Herman, ‘zo heb ik u nog niet gezien ’s morgens.  Wa was da? ‘

Tja, dat zal wel de programmering van mijn onderbewuste geweest zijn. Ik moest immers nog met de kleine Len naar de tandarts, en mijn auto moest nog naar de garage en ik moest de vuilbakken nog buiten zetten, de poes eten geven, de vaatwas leegmaken, kortom het drukke leven van een gepensioneerde.

En dan vergeet ik nog het belangrijkste: ik had nog maar één sigaret en ik wist wel zeker dat ik het daarmee niet zou trekken tot twee uur in de namiddag, het uur ‘U’ waarop ze mij hier binnen wilden hebben. Dus moest ik tussen al de bezigheden in ook nog een bezoekje zien te plannen naar de sigarettenwinkel. En ja, ik wist dat ik geen heel pak meer zou oproken, maar daar had ik al een heel goed plan voor bedacht. Enfin, dat dacht ik toch. ’t Is uiteindelijk anders uitgedraaid.

Mijnen halven trouwboek heeft in de namiddag thuiswerk gepland, zodat hij taxi kon spelen voor mij. En pas op hé, dat heb ik hem niet moeten vragen, zulle. Hoe lief is da nie?

Dus van zodra hij thuis kwam springen we elk in onze auto om eerst naar de garage te rijden en mijn bolide daar af te zetten voor zo min of meer dezelfde reden als ik naar het ziekenhuis zou gaan: Efkes de carrosserie oplappen en een groot onderhoud zodat de boel weer een tijdje kan functioneren.

Herman dumpt mij aan de ingang van het ziekenhuis. Ik had hem gezegd dat hij maar naar huis moest rijden, want dat ik een groot meiske ben en wel alleen naar binnen durf gaan. Hoedanook, ik zou eerst nog een sigaret of twee in het pafkot roken, want we waren een kwartier te vroeg, dus dat kwam goed uit.

En ik moest ook nog mijn voorgenomen plannetje uitvoeren: ik zou mijn overgebleven sigaretten en mijn aanstekers aan één van de aanwezige rokers geven alvorens ik door die deur zou stappen.

En toen ik daar dus mijn laatste sigaret aan het dompen was bleek het plots allemaal niet zo eenvoudig. Eerst zaten er enkel een koppel van Turkse of Marokkaanse oorsprong wiens gekwebbel ik niet verstond, en er zat een man die na een minuut het rookkot verliet omdat zijn peuk op was. Daar zat ik dan met mijn schat die ik wilde weggeven. Hoe loos is dat niet?

Maar geen nood. Plots schoot dat kot daar weer vol alsof er een voetbalmatch zou gaan beginnen. Dat was natuurlijk het andere uiterste en dus te veel van het goede. Wie moest ik daar nu gaan uitkiezen?

Er komt een jongeman binnen die mij vraagt of hij mijn aansteker mag lenen.

– ‘Ik heb wel sigaretten,’ zegt hij, ‘ maar genen briquet. Hoe stom is dat, hé’.

En daarmee had hij zichzelf uitgeroepen tot grote winnaar, zie. Hij had zich samen met zijn lief net buiten het rookkot opgesteld, en wanneer mijn longen ongezond maar voldaan en tevreden toelieten om het kot te verlaten heb ik hem mijn pakje en mijn aansteker gegeven.

Die gast wist niet waar hij het had.

– ‘Hoe?? Moet ge die niet meer hebben? Gaat ge stoppen?’

Ah ja vaneigens. Anders zou ik mijn saffies niet weggeven, nietwaar.

En vervolgens stapt ons Annie met haar valieske door de deur naar de inschrijvingen. Daar papierkes invullen en ondertekenen en dan een telefoontje plegen naar de afdeling… Oei! De kamer is nog niet vrij. Ze vraagt of ik misschien wil dat ze mij terug uitschrijft zodat ik nog eens de stad in kan.

WABLIEF?? Weet dat mens wel dat ik juist mijn dierbare sigaretten heb weggegeven en ze zou me nu zonder wapens de gemene wereld insturen?

– ‘Euh… kan ik ook gewoon wachten? Zal het lang duren?’

Ze wil nog wel eens bellen en vragen hoe snel het daar kan geklaard worden. Momentje geduld…

– ‘Drie uur’ is haar antwoord.

– ‘Moet ik drie uur wàchten????’

– ‘Neeneen, om drie uur zou de kamer misschien wel vrij zijn, maar we moeten tegen die tijd nog eens terugbellen. Ge kunt een koffieke gaan drinken in de cafetaria’.

Allez ja, de eerste keer in mijn leven dat ik een koffie ga drinken zonder daarna een sigaret te roken. Voor alles is er een eerste keer.

Stond ik daar te boteren zonder mijn trooststokken, mijn kameraden, mijn toeverlaten, helemaal achtergelaten en geweigerd door het systeem. Mijn Calimero ging het bijna van me overnemen, en ik heb er zelfs – heel even maar – aan gedacht om een sigaret te gaan bietsen in het rookkot, maar dat heb ik niet gedaan. Zeg nu zelf, flink toch hé?

Om drie uur stipt meldt ik me opnieuw aan de balie. ‘k Zal u de details besparen, maar uiteindelijk ben ik dan tegen kwart voor vier op mijn kamer beland waar mijn buurvrouw druk aan de telefoon was. Ik hoorde flarden over ‘dat er langzaam meer en meer een klik was tussen ons’ en ‘dat we wel zullen zien waar we uitkomen’, en zo van dat vrouwengeroddel over nieuwe lieven, al is mijn buurvrouw zeker niet van de jongsten want ze is weduwe en ze heeft twee zonen waarvan de oudste in 1972 is geboren, dus piep is ze niet meer. Maar op liefde staat geen leeftijd.

En daar waar ik dacht dat ik op mijn gemak ging kunnen uitpakken was dat een vergissing want ze schoten direct in gang alsof de Spoed ermee gemoeid was.

Het obligate overlopen van ‘De Lijst Wie Je In Het Ziekenhuis Bent’ was het eerste. Of ik incontinent ben? Godzijgezegendneen. Of ik mezelf kan wassen? Dat is zeker dat. En de verpleegster zei dat ze zelf wel zag dat ik psychisch in orde was want dat kon ze zien. Ik heb haar tegengesproken, wat had ge verwacht?

– ‘Stoelgang?’

– ‘Wat bedoelt ge met Stoelgang?’

Ah ja, want dat is toch geen volle vraag hé? Een woord met een vraagteken daar kunt ge alle kanten mee uit. Het zou kunnen betekenen dat ze wilde vragen of ik zin had in stoelgang, maar dat zal het wel niet geweest zijn. Zo gortig maken ze het hier niet.

– ‘Hewel, of ge hier vandaag al zijt gewéést?’

Maar ba neen gij, ik kom hier nog maar just binnen.

– ‘Hier staat dat ik u een zuurstoftherapie moet geven, maar ik ga dat nog niet doen. Ik ga dat schrappen.’ zegt de verpleegster.

Ik trek efkes mijn wenkbrauwen bedenkelijk naar omhoog, maar ik hou mijn grote mond voor een keer. Ze zal wel weten wat ze doet, of misschien ook niet en dan krijgt ze wel op haar kop van die dokter. En ik heb toch geen goesting om met zo’n sissende trechter op mijn gezicht te lopen.

En dan vervolgens zegt ze dat ze mij aan het sporten gaan zetten want dat mijn BMI te hoog is. Hoe? Mijne man zegt toch altijd dat ik niet te dik ben? De leugenaar!

Enfin, na het afwerken van de lijst zinvolle en zinloze vragen is het tijd om mijn aders aan te vallen want ze hebben hier enige vampierneigingen. Als ge hier durft binnen komen moeten ze bloed tappen, niks aan te doen.

Ere wie ere toekomt. Die verpleegster kon het. Ik heb al andere fenomenen meegemaakt in dat hotel hier.

En terwijl dat mens me nog zat te doorprikken en leeg te laten lopen, kwam er hier eentje met een lege rolwagen binnen om me mee te nemen naar de radiografie. Dat is toch straf hé, dat ze in de file gaan staan om als volgende met u te kunnen zeulen.

Ik zei dat ze die rolwagen mocht terugdoen want dat ik best wel in staat was om zelf te stappen. Neen, dat mocht niet.

Allez zeg, ze zijn hier toch echt niet consequent hé. Aan de ene kant gaan ze mij aan het sporten zetten, maar aan de andere kant mag ik niet zelf meer stappen. Het zij zo. Ik heb het me dus laten welgevallen om me te laten vervoeren in die sportkar om vervolgens mijn warm bovenlijf tegen zo’n koude plaat te persen : ‘Niet ademen’…’ge moogt weer ademen’…

’t Zijn hier kleine tirannekes, zeker weten, en dat moet een mens hier ondergaan zonder de steun van een saffie. Bloed, zweet en tranen. Allez neen, tranen nog niet. Ik laat het u wel weten als ik ga beginnen blèten.

Tot blogs.

Hotel Sint-Lucas, here we come…

 

Speciaal voor al die lieve vrienden die me zegden: ‘Ik ben content dat ge weer goed genezen zijt, maar anderzijds was het toch plezant om uwen blog te lezen…’

Op 4 juli ga ik nog eens naar dat fameuze hotel en zal ik mijn wedervaren met u allen delen. Neen, ge moet u niet ongerust maken. ’t Heeft allemaal niet veel om het lijf. Ik ga gezond binnen en ik hoop er nog gezonder buiten te komen. En mocht het anders uitdraaien, dan zijt ge de eerste om het te weten.

Zoals iedereen al wel weet ben ik de verstokte roker die nu al kweetniehoelang een oorlog aan het voeren is met die stinkstokken, maar nog altijd geen karakter genoeg heeft om er af te blijven.  De sigaret en ik, wij hebben een haat-liefde verhouding, en dat zijn de meest hardnekkige.

En dat heeft zo zijn gevolgen voor mijn arme longen. Ze hebben er mij gelukkig hierboven een sterk stel meegegeven, maar als ge genoeg paft, dan krijgt ge die ook wel kapot. En nu gaan ze daar in het ziekenhuis eens grondig naar kijken en mij veel preken geven en dikke vingers maken en nog van dat fraais.

En het goede nieuws is dat ik daar uitgangsverbod krijg zodat ik niet kan gaan roken. Dat wordt dus een marteling. Maar wel eentje voor het goede doel.

Ik was er vandaag een half uur te vroeg voor mijn afspraak, en wat doet ons Annie dan? Natuurlijk, in het rookkot eentje gaan paffen. En daar kwamen de herinneringen al direct weer opduiken onder de vorm van drie gasten die daar serieuze gaas aan het geven waren.

Zegt de ene tegen zijn maten: ‘ ik ‘em gistere direct vijf Euro gescoord, jong, zo gemakkelijk dat da ging. Maar dat is met mijnen hond hé. Mensen geven gemakkelijk als ge nen hond bij hebt. Ik probeer azo mijn huur bijeen te scharten. En da gaat goed.’

En de andere vertelde over nog een andere maat die er niet bij was dat hij ‘hem een toet op ze bakkes had gegeven want hij kwam weer staan zeiken, en hij had hem nochtans de nacht ervoor onderdak gegeven, de zak’.

Aaaaaah, ’t zal weer stof opleveren, ik voel het aan mijn kleine teen. Al zal de inspiratie deze keer niet uit het rookkot komen.

Tot blogs.

 

 

 

PIANISSIMO

Ik heb de luxe van een privé pianoleraar. Die komt zo maar nu en dan, want ik heb niet de ambitie om professioneel te worden, en mijn portemonnee al evenmin.

Maar ’t is een schat. En niet zomaar gelijk wie. Die meneer geeft les aan virtuozen die willen leren componeren. Amai mijne frak. En hij geeft muziekboekjes uit en hij geeft concerten met eigen composities.

Ge vraagt u af wat die mens dan bij mij komt doen, een luizig oud wijf dat wat geluid wil gaan toveren uit zo’n toetsending. Hij vindt het blijkbaar plezant om doen, en het steekt bij mij niet zo nauw, al merk ik nu en dan dat hij  blauw begint te zien als ik mijn kunsten vertoon.

Toch blijft hij beleefd en voorkomend. En hij kent de kunst van het motiveren. Of hij doet toch zijn best, allez. Dan zegt hij:

– Tja, ge moet er nog wat op oefenen maar het doet me toch plezier dat ge al heel wat dingen juist doet, zoals….

En dan zit ik te wachten tot het vervolg komt, maar ik realiseer me op tijd dat die mens in de verlegenheid komt. Dan voel ik me geroepen om hem de gêne te ontnemen en dan stel ik maar één of andere absurde vraag om van onderwerp te veranderen.

Vergis u niet, ik heb respect voor die man, maar nu en dan moet ik toch wat tegenwind geven. Want als hij begint over mijn vingerzetting, dan vergeet hij dat ik niet zo van die lange tengels heb als hij, en dat ze al wat stijver zijn geworden. Maar van zijn kant vindt hij dat mijn vingers acrobatische toeren uithalen die niet nodig zijn. Enfin, wie zal zeggen wie gelijk heeft?

Ik zeg hem dan toch wel regelmatig:

– ‘Karel, jong, vergeet niet dat ik dat hier voor mijn plezier doe, hé.’

Ik doe dat inderdaad alleen voor mijn eigen lol. Want als ge bij mij op bezoek komt moet ge mij echt niet vragen om een stukske te spelen. Ik doe dat niet. ’t Is gewoon egoïstisch voor mezelf. En tegen wil en dank natuurlijk ook voor mijn lieve levensgezel. Die aanhoort dan lijdzaam mijn altijd weerkerend kattengejank.

Gelukkig heb ik ervoor gekozen om mijn piano onder te brengen in mijn hobbykamer. Want sinds ik geen extra kamertje meer nodig heb voor mijn professionele bezigheden heb ik nu pure luxe. ’t Staat daar wel propvol met mijn schildersgerief, mijnen ezel (neen gene levende), mijn oude  gitaar en nog wat andere nostalgie. Maar in elk geval kan mijn lief naar het journaal kijken terwijl ik de geluidsgolven teister.

En als ge zo van ’t ene op het andere springt, dan heeft dat ook gevolgen. Mijn pianotoetsen hebben soms een geel of een groen kleurtje, naargelang de schilderij waar ik mij op botvier. De omgekeerde volgorde – van piano naar schilderij – heeft minder nefaste gevolgen.

Ik ben gezegend met lieve mensen om me heen. Niet alleen die pianoleraar doet zijn best, maar ook mijnen Herman zegt altijd lieve dingen. Dat het bijvoorbeeld mooi klonk wanneer ik zo wat kattengejank heb bijeen getokkeld.

Hij doet dat wel meer, zo van die complimenten die nergens op slaan.

Na het lezen van mijn vorige blog over de dikke madammen zei hij:

– Maar allez, schat, gij zijt toch niet dik.

Wat een lieverd, hé? ’t Komt waarschijnlijk omdat ik mijn buik intrek wanneer hij mij liefdevol omhelst. Hij moest eens weten….

Tot blogs!

HOP, NAAR DE ZON.

HOP NAAR DE ZON!

Nog anderhalve week en ik vertrek met mijn vriendin naar Tenerife. Olé, olé. Ik hoop dat het meevalt, want ik heb daar al eens eerder ervaringen opgedaan die niet voor herhaling vatbaar zijn.

Mijn andere vriendin (ik heb de luxe om er meer te hebben, de ene al zotter dan de andere, dat hoort, want anders zouden we geen vriendinnen zijn) en ik zijn een paar jaren geleden ook eens ontsnapt aan de winter, maar dat was nog in de tijd dat ik een abonnement had lopen in het ziekenhuis. Dus de week voor ons vertrek had ik daar ook nog een paar dagen geboekt.

Niks aan de hand, ik werd op tijd ontslagen en zelfs rookvrij terug de wereld ingestuurd, gewapend met een arsenaal pillen en een valies vol kleren met weinig stof.

De specialist had er nog aan toegevoegd:

– ‘En ge moogt de dosis verdubbelen als het niet betert’.

Wij dus blij gezind naar zonniger oorden. En ik neem braaf mijn pillen.

We voelen ons al meteen toerist, scheren door de lucht en we wisselen de kou voor een stralende hemel. Hier gaan we onze botten warmen, hier gaan we ons amuseren, dat weten we allebei zeker.

De dag na aankomst gaan we winkelen. Dat is een verplicht nummer. De vrouwen onder ons weten dat, we moeten daar niet flauw over doen. Ik voel me plots niet lekker en ga alvast naar buiten. Allez zeg, wat is me dat hier nu voor dommigheid? Mijn keel brandt, mijn tong lijkt te zwellen. Ik heb gelukkig een flesje water bij en drink me het lazarus. We nemen een taxi terug naar ons verblijf.

Ik snap niet wat mij overkomt.

’t Betert niet. Ik sprenkel water over mijn keel en borstkas, maar in plaats van te helpen lijkt het alsof ik kokend water over me heen heb gekieperd. Ik kruip in bed en mijn vriendin belt een arts.

O meligheid des levens! Zie mij nu in dat bed liggen terwijl buiten de zon schijnt en het zwembad lokt. Al die mensen hebben de tijd van hun leven en ik lig hier te verkommeren. Ik heb met mezelf te doen. Dat die dokter maar snel komt en me op de been helpt. Ik ben hier niet gekomen om in bed te liggen. Of toch zo weinig mogelijk.

Komt daar een chic madammeke binnen die geen andere taal spreekt dan Spaans. En ik moet niet moeilijk doen, want mijn Spaans is ook niet koninklijk. Dat madammeke luistert met haar koude stethoscoop naar mijn innerlijke mens, en concludeert dat ik gewoon wat keelpijn heb door de specifieke wind die er op dat moment waait en zand meebrengt uit de woestijn.  130 Euro armer leef ik op hoop.

De volgende dag vergeet ik per ongeluk mijn pillen te nemen. Het gaat beter. We kunnen een fijne wandeling maken en we hebben eindelijk lol. Voor alle zekerheid neem ik die avond een dubbele dosis van mijn pillen.

Nog geen uur later voel ik me steeds meer als een vis met kiespijn, of als een koe met heimwee. Misschien moet ik iets eten? Ik probeer de helft van de helft van de helft van een stukje brood, maar het lukt niet om het door te zwelgen. En dan komt het: mijn hoofd begint te jeuken.

– ‘Patris, ik geloof dat ik luizen heb.’ zeg ik.

Ik zie haar kijken met grote ogen vol ongeloof die me vertellen dat ze me nu toch echt helemaal niet meer koosjer vindt en dat ik beter een psychiater dan een arts zou raadplegen.

Ik heb intussen een sigaret opgestoken ondanks mijn verworven rookvrijheid. Patris is nu compleet overtuigd dat mijn hersens het begeven. Misschien heeft ze gelijk. Ze gaat wandelen, haar kop laten uitluchten want ze wordt zot met mij.

Intussen zet ik me gelijk een slappe kat aan tafel om nog maar eens mijn pillen te slikken. Ik zie de bijsluiter en aangezien ik toch niks anders aan mijn hoofd heb begin ik te lezen.

Miljaar! Daar staat het zwart op wit: alle bijwerkingen die daar beschreven stonden waren exact wat mij te beurt viel. Ik besluit dus om die pillen te laten voor wat ze waren.

Tegen dat we op het vliegtuig zaten voelde ik me weer kiplekker en ik heb voor de eerste en enige keer in mijn leven gesmuld van de lekkere vliegtuigkost.

Ik heb mijn les geleerd. Deze keer geen pillen. Dan zal het wel lukken om er de leegheid des levens op te zoeken en me te laten wiegen op de golven van het nietsdoen.

Maar ik sta op de rand van de waanzin. Gisteren komt mijn lief niezend en proestend thuis. O God, zeg dat het niet waar is! Ik weiger hem te kussen. Ik wil geen uitwisseling van microben. Maar een tel later ben ik zijn bacteriële toestand vergeten en omhels ik hem weer. Jakkes, ik ga het zitten hebben.

En mocht dat nog niet het geval zijn: vandaag ben ik babysit want er is geen school. Smijten ze hier een kleine binnen met koorts. Aiaiai, nu ben ik zeker de sigaar.

Of ben ik gewoon hypochondrie aan het kweken? Of misschien had ik dat al. Maar neen, mijn ziektes zijn tot hiertoe nog niet ingebeeld geweest. Wat niet is, kan nog komen.

Ik zal mijn pillen maar inpakken. Mét bijhorende bijsluiters.

Tot blogs!

DE PROPERE MENS

 

’t Was gisterenavond de jaarlijkse kaas- en wijnavond. Een mens moet tussendoor eens uit zijn kot komen en sociaal wezen. Soms valt dat mee, soms valt dat minder mee, maar ’t is altijd een opsteker om de homo sapiens te ontmoeten en te bestuderen. Ge voelt u dan minder abnormaal.

Ik probeer dan ook al op voorhand een beetje te doen zoals het hoort om erbij te horen. Zoals elke vrouw sta ik dan eerst een half uur voor mijn kleerkast om te kijken wat ik moet aantrekken bij zo’n gelegenheid, en nadat er een laveloze berg op mijn bed is terechtgekomen en ik gelijk altijd weer hetzelfde heb aangetrokken, is het tijd om mijn oorlogskleuren aan te brengen.

Het probleem met ouder worden is dat uw ogen het niet meer zo goed doen en dat ge een bril moet dragen. Maar hoe moet ge een zwart streepke op uw ogen trekken met een bril aan? Ik heb nu wel zo’n superdeluxe spiegel die vergroot, maar ik moet toegeven dat het toch nog dikwijls een smospartij is met een clowngezicht als resultaat. Niks aan de hand. Ik ben een doorzetter.

Een mengelmoes van tachtig voor ons bekende en onbekende gezichten. Onze plaatsen worden op voorhand vastgelegd. Er is dus geen kans tot kliekvorming. Het bestuur heeft daar duidelijk iets op tegen. Voor ons is het allemaal goed, wij doen meestal niet moeilijk.

We zitten rechtover een koppel dat naar mijn schatting iets jonger is dan wij. Ik kan er naast zitten, want ik ben slecht in het schatten van leeftijden, maar ’t waren in elk geval geen twintigers of dertigers. Zo ver kan ik het nog wel. Zelfs zonder bril als het moet.

Ik worstel met mijn handtas. Ik had er eentje uit mijn verzameling gekozen die een beetje dezelfde kleur heeft als mijn schoenen. Het schijnt dat een mens wat assorti door het leven moet gaan. Maar het exemplaar is wat groot uitgevallen. Ge weet wel, zo eentje waar ge veel rommel in kwijt geraakt, maar het duurt wel een half uur voordat ge uw sleutels kunt vinden.

Aan de leuning blijft ze niet hangen. Moet ik ze dan tussen mijn voeten zetten onder de tafel? Dat zit zo lastig. Dan maar onder mijn stoel moffelen. Ik had ze eerder op de avond alweer ergens neergeploft en toen ik me realiseerde dat ze niet meer aan mijn schouder hing mocht ik op zoek gaan. Om ze dan uiteindelijk te zien liggen aan zo’n staantafeltje waar intussen een troep mensen rondgeschaard was. Ik heb mijn moed bijeengeraapt en een onverwachte duik gemaakt tussen hun benen om dat onding weg te grabbelen. Het is bij dat soort onbesuisd gedrag dat ik mijn reputatie om zeep help van voor dat mensen mij leren kennen.

Drank was niet inbegrepen. Dat moest ge aan de toog bestellen. Wij nemen ons klassiek glaasje wijn, de man rechtover ons ploft een fles champagne op de tafel en hij geeft een glas rode wijn aan zijn vrouw.

Kijk, op die momenten dan zijn Herman en ik twee dezelfde. Ge moet u dat voorstellen in slow motion: de fles komt op tafel, Herman en ik krijgen grote ogen, onze nek plooit zich allebei een beetje naar die fles, en dan draaien onze hoofden stilaan naar elkaar toe en onze wenkbrauwen gaan omhoog. We kijken mekaar aan en beseffen allebei dat we normaal moeten doen en niet mogen toegeven aan de onbeheersbare drang om onze lippen omhoog te trekken en onze tanden te laten zien, kortom, om niet te lachen.

’t Is te laat. Ze hebben het gezien. De meneer – we hebben netjes onze namen uitgewisseld, maar ik moet opletten met de privacy-commissie – legt uit dat het non-alcoholische drank is want hij is allergisch geworden aan alcohol. Nog nooit van gehoord, maar ik kan me inbeelden dat het niet plezant is. Of misschien zou het net wel goed voor me zijn, want ik kan ze tegenwoordig nogal verzetten. Ik voel me al gelijk schuldig. Maar toch. Hij moet nog altijd een droge lever hebben, want zo’n hele fles voor hem alleen, zeg nu zelf.

De toon is gezet, het onderwerp is gekozen. We hebben het vanavond over allergieën.

Want meneer is niet alleen allergisch aan alcohol, neen, daar komt ook nog de intolerantie bij voor koemelk en ook voor gluten. Ik zie hem nochtans duchtig de broodjes naar binnen werken, maar ik zwijg. Beleefd zijn betekent ook dat ge mensen op hun woord gelooft. En als ge dat niet doet, dan doet ge tenminste alsof ge dat wel doet.

En dan komt er onverwacht weer een herhaling van het slow motion filmpje wanneer die man aan de kaasschotel draait en doelgericht zoekt naar de geitenkaas. Ha, gevonden! Hij plant zijn mes in het kleinood en ploft het hele rolletje op zijn bord. Vervolgens nog een draai aan de schotel en weer verdwijnt er een hele blok ander soort geitenkaas op dat bord.

Ik heb met Herman te doen, want die eet ook graag geitenkaas. ’t Zal niet voor vanavond zijn.

Maar allez, voor de rest geen kwaad woord over diene mens. Best sympathieke knul die zo zijn mening heeft over allergieën. Ik heb natuurlijk ook een mening, want anders zou ik niet ik zijn, en ik zeg – totaal onbesuisd – dat we met z’n allen veel te proper zijn tegenwoordig en dat ons immuunstelsel daardoor dol draait.

’t Was weer niet goed. Ik zie die zijn madam stoppen met knabbelen en naar haar vent kijken. Ze knikt veel te enthousiast bij mijn uitspraak. Mijne frank valt direct: die gast heeft een of andere dwangneurose die met properheid te maken heeft. Ik voel me alweer schuldig. Dus wals ik snel over het onderwerp heen en ik beslis om een sanitaire stop in te lassen.

Zie, ge gelooft het of niet, maar ik kom daar in die toiletruimte binnen, en wat zie ik? Een schoon jong madammeke staat daar haar tanden te poetsen.

Ik weet het, blijkbaar moet het na elke maaltijd, maar neemt gij overal uwe tandenborstel mee? In die grote sjacochen van tegenwoordig is er daar wel plek voor, maar ik vind het toch maar een raar idee. Stelt u voor dat ge bij vrienden gaat eten en dat ge daar na het eten in hun badkamer duikt voor een poetsbeurt. Of misschien maar gelijk een douche pakken terwijl ge toch bezig zijt?

Het beaamde in elk geval mijn eerdere uitspraak dat we met z’n allen veel te proper geworden zijn. Oftewel had dat madammeke andere intenties die avond. Dat kan ook, natuurlijk.

Ik kan u vertellen dat ik een prima immuunsysteem heb opgebouwd toen ik klein was. Ik was veruit de smerigste van de klas. Bij ons thuis werd ik enkel op zaterdagavond gewassen in een teil terwijl ik op een stoel moest staan aan de pompbak in de keuken.

Ik liep thuis altijd op blote voeten, zowel binnen als buiten, zowel bij regen als bij zonneschijn. Ik trok ’s morgens gewoon mijn kousen over de opgedroogde modder en dat zag er piekfijn uit. Tot de juf eens mijn schoenen en kousen uittrok omdat ik natte voeten had want ons moeder vond het niet nodig om schoenen te kopen die geen water trokken.

En ik mag van geluk spreken dat ik mee kon op kamp met de Chiro. Dan kregen we een lijstje wat we moesten mee doen. Daar stond ook op dat er een tandenborstel en tandpasta en een beker in de bagage moest. Ons moeder is dus naar de winkel gehold. Ik was zeven jaar en ik loerde stiekem naar mijn vriendinnekes om te zien hoe ge met zo’n borstel in uw innerlijke mens moest schuren.

Ge ziet, ik ben er niet ziek van geworden en het is uiteindelijk toch nog redelijk goed gekomen met mijn hygiënische stand van zaken.

Herman en ik blijven doorgaans niet te lang hangen op dergelijke festiviteiten. We zijn huismussen en voornamelijk asociaal. Hij meer dan ik, maar ik toch ook. Blijkbaar waren we daar niet de enigen, want in de kleedkamer stonden ook al mensen om hun jassen te nemen.

Staat daar een jong madammeke te zoeken en te zoeken en heel die rij jassen af te lopen.

– ‘Maar allez zeg, ik kan mijn jas niet meer vinden!’ zegt ze vertwijfeld.

Haar vent staat er machteloos bij te kijken en ik geloof zelfs dat er een tikkeltje irritatie te zien was in zijn ogen. Tot ze plots uitroept:

– ‘Och ja natuurlijk, ik had dienen andere jas aangedaan om te komen!’

En dan komt mijn eigenste ik naar boven die zonder nadenken weer iets moet neersmijten:

– ‘Haha, dat is toch echt wel een probleem hé als ge een verzameling jassen hebt.’

Ik zag het direct dat ik mijn bek had moeten houden, want die gast rolde met zijn ogen en zij boog haar hoofd. ’t Zal er gestoven hebben daarna.

Maar eind goed, al goed. Het ene madammeke haar jas terug, het ander madammeke een proper bakkes, en onze buurman geen kaasallergie en toch zijn dorst gelest. Iedereen content.

Tot blogs!

 

Dikke madammen

Ik zou iets aan mijn gewicht moeten doen. En ik weet zeker dat er velen onder u hetzelfde denken. Haha, ja misschien wel over mij, maar alvast ook over zichzelf.

Ik zou hier kunnen schrijven dat ik door het leven ben gegaan als een slanke den, maar dat zou een blamage zijn tegenover mijn gevoel, want in mijn beleving was ik een plank met twee muggenbeten erop, en ik wist met mijn lange nek geen blijf. Och ja, misschien liever dat dan een dikke nek, wie weet. Maar enfin, ik voelde mij een beetje gelijk een giraf. Niet alleen door die lange nek, maar ook nog eens die twee stelten waarmee ik me door het leven bewoog.

En ge gaat het niet geloven, maar achteraf bekeken ben ik nu een beetje jaloers op mijn jonge versie van toen, want nu voel ik me meer en meer naar de kant van de olifant neigen, en dat voelt nog minder comfortabel dan de giraf.

Maar ik vertik het om een maatje groter te kopen. Behalve dan vorige week in de lingerie-afdeling. Dat was noodzaak. Daar was geen ontkomen aan. ’t Was geen zicht in dat paskot. Hebt ge dat ook al gehad dat ge uzelf niet durft bekijken in de spiegel? Ik wel. Dan kijk ik gegeneerd weg tot er een beter beeld verschijnt. En die keer kwam het betere beeld bij een maatje groter. Nu waren er weer gewoon twee bulten gelijk bij ieder normaal geschapen vrouwmens, en geen vier bulten. Naast de olifant en de giraf zou er dan nog eens de dubbele kameel bijkomen, en die gedachte kan ik niet meer verdragen op mijn leeftijd.

Dat uitpuilen beperkt zich echter niet tot de meer intieme kledij. Ik wurm mezelf nog altijd in mijn normale jeansmaat. Dat is een beetje wiebelen met de kont ’s morgens om die billen daarin te persen. Maar ik ben altijd content als ik die knop dicht krijg. Dan zit de troep weer ingepakt.

Maar als ge denkt dat daarmee het probleem is opgelost, dan hebt ge het mis, want die overtollige kilo’s die zoeken zich een weg. Ah ja, dan komt er zo’n bubbel boven die broeksriem piepen: ‘koekoe, hier ben ik dan!’

Jakkes, dan moet ik weer mijn creativiteit boven halen om daarmee af te rekenen. Truitjes genoeg in mijn kast, maar welke is los genoeg om de bubbel weg te moffelen?

’t Is toch godgeklaagd dat een mens dat elke ochtend moet ondergaan. Dus denk ik elke keer: ‘vanaf nu moet ik er wat smout afkrijgen’. En ik ben geen grote eter, dus overdag valt dat heel goed mee. Maar ’s avonds is het altijd feest voor mijn buikje. Dan is het avondeten nog maar pas vergeten of mijn tanden zitten alweer arbeid te leveren op zoetigheid. En daar kan ik uren mee doorgaan.

En ik ben echt goed in het brengen van variatie in die kleffe dingen. Een Berlijnse bol is feest. Dan hangen mijn lippen vol suiker en dan valt er geheid een klodder vanillecrème op het tapijt.

De chocoladepinda’s zijn properder materie. Dat knispert lekker weg bij een boek en zonder dat ge het zelf in de gaten hebt moffelt ge zo’n paar honderd calorieën door uw strot.

Maar er zijn ook nog de chocoladekoekjes, de wafels, de éclairs… ’t Is al goed. Ik weet het, ik moest me schamen. Zeker als ik denk aan al die arme kindjes in de Congo zoals mijn ouders ook dat in mijn hersens hebben geramd.

Ze zeggen dat vermageren alleen kan als ge dieet combineert met bewegen. Maar ik weet wel zeker dat er bij mij ook zonder beweging snel iets zou veranderen als ik die feestelijkheden ’s avonds zou laten.

Maar misschien is het omgekeerde ook wel waar. Misschien moet ik gewoon meer bewegen en mijn vreetbuien aanhouden? Dat is ook een optie. Nu het droger weer wordt kan ik mijn fiets van stal halen. Hmmm. Maar mijn dagen zijn nu al te kort want ik moet schilderen en zingen en schrijven, en tussendoor ook nog wat huishoudelijke klussen en boodschappen en vooral niet te vergeten: mijn nakomelingen die mij te pas en te onpas aan mijn mouw trekken.

Of ik kan natuurlijk ook kiezen voor ‘de Aanvaarding’. Ik kan daar een goeie psy voor aanspreken om me daarin te begeleiden. Die leert me dan hoe ik vrede kan nemen met het blubberbeeld in de spiegel en het gevecht met de jeans. Of misschien toch gewoon een maatje groter kopen?

Tot blogs.

Schrijfsels

Het ‘moraalridderen’ is niet voor vandaag. Daar heb ik nu geen zin in. Maar ik wil nog wel een stukske schrijven om uw dag op te fleuren.

Ik zou nochtans moeten strijken. Mijn schoondochter haar wasmachine is ontkoppeld wegens werkzaamheden, dus komt dat op mijn dak. En het huis heeft eigenlijk een beurt nodig, maar dat loopt niet weg. Er zijn zoveel plezantere dingen om te doen.

Schrijven bijvoorbeeld.

Dat was al zo’n hobby van toen ik nog heel jong was. En het was vrijwel het enige dat mij gegund of toegelaten was. Daar moest ik geen lessen voor volgen en het enige wat ik nodig had waren een pen en een stuk papier.

Toen ze mij hier van bovenuit op deze aardbodem gedeponeerd hebben, hebben ze mij een aantal dingen meegegeven. Niks extreem, niks uitgesproken, maar van alles een beetje. Niet genoeg om er in uit te blinken, maar genoeg op het plezant te maken.

Zoals ik zei, schrijven is leuk. Maar ik vond schilderen, muziek en theater ook heel tof. Dus vroeg ik thuis of ik naar de muziekschool mocht gaan.

Nu moet ge weten dat mijn grootvader in het orkest van de stomme film speelde, en dat mijn vader al op zijn zesde levensjaar viool speelde. Maar mijne pa die was streng in het kwadraat, en kinderen mochten geen geld kosten was zijn motto. Neen dus.

– Mag ik dan naar de academie om te leren schilderen?

– Wat zegde gij nu? Academie? Gij zijt zot zeker?

– Of misschien naar Herman Teirlinck?

– Zijt gij op uwe kop gevallen of zo? Ge weet niet wat ge wilt. Muziek, schilderen, theater. Wat gaat ge nog uitvinden? Als ge getrouwd zijt doet ge uw goesting.

Staat ge dan stom dat ik zo rap mogelijk ben getrouwd? En staat ge stom dat ik dan naar het conservatorium ben gehold om notenleer te volgen? ’t Was niet echt vanzelfsprekend met die kleine die er al een beetje te rap is gekomen, maar toch. Ik was content.

Dat schrijven, ge moet dat niet romantiseren. Het is plezant om te doen, maar als ge begint met boeken schrijven, dan is de leute eraf. Ik kan het u verzekeren.

Ik had mijn jeugdboek ingezonden voor de Van Maerlandt-prijs, en ja hoor, dat werd daar op een pied-de-stalleke gezet. En ik zo fier als ne gieter. Ik zou eindelijk toegang krijgen tot die interessante wereld van de schrijvers. Ja, mijn oor! Ge wilt daar echt niet bijhoren.

Vooreerst werd ik bekogeld door gazetten die mijn foto en een interview wilden publiceren. Vervolgens moest ik naar scholen zeulen omdat de kindjes activiteiten deden rond mijn boek en ze wilden de schrijfster ontmoeten. Ja, dat moest, want dat maakte deel uit van het contract met de uitgever.

Ik heb niks tegen kinderen, maar ik had thuis ook al drie koters rondlopen en ik wilde liever schrijven dan andermans kinderen te animeren. Maar dat was nog niet het ergste. Ik moest ook op de boekenbeurs gaan zitten. Jong toch. Hebt ge ooit al eens in een apenkooi gezeten? Ge moet dat eens doen, en dan eens zien hoe het voelt als al de mensen naar u komen kijken.  Ik heb elke keer medelijden met die schrijvers die daar zitten als ik beelden van de boekenbeurs zie op TV. Want zelf krijgt ge mij daar niet meer binnen.

En het is daar dat ik dan mijn collega-schrijvers kon ontmoeten. Godjeezusmaria, wat een zootje ongeregeld was me dat! Precies een bende jaloerse kinderen die mekaar bekritiseren en zitten te roddelen over hoe slecht die ander wel schrijft, of hoe weinig opzoekwerk die heeft gedaan.

En als ge schrijven plezant vindt, dan moet ge vooral geen schrijver worden, want als ge uw eerste boek hebt uitgegeven, dan beginnen ze al op u te duwen dat het tweede boek er ook snel moet komen. Ik moet u niet vertellen dat de lol er dan rap af is.

Ik heb het dan maar gelaten voor wat het was na dat tweede boek. ’t Is te zeggen, mijn kasten liggen nog vol met boeken, maar ik geef ze lekker niet uit.

’t Was plezanter om toneelstukskes te schrijven voor de Chiro. Daar heb ik een bewerking van Roodkapje gemaakt, zeg maar een modern sprookje. Ik heb daar wel commentaar op gekregen, want ik had ervoor gezorgd dat Roodkapje zwanger was. Echt niet opvoedkundig.

En hadden jullie ook van die ouderfeesten op de middelbare school waarbij elke klas iets moest opvoeren? Bij ons was dat elk jaar een kwelling omdat niemand goesting had en ook geen inspiratie. Ik dook dus in mijn pen en ik schreef dan maar een stuk.

Onze lerares Nederlands, een pracht van een non, vond het goed en besprak het met onze klasleraar. Die vond het een prima idee en zo werden de lessen Nederlands vervangen door theateroefening. Iedereen blij. Maar eerst moest er wel gecensureerd worden. Ik had er alweer een al te vroege zwangerschap in gesmeten en dat kon toch echt niet op een katholieke school. Tja, achteraf bekeken moet ik wel ergens iets gehad hebben met zwangerschappen. Het zal me gefascineerd hebben toen ik jong was. Nu niet meer zozeer. Echt niet. Ik heb het gehad.

Enfin, dat allemaal om te zeggen dat het schrijven nog altijd een plezante bezigheid is, en dat ik hier dus weer mijn tijd zit te verdoen in plaats van nuttige dingen zoals mijn ouders het altijd in mijn hersens hebben geramd. Maar nu ben ik groot, en zij zijn klein, en dat vind ik prima.

Tot blogs!

HELP, WE VERZUIPEN! – Deel 3

HELP, WE VERZUIPEN! – Deel 3

Wie in de politiek wil gaan kan zich hier laten inspireren. De eerste die op zijn programma zet dat hij regeltjes gaat afschaffen krijgt garantie mijn stem.

Gisteren ging het in de krant over huiswerk voor kinderen die ziek thuis zitten. Allez zeg, waar gaan we naartoe? Ziek is toch ziek? Uwen baas zegt toch ook niet dat ge van thuis uit moet werken als ge ziek zijt?

Ik zou zelfs zeggen: afschaffen dat huiswerk. Die hummels moeten al een hele dag met hun neus in de boeken zitten en stil opletten. Laat ze verdorie spelen na schooltijd.

Ik kan me niet herinneren dat ik ooit huiswerk heb gemaakt in de lagere school. Ik weet nog wel dat we nu en dan iets moesten leren, maar daar lapte ik steevast mijn laars aan. Ik vond het toen al meer dan genoeg om een hele dag op die banken te zitten. Ziet ge wel, ik ben nog altijd niet van gedacht veranderd. En uiteindelijk is dat toch nog goed afgelopen.

Jawel, in de middelbare school moest het dan wel weer, en daar heb ik meteen ondervonden hoe stom en vervelend het was om ook nog eens ’s avonds te zitten zwoegen. Bah!

Ik hoor de ouders van nu klagen dat de avonden stressmomenten zijn omwille van dat huiswerk en die lessen, want de meeste ouders vinden het hun plicht om naast kindlief plaats te nemen en mee te huiswerken. Natuurlijk, mijn kind mag niet achterblijven op de anderen, dus moet het presteren. Duwen op die schouders, en er in rammen dat het verschrikkelijk belangrijk is dat ze die dingen leren want het onheil hangt boven hun hoofd. Hoe gruwelijk!

Moest ik weer jong zijn, ik zou op het oudercontact zeggen dat ze er mogen van peinzen wat ze willen maar dat mijne kleine geen huiswerk zou maken zolang ik leef. Als we dat allemaal samen gaan belijden, dan is zou het rap gedaan zijn.

En mocht ge, lieve lezer, toevallig een leerkracht zijn, hoe heerlijk zou het in zijn om nooit meer die huiswerken te moeten verbeteren. Leve de vrijheid.

Zo meteen stap ik in mijn bolide en snor ik de snelweg op. Ik zal er netjes op letten dat ik niet op het middenvak blijf rijden. Dat deed ik sowieso al niet. Als iedereen gewoon wat rekening houdt met de andere weggebruikers, dan is er toch niets aan de hand?

Maar we blijven ons ergeren, hé. Hoe lastig kan het leven toch zijn als ge u voortdurend loopt te ergeren. Stress alom. Blijkbaar hebben wij massaal goesting om de anderen te veranderen. Heeft niemand het nog niet in de mot dat zoiets onmogelijk is? Ge kunt alleen uzelf veranderen. En dan wordt het leven plezant.

Vooral als ge u niet meer ergert aan mensen. Laat het los, laat het gaan. Laat die mens maar op dat middenvak rijden, of zelfs die zot die u de pas afsnijdt mag er zijn. Het kan u helpen om te leren hoe ge de wereld zijn gang laat gaan. Laat mensen fouten maken en er zelf van leren in plaats van altijd een dikke vinger op te steken. Laat ons met z’n allen in eigen boezem kijken en zoeken wat we aan onszelf kunnen verbeteren. Wedden dat het een stuk vlotter gaat?

Allez, mijn taak als moraalridder zit er vandaag op.

Tot blogs.

 

 

HELP, WE VERZUIPEN! – Deel 2

HELP, WE VERZUIPEN – Deel 2

Zo hartverwarmend, te merken dat er al meteen weer zoveel lezers zijn. Ik moet Johan geloven als hij zegt dat er op gewacht werd. ’t Doet deugd.

En wat nog meer deugd doet is het feit dat het blijkbaar wat losmaakt. De commentaren komen mondeling, via mail of via Facebook. Allemaal goed, en allemaal welkom. Weet dat het ook via deze blog kan, dan kan iedereen mee volgen.

Het is niet mijn gewoonte om op zaken terug te komen, en het is ook niet de bedoeling om hier via de blog een polemiek op te zetten, maar deze keer moet ik toch efkes dieper op de dingen ingaan om geen misverstanden te kweken en om misschien aan te zetten tot nog een stapje dieper denken.

Mijn lieve vriendin Ann waarmee ik fijne dagen heb doorgebracht op internaat schrijft me mijn grote gelijk, maar ze nuanceert dat we voor de veiligheid van onze kinderen niet streng genoeg kunnen zijn. En foei omdat mijn vader rookte in de auto en ik er gelukkig geen longkanker heb aan overgehouden.

Laten we daar de loep eens opleggen.

Die longkanker kan nog komen natuurlijk, te meer omdat ik zelf zo’n paffer ben die elke avond overtuigd zegt dat er de volgende dag gestopt wordt, en het eerste wat ik doe bij de ochtendkoffie is een sigaret opsteken. Ook foei.

Mijn punt is niet dat we onze kinderen zo maar aan gevaren moeten bloot stellen, maar….

Vroeger wist mijn vader niet beter en hij vond – zoals velen van zijn generatie – dat kinderen moesten zwijgen en de dingen ondergaan. Ik pleit er niet voor dat mensen zitten te doempen in hun auto met kinderen erbij, maar moeten we daar echt een wetgeving voor maken?  Zou het niet beter zijn om alle ouders een degelijke vorming te geven, hen een geweten te schoppen in plaats van een ‘big brother’ in het leven te roepen die op al ons doen en laten toekijkt?

Natuurlijk vind ook ik de veiligheid van mijn kleinkinderen en van kinderen in het algemeen belangrijk. Maar dan merk ik tegelijkertijd dat we een generatie aan het kweken zijn die overal bang voor is. Bang voor microben – ‘handjes wassen voor het eten’, bang om te vallen – ‘je helm opzetten’ , bang om ziek te worden – ‘je muts opzetten’,  bang om slechte cijfers te halen – ‘je les leren, want wat gaat de juf zeggen?, bang om vuile kleren te hebben – ‘doe een schortje aan als je gaat schilderen’, bang om er niet bij te horen – ‘je moet vriendjes hebben die je kan uitnodigen met je verjaardag zodat je ook gevraagd wordt’, bang van muggen want die steken, bang van de gewoonste dingen waar je alleen maar sterk en slim van wordt.

Ik las onlangs dat we met z’n allen angstig worden. Juist. Hoe zou dat komen? En als we zo doorgaan zal het er voor onze nakomelingen niet beter op worden.

Ik vind het mooi om als ouder of grootouder bezorgd te zijn over onze kinderen, en dat moeten we vooral blijven doen, weliswaar zonder te overdrijven, maar dan hebben we die regeltjes van hogerhand toch voor niks meer nodig als we er zelf op toezien? Of zie ik dat fout?

Johan had het over de restaurants. Johan is inspirerend, dat moet ik toegeven. Merci Johan. Vandaar dus: Die sukkels van koks moeten nu ook nog eens opletten dat ze geen foute dingen serveren, want blijkbaar is tegenwoordig iedereen wel ergens allergisch aan. En dat blijkt de schuld te zijn van die restauranthouders. Of zit ik weer fout?

Zou het niet eenvoudiger zijn dat we als bezoeker gewoon zelf aangeven dat we iets niet mogen eten en daar dan zelf de verantwoordelijkheid over dragen?

Het doet met denken aan die dame die zei dat ze nu eindelijk wist dat ze hoogsensitief was en daar was ze blij om want vanaf nu zouden haar baas en haar collega’s daar rekening moeten mee houden. Ah ja?

Ik zal misschien verkeerd in mekaar steken, maar ik vind nog altijd dat je zelf moet zien hoe je door het leven komt en dat je jezelf moet proberen een weg te banen. Niet door met je ellebogen te stoten en iedereen aan te wijzen als schuldige of als degene die zich moet voegen naar jouw behoeften, maar net omgekeerd.

Iemand die gehandicapt is moet niet foeteren op degenen die nog al hun benen en armen hebben, maar proberen er het beste van te maken en zich zoveel mogelijk zelf aan te passen waar het kan.

Als ik te dik ben om op een stoel te zitten van een bepaald café, dan moet ik maar een ander café zoeken waar de stoelen wel groot en sterk genoeg zijn. Of misschien kan ik een dieet volgen.  Als ik als gehandicapte geen voorzieningen heb in een bepaald gebouw, dan moet ik daar niet heen. Ik vind dat we allemaal veel te verwend zijn en allemaal veel te veeleisend, allemaal met onze kleine eigen wensen en eigenheden.

Ik ben allergisch : ‘beboet de koks’, ik ben gehandicapt: ‘beboet de beheerders van gebouwen’, ik ben sensitief:’ beboet mijn baas’, ik kan niet tegen lawaai: ‘beboet mijn buren’, ‘ik kan niet tegen rommel’: beboet de stad, ‘ik kan niet tegen kinderen’: maak aparte hotels…. Pffff.

Haha, dat gaat zeker weer commentaar opleveren! Annie toch!

Tot blogs!

PS: ik ben echt van plan om het hier nog een tijdje uit te houden met dat bloggen, dus ga ik het ook niet elke dag meer aankondigen op social media. Gewoon tussendoor eens komen piepen…. En het doet me plezier als je me laat weten wie je bent die dit leest, dat weten jullie nog wel van vroeger.

 

 

 

 

HELP, WE VERZUIPEN!

HELP, WE VERZUIPEN!

Hier zijn we weer met de blog. Ik heb geduldig gewacht tot ik nog eens zou opgenomen worden in het ziekenhuis, maar neen hoor, deze madam blijft gezond na die laatste ingreep. Dat is natuurlijk goed nieuws, maar daardoor blijven mijn vingers jeuken en blijft de wereld verstokt van mijn geblaat en gebazel.

Tijd dus om dus met z’n allen weer een verwonderd maar ook kritisch oog op de wereld te gooien. In alle opgewektheid, weliswaar. Laat er ons geen treurmars van maken, en ook geen tranendal.

En hier zijn we dan.

Vanwaar die titel?

Ik vraag me af of ik de enige ben op deze aardkloot die zo stilaan een kromme rug krijgt van alle regeltjes die ik moet meedragen, en een pijnlijke kop omdat ik zoveel moet onthouden wat mag en wat niet mag. En uiteraard stress op momenten dat ik goed weet dat ik de regeltjes overtreed.

Waar zijn we mee bezig?

Elke dag lees ik in de krant weer een of ander nieuw verbod of gebod. Hebben die politiekers echt niets anders te doen dan nog meer wetten bij te maken? En hoe komt dat toch dat we met z’n allen schreeuwen om regeltjes?

Zijn wij collectief boos op elkaar? Willen we niet meer spreken tegen elkaar? Vinden we het te lastig om mee de geest van onze samenleving te bepalen? Of moeien we ons graag veel te veel met anderen? Moeten we daarom de politiek inroepen en hen vragen dat zij iedereen op de vingers tikken die zich niet gedragen zoals wij het willen?

Maar het is al veel verder gesteld dan dat. We krijgen regeltjes en boetes voor de gewoonste dingen.

Ik vraag me soms af hoe het komt dat ik nog leef. Want toen ik klein was, dan bleek het helemaal niet zo vreemd dat niemand een helm droeg op een brommer of op een fiets. Ik heb nooit van mijn leven in een kinderstoel gezeten in de auto, en gordels waren gewoon niet voorhanden.

Mijn pa die pafte zijn pijp in de auto, zonder ook maar een venster open te zetten. Ik vraag me af of hij nog de weg kon zien door al die rook. En wij maar hoesten op die achterbank. Ik ben er niet aan gestorven.

We speelden op straat, en niemand noemde ons ‘hangjongeren’.  We hadden weinig speelgoed, maar datgene wat we hadden hoefde niet per se door een rits controleurs te zijn goedgekeurd. Ik heb echter nooit mijn legoblokjes ingeslikt omdat ze te klein waren. Ik heb geen plasticine opgegeten.

Ik zat achterop de fiets bij mijn moeder, mijn billen op de harde bagagedrager, en ik hield me vast aan ons moeder of aan haar zadel. Niks geen stoeltje, geen gordel, geen nada. Ik ben er nooit afgedonderd en mijn voeten zijn nooit in de spaken gesukkeld. Ons moeder had me goed ingeprent dat ik moest opletten. Dat werkte ook.

Ik heb nooit een boete gekregen omdat mijn fietslicht niet werkte, maar ons moeder zat er wel achter dat ik het liet maken omdat het onveilig was om zo in het donker te rijden als ik van de Chiro kwam.

Je zal me niet horen zeggen dat het vroeger beter was. Ik wil niet klinken als een oude zeur. Maar zeg nu zelf, het is toch van de pot gerukt dat een bedrijf voor de rechter kan worden gebracht omdat een kind iets heeft doorgeslikt? Is het niet aan de ouders om hun kinderen in het oog te houden en het juiste speelgoed te kiezen? Of is het gemakkelijker om verantwoordelijkheid af te schuiven?

En jongeren kunnen een boete krijgen wanneer ze met hun voeten op een bank zitten. Menen ze dat nu echt? En waar dient dat dan voor? Waarom krijgen de duiven geen boete als ze op de banken schijten?

Het zou misschien niet slecht zijn dat we onze jeugd gewoon leren om respect te hebben voor de dingen die we gebruiken, niet? Dan zouden we al veel verboden mogen schrappen.

En wat als die onbezonnen jeugd dan toch weer dingen doet die niet kunnen?

Naar mijn weten loopt de wereld vol volk. Het probleem is dat niemand meer zijn mond opentrekt. Vroeger wist ons moeder direct dat ik op mijn veertiende aan het rondpunt op een bank zat met een groepje jongens en meisjes. En ik zat toevallig naast een jongen die zijn arm om me heen had gelegd. Ik moest een maand lang in de tuin onkruid wieden als straf. ’t Was te gek om dood te doen, maar mijn vriendinnen waren solidair en kwamen vragen aan mijn ouders of mijn straf werd ingekort wanneer ze kwamen helpen, en dat bleek een deal te zijn.

We moeien ons niet met de opvoeding van anderen. We pikken het ook niet meer dat anderen zich moeien. Misschien ligt daar wel het probleem, dat we denken dat we het allemaal zelf veel beter weten en zelf veel beter doen dan anderen, en intussen modderen we maar voort in onze blinde eigenwijsheid.

Haha, wat is het toch plezant om hier de moraalridder uit te hangen. Ik geloof dat ik me geroepen voel om de wereld een geweten te schoppen, of toch tenminste om de ooglappen van sommige mensen af te rukken.

In elk geval hoop ik dat het helpt om massaal anders te gaan denken en misschien ook anders te doen.

HET ZIEKENHUIS: DE LAATSTE ETAPPE – Dialoog met het Lijf.

Ik probeer deze dagen de dialoog aan te gaan met mijn lijf. Niet gemakkelijk, dat taaltje dat ze daar spreken.

En, onder ons gezegd en ondanks dat ik altijd maar hoor zeggen dat ge uw lijf graag moet zien, weet ik niet of ik mijn lijf nu zo ’n sympathiek personage vind.

Ik zal u eens zeggen wat ik ervan denk. Ik vind het een eigenwijs en koppig persoontje, waarmee ge geen compromissen kunt sluiten, die ook niet duidelijk is in wat het wil, maar er wel in slaagt om u achteraf vierkant uit te lachen als het u begint te pesten. Smerig sujet.

Ik heb dus een nieuwe strategie bedacht.

Waar het gaat om de beperkingen die het lijf me oplegt is het vrij duidelijk. Dat is niet zo moeilijk. Het lijf zegt ‘Neen’ als het niet wil. Ik voel me niet geroepen om een sprongetje te maken, want het is evident dat mijn lijf dat niet wil.

Bij de onduidelijke dingen is het een kwestie van uit te proberen en af te wachten wat dat eigenzinnige lijf ervan denkt. Ik hoor het dan wel of het OK was of niet. Net een rotverwend joch waar je voortdurend de goestingskes moet van invullen.

Sinds gisteren ben ik begonnen met het experiment: ‘stop de pijnstillers’.

Echt jong, ze komen mijn oren uit. En op den duur vult dat slikken een mens zijn bestaan en zit ge daar op gefocust.

Ik kan het u wel vertellen: mijn lijf lijkt het redelijk OK te vinden. We beginnen zo stilaan een beetje vriendjes te worden.

Bovendien lukt het ook stilaan om weer wat piano te spelen en ik ga me deze namiddag als troostprijs eens aan het schilderen wagen.

Jawel, ge leest het goed, troostprijs.

Herman had sinds een eeuwigheid kaarten gekocht voor de opera in Antwerpen. Maar ge ziet van hier dat ik zo’n lange rit zou kunnen overleven, en laat staan dat mijn darmen daar midden in die voorstelling beginnen op te spelen. Ik zou het niet willen gedroomd hebben.

Ge hoort mij niet klagen. Het gaat hier alle dagen beter, en ik weet dat ik over afzienbare tijd mijn spieren weer mag gaan terughalen van waar ze nu naartoe zijn verdwenen. Dat wordt nog een hele opgave, maar ik zie het wel zitten.

Ik denk aan mijn lieve vriend die me enkele dagen terug liet weten dat hij de diagnose Parkinson heeft gekregen, en ik wou dat ik een toverstaf had om het ongedaan te maken. Want van alle mensen is hij degene die dit niet verdient. Ik zend hem pure golfjes positieve gedachten in de overtuiging dat het hem kan helpen.

Los van de kommer en kwel des levens zijn er ook mooie dingen. Zoals de fijne bezoekjes die ik mag krijgen van zoveel lieve mensen. Momenten om bij te babbelen, om herinneringen op te halen, om plannen te maken. En dan krijg ik taartjes en bloemekes. Mijn dochter maakte een heerlijke ovenschotel klaar, en ik heb een lieve vriendin die me een hele verhuis aan super lekker eten heeft gebracht. Man wat een verwennerij! Het is telkens een klein bommetje energie. Schoon.

Maar ’t schoonste is wel het bezoek van mijn kleinkinderen. Uitzonderlijk had ik ze nu eens alle drie tegelijk op bezoek. Feest!!!

Niks zo schoon als de ongekunstelde liefde van zo’n hummel. En ze doen het elk op hun heel bijzondere en persoonlijke manier. De kleine Roxan moet altijd eerst op temperatuur komen, maar leeft binnen de kortste keren op en voelt zich als een visje in het water bij oma. En dan gaat ze haar weggetje. Net haar moeder toen ze klein was.

De kleine Stef houdt zijn wildebras-zijn een beetje in, want zijn mama heeft verteld dat oma een beetje van de stevigheid kwijt is geraakt.

En Len, de oudste, die is geboren om de wereld te verbeteren en overal behulpzaam te zijn. Blijkbaar kon mama hem niet langer thuis houden want hij moest per se oma gaan ‘verzorgen’.

Hij komt naast me zitten en zegt heel bezorgd:

‘Oma, ik moet jou altijd zo missen’….

Slik.

‘Ik ook, manneke. Ik ook.’

Een mens kan zijn hart breken aan schone dingen. Ge moet daarmee opletten.

 

Fijne zondag allemaal!

 

 

HET ZIEKENHUIS : DE LAATSTE ETAPPE – Dolce Far Niente

Zo stilaan begin ik te leren vakantie houden zonder vakantie. Gewoon in mijn eigen huis genieten van de ledigheid van het bestaan. Ik wist niet dat ik het in me had, maar een mens is nooit te oud om te leren.

In mijn jonge jaren was een strenge opvoeding niet raar, maar zelfs mijn vriendinnen vonden dat het er bij ons thuis bijna tiraniek aan toe ging. Het zal u dus niet verbazen dat mijn programmering tot op oudere leeftijd voorschrijft dat ik overdag geen TV mag kijken, dat ik niet in de zetel mag hangen voordat de zon is ondergegaan en dat ik me moet nuttig maken.

Ik voel me nu precies een rebelse puber die een dikke vinger maakt naar alles wat ze indertijd in mijn systeem hebben geramd. Man, dat voelt nog eens niet zo slecht.

Anderzijds zijn er nog mijn genen die ook het een en het ander in de pap te brokken hebben, en die vinden het blijkbaar wel belangrijk dat ik iets beteken voor anderen, dat er creativiteit uit mijn systeem moet rollen, en dat ‘graag zien’ de motor is van mijn bestaan.

Anderen zijn belangrijk. Let wel, ik hou ervan om met mezelf alleen te zijn, maar ik moet wel weten dat er altijd die mensen zijn waarmee ik me verbonden voel. Dat voelt zo heerlijk warm vanbinnen.

En denk nu maar niet dat het daarmee allemaal manengeur en rozenschijn is (of was het andersom?) , want ik loop soms ook met mijn smoel tegen de muur als het om mensen gaat. Dan laat ik me meeslepen en zie ik pas nadien in wat voor een manipulatief spelletje ik ben getuimeld. En dat is iets dat een mens vooral ziet als ge zo eens in de shit of in het ziekenhuis bent beland. Gelukkig ben ik niet meer dat jong grut van vroeger die dan loopt te piekeren. Ik neem nu de vrijheid om af te sluiten en mijn weg verder te zetten zonder omkijken. Niks aan de hand.

Maar het is gelukkig uitzondering.

Ik heb het voorrecht om zoveel lieve mensen om me heen te hebben. En hebt gij dat ook dat ge uw vrienden in categorieën kunt delen?

Ik heb drie echelons.

De eerste categorie, dat is het hoogste echelon, en daar is het compleet volzet met mijn twee vriendinnen, die elk een heel andere maar toch een bijzondere plaats in mijn hart hebben. Het is onmogelijk om daar nog iemand bij te zetten, want die zijn gewoon een stuk van mijn leven en dat is niet meer in te halen.

De tweede categorie zijn die mensen waarmee ik die warme verbindingsdraad heb die van hart tot hart gaat. Dat zijn de ‘open boek’ mensen waarbij ik evenveel open boek kan en mag zijn.

En de derde categorie zijn gewoon de mensen die ik graag heb, en die rondcirkelen in mijn leven zonder voortdurend aanwezig te zijn, maar die toch ook wel een belangrijke rol spelen en die mij op een of andere manier beroeren. Maar voorwaarde is altijd de puurheid.

Ik heb nu tijd zat om stil te staan bij al die dingen, en ik ben plots ongehoord nieuwsgierig hoe andere mensen omgaan met hun vrienden en hoe dat voelt. Als ge u geroepen voelt om daar iets over te vertellen, laat het me dan weten.

Allez zeg, nu zit ik hier weer te zondigen tegen mijn blog-voornemens. Het moet luchtig blijven, Annie. Dit is geen filosofische blog. Doe dat op een ander.

Dus….

Vooraleer mijn valies en ik naar het ziekenhuis zijn vertrokken, had ik bonen gezaaid. En die moesten op een gegeven moment uitgepland worden.

Ik zei het al dat Herman zich intussen stilaan begint te ontpoppen tot een echte landbouwer, en hij heeft die bonen dus netjes in de tuin gepland, mét stokjes waartegen ze zouden kunnen opgroeien.

Maar hierboven – ik snap nog altijd niet goed wat die hun politiek is – vonden ze het weer plezant om ons een beetje te pesten, en ze hebben het die nacht eens goed laten vriezen zodat die bonenplantjes er de volgende ochtend allemaal grillig dood uitzagen.

‘Da’s niks, lieveke, ik zal er wel nieuwe zaaien.’

Zo gezegd, zo gedaan. Tegen dat ik uit het ziekenhuis kwam konden die nieuwe plantjes alweer in de tuin gezet worden.

En ja hoor. Deze nacht heeft het weeral eens gevroren en staan die sukkels weer zo dood als een pier nutteloos te wezen in onzen hof.

Het schijnt dat ge niet moogt vloeken tegen de ijsheiligen. Dat hebben wij wel gedaan, en dat zullen we geweten hebben.

Als mijn buik het toelaat zal ik er nog eens voor de derde keer zaaien.

Want die buik, dat is de spelbreker.

Ge hebt er geen gedacht van hoeveel ge uw buikspieren gebruikt voor dingen die helemaal niks met uw buik te maken hebben.

Piano spelen bijvoorbeeld. Of schilderen. Of een bord nemen uit de kast. Of uw kousen aantrekken. Of zelfs gewoon babbelen. Ge kunt het zo zot niet bedenken of die zitten er voor iets tussen.

Maar ’t begint te beteren. Ik kan al veel beter lachen, hoesten en niezen zonder dat mijn fantasie dan rare beelden ziet over de binnenkant van mijn bestaan.

Ik loop al bijna helemaal rechtop en heel soms kan ik lopen zonder mijn buik vast te houden. ’t Is waar jong, ik heb het gevoel dat de boel er gaat uitvallen als ik het daar niet vast houd.

Ge moet anderzijds niet denken dat het hier allemaal kommer en kwel is. Ik vind het zo immens plezant dat mijn bezoekers hier zo vanzelfsprekend aan zelfbediening doen. Mijn kasten en mijn spullen zijn plots gemeengoed geworden, en ’t is zot, maar ik vind dat nog leuk ook. Ik geloof dat ik in mijn volgend leven best wel zou kunnen gedijen in een commune. Hoewel… bij nader inzien misschien toch niet helemaal mijn ding. Ik weet niet hoever ze daar gaan met het delen van zichzelf.

De zon schijnt, lieve vrienden, dus ik hoop dat jullie er met z’n allen kunnen van genieten. In ons Belgenlandje is het de kunst om bij schoon weer al uw plannen in de vuilbak te gooien en te genieten van de zon als ze er is. En dat is precies wat ik ga doen. Al moet ik eerlijk toegeven dat er hier niet echt veel plannen zijn voor de komende dagen. Haha. Des te beter. Ik mag het nemen zoals het komt. Wat een luxe!

Een fijne dag aan allen!

 

 

HET ZIEKENHUIS: DE LAATSTE ETAPPE – het strafbankje.

De eerste dag alleen thuis. Dat moet lukken, en als zeker als ik merk dat Herman de vaatwas al heeft leeggemaakt voordat hij naar het werk vertrok. Maar wat een schat is dat toch!

Mijn ochtend begint met koffie en de ochtendkrant, en een ongewenste niesbui.

Niezen. Ge wilt het niet geweten hebben als uw darmen met nietjes aan mekaar hangen en uw spieren zijn doorgesneden. Ik heb op dat moment mijn fantasie niet in het gareel. Dan zie ik daar vanbinnen dingen open spetteren dat het niet schoon is.

Ik ben content dat ik alleen thuis ben, want Herman zou dat heel grappig vinden wanneer ik van die rare nies-geluiden maak die helemaal niet gelijken op nies-geluiden.

En weet ge waarom hij dat grappig zou vinden? Loontje komt om zijn boontje.

Hij was bij het skiën gevallen en had zijn ribben gekneusd. En op de koop toe kwam hij thuis met een verkoudheid. En elke keer dat hij moest niezen maakt hij zo’n geluid als ‘Aaahwoehheeee’. Ik kreeg daar de slappe lach van.

Het leven is hard en ge krijgt altijd lik op stuk voor al uw daden.

Verder gaat het voorspoedig. Dat wil zeggen dat ik me niet geroepen voel om stil te zitten.

Nog eens naar boven tsjokken, wassen, aankleden, bed maken. Vervolgens naar bijna dagelijkse gewoonte een uur met mijn dochter aan de telefoon hangen, het eten klaar leggen dat ik tegen vanavond wil klaar maken. En jawel, intussen hebben de kinderen geantwoord en kan ik ons weekendje boeken. Dat gaat heerlijk vlot.

En dan….

is het uit. Afgelopen. Pijn.

Gatver, gatver…

Neerliggen, Annie. Luisteren naar uw lijf. Ik vind mijn lijf veeleisend. Ik hou niet van veeleisendheid. Ik vind dat mijn lichaam zou moeten leren luisteren naar mij, maar zo werkt het blijkbaar niet. Alweer een leerpunt. Ik zal nooit oud genoeg worden om nog alles te leren waar ik niet goed in ben. Dus ik kom zeker nog eens terug. Noem het een herkansing, een bisnummer.

Misschien word ik in een volgend leven de zoveelste president van Frankrijk, of van Amerika. Of misschien word ik een hond met vlooien. Ik heb er geen idee van of ge hierboven een vinger in de pap hebt alvorens ze u terug sturen.

Het zou wel tof zijn mocht ik hier dan een paar bekenden tegen komen. Dat wil zeggen dat ik hoop dat jullie ook nog het een en het ander te leren hebben en dat jullie ook een bisnummer krijgen.

Enfin, voorlopig zullen we eerst afmaken wat er nu op ons bord ligt. En nog wat pillen slikken in afwachting dat mijn commandant-lichaam beslist dat ik nu braaf genoeg ben.

Geduld. Zucht.

Geniet van jullie mobiliteit. Een mens beseft het te weinig wanneer het goed gaat, maar ’t is een voorrecht. Pak het vast!

HET ZIEKENHUIS : DE LAATSTE ETAPPE – Alweer een kilometer…

Ik had me nog net op de valreep voor mijn operatie een flodderbroek gekocht, en die komt nu perfect van pas om ‘aangekleed’ rond te lopen. Moreel gezien maakt dat een heel verschil met een pyjama van ’s morgens tot ’s avonds.

Ons Annie zit hier dus fris gedoucht te blinken in de flodderbroek. Met een aperitief binnen handbereik. En zeggen dat mijn ex vroeger zei dat ik niet in staat was om te genieten van het leven. Ba neen, niet zolang hij geen poot uitstak natuurlijk. Haha. Mijn vrijheid begint waar de jouwe eindigt, hé. Kwestie van een gezond evenwicht te houden.

Ik heb een heerlijke nachtrust gehad en voel me vandaag al weer vijf centimeter kwieker dan gisteren. Als het aan dat tempo voort gaat, dan loop ik volgende maand de marathon.

Hier staat ‘De zevende dag’ op. Leuk om al die politiekers te horen discussiëren over non-issues. Hoog tijd dat ze een examen inlassen vooraleer mensen zich kandidaat mogen stellen als ze in de politiek willen gaan. Een minimum aan gezond redeneringsvermogen is toch een must, vind ik. Helaas.

Nu zitten ze met cijfertjes te gooien en te toveren rond pensioenen. Er is ongelijkheid tussen mensen die gewerkt hebben en werklozen.

Is dat nu zo moeilijk? Geef toch gewoon iedereen hetzelfde pensioen. En dan wel eentje dat toereikend is om ook desgevallend een home te betalen. Ambtenaren moeten niet meer krijgen dan iemand die werkte, en een werkloze moet niet minder krijgen. Oud zijn is voor iedereen hetzelfde.

Ik kan er hier nog een heel bos over opzetten, maar dat ga ik niet doen. Want ik vind zelfs dat we het voorbeeld zouden moeten volgen van sommige andere landen waar iedereen hetzelfde minimum inkomen krijgt en waar men dus kan kiezen om daarnaast al dan niet te werken. En dergelijke polemiek zou ons tot ver kunnen leiden.

Maar – ik heb het al eerder gezegd en ik heb al eerder gezondigd – deze blog is er niet om de ernst der mensheid te onderstrepen. Wel integendeel: het gaat om de luchtigheid van het bestaan. Laat ons dat zo houden.

Ik heb mijn lieve Herman net instructies gegeven hoe hij de sla moet uitplanten. Want hij is vol goede wil, en gelukkig ook leergierig. Hij weet alles over zwaartekracht en ingenieurs-dinges, maar een simpele sla in de grond poten behoorde tot hiertoe niet tot zijn repertoire. Hoe plezant is da.

En ik had al aangekondigd dat ik grootse plannen ging maken voor de nabije toekomst, en daar heb ik me dan ook heel consequent aangezet. De reisplannen met Herman, die lopen als een trein, dat is geen probleem. Maar nu wil ik ook een weekend organiseren met mijn kinderen en mijn kleinkinderen, maar dat is een ander paar mouwen. Naar het schijnt zit dat jong geweld voortdurend op hun GSM en op sociale media, maar als ge een antwoord op uw mail wilt, dan moet ge wel wat geduld hebben.

….

Die puntjes, dat wil zeggen dat ik een pauze heb ingelast. Zoals het een oude-van-dagen betaamt heb ik mijn middagdutje gedaan en me onledig gehouden met het lezen van nog maar eens een thriller. Vergis u niet. Ik lees tussendoor ook nog eens iets anders. De gazet bijvoorbeeld. Of nu ook de Feeling en de Flair die ik in het ziekenhuis heb gekocht maar nog niet had opengeslagen. En – opgelet – tussendoor ook de Nag Hammadi Geschriften. Dat zijn die oude schrijfsels die ze teruggevonden hebben en die de Bijbel en andere gelijkaardige heilige dingen voorafgaan. Heel interessant om te ontdekken wat voor een troep ze er in het Vaticaan van gemaakt hebben.

Herman is naar de Brico. En ik stikjaloers. Het komt tegenwoordig bij mij over als een exotische trip als ge naar de Brico kunt. Ik kan mijn kot niet uit. Gekluisterd en geketend. De komende weken zal ik veilig thuis vertoeven, met de pot binnen handbereik, want die machienerie van mij is nog altijd op tilt geslagen. Ik zou daar heel grappige dingen kunnen over schrijven, maar die bewaar ik voor Herman. We lachen hier wat af. En het plezante is dat het elke dag minder pijn doet als ik lach.

Ik heb ook tegen Herman gezegd dat ik plannen heb om me eens toe te leggen op het online shoppen. Hij bekeek me alsof ik een buitenaards wezen was en vroeg of ik eerst ging plaats maken in mijn kleerkast.

Ah neen, dat kan ik nu niet. Dat is te zwaar werk momenteel.

En nog iets: ik ben er helemaal uit geraakt. Ik ga een elektrische fiets kopen. Deze keer een blik alsof ik pas uit de psychiatrie ben ontslagen. (Lieveke, het was wel mijn buik, hé, niet mijn koppeke).  Ja jong, met dat nieuwe mobiliteitsplan in Gent zie ik het niet zitten om daar met de auto naartoe te gaan, en met het openbaar vervoer doe je er veel te lang over. En ’t is beter voor het milieu en al zeker voor mijn conditie.

Case gesloten. Annie heeft het pleit gewonnen. Herman gaat daar eens werk van maken om het juiste model te bepalen. ’t Is ne schat, maar ge moet weten hoe ge hem aanpakt.

Elke vrouw die dit leest zal beamen dat ze wel weet hoe ze haar eigen man aan haar gelijk moet krijgen. En ik ben ervaringsdeskundige.

Seffens zet ik mij achter het kookfornuis. Mét stoel en mét assistentie van Herman. Potten uit de kast halen lukt nog niet. Iets op een hoog schap nemen lukt ook niet. Maar een kieken kruiden en op een knopke drukken om het vuur aan te zetten, dat ligt al in mijn mogelijkheden. Vervolgens krijg ik forfait voor het afruimen, en dat vind ik een ware luxe. Gewoon van tafel naar de luie zetel.

Ge ziet, we hebben ons evenwicht hier al behoorlijk gevonden. Ik steek de was in, en Herman haalt hem uit. Ik plooi. De strijk, die zal hier nog een paar weekskes blijven liggen, maar Herman heeft een stapel hemden in de kast liggen waar ge tot aan volgende winter mee toekomt. Wat zit die eigenlijk te zagen over mijn kleerkast?

Och, overeenkomen is niet moeilijk als ge mekaar maar het licht in de ogen gunt, en daar mag ik hier niet van klagen.

Tot blogs.

 

 

HET ZIEKENHUIS: DE LAATSTE ETAPPE – thuis komen.

– Moeke, zoudt ge geen ziekenhuisbed in uwe living zetten?

– Mams, ge zoudt beter een rollator gaan halen bij de ziekenkas.

– Mamsie, gaat ge ’t ons echt zeggen als we kunnen helpen?

Ik ben vereerd dat ik zo op handen wordt gedragen door mijn kinderen. Maar neen, geen rollator, en al zeker geen ziekenhuisbed. Ik wil me niet zieker voelen dan ik ben.

Ik heb het ziekenhuis de rug gekeerd. Behalve nog een controle aan het einde van de maand, heb ik me voorgenomen om daar niet zo gauw meer over de vloer te komen. Het was een avontuur, en het was er goed vertoeven, maar nu ben ik het wel beu.

Maar vergeten doet een mens zoiets niet, en ik zou het niet fair vinden mocht dat in één richting gebeuren. Ik heb er dus voor gezorgd dat ze het zullen geweten hebben dat daar ooit een zekere bloggende Annie voor een tijdje haar tweede residentie heeft gehad.

Hoe doet ge dat? Ge geeft de mensen een schilderij, en dan durven ze niets anders dan die op te hangen. Mocht één van jullie ooit eens zijn darmen in de knoop hebben, dan kunt ge daar waarschijnlijk een stuk geschiedenis zien hangen.

Het had schoon geweest had ik iets met darmen geschilderd, maar dat gaat allemaal zo rap niet, en het is – bij nader inzien – toch ook niet zo apetijtelijk, dus zijn het de handen geworden.

Want zeg nu zelf, om zo een huzarenstukje uit te halen van een mens letterlijk binnenste buiten te keren, daar moet ge wel speciale handen voor hebben.

En daarmee heb ik thuis weer plek om iets anders te hangen. Het is wel een probleem als ge schildert, want waar moet ge er overal mee blijven, hé.

Enfin, ik ben dus thuis geraakt. Inderdaad: slef-slef.

Hebt ge dat al eens voor gehad dat ge thuis komt en dat ge u direct op een stoel ploft? Ik niet. Best een zotte ervaring. Maar lang heeft dat zitten niet geduurd. Ik kon het niet laten om toch maar sla beginnen te kuisen (ja zeg, ik had honger en Herman had gezegd dat we biefstuk-friet zouden eten).

Maar langer dan drie minuten kan ik niet blijven recht staan, dus dan maar een stoel bij geschoven. Ge moet dat eens proberen, sla kuisen terwijl ge op een stoel zit.

En dan te zwijgen over de commentaren van mijn levensgezel. Die had er zich op ingesteld dat hij het roer hier zou overnemen, maar dat was buiten de waard gerekend. Ik heb het allemaal schoon in de war gestuurd.

– ‘Ja maar, gaat gij nu eten maken of doe ik het?’

Kijk, iedereen die Herman kent weet dat het onmogelijk is om hem kwaad te krijgen. Maar als hij dàt zegt, dan moogt g’er zeker van zijn dat hij het op zijn hespen heeft.

Och, we hebben er zelfs niet moeten over discussiëren. Mijn lieke was rap uitgezongen na die sla.

En tot mijn grote vreugde ben ik s’ avonds zelfs de trap opgeraakt, op verticale wijze, en niet schuivend op mijn billen zoals ik me had voorgesteld.

Het leven kan schoon zijn.

Herman is gisteren nog een paar kilo pijnstillers gaan halen bij de apotheker. Kwestie van mijn maag naar de botten te helpen. Want waar ga ik anders nadien over klagen als mijn darmen weer in orde zijn?

Voor de rest doe ik – zoals gezegd – mijn best met nutteloos te wezen. Het is niet gemakkelijk, maar het zal wel wennen. Ik maak grootse vakantieplannen, en organiseer alvast weekendjes en uitstapjes op langere termijn. Dat moet lukken.

Herman heeft vanmiddag een spiegelei voor me gebakken. Luxe. En ’t was nog lekker, ook. Eieren krijgt ge niet in het ziekenhuis. Of toch wel. Ik hoorde iemand vertellen dat ge wel een vacuüm verpakt hard gekookt ei kan krijgen, maar ge moet opletten dat ge het niet laat vallen, want dan blijft het botsen. Liever niet, dus.

Als ge er tegen kunt dat ik in kamerjas rondwaar, dan is bezoek heel welkom. Ik heb het excuus dat ik niets rond mijn schijnbaar zwangere buik kan verdragen om me niet te moeten aankleden. Weeral luxe.

De koffie moet ge zelf zetten en de koekskes moet ge zelf uit de kast halen. Maar er is voorraad genoeg.

Tenzij ik ze zelf allemaal opeet natuurlijk, want ik veeg mijn voeten aan de kilo’s die erbij komen. Na drie dagen zonder eten of drinken is de teller weer gezakt.

Hoewel….

Ik moest daar op die balans gaan staan en weet ge welk cijfer er toen verscheen? 137!!! Jawel, ge leest het goed. En bij de tweede poging bleef dat nog altijd hetzelfde. De verpleegster zag ook wel dat er iets niet klopte. En ja, dat ding stond op Lbs (de ponden dus).

En nog iets dat geslonken is. Ons Tineke had het al eens uitgeroepen:

– Ma, gij zijt percies gekrompen.

En bij het pre-operatieve onderzoek, waarbij ze ook willen weten hoe groot ge zijt, bleek inderdaad dat ze gelijk had. Ik ben verdorie vijf centimeter kleiner geworden. Potdekke jong, seffens moet ik nog op een ladderke staan om mezelf in de ogen te kijken in de spiegel.

Enfin, zolang mijn hersens nog niet te veel krimpen vind ik het niet erg.

Ik ga me in de zon placeren. En ik hoop dat jullie hetzelfde doen vandaag.

Tot blogs.

HET ZIEKENHUIS: DE LAATSTE ETAPPE – De eerste dag van de rest van mijn leven.

Bedankt, mijn lieve vrienden, voor alle goede raad. De kogel is door de kerk. Mijne knop is omgedraaid en morgenavond gaan mijn valies en ik weer naar huis.

Home sweet home.

Ik probeer dus te aanvaarden dat ik niet zal kunnen doen wat ik zou willen doen, ik zal er mij bij neerleggen dat ik voor een tijdje de calimero in mezelf moet laten spreken, en ik zal mijn best doen om mijn dagen zo nutteloos mogelijk door te brengen. Met een beetje goede wil moet dat wel lukken.

En niets houdt me tegen om grootse plannen te maken tegen de tijd dat ik me weer Hercules voel.

Want dàt is wat ik wel zeker weet: ik hoef vanaf hier geen ziekenhuizen meer. Ik heb het gehad. Mijn abonnement is op. Ge moogt mijn volle bonuskaart hebben voor wie geïnteresseerd is.

Het stoute stukske Annie (wat niet hetzelfde is als het stukske stoute Annie, hé Johan) is eruit. Dat kan me dus niet langer de duvel aan doen. En voor de rest voldoet mijn lijf meer dan wat gemiddeld mag verwacht worden met dat cijfer op de teller. Mijn kar zal nog wel efkes blijven rijden. Daar gaan we van uit.

En dan ga ik eindelijk eens écht met pensioen, en niet zoiets halfslachtigs zoals het tot hiertoe is geweest.

Hoewel – voor wie het niet wist – ik elke dag toch nog wel een paar uurtjes aan de mail zit met gewezen patiënten. Ik heb er zelf deugd aan om toch nog een beetje te kunnen helpen. Het verbaast me nog altijd dat er zoveel psychologen zijn die denken dat ze de psychiater moeten uithangen die enkel maar vragen stelt en luistert. Mensen zitten daar doorgaans niet op te wachten. Mensen van deze tijd willen vooruit, ze willen tips en eye-openers om door hun blinde vlek heen te boren. Ze willen daadkracht en energie. En gelijk hebben ze.

En ik geloof dat ze het er hierboven om doen: ze sturen altijd mensen op mijn pad die naar me toe worden gezogen als een magneet. Hier was een jong dametje op de gang hiernaast die een eerder zeldzame compulsieve stoornis vertoont. Ze roept namelijk te pas en te onpas een ongecontroleerde kreet. En neen, het is geen Tourette voor wie dat mocht opwerpen. Ik kon het kind er op die korte tijd niet van af helpen, maar ik weet zeker dat ze nu hoop in haar sjacoche heeft.

Maar deze blog heeft niet de bedoeling om dit soort van ernstige praat de wereld in te sturen, dus laat ik dan maar de koers wijzigen.

Ik heb hier weer heel wat mogen leren. In de apenkooi hadden ze het over de ziekenhuizen in de omgeving, en ik wil u deze wetenschap niet onthouden, al sta ik niet garant voor de echtheid ervan. Maar het zijn wel allemaal doorleefde verhalen.

Blijkbaar moet ge in Maria Middelares zijn voor de beste oncoloog, maar ge moet er wel bijnemen dat het een hark is als het om emotionele intelligentie en om communicatie gaat. Hij blijkt bot, geeft geen informatie en is onvriendelijk, maar hij kent zijn vak als de beste van kilometers in het rond.

En in het UZ Gent kunt ge maar beter niet zijn. Dat blijkt een fabriek te zijn waar het allemaal moet vooruit gaan en waar ze er niet erg mee inzitten om u als object te bejegenen. Een mevrouw had daarover ook een anekdote. Die moest voor haar operatie een infuus krijgen, en dat lukte van geen kanten. Ze zat helemaal doorprikt en ze was het zat om telkens al haar aders te laten springen, terwijl ze daar tijd stonden te verliezen want ze moest onder het mes. Op een bepaald moment zei ze:

– ‘Kom, geeft hier, die naald, da’k het zelf doen’. Ze heeft de boel er gewoon zelf in geploft.

Tja, ge neemt het maar voor wat het waard is. Ik was er niet bij.

Als afsluiter nog maar eens een woord van lof aan mijn gelegenheidsbeenhouwer. Hij heeft me wel mishandeld, maar ik ben hem eeuwig dankbaar voor het snijwerk dat hij heeft verricht. En een merci aan de verpleging, al moet ik eerlijkheidshalve erbij zeggen dat er hier en daar toch wel eentje tussen zat die ik soms in mijn fantasie achter het behang heb geplakt.

Niet te vergeten: ook een dikke merci aan ons Belgenland met het fantastische stelsel van sociale zekerheid. Ik voel me gekoesterd in een dergelijke maatschappij. Ze mogen ervan zeggen wat ze willen.

En als ik hier het verhaal hoor van een man die hier elke zes weken een drietal dagen moet komen doorbrengen om een aantal fleskes door zijn aders te laten stuwen die 150 Euro het stuk kosten…. en hij vertelde er dan bij dat hij aan het begin van zijn ziekte gedurende 10 dagen 35 van die flesjes per dag moest doorspoelen, dan is de rekening rap gemaakt. Niemand kan dat betalen als we niet solidair zijn met elkaar. En het kan ons allemaal overkomen. Laat ons maar blij zijn in ons apenland.

En last but not least mijn genegen en welgemeende dank aan al mijn lieve vrienden van dichtbij en van veraf. Ik voel bij elk van jullie een warm draadje dat onze harten verbindt. Echt waar.

Die verbondenheid is de motor van mijn bestaan, de mazout van mijne moteur, de plomb van mijn energie en de Roundup tegen het onkruid van het pessimisme.

En…..

Ik ga mijnen Herman verstikken onder mijn liefkozingen, ik ga mijn kinderen zo hard knuffelen dat ze hun ribben breken en ik ga mijn kleinkinderen verwennen dat het de rotste stinkerkes in de wijde omgeving worden. (maar nee gij!)

En ik hoop dat gij en ik, lieve lezer, het warme draadje nooit van ze leven doorknippen.

Mogelijk zal ik in mijn komende lege dagen nog wel wat bloggen. We zien wel. Maar dat is geen voorwaarde om mekaar te horen of te zien, dat weten jullie wel.

Morgenavond heb ik iets te vieren. Juist: de eerste dag van de rest van mijn leven.

Lectori Salutem.

 

HET ZIEKENHUIS : DE LAATSTE ETAPPE – Oplevering der werken.

Dat krijgt ge dan als ge u opstelt als een zelfstandig denkend wezen: dat ze u ook behandelen als een zelfstandig denkend wezen! En in een ziekenhuis komt dat heel onverwacht en onwaarschijnlijk over.

Ik heb hier al lovend en eerbaar gesproken over de jonge chirurg die me al deze miserie heeft aangedaan, en ik ben hem er heel dankbaar voor. Hij heeft mij ook altijd als ‘vol’ aanschouwd en bejegend. En toch vond ik het bijna schokkend dat hij mij gisterenavond vroeg wanneer ik van plan was om naar huis te gaan.

Comment? Zegt dat nog eens?

– ‘Hewel ja, ik laat het aan u over om te bepalen wanneer ge naar huis wilt.’

– ‘….meent ge dat nu?’

– ‘Ge evolueert beter dan de gemiddelde patiënt, en ik zeg niet dat ge hier direct naar huis moet, maar moest ge mij morgen zeggen dat ge overmorgen naar huis wilt, dan krijgt ge mijn zegen. Ge moet het maar zelf een beetje aanvoelen. Ge zult in elk geval thuis lekkerder eten hebben dan hier, en meer op uw gemak zijn.’

Amai mijne frak. Krijgt dat op uw dak.

En ik die dacht dat ik hier nog minstens een week de gehandicapte kon uithangen. Vergeet het.

Mijn grijze massa heeft de verbazing snel weggewerkt en is mee gestapt in de wereld van volwassen overleg.

– ‘Awel meneer doktoor, als de door u aangepakte nieuwe riolering weer in werking is gesteld gelijk het zou moeten, en als die verdomde pijn een beetje wil temperen, dan wil ik daar gerust nog eens over discussiëren.’

– ‘Als dat voor u de twee criteria zijn, dan hebben we een deal.’ zegt hij.

Blijkbaar moet ik me die pijn niet aantrekken (ge moet mij eens uitleggen hoe ge dat doet: pijn niet aantrekken), gewoon pijnstillers nemen. En het kalmaan doen. Goed luisteren naar uw lijf om te zien wat het aankan. Die pijn dat is omdat we die spieren helemaal hebben opzij moeten trekken om die darm eruit te halen, en we hebben er ook een deel van doorgesneden. Aye!

Denk….denk….denk…. ’t Is lastig wanneer ze zo een denkzaadje in uw hersens planten. Dat begint daar te groeien en te groeien tot het een hele boom is en dan is er geen plaats meer om aan iets anders te denken.

En het is alsof de duivel ermee speelt, maar van de slag begonnen die riolen daar ineens te rommelen en in gang te schieten.

Het doet me denken aan ‘den bouw’. Als de datum van oplevering nadert, dan blijkt ineens ook alles mogelijk en gaat alles ineens razendsnel vooruit. Kwestie dat ze de factuur kunnen maken.

Mijne cent is gevallen. Ik snap nu wat ze bedoelden dat ik één tot drie maanden thuis zou moeten revalideren. Ik had daar zo een vaag idee over in de zin van: ik zal wel mijn huishouden doen en tussendoor een beetje uitrusten. Maar dat is dus ijdele hoop. Ik ga de volgende weken (of maanden? Lieve God, neen hé) sloffend door het leven mogen gaan.

Lekkerder eten? Ik geloof niet dat ik in staat ben om in een pot te staan roeren.

…… zonet kwam de assistente van de chirurg hier binnen. Ik legde haar mijn hersenspinsels uit en ja hoor, ze beaamt ten volle dat ik mijn knopke verkeerd had afgesteld. Vergeet voorlopig elke actie die verder gaat dan slef-slef.

Het heeft dus geen zin dat ik hier blijf wonen tot Sint-Jutemis. Beterschap is een lange termijn woord.

Cursuske ‘geduld’ nodig Annie?

Ik zal in de loop van de dag nog wel eens bloggen, mannen, maar nu moet ik eerst een sigaret hebben. Het kan me niet schelen dat ze niet zal smaken.

En ik moet de ontregelde knop eens doornemen met mijnen Herman.

En ik ben heel benieuwd hoe jullie dit zouden aanpakken moesten jullie in mijn plaats zijn. Laat eens horen.

HET ZIEKENHUIS : DE LAATSTE ETAPPE – Mobiliteitsplan

Ik zal er niet over uitweiden, maar ’t was weer een luizige nacht met pijn en zweten. Uiteindelijk hebben ze me dan maar van die pillen gegeven in de vorm van een zware voorhamer waarmee ze op je kop kloppen en waarvan je de rest van de tijd buiten westen zijt.

Vanmorgen zijn ze nog maar eens bloed komen trekken. Ongelooflijk hoeveel dat ziekenhuis hier al van mij zomaar heeft weggenomen. En die vinden dat normaal  zulle, die generen zich daar niet voor. Die vragen zelfs niet of ik het goed vind. Ze pakken wat ze nodig hebben. Ze hebben nu al een stuk van mijn darm en liters bloed. Jaren terug hebben ze al eens een eierstok weggenomen. Niet dat het toen nodig was bleek achteraf, maar ze hebben het toch maar gedaan voor de zekerheid.  Wat hebben ze nog nodig in hun verzameling dat ik zou kunnen bieden?

Het voordeel van draad- en buisjesloos te zijn is dat ge dan kunt douchen. Zaligheid. En het was nodig, want gisteren was ik in staking gegaan. Ze hadden me beloofd dat die driedelige draad uit mijn hals mocht na het ontwaken, maar toen kwamen ze ineens op hun beslissing terug en moest ik wachten tot de dokter nog eens langs kwam. Poeh.

– ‘Kunt gij u zelf wassen mevrouw?’

– ‘Neen, ik was mij niet zolang die draad nog in mijn nek steekt. Ik ga in staking.’

Die verpleegsters vonden dat blijkbaar plezant. Ik geloof dat ze niet veel van dit soort koppige patiënten in huis krijgen.

En toen ze dan uiteindelijk die rotzooi er toch uit hadden gehaald, toen had ik geen goesting meer om me nog te wassen. Het was dus hoogdringend dat ik vandaag eens een dubbele portie douche nam.

Ik voel het ook een beetje als sociale verplichting, want sinds vanmorgen heb ik er een nieuwe buurvrouw bij gekregen. Een lieve oudere dame wiens schildklier er moet uitgehaald worden. Zo meteen komen ze haar halen en dan zal ze waarschijnlijk vervolgens ook een nachtje op intensieve moeten doorbrengen.

Sinds gisteren laat ik hier regelmatig mijn billen zien aan iedereen die erom vraagt. Ze hebben er weeral moeite mee om te geloven dat die Clexane (de rotzooi die ze inspuiten omdat je geen phlebitis zou krijgen) bij mij ongevraagde bijwerkingen geeft. Een paar dagen na de inspuiting komt er plots een rode vlek tevoorschijn, en daarop komt dan één of meerdere blazen die jeuken als de pest.

Mijn ziel, geest en lijf zijn samen een hecht team. Die vinden alle drie dat we geen chemische troep moeten hebben en dan vormen ze een serieus front tegen alles en iedereen die daar anders over denkt. Mijn ziel zorgt ervoor dat mijn moraal goed genoeg is om zelf die genezing in te zetten, mijn geest ontpopt zich tot een niet geziene assertieve aanvaller die ge allicht niet vergeet, en mijn lijf toont zijn grote gelijk door bubbels, vlekken, zwellingen, en andere fraaie verschijnsels te toveren voor wie overtredingen begaat.

En hoe duidelijk ik het voor mezelf altijd wel weet, toch trap ik meer dan me lief is in de val van mensen die het allemaal beter menen te weten.

Toen ik gisteren met mijn rolwagen op mijn trage tempo mijn kamer inreed, stond daar een dame die me een volle minuut stond aan te gapen. Ze blijkt de kinesiste te zijn.

– ‘Bent u rolstoelpatiënte, mevrouw?’

– ‘Heu, neen zeker? Of wel? Het ligt eraan wat ge daarmee bedoelt.’

– ‘Voordat u naar het ziekenhuis kwam, zat u dan ook al in een rolstoel?’

– ‘Ba neen, ik heb dat hier voor het eerst ontdekt en het is een gemak voor de lange afstanden.’

– ‘Maar mevrouw, het is de bedoeling dat u bewéégt, hé!’

– ‘Ja maar, ik bewéég wel hoor. Ik doe niets anders dan op en neer wandelen, ik was mezelf, ik behelp mezelf met alles, ge moet niet denken dat ik mijn dagen doorbreng in die rolstoel.’

Maar of ik dat nu tegen de muur zei of tegen die madam, dat bleef helemaal gelijk.

– ‘Kom, ik ga met u de gang eens op en af lopen.’

– ‘Als ge dat graag doet, dan wil ik dat gerust doen voor u. Ik heb hier alle tijd van de wereld. En gij ook precies.’

Ze hangt mijn drie zakken vloeistof aan eens staander en dan biedt ze me haar arm aan.

– ‘Neen, dank u, ik hoef uw arm niet. Ik sta stevig op mijn benen. En ik kan die staaf ook zelf wel voort duwen hoor.’

Maar dat liet ze me niet toe. Waarschijnlijk zou ze dan helemaal het gevoel gehad hebben dat ze zinloos bezig was.

Wanneer we na die op-en-af terug op de kamer komen zegt ze betuttelend:

– ‘ziet ge wel, dat ging goed he. Ge moet dat alle dagen doen hé mevrouw.’

– ‘Maar ik doé dat alle dagen.’

Neen, dat heeft ze weer niet gehoord.

Ik hou van mensen, maar dit is het soort waar ik toch echt moeite moet voor doen. Dat geef ik eerlijk toe. Dergelijk gedrag getuigt van zoveel zelfingenomenheid en eigen waarheden dat ik telkens het gevoel heb tegen een lege en dichtgeplakte kartonnen doos te praten.

Bent u rolstoelpatiënte? Allez zeg, ge moet mij eens vertellen wat de definitie is van een rolstoelpatiënte. Is dat iemand die altijd in zo’n stoel met wielen zit? Of zijt ge het ook als ge 1 dag in zo’n ding zit?

Schaf dergelijke woorden toch af, mensen.

In elk geval heb ik me toch maar weer laten doen en ben ik de rolstoel netjes gaan parkeren bij de anderen. Ik ben vervolgens zonder enige ondersteuning naar beneden gegaan, en toen ik terugkeerde meende ik dat ze me met een vuilblik en stoffer van de grond zouden mogen schrapen. En pij-ij-ij-ijn!

En dan zegt de hoofdverpleegster:

– ‘Maar mevrouw, ge moet wel meer rusten hé. Ge zijt echt wel een beetje te actief bezig.’

Gisterenavond heb ik dan een rollator gekregen. ’t Is toch plezant zulle, om al die dingen nu al eens uit te proberen. Dan weet ik tenminste al hoe die dingen werken tegen dat mijn lijf het helemaal laat afweten.

Maar, ’t wilt weer lukken, met die rollator was er wat mis. De verpleegster excuseerde zich ervoor. De rem stroefde een beetje zodat die een voortdurend brommend geluid maakt. Ik vind het niet erg. Integendeel, dan moet ik niet claxoneren als ik de mensen voorbij raas. (haha).

De mensen kijken wel allemaal om als ze me horen afkomen. Zo ook dat verpleegstertje hier op de gang. Ze bleef staan kijken en vroeg zich af wat er schortte.

– ‘Blijft hij haperen?’ vroeg ze.

– ‘Neeneen, het is een elektrische. Die maken zo’n geluid.’ zeg ik.

– ‘Ooooh, maken ze die nu ook al elektrisch? Dat wist ik niet. Het is de eerste keer dat ik dat zie.’

– ‘Ja ’t zal wel. Maar neen, kinneke toch, hij maakt gewoon lawaai. Dat is helemaal geen elektrische!’

– ‘Och god, wat ben ik toch naïef!’ beklaagt ze zichzelf.

Maar ik vind het schoon als mensen naïef zijn. Dat is pure onschuld.

 

Tot de volgende!

HET ZIEKENHUIS: DE LAATSTE ETAPPE – Draden ontkoppelen.

Ik had me nochtans gezworen het roken op te geven, want al mijn pogingen ten spijt blijven sigaretten een smerige bedoening. Ik snap niet hoe dat komt.

Waarom ik dan toch weer besloten heb om nog een keer de sprong te wagen? Och, ik heb weer eens zo’n chagrijnige nacht achter de rug. Kotsmisselijk en deze keer met koorts erbovenop.

Allez…koorts….?

Kijk, als ons Tineke dit leest, dan geeft ze me zeker en vast voor 100% gelijk.

En ik zal u er direct bij vertellen waarom: die haar lijf is precies een cloon van het mijne, dus dat is altijd handig als er iets aan scheelt, want dan moet ge enkel maar eens gaan kijken bij de replica en ge zijt al voor de helft geholpen.

Ons Tineke die heeft ook vissenbloed, net zoals ik. Waarmee ik wil zeggen dat wij een normale lichaamstemperatuur hebben van 35,5° (ja, ik weet het, dat is nog altijd meer dan de vissen, maar ge moet een beetje goede wil tonen en uw fantasie gebruiken, hé).

In de winter is het plezant om dan een partner te hebben die zijn kachel een paar graden hoger heeft staan. Maar in de zomer dan moet ik soms beleefd vragen aan Herman of hij alstublieft zijn liefkozingen wil staken want dan heb ik het gevoel dat zijn handen warme strijkijzers zijn die mijn plooien proberen glad te strijken.

Die hele uitleg dus om u te vertellen dat ik deze nacht 37,3° had en dat ik me dus stik-beroerd voelde. En ze mogen mij honderd keer zeggen dat het geen koorts is, en het maakt me niet uit welke theorieën ze uit hun kast toveren om dat allemaal te staven, voor mij voelt het niet lekker. Punt.

Dus…

daarom besloot ik toch nog maar eens mijn heil te gaan zoeken in een sigaret. Neen, ik ben niet in staat om tot beneden te stappen. Mijn buik lijkt wel een luchtballon. Als ge daar een prik in geeft, dan ploft die. Ofwel ga ik in cirkeltjes de lucht in zoals de beweging van een ballon als ge die laat afgaan. En ik zou er dezelfde geluidjes bij maken ook.

Maar ik ben sinds gisteren geslaagd in de bekwaamheidsproef rolstoel rijden. Het is bovendien een goede oefening voor mijn armspieren die er tegenwoordig ook maar belabberd bij hangen. Al moet ik zeggen dat mijn tempo nog lager ligt is dan een slakkengangetje.

Ik dus slof-slof naar beneden (of rol-rol, als je wil). En eerlijkheidshalve moet ik vermelden dat de gazet-verpleegster zo vriendelijk was om me een eindje mee te nemen door de gang tot aan de kamer waar ze een klus te klaren had. Mensen zijn nooit helemaal slecht, dat heb ik altijd gezegd. En iedereen heeft het recht om er een hoek af te hebben.

Beneden gekomen schrijd ik voort in mijn limousine en ik kom voorbij de ruimte van de inschrijvingen waar mensen moeten wachten tot hun nummertje wordt afgeroepen. Amai, wat was me dat een overrompeling. Zo vol heb ik het daar nog nooit gezien. Er stonden overal mensen recht omdat de zitplaatsen allemaal benomen waren. Ik kreeg het gevoel dat het daar niet om inschrijvingen ging, maar dat ze daar gewoon een gratis tombola hadden georganiseerd. Het maakte het voor mij extra plezant om daar op mijn dooie gemak langs te sloffen en in de mensen hun weg te lopen.

Uiteindelijk slaag ik erin om me door die draaideur te loodsen. Dat is echt geen sinecure, zulle. Vooral omdat ik gemerkt heb dat aan de andere kant van de draaideur de plaveisels een beetje bergaf gaan. Als ge niet uit uw doppen kijkt dan vlamt ge met uwen hele conservenwinkel onder een taxi.

Ik voel me al zo mottig als een voordeur voordat ik nog maar een vinger heb uitgestoken naar die sigaret. Laat ons dan nog niet spreken over het effect van de echte stuff.

Eerst en vooral: slecht, maar slécht! En vervolgens begint mijn hoofd te tollen alsof ik een doorgewinterde junkie op oorlogspad ben. Ik zag enkele mensen naar mij kijken. Het moet aan mij te zien geweest zijn dat ik ze daar niet allemaal op een rij had.

Ik dacht: Annie meiske, hoe gaat gij hier met uwe mobiel terug door die draaideur geraken hé?

Ik weet niet of er daar camera’s hangen, maar mijn gedacht zouden ze die gerust kunnen gebruiken voor educatieve doeleinden. Enfin, om te tonen hoe het niet moet.

Voor alle veiligheid ben ik efkes blijven staan, of beter: zitten, vooraleer ik voorbij de gratis tombola kwam. Een mens moet weten wanneer hij op zijn effen moet komen. En toen mijn blik weer een beetje minder op oneindig begon te staan, dan viel mijn oog weer op een ander interessant gegeven.

Komt daar een jonge moeder voorbij die haar zoontje voortduwt in een buggy. Ik schatte het manneke een maand of 10. Zegt dat moederke:

– “Lowietje, gaat ge buiten uw mutske aan doen of niet?”

Maar ge meent dat nu toch niet? Of ligt het aan mij? Stelt u voor dat Lowieke ineens antwoordt:

– “Och ma, ik zal wel zien hoe koud dat het is als ik buiten ben. Ge moet daar zo niet mee bezig zijn.”

Ik kan me niet voorstellen dat ik vroeger ook zo’n stomme vragen aan mijn kinderen heb gesteld toen ze nog zo klein waren. Ik geloof dat ik gewoon die muts nam en ze op hun hoofd plofte als ik vond dat het te koud was. Maar ik durf er mijn hand niet meer voor in het vuur steken. De ouderdom maakt de dingen wat waziger, en vooral narcoses zijn nefast.  Vanaf hier sta ik dus niet meer garant voor mijn herinneringen. Dat is op zich ook wel plezant, want dan kan ik er allerlei onwaarheden aan vast breien en mijn groot gelijk blijven uitbazuinen.

Een uur geleden is hier een delegatie van drie verpleegsters gepasseerd om mijn driedelige catheder uit mijn hals te halen. Ge weet wel, die dat ze met dat steekske hadden vastgezet.

Brrr. Vieze bedoening. Ik moest plat op bed gaan liggen en dan zetten ze dat bed helemaal schuin zodat mijn hoofd naar beneden hing. Ze zegden dat zoiets moest omdat er in die ader geen lucht mag komen die dan naar de longen zou gaan.

Dan eerst die hele plakboel lostrekken, vervolgens de draadjes doorknippen en dan de voorzichtige verwijdering der vreemde voorwerpen uit mijn geliefd lijf. En vooral lang blijven duwen zodat de boel daar niet ontaardt in een rode fontein.

‘Singing ya ya youpi youpi yeah!’ Ik heb dus geen enkele – ge leest het goed – GEEN ENKELE buis meer in mijn lijf steken. We gaan elke dag een stukske vooruit. Al mocht het wat mij betreft wel een beetje meer opschieten.  Vooral de heraanleg van die riolering heeft toch nog niet veel bewezen, want er is langs daar nog niks gepasseerd. De loodgieters zijn niet meer wat ze geweest zijn, hé. Ze hebben me intussen weer een ander soort ‘spul’ doen drinken. Godsammejee, wat hebben ze hier toch al allemaal in mijn vege botten gegoten!

Ze steken wat uit met een mens.

Het doet me eraan denken dat ik nog moet vertellen over mijn spierpijn en vooral over de oorzaak ervan.

Toen ik van recovery naar intensieve ging was ik niet in staat om een millimeter van mijn lijf te bewegen. Ik schreef het al dat ik zelfs mijn hoofd niet kon draaien, zelfs geen knikje geven.

Pas een dag later is daar heel voorzichtig wat uiterst pijnlijke beweging in gekomen. Ik kan geen lichaamsdeel noemen waar ik geen spierpijn had. Het leek wel of er een of andere drietonner over mijn gestel was gereden.

Dus vroeg ik aan de assistent chirurg wat ze feitelijk uitgespookt hadden terwijl ik daar in coma lag, want ik had toch zo’n klein beetje twijfels. Ah ja, ze pompen u in slaap om uwen buik open te rijten, en ge wordt wakker met spierpijn van aan uw kruin tot aan uwen dikken teen.

– ‘Ik heb het gevoel dat jullie in die OK me met twee hebben vastgenomen, de een aan mijn hoofd en de ander aan mijn voeten, en dat jullie dan elk naar een andere kant eens goed gewrongen hebben zoals ik mijn dweil uitwring als ik de vloer aan ’t kuisen ben.’

Neen, dat was blijkbaar niet de goede uitleg. Ik zag het aan haar gezicht. Maar ze veegde die onzin toch ook niet helemaal van tafel, zulle. Weet ge wat ze zei?

– ‘Van zodra dat ge op die smalle operatietafel ligt en onder narcose gaat, dan draaien wij die tafel. Daarom dat we u eerst goed moeten vastmaken. We brengen het voeteneind helemaal omhoog, en uw hoofd hangt dan naar beneden. En vervolgens gaan we u in die houding dan nog eens schuin zetten zodat de zwaartekracht ervoor zorgt dat uw ingewanden naar één kant schuiven. En dan kunnen wij daar bovenaan gemakkelijk starten met ons werk en zo schuiven we systematisch op.’

Mijn verbeelding zal niet meer zijn wat ze geweest is, maar ik zie daar dan het beeld van die geslachte varkens die met hun kop naar beneden hangen en hun buik opengesneden zodat ge de pensen kunt zien hangen.

Ik hoop dat ze bij mij een labeltje aan gehangen hebben: ‘Niet voor consumptie’.

 

En tot slot ga ik nu eens een gunst vragen aan mijn lezers. Ge weet dat ik de vorige keren al verteld heb over de vele onbekende lezers, en dat het er elke dag zo’n 80-tal waren. Die boost is nu terug. Maar het wordt een beetje saai, hé.

Kunnen jullie er mee voor zorgen dat er nog meer trouwe lezers aangesproken worden? Bijvoorbeeld door te delen op Facebook, of op Twitter of op LinkedIn?

Voel je niet verplicht, maar weet dat ik het wel plezant zou vinden om dat cijferke te zien stijgen.

Alvast een dikke merci.

HET ZIEKENHUIS: DE LAATSTE ETAPPE – Rioleringswerken

 

Neen, lieve lezer, ik zit nog niet aan mijn 75% mens,  maar ik kan even goed proberen mijn gedachten op mijn PC te concentreren dan op dat rioleringsnet bij mij vanbinnen. Het zit hier te nijpen en te trekken en te duwen alsof ze daar in die donkere gevesten zelf niet goed weten welke kant ze op willen.

En niet weten wat ze willen, dat is hier in het ziekenhuis ook een beetje van toepassing. Ik kreeg op voorhand de goede raad om te bewegen van zodra het maar mogelijk is. Ons Annie is altijd gemotiveerd om advies op te volgen (als het ergens op slaat), maar nu zeggen ze ineens dat ik het misschien toch een beetje te bont maak en dat ik het rustiger moet aanpakken. Ja zég.

Maar voordat iedereen massaal ‘Ooh’ en ‘Aaah’ begint te roepen:  het kan ook zijn dat mijn buik het plezant vindt om met toeters en bellen aan te kondigen dat de laatste geplogenheden der rioleringswerken eraan zitten te komen. De nabije toekomst zal het uitwijzen, en ik ga bij deze in geen enkel geval beloven dat ik jullie op de hoogte zal houden. We moeten het hier toch nog een klein beetje proper houden, hé.

Laat ik eens proberen te vertellen over de dingen die ik nog weet voor zover een mens dat soort dingen nog weet (zeg, Annie, ik weet niet zulle, maar als ge dat soort zinnen blijft schrijven dan gaan de mensen binnenkort beginnen te twijfelen aan de gevolgen van uw narcose).

In beknopte versie komt het erop neer dat ik vorige donderdag in de voormiddag het wondermiddel gedronken heb, netjes zoals afgesproken. Vervolgens zit ik met dichtgeknepen billen naast  Herman in de auto, aan wiens gezicht ik zie dat hij zich schuldig voelt omdat we een paar kleinere files moeten trotseren. Den duts.

Bij de inschrijvingen moet hij het even van mij overnemen, want ik moet in alle spoed naar de dichtst bijzijnde sanitaire voorzieningen. Allez, denk ik bij m’n eigen, de estafette is begonnen.

Ik krijg weer een nette kamer met groen en rustig uitzicht, bed aan de vensterkant. Ik maak kennis met een jong meisje die een ontstoken cyste heeft in haar hals. Braaf kind, maar een moeder die zo dom is als het achterwerk van een koe aangezien ze daar een hele namiddag van 14 u tot 20u komt zitten hoesten en proesten en snotteren zodat de hele kamer vol microben hangt. Moest ik niet een beetje opletten met de ziektekiemen, meneer doktoor? En kan het dan zomaar dat jullie de teugels hier zomaar laten vieren in dat hospitaal?

En dan nog iets, meneer doktoor. Hoe zit dat met mijn dossier? Hoe zegt ge? Gewoon efkes verloren gegaan? Allez zeg? Gewoon ergens gelegd waar het niet zou moeten liggen? Welwel.

Uiteindelijk blijkt het de schuld van de verpleging van de vorige keer die mijn dossier gewoonweg op hun verdiep hebben laten liggen in plaats van het retour te zetten naar de dienst opname. Soit. Eind goed, al goed. Ik mag nu op mijn twee oren slapen dat ze mijn stuk darm eruit zullen pleuren en niet een stuk van mijn dikke teen afzetten.

Donderdagavond sluiten we af met een absolute topper: de astronautenvoeding bestaat ook in aardbeiensmaak!  En ik weet niet of ze daar ook stiekem een slaapmiddel in gedaan hebben, maar ik heb in elk geval geslapen als een roos.

Zelfs in die mate dat het allemaal een beetje snel moest gaan die vrijdagochtend. En ik beken: daar heb ik dan wel efkes de track gekregen. Maar uiteindelijk werd ik al snel geanimeerd door de chirurg en zijn team. Lag ik daar onder die twee grote lampen en vonden ze niet beter dan daar een soort van theekransje houden rond die plank waarop ze me aan het vastbinden waren. Het had bijna iets gezelligs.

Ik mag hier geen oordelen vellen. Of toch? Ja natuurlijk mag ik dat. Ik weet alleen niet of het een juist oordeel is en of het terecht is. In elk geval heb ik wel even mijn wenkbrauwen omhoog getrokken van op mijn surfplank onder de spotlights toen de anesthesist me zei dat ik me even naar voor moest buigen omdat hij me een spuit in mijn ruggenwervel zou geven. Meteen daarop corrigeert de assisterende chirurge hem, zeggende dat dit niet klopte. Ahum???

Vervolgens prikt hij in mijn hand, maar ….poef… ader gesprongen. Ik heb het verder niet meer in het oog gehouden waar ze overal buizen en catheders hebben gestoken. Bij het ontwaken hebben we er een achttal geteld. We kunnen er dus van uitgaan dat het ergens toch moet gelukt zijn om dat vermetel vergif in mijn lijf te krijgen zodat ze hun ding konden doen.

Het mottige is dat ze zo’n drie-armig monster in mijn hals hebben geplugd. Knal. Gewoon direct in die fameuze ader waar ge de mensen kunt dood steken. Ze spelen hier graag vieze spelletjes. En weet ge wat nog veel viezer is? Ze hebben die driebuizige vriend gewoon vastgenaaid in mijn hals. De vuilaards! Ba ja, gewoon vastgezet met een steeksken of twee zodat het niet los komt.

Ons moeder deed dat ook wanneer iets niet mocht los komen toen ik kind was. Dan zei ze: kom, ik zal het vast maken met een steekske. Ik zou die mannen hun moeder graag eens tegen komen. Volgens mij hebben die dat beroep gewoon gekozen omdat hun moeder zo goed kon naaien. Volgens mij zitten mijn darmen nu vast met de kruiskessteek en is er misschien zelfs een bloemeke op geborduurd. Of de initialen van de chirurg. Kwestie van zijn marketing te onderhouden.

Ik moet hier straks nog iets vertellen over dat naaien. Eerst mijn ‘draad’ vasthouden.

 

Ik ben er zeker van dat Maddy, de verpleegster van de recovery, mij nadien liefdevol heeft opgevangen, net zoals ze ervoor had gedaan, maar eerlijk, het is allemaal een beetje in een roes aan mij voorbij gegaan. Ik weet alleen dat de chirurg me is komen vertellen dat ik eerst naar intensieve zou gebracht worden en dat ik waarschijnlijk de volgende dag (zaterdag dus) tegen de middag naar de kamer zou gebracht worden. En, zegt hij terloops langs zijn neus weg, het is lang weekend, dus ik kom pas dinsdag terug. Niet aantrekken. Mijn assistente is er, en bovendien was het een prima operatie zonder complicaties. In 2,5 uren zat het er al op. En ’t moet gezegd, ge had uw anatomie mee, hé.

Kijk, ik mag nog half in coma liggen, maar als ze zoiets zeggen, dan hoor ik dat wel en wat nog sterker is: ik onthoud het zelfs.

Senne, de verpleger op intensieve, heeft zorgvuldig over me gewaakt die nacht. En ik kan het weten want vlak voor mij hing de klok en ik werd een ganse nacht lang elke 5 minuten wakker nadat ik voor mijn gevoel een eeuwigheid in diepe slaap had gelegen. En wel dertig keer kwam Senne in en uit lopen om allerlei parameters te checken en om fuel bij te gieten waar het nodig was.

Over de invloed van die verdoving moet ik toch nog één en ander gaan opzoeken, want ik heb zo het lichtblauwe vermoeden dat er in dat spul meer spul zit dan je zou verwachten. Zo heb ik gemerkt dat ik niet alleen (blijkbaar gelukkig tijdelijk) mijn geheugen kwijt was, maar dat ik ook op een behoorlijk rare manier uit de hoek ben gekomen.

Niet dat ik mijn hand omdraai om raar uit de hoek te komen in normale omstandigheden, en daar dan op de koop toe ook nog eens mijn broek aan te vegen, maar deze keer vond ik het zelf gênant, en dat wil dan toch al iets zeggen.

Op intensieve zie ik plots vanuit het halfduister een verpleegster op me afduiken, die – alsof ze verschrikkelijke haast heeft – een plakker op mijn arm wil plakken. Ik moet dus op dat moment toch genoeg bij zinnen zijn geweest, want ik vroeg haar:

– ‘Wat is dat?’

– ‘Een nicotinepleister.’

Frustratie. Ik was niet in staat om mijn lijf te bewegen, zelfs niet om mijn hoofd te draaien, dus laat staan dat ik me kon wegtrekken. Dus heb ik maar meteen mijn ander wapen getrokken en gezegd:

– ‘Neen, ik wil dat niet. Ik hoef geen nicotine, en al zeker geen pleister. Ik heb daar niet om gevraagd en ik snap niet dat jullie me dat ongevraagd willen opsolferen.’

– ‘Ja maar ik heb de klever er nu al af getrokken. Ge moet het gij maar zelf weten, zulle.’

– ‘Hoe ik moet het zelf maar weten? Dat ge hem al afgetrokken hebt is mijn probleem niet. Ik ben bovendien allergisch voor nicotinepleisters, dus vergeet het maar dat daar overleg over is geweest. En reken maar niet dat ik er voor betaal.’

De verpleegster in kwestie – ik veronderstel dat het een verpleegster was, want wat zou een verzuurde heks op intensieve komen doen? – zei geen woord meer. Ze perste haar lippen op elkaar, draaide zich met een ruk om, en liep naar een andere verpleegster waar ze met veel ge-gesticuleer begon uit te leggen wat voor een verrot sujet ik wel was. (Ja ik geef toe, dat is mijn interpretatie, want ik heb helemaal niet gehoord wat dat mens daar stond te vertellen).

Nu zult ge zeggen: amai zeg, die Annie, dat is soms wel een rot stuk vreten. Maar dan hebt ge alles nog niet gezien. Het ergste komt nog.

Tegen de middag vervoert men mij terug naar de kamer. En wie zie ik daar zitten te snotteren? Jawel, de hoest-proest-mama. Daar werd ik echt niet vrolijk van.

Maar dàn……. dan gebeurt het.

Ik zie een spuitbusje op mijn nachtkastje staan. Ze hebben dat daar zomaar neergeploft. Waartoe dient het? Hoe moet het gebruikt worden? Wie heeft dat voorgeschreven? Allemaal vragen die door mijn dolle hoofd razen en die mij doen veranderen in een zwarte bizon die de stoom uit zijn grote neusgaten blaast.

Ik vraag dus beleefd, maar met de nodige strenge ondertoon wat ik te vragen heb. En ik had kunnen verwachten dat het antwoord van dat verpleegstertje alleen maar olie op het vuur was.

Neen, ze wist niet wie dat voorgeschreven had, en neen, ze wist ook niet waarvoor het diende, en neen, jammer, ze wist ook niet hoe je het moest gebruiken.

Ik heb daar iets uit mijn botten geslagen dat het al hetzelfde was als met die nicotinepleisters en dat ze er op die manier wel aan uit geraakten met hun kosten.

Vijf minuten laten lig ik te krimpen van de pijn. ’t Zal u leren om u zo op te fretten, Van Mulders. Slecht karakter dat ge zijt.

Maar voor mijn zieleheil: ik heb de volgende dag mijn excuses aangeboden. En vanaf daar ben ik weer de Grote Vriend van de verpleegsters geworden. Ik steek het heimelijk op de verdoving, dan hoef ik die verantwoordelijkheid ook weer niet meer te dragen. Goed van af.

En ja, die stomme sigaretten. Ik heb nu al vier pogingen gedaan om te roken en elke keer vind ik het smerige troep. Wat jammer toch, want vroeger heeft me dat altijd zo goed gesmaakt.

En nochtans hebben die pogingen behoorlijk wat moeite gekost hoor. Aangezien ik zelf nog niet in staat ben om meer dan drie meter te stappen ben ik dus afhankelijk van anderen om mij naar de rookruimte te begeleiden.

Ik wist uit vorige ervaringen dat er afdelingen zijn die met plezier mee gaan met de patiënten. Hier niet.

– ‘Neen, daar hebben wij geen tijd voor’.

Tja, dat is natuurlijk een argument. Maar niet wanneer de betrokken verpleegster zich vervolgens neerploft op mijn stoel, en ostentatief mijn gazet open slaat terwijl ze achteruit leunt om de grote titels voor te lezen voor haar collega. Op deze afdeling hebben ze nog heel wat werk aan hun consistentie.

En denkt gij nu dat ik mijn grote bek heb open gezet om die madam haar zeven waarheden te geven? Ba neen, ik heb gelijk een heilig deezeke gezwegen en braaf gewacht tot Herman of mijn zonen (met schoondochter) zo lief wilden zijn om langs te komen. Mijn dochter was niet beschikbaar want het kind had eindelijk eens de kans om er een weekendje tussenuit te piepen. Zij zou het ook gedaan hebben. Maar al de rest van mijn vrienden? Vergeet het. Die zouden die sigaret nog liever in mijn achterste steken dan me te laten roken. Och, ik neem het hen nog eens niet kwalijk. Ik zou het zelfs bijna lief gaan vinden (op voorwaarde dat ze een andere opening vinden dan daar).

Intussen zijn die rotpijnen in mijn buik wat gaan temperen door nog maar eens een halve kilo chemische verbindingen, maar ben ik wel beginnen te niezen als een allergische pruimelaar. Tijd dat ik weer wat recup neem.

Maar eerst moest ik nog iets vertellen over dat naaien.

Neen, blijkbaar naaien ze die darmen niet aaneen. Dat wist ik ook niet, tot ik vandaag de juiste uitleg kreeg. Ik heb op dat moment verschrikkelijk veel spijt gehad dat ik de uitleg heb gekregen want, manlief, ik heb me daar de slappe lach gekregen dat ik zelfs dacht dat mijn darmen het zouden begeven. Pijn dat het doet als ge lacht. Gisteren hadden mijn zonen mij ook al liggen met hunne zever, en vandaag dan weer de assisterende chirurg.

Zegt ze: Als we dan het stuk darm eruit gehaald hebben langs die grootste snee – dat is eigenlijk de keizersnee – dan moeten die twee stukken darm aan mekaar gemaakt worden. En dat kunnen we dus niet langs de buitenkant van de darm doen. Daarom steken we dus een nietjesmachine in uw gat en ploffen we een paar agraffen in die darmen.

Maar neen gij, ge gelooft dat toch niet! Ik bedoel: ze heeft dat niet op die manier gezegd. Chirurgen hebben het over uw rectum en over uw anus. Die gebruiken geen gore taal – althans niet op hun werk. Maar het is wel echt waar dat ze dat met een soort van nietjesmachine doen.

Allez, ’t is uwen toer om te lachen. Ik hoop dat het bij u meer deugd doet dan bij mij.

Tot blogs.

 

HET ZIEKENHUIS: DE LAATSTE ETAPPE- het laatste avondmaal

Vanavond eten we Nasi-goreng met kippenlever. Velen zullen het vies vinden, maar ik vind het heerlijk. En mijn eega, die vindt mijn (soms al te) creatieve keuken altijd subliem, dus daar moet ik me geen zorgen over maken.

Het laatste avondmaal… ’t is te zeggen, toch voor efkes. Want morgenavond krijg ik – en dat weet ik nog van mijn algemene repetitie – een flesje astronautenvoeding waarvan ge tot de laatste druppel alles verteert. Ik heb het de vorige keer niet voor de helft door mijn strot gekregen. Nog liever honger.

En vervolgens geen eten, noch drinken. Darmen moeten rusten, schijnt het. Blijkbaar krijgt ge dan wel een spray met water zodat uw keel niet dicht slibt van de droogte. Toffe vooruitzichten.

Terwijl ik hier zit te schrijven draaien de wasmachine en de droogkas op volle toeren. Mijn controledrang zegt me dat alles moet gewassen en gestreken in de kasten liggen vooraleer ik vertrek. Ik vind het een geruststellende gedachte dat mijn levensgezel een proper onderbroek aan zijn billen zal hebben.

De diepvries zit volgepropt met klaargemaakte spullen zodat mijn lief niet moet omkomen van de honger, en ik geloof dat mijn huis zo stilaan begint te gelijken op een kijkwoning waar alles clean staat te wezen.

Waar een operatie al niet goed voor is. Zo is mijn rotzooi eindelijk eens opgeruimd geraakt en is het oude stof van de kasten. En zeg nu zelf, wat zou een mens anders moeten doen in afwachting van de sprong in het duister, als je toch niks kan ondernemen en je leven onverwacht op pauze wordt gezet.

Geen welness met vriendinnen, geen lange ritten met de auto, voorzichtig met snotterende kleinkinderen want er mag nu echt geen infectie meer bijkomen, geen lange wandelingen, gewoon kalm aan doen. Het heeft in elk geval het voordeel dat ik nu al weet hoe het voelt wanneer ik oud en versleten zal zijn en geen weg meer op kan. Sloffend door het leven. Hoera.

Gisteren mailde ik naar een vriendin dat we nog even langs de notaris moesten passeren. Maar ik zei er niet bij waarom. Krijg ik toch geen mail terug met de vraag of ik niet voldoende vertrouwen heb ik haar kaarskes. Leuk.

Neen, ik ga ervan uit dat ik dit wel overleef. En indien niet, dan is daar toch ook maar niks aan te doen. Ge krijgt het leven en ze nemen het weer weg. Daar hebben we geen zeggenschap over. Mij best. De natuur zit zo in mekaar.

Mijn valies staat gereed. Inclusief het aardappelmesje want ervaring leert dat ge met de botte ziekenhuismessen onmogelijk fruit kan schillen. De PC moet Herman later brengen, want terwijl ik op intensieve lig weet ik niet of die geen pootjes zou krijgen. En ik zal nog niet direct voldoende van deze wereld zijn om te kunnen bloggen. Dus beetje geduld.

Maar ik heb al wel die witte kousen mee gekregen de vorige keer, en die neem ik nu weer braaf mee. Heel sexy zien die eruit. Aan de witte kousen kunt ge zien wie er net onder het mes is geweest. Dat is standaard. Misschien doen ze het gewoon daarom: om je te herkennen als ge wegloopt.

Hier naast mij ligt een hoop documenten en facturen die ik intussen netjes heb gerangschikt in vier verschillende dossiers voor de hospitalisatieverzekering. Ge moet tegenwoordig echt wel gestudeerd hebben om het uit elkaar te houden. Het is namelijk zo dat ik zodanig vaak en kort na mekaar werd opgenomen dat ik telkens een nieuw dossiernummer kreeg, dezelfde formulieren moet invullen, maar vooral goed de data moet uit elkaar houden. Probleem is dat die data mekaar overlappen. Ik kreeg mijn darmen niet aan het verstand dat ze het een beetje simpel moesten houden. Zorg voor later.

Mijn schilderij zal ik vandaag niet meer af krijgen. Maar daar zit niemand op te wachten. Ik vind het alleen jammer dat ik mijn verfspullen niet kan meenemen naar ginder. En ook mijn piano zal ik missen. Moet ik weer alles van vooraf aan gaan zitten inoefenen na mijn thuiskomst, want – wat ik vroeger niet wist – is dat ge dat getokkel moet onderhouden of ge zijt het kwijt.

En ik kijk er in elk geval naar uit om daarna weer te kunnen kletsen met mijn kinderen, te kunnen dollen met de kleinkinderen, te kunnen welnessen en shoppen met mijn vriendinnen, het vliegtuig nemen naar de zon, mijn bonen plukken in den hof, en gewoon te kunnen schijten gelijk een normaal mens.

Tot blogs.

 

HET ZIEKENHUIS: DE LAATSTE ETAPPE – Nieuwe planning

 

 

Het voordeel van die blog is dat ik niet telkens hetzelfde verhaal moet vertellen aan verschillende mensen. Ook niet aan mijn huisarts. Die leest ook de blog. En – achteraf beschouwd – zou het misschien wel handig zijn mochten al haar patiënten hun wedervaren op papier zetten voordat ze op consultatie gaan. Haar avondwerk zou minstens met de helft van de tijd inkrimpen en ze zou zich op een ordentelijk uur bij haar eega kunnen vleien en genieten van het late avond journaal, of van een goed filmke.

Toen het dus mijn beurt was moest ik niet veel uitleg geven. In eerste instantie was ik niet zinnens om bij haar langs te gaan, want een keelontsteking is voor mij geen voldoende reden om naar een dokter te lopen. Maar het beestje in mijn lijf begon zich vrolijk te vermenigvuldigen en te woekeren dat het geen naam meer had. Het zorgde ervoor dat ik begon te snotteren en te hoesten als een ouwe schuurdeur.

Ge houdt het niet voor mogelijk dat zo’n smerig klein nietig beesteke dat ge zelfs niet kunt zien met het blote oog ervoor kan zorgen dat ge de nacht rechtop zit in uw bed en zo probeert de slaap te vatten.  Doffe ellende.

Maar niks aan te doen, geen antibiotica, geen bestrijdingsmiddelen, want het leed moet gewoon geleden worden. Het beestje heet virus en niet bacterie. Mij goed, want die antibiotica die doet met mijn lijf dan weer andere dingen die ik ook niet wil.

Maar ze wist me wel te vertellen dat ik het op mijn buik mocht schrijven waar het ging om een operatie voor volgende week. Eerst deftig uitzieken.

Dus maar telefoontje plegen naar de chirurg. Toffe pee. Jonge gast met een modern kapsel. Vlotjes ter taal. Heel gewoon op zelfde niveau bewegen. Geen gedoe. De dingen bij naam noemen. Afspraken maken met wederzijds akkoord. Kortom, een man naar mijn hart.

Of ik het zag zitten? Jazeker. Ik heb al een generale repetitie gehad, en ik weet nu hoe de dingen in mekaar zitten. Dat brengt rust in een mens zijn koppeke.

Alleen heb ik toch wel een bepaalde opmerking – of een wens, mocht ge het zo willen noemen. Ah ja?

Ja, ik heb bij die generale repetitie een pot-ervaring gehad die begon in de namiddag, maar die haar hoogtepunt heeft bereikt in de late avond en die me bovendien regelmatig uit mijn slaap heeft gerukt. Dat kan de bedoeling niet zijn, hé meneer doktoor?

Neen, dat is niet de bedoeling.

Ik stel dus voor om zelf maar dat goedje thuis te drinken zodat ik de dag voor de operatie niet wakker gehouden wordt door primaire behoeften. Dat mag.

En nog beter: ge hoeft dan eigenlijk niet de dag ervoor te komen maar de dag van de operatie zelf is OK.

Néééén! Ik wil niet de dag van de operatie opgenomen worden. Ik wil me op mijn gemak komen installeren en ik wil dan wel thuis die vuiligheid door mijn keel zwelgen, maar ik kom bij jullie op de pot zitten. Kan dat?

Ja, dat kan.

Zoals ik al zei: een man naar mijn hart.

Enfin, deze hele inleiding eigenlijk enkel maar om mijn lieve vrienden en getrouwe lezers te laten weten dat ze hun kaarskes terug uit de kast mogen halen over twee weken.

Mijn valies en ik zullen zich op donderdag 27 april weer braaf aanmelden aan de balie van hotel Sint-Lucas, en op vrijdag 28 april – blijkbaar in de namiddag – zullen ze een tijdje zoet zijn met het klooien in mijn buik. En dat terwijl ik van de wereld niet weet. Van mij mogen ze. Als het achteraf maar geen hutsepot blijkt te zijn die al te veel van mijn vermogen vergt om de zaak weer wat op zijn pootjes te krijgen.

De eerste dag of dagen zal ik op intensieve liggen, dus ik neem aan dat ik niet erg aanspreekbaar zal zijn. Maar van zodra mijn geest zich weer als normaal mens gaat gedragen en als mijn lijf weer wil luisteren naar de eenvoudige motorische signalen die mijn wil uitstuurt, dan kom ik weer bloggen.

In afwachting probeer ik – weliswaar snotterend en hoestend – te genieten van de dagen. Een dagje schilderen, beetje piano spelen, boodschapje halen, een namiddag kletsen met een leuke vriendin…

Tot  blogs, lieve mensen. En hou het gezond, en vooral optimistisch!

 

HET ZIEKENHUIS: DE LAATSTE ETAPPE – Generale Repetitie

 

Deze ga je niet geloven als je hem leest…..

Net zoals men een brandoefening houdt voordat het echt eens te heet zou worden, zo heb ik vandaag mijn sanitaire oefening volbracht.

Hier komt het.

Zaterdag, voorlaatste dag voor mijn opname, word ik wakker met een flink opgezette keel. Verdorie, niet nu, denk ik, en het helpt al zeker niet aan mijn zenuwen die zo stilaan beginnen te gelijken op rekkertjes die te fel worden aangespannen.

Zondag kreeg ik een massa lieve berichtjes en telefoontjes die me een riem onder het hart bezorgden. ’t Was van doen en ze kwamen juist op tijd. En zo zag ik nog maar eens dat mijn echte vrienden hechte vrienden zijn. Die warme graag-zien-modus is wederkerig.

Maandagochtend. De zenuwen gieren – ondanks mezelf – door mijn lijf. Valies staat gereed. Eten is niet waard om aandacht te krijgen. En dan richting hotel Sint-Lucas. We kennen het daar gelijk onze broekzak.

De vrijdag ervoor hadden ze mij al opgebeld uit het ziekenhuis voor de laatste afspraken en geplogenheden. En op maandag – geloof het of niet – stonden ze me daar nog net niet op te wachten aan de deur. Dossier lag klaar, naam gekend, telefoontje naar de dienst om te zeggen dat ik me had aangemeld. Kamer was klaargemaakt. Amai mijne frak, dat is daar nogal een organisatie!

En dan de suprise: kamer met zicht op groen, en nog beter: ik krijg het bed aan het venster. De zon begint te schijnen als ze me ziet, en vice versa.

Er is al een kamergenote, maar het gordijntje is dicht en ik ga ervan uit dat ze gisteren onder het mes is geweest en daarom ligt te soezen. Ze is duidelijk nog niet van deze wereld. Ze opent heel even haar ogen wanneer ik binnen kom, en dan schuift ze weer weg naar dromenland. Later hoor ik haar iets zeggen tegen de verpleging en ik stel vast dat ze een Nederlandse is.

Ik installeer me in stilte. Handdoeken en washandjes uitpakken, leesboek op het nachtkastje.

Even later komt de verpleegster om wat vragen te stellen en vervolgens krijg ik vuiligheid te drinken die ervoor zal zorgen dat mijn darmen morgen mogen gezien worden. In afwachting van het bezoek aan de pot, lees ik mijn boek. En ik spuit tussendoor wat spul in mijn keel, want die doet nog altijd behoorlijk pijn.

Ik hoor achter het gordijntje dat mijn buurvrouw regelmatig op haar belletje drukt. Elke twintig minuten staat er iemand van de verpleging. Haar infuus doet pijn en ze beslissen om het weg te halen. Ik hoor de verpleegster vragen waarom dat infuus eigenlijk nog nodig is, want ze werd toch al vorige week geopereerd?  En was het niet zo dat zij toch al naar huis mocht?

O neen, ze wilde het infuus voor haar eigen zekerheid, want ze vond dat ze te weinig dronk, en ze had toch zo’n opgezette buik. Maar het ergste was dat ze ’s ochtends ‘een koude rilling’ had gehad.

Ik hoorde haar even later bellen naar de ombudsdienst om haar beklag te doen. Ze voelde zich niet ernstig genomen. Het feit dat ze een koude rilling had gehad werd gebagatelliseerd. Ja, men had haar koorts genomen en toen had ze 37,2° maar dat was een fout van de verpleging want ze hebben die koorts aan het begin van de koude rilling genomen, en eigenlijk hadden ze dat aan het einde van de koude rilling moeten doen. Bovendien zou ze verwachten dat ze toch meteen een bloedstaal zouden nemen bij zo een koude rilling. En neen, ze wilde zeker nog niet naar huis, want dit vond ze zeker geen omstandigheden om zich thuis veilig te voelen. Neen, ze had nu zeker geen koorts, het was nu te laat om ze nog te meten. En ze wilde steevast dat infuus terug, want ze dronk niet genoeg.

Nog geen vijftien minuten later kwam de dame van de ombudsdienst zelf ter plaatse, en mijn gedacht heeft ze op dat half uur een halve pruik grijs haar gekregen van dat mens.

Jezus, geef me de kracht om niet zelf zo’n zanik te worden nadat ze mijn lijf hebben open gesneden.

Dan komt de assistente van de anesthesist om kennis te maken en poolshoogte te nemen. Ik vertel haar over mijn opgezette keel. Daar moet ze toch eens met de anesthesist en met de chirurg over praten. Ze belooft me snel terug te komen.

En ja hoor, even later krijg ik te horen dat ik nog een RX van mijn longen moet laten maken en dat ik vervolgens mag inpakken en huiswaarts keren. Meent ge dat nu echt?

Een studente verpleging krijgt de opdracht me te begeleiden naar de RX.

– ‘Is het ver lopen?’

– ‘Dat hangt er van af wat je ver noemt?’

– ‘Van mij mag het ver zijn, als er onderweg maar genoeg toiletten zijn. Moet ge weten dat ik dat spul heb gedronken, hé…’

De toon was gezet en we hebben de hele weg gegrapt en gegierd van het lachen als twee zotte pubers.

Na een sanitaire stop stappen we in de lift.

– ‘Houd u in tot we uit de lift zijn, hé’

– ‘Ik zal proberen, maar als het niet gaat zet ik mij in een hoekje neer’

– ‘En dan stappen wij uit en zeggen we tegen de mensen die instappen hoe smerig we het vinden dat die voorgangers er zoiets hebben achter gelaten.’

Man, dat was weeral eens een verpleegsterke naar mijn hart zie!

Mijn longen blijken prima, maar die keel is niet in orde en dus veel te hoog risico om de infectie bij intubatie mee in de longen te trekken en dus kans op longontsteking.

‘Bel vrijdag om te zeggen hoe het gesteld is met die keel, en dan kan je volgende week onder het mes.’

Ja zeg, hoe moet ik thuis geraken zonder WC’s onderweg? Zegt dat verpleegsterke:

‘Vraag aan uwe man dat hij een paar vellen papier en ne pot mee brengt voor als het echt cruciaal wordt’.

We zijn veilig thuis geraakt. Maar het sanitaire bezoek is nog niet achter de rug. Je hebt er geen idee van hoe vaak ik deze schrijfsels heb moeten onderbreken om prioriteiten te stellen.

Ik dacht, man ik moet hier dringend mijn blog schrijven, want al die lieve mensen gaan hun kaarskes morgen opbranden en dan hebben ze er geen meer voor volgende week. Ik moet ze tegen houden!

En Inge die ging haar schouw verlichten. Man,man, dat vind ik nu zo schoon zie. Maar ge moet er nog efkes mee wachten hé. Ik geef wel een startschot op één of andere manier.

Merci, lieverds allemaal.

 

HET ZIEKENHUIS: LAATSTE ETAPPE – Proloog

We zitten in de fase van wat men noemt ‘afkoeling’ van de ontsteking die blijkbaar minstens 6 weken moet bedragen alvorens het mes erin te ploffen. Ze mogen het voor mijn part noemen zoals ze willen, maar mij komt het niet echt koel over. Mijn hoofd en mijn buik lopen er heet geblakerd bij. En elke dag is het duimen om niet weer in ontsteking te hervallen.

En ik ben van het diersoort zoals de katten en de olifanten die liefst geïsoleerd op een plekje gaan zitten of liggen als het leed moet geleden worden. Voor mij geen sociale peptalk, geen compassie, geen geouwehoer. Laat me efkes met rust, dan zal ik op een dag wel weer herrijzen en in volle glorie meedraaien in ons sociale bestand.

In afwachting hou ik me bezig met de geplogenheden die blijkbaar noodzakelijk zijn vooraleer men zich tot de beenhouwerij mag wenden. Met andere woorden: in het oog houden dat de ontsteking niet weer oplaait en daarnaast pre-operatieve onderzoeken.

Ik heb dus nog altijd mijn abonnement lopen bij huisarts, onderzoekscentra en mijn gebruikelijk ziekenhuis. En die ziekenhuisbezoeken, dat heeft toch altijd iets speciaals. Je kan er donder op zeggen dat ik telkens – mijn hoofd in de wind – de foute richting indraai wanneer ik door de draaideur wandel. Ik ga steevast richting ‘mijn verdiep’, terwijl van mij verwacht wordt dat ik me naar de inschrijvingsbalie begeef die aan de andere kant ligt. De mens is een gewoonte-dier.

Op een keer was ik weer mis, en toen besloot ik maar om gewoon door te lopen en eens te gaan groeten. Normaal gesproken kom ik op die afdeling niet terug, want operatie is een andere discipline en dus een ander verdiep.  Het blijft me een dubbel gevoel geven dat mensen me daar kennen en me vragen hoe het gaat.

Maar nu moet ik nieuwe oorden ontdekken in dat grote gebouw. Zo kwam ik voor het eerst op de pre-opnamebalie. Eerst een uur wachten en vervolgens een uur informatie krijgen en vragen beantwoorden. Wat me opvalt is dat men mij nooit vraagt OF ik medicatie neem, maar in de plaats daarvan vraagt WELKE medicatie ik neem. Mijn logica zegt dus dat men ervan uitgaat dat iedereen gewoon tonnen van dat gif slikt. En wanneer ik dan zeg: ‘ik neem helemaal geen medicatie’, dan bekijken ze mij alsof ik een zesde wereldwonder ben. Ik heb Herman dus de wijze raad gegeven om aandelen te kopen in de Pharma, want mijn gedacht is dat een goede belegging.

En ge wordt bedolven onder een resem papieren die moeten ingevuld worden. Sommige documenten moet ik zelf invullen, anderen dan weer gedeeltelijk en het andere deel voor de huisarts.

Dus dan weer maar eens naar de huisarts hollen. Daar voel ik me ook al thuis. Wie had dat ooit gedacht? Ik heb ooit jaren zelfs geen huisarts gehàd. Het kan keren in het leven.

Pre-operatief onderzoek. ’t Is weer eens een ervaring. En ik had dan nog het geluk dat mijn huisarts net een jonge stagiaire aan het opleiden was, zodat ik elke palpatie en elke meting twee keer kreeg en dan nog eens alle uitleg erbij. Dat kon niet beter vallen, want ik weet graag het waarom van de dingen.

Wist ge dat bloeddruk aan twee kanten moet gemeten worden? Dat blijkt nodig om te zien of er geen afwijkingen zijn in de aders. Slim bekeken. En ze bekijken uw tenen en uw nagels om te zien of er voldoende doorbloeding is. Luisteren naar longen, een EKG van het hart, palperen van de lever en voelen naar klieren… Het enige lastige was dat die twee madammen allebei vreselijk koude handen hadden. Maar voor de rest niets dan lof.

En dan – by the way – daar zit toch een zwellingske aan de keel. Ga daar maar eens mee naar de echografie voor alle zekerheid.

Kijk, ik kan nogal wat mentale kloppen incasseren, maar hoe meer er aan mijn lijf schort, hoe lastiger ik het krijg. Ik dacht bij mezelf: ‘Bah ja, als ze dan toch aan het snijden gaan, kunnen ze net zo goed die keel ook eens open leggen.’ Maar vrolijk werd ik er niet van.

Maar dan komt er weer de wetenschap van de definitie van geluk die zegt dat geluk niets anders is dan de afwezigheid van ongeluk. Wel mensen, ik zit hier weer te stralen want dat gezwel is maar een verdikking zonder veel poeha.

Het doet me denken aan de grap over die psychiater. Kent ge die?

Een boer gaat naar de psychiater en zegt dat hij depressief is en dat hij zo snel mogelijk weer de oude wil zijn. De psychiater zegt:

‘Ik ga u daar van af helpen. Gij hebt toch een geit, hé?’

‘Ja’

‘Ga naar huis en haal uw geit binnen.’

‘Binnen in mijn keuken?’

‘Ja, maak ze maar vast aan uw Leuvense stoof.’

‘En moet ik geen pilleke nemen, of zo?’

‘Neen, geen pilleke. Haal uw geit binnen en kom volgende week nog eens terug.’

Zo gezegd, zo gedaan. Na een week gaat de boer terug naar de  psychiater. Die vraagt hem:

‘En hoe gaat het nu?’

‘Maar meneer de psychiater, het gaat nog veel slechter met die geit in huis.’

‘Goed zo,’ zegt de psychiater, ‘ga maar weer naar huis en kom volgende week nog eens terug.’

‘Moet die geit nog altijd binnen blijven?’

‘Ja, die geit moet nog altijd binnen blijven.’

En zo gaan er drie weken voorbij en telkens herhaalt zich hetzelfde scenario. De geit moet binnen blijven en de boer moet elke week  terugkomen.

Na die drie weken vraagt de psychiater opnieuw:

‘En hoe gaat het nu?’

‘Verschrikkelijk slecht’ zegt de boer. ‘Die geit in huis helpt niks aan mijn kwaal. Integendeel, ik word er nog slechter van. Ik heb me in jaren nog zo slecht niet gevoeld.’

‘Perfect,’ zegt de psychiater, ‘dan moogt ge ze nu weer buiten zetten en kom volgende week nog eens terug.’

De week erop gaat de boer terug op consult.

‘En hoe gaat het nu?’ vraagt de psychiater.

‘Man, het gaat reuze goed met mij’ zegt de boer. ‘Ik heb me in geen jaren nog zo goed gevoeld nu dat die geit niet meer in mijn keuken staat.’

 

Voilà, ter ondersteuning van de definitie van geluk.

 

Op maandag 10 april gaan mijn valies en ik zich aanmelden in mijn tweede verblijf, waar ze van plan zijn om me smerig spul te laten drinken zodat mijn darmen leeg geraken. Ik zit liever op mijn eigen pot thuis, maar soms heeft een mens niet veel keuze. Op dinsdag 11 april zetten ze het mes erin.

‘En hoe lang duurt zo een operatie, meneer doktoor?’

‘Normaal gesproken een drietal uren, maar ik heb er ook al van 7 of van 8 uren gehad. Het hangt van veel factoren af.’

Tof. Maar eigenlijk kan het mij niet schelen. Ik ga ervan uit dat ik op dat moment in coma lig.

‘En hoe lang moet ik in het ziekenhuis blijven, meneer doktoor?’

‘Normaal gesproken 10 dagen’.

‘En hoe lang gaat het dan thuis nog duren voor ik weer helemaal opgekikkerd ben?’

‘Normaal gesproken 1 tot 3 maanden.’

Amai mijne frak. Het valt op dat het altijd ‘normaal gesproken’ is bij die mannen, maar ik versta het wel.

Ik bespaar u de verdere details van die conversaties, want ze zijn enerzijds wel hilarisch, maar anderzijds toch niet helemaal geschikt voor deze blog.

En in afwachting van deze cruciale datum probeer ik me onledig te houden met minder te roken (‘dat bevordert de doorbloeding en dus de genezing, madammeke’), het huishouden draaiende te houden, al eens een voorzichtig welnesske met mijn vriendin (man, dat kan deugd doen), mijn lijstje maken met wat ik moet meenemen en de planning in orde zetten voor tijdens mijn afwezigheid.

Misschien wist je het nog niet, maar ik hoor bij het groepje ‘vooruitziende vrouwen’. Zo noemde de KAV zich indertijd waar ons moeder bij aangesloten was. Ik vond het een zotte naam.

Maar zoals ik het bedoel gaat het over de dingen die niet mogen over het hoofd gezien worden wanneer ik het bestuur van mijn dagelijkse leven uit handen moet geven. Ik stuur dus meeting-requests naar mijn halve trouwboek met de juiste datum en het uur waarop de planten water moeten krijgen, wanneer het huisvuil moet buiten gezet worden en wanneer de brouwer langs komt.

Ik had nooit gedacht dat ik me ooit met zulke flodders zou bezig houden, maar het is een goede bezigheidstherapie en het geeft gemoedsrust.

Als alles dus volgens planning loopt, dan zal die blog ergens half april weer opgestart worden. En duim maar mee dat het niet vroeger is dan die datum, want dat zou een veeg teken zijn.

Geniet van het geitenloze bestaan, lieve lezer.

 

HET ZIEKENHUIS : herstelling onder garantie – Einde

Aangezien ik er inmiddels achter ben dat de verpleging hier ook bij de 80 lezers hoort, hier nog een paar tips:

Elke ochtend worden onze bedjes hier netjes opgemaakt en ververst. Chapeau. Het enige waar de patiënten vervolgens mee worstelen is dat ze hun nachtkastje weer op zijn plaats moeten krijgen, en ik kan je verzekeren dat het een log ding is. Voor de zwakkeren is dat geen evidente zaak. De kamers zijn hier geen centimeter te breed zodat je het schuifje van je nachtkastje niet kan opendoen wanneer het te ver achteruit is geschoven.

En de leuningen van de bedden worden ook vaak niet teruggezet, zodat je ergens onderaan moet gaan vissen om het systeem te vinden om je bed wat rechtop te zetten.

Het vraagt geen echte moeite om het meteen te doen, want zo niet dan moet je toch weer achter dat belletje lopen om te helpen te zaak weer recht te zetten.

En nog een tip: maak eens een handleiding van die TV om in de kamers te leggen. Dat scheelt telkens opnieuw uitleg en technische hulp.

Mijn lieve echtgenoot is erin geslaagd om mij de twee gelijke delen van een pyjama mee te brengen. Het was wel in shiften, maar uiteindelijk is het toch het eindresultaat dat telt, niet?

Vannacht heeft mijn buurvrouw een apparaat gekregen dat haar zuurstof moet meten. Ze zat ermee in dat ik zou gewekt worden door het alarm dat telkens afgaat wanneer haar waarden te fel dalen. Ik ben er inderdaad een paar keer van wakker geworden, maar het viel best wel mee. En zeg nu zelf, we hebben hier overdag tijd genoeg op nog een napje te doen.

Ik hoor hier ook weer verhalen die mij aan het denken zetten.

Hoe vriendelijk mensen ook kunnen zijn, het blijft blijkbaar moeilijk om vooroordelen te laten varen.

Er ligt een jonge dame op de afdeling van wie niet meteen gevonden wordt waar haar probleem vandaan komt. Het lastige is dat zoiets in je dossier komt te staan, en dat er al meteen grote vraagtekens worden geplaatst bij de geloofwaardigheid van je persoon, en of je nu wil of niet, je voelt het aan wanneer mensen denken dat je niet helemaal juist in je hoofd bent.

Maar zelfs mocht iemand een ingebeelde ziekte hebben, of als de oorsprong psychisch is, dan nog heb ik de pertinente overtuiging dat die persoon hulp nodig heeft. En denk maar niet dat wanneer een bepaald fysisch ongemak ‘psychisch’ is, dat het geen zeer doet. Het kan verdomd werkelijk pijnlijk zijn en de persoon in kwestie vraagt niet liever om er van af te geraken. Ik snap niet goed dat minstens verpleging hierin serieus zou moeten opgeleid worden. Niets erger dan in een ziekenhuis te moeten liggen en daar bovenop te moeten ervaren dat ze je niet als vol aanschouwen.

Ik kwam ‘mijn vriendinneke’ nog eens tegen. Ze vertelde met dat ‘de security-polies’ haar mes was komen halen en dat ze het terug krijgt als ze naar huis gaat. Dat zal maandag zijn.

Even opbiechten dat ik hier op de afdeling een verpleger had aangeklampt met dat verhaal. Hij heeft contact genomen met het onthaal, waar men haar heeft kunnen traceren. Op die manier werd security ingezet en die hebben dat blijkbaar heel professioneel en zacht aangepakt.

– ‘Allez ja, thuis ès da nie, in …., moar t’ès toch beter as in ’t ziekenhuis, hé’.

Ik neem aan dat ze ergens in een instelling verblijft.

‘ Ek ein deze morgend mijn hoar gewassen in de lavabo’

– ‘En kunt gij dat? Dat is ook niet gemakkelijk, hé, zo in de lavabo?’

– ‘Ik èn da van mij ma geleerd. Mij ma ée nog in ’t gevang gezete. Z’had eigenlijk niks misdoan, moar ze was in de Schelde gesproenge…’

Elk mens heeft zijn verhaal en zijn leven. Wij menen soms mensen te kennen wanneer we hen ontmoeten, maar meestal zijn we vreemden voor elkaar, eenzaam ons eigen pad vervolgend, en een weg achterlatend die voor anderen onzichtbaar is.

Los daarvan voel ik dat er alweer een hoofdstukje wordt afgesloten.

Heb je dat ook, dat je aanvoelt wanneer iets zo stilaan tot zijn einde loopt? Bijvoorbeeld wanneer je merkt dat je relatie in een dood straatje zit, of wanneer een vriendschap niets meer te vertellen heeft. Of bijvoorbeeld wanneer je job is uitgehold, of wanneer je niet meer met plezier gaat werken. Of zelfs wanneer de kinderen groot worden en hun vleugels sterk genoeg geworden zijn om op eigen kracht te vliegen. Dan is het tijd voor de volgende etappe.

Ten eerste : Voor Peter werden er weer andere specialisten bijgehaald, en men zit nu op een mogelijk spoor om de pijnen proberen te verlichten. A propos, er was hier gisteren een filmploeg om Peter te volgen. Ze gingen ook op zijn afdeling filmen en blijkbaar kreeg hij net op dat moment een pijncrisis. Ook daar blijkt een rotte appel te zitten, een norse verpleger die niets beter wist te vertellen dan dat Peter het allemaal faket. Het werd gefilmd, en hij maande de filmploeg aan om te stoppen met filmen, terwijl zij wel de toelating van de directie hadden gekregen. Ik hoop dat die verpleger een goede veeg uit de pan krijgt.

Ten tweede: Het mes is terecht en niemand hoeft nog te vrezen voor een ongeluk.

Ten derde: Ik ben tot inzicht gekomen – of beter, mijn kinderen hebben het in mijn hersens geramd – dat ik mijn blik moet verleggen. Blijkbaar zijn ze zo opgevoed dat ze zoveel mogelijk hun plan trekken en mij niet durven lastig vallen om hulp te vragen. Ik ben immers altijd te druk hulp aan het bieden. En ik ga ervan uit dat mijn kinderen geen hulp nodig hebben zolang ze het mij niet vragen. Slecht bezig, Annie. Lessons learned.

Ten vierde: Ik mis mijn schilderspalet en mijn piano, ik mis het warme lijf van mijn lief naast mij in bed, ik mis mijn potten en mijn pannen, mijn erf, mijn vriendinnen. En ik mis mijn gouden hond, maar die zal me niet begroeten bij thuiskomst.

Morgen ga ik naar huis. Binnenkort vieren we Herman zijn verjaardag, en ik ga chillen met mijn liefste vriendinnen. En ik zal ervan genieten als ik in mijn eigen kot het stof mag afdoen of staan strijken. Mij ga je niet horen klagen.

En dan maar weer mijn valieske maken om hier binnen zes weken terug even op hotel te komen. Maar dat zal dan het laatste hoofdstuk worden van het ziekenhuis-boek. Daar ga ik voor.

Het gaat jullie goed, lieve vrienden en beste lezers. Geloof in je eigen kracht, en geniet van alle kleine dingen des levens. Wacht niet om ze waardevol te vinden tot ze je worden afgenomen.

LECTORI SALUTEM!

HET ZIEKENHUIS: herstelling onder garantie – Deel 10

Merci, beste vrienden, voor jullie reactie. Als je mijn antwoorden wil zien moet je even terug naar het deel waar je op gereageerd hebt (scrollen naar beneden) en dan onderaan het artikel op ‘reacties’ klikken. Daar zie je dan alle reacties met mijn antwoorden erbij. En ik dring nog eens aan, ik zit nog niet aan de helft van mijn 80….

Om uit te slapen moet ge zeker niet naar het ziekenhuis komen. Van zodra de brede definitie van dageraad hier ingaat, komt er leven in de brouwerij en dan is het gedaan met slapen.

Thuis kom ik – sinds mijn pensioen – op mijn gemak in gang. Tasje koffie, krantje erbij en – uiteraard – de onmisbare eerste sigaret.

Hier moet ge een beetje flexibel zijn, want hier geldt een ander ritme. Dus als ik hier uit mijn bed klauter om kwart na 6, dan is er geen koffie en al zeker geen krant. Ik troost me dus met een slok water en ik sjokkel naar beneden voor mijn saffie. Dat doodt de wachttijd tot het ontbijt.

En wie kruis ik daar in de hal? Jawel, mijn mongools vriendinneke. Ze kwam net van buiten.

– ‘Aah, M…, zijt gij al zo vroeg op de been, zeg?’

Ze gaat niet in op mijn vraag, maar in de plaats daarvan zegt ze:

– ‘Rosetje éed een ezelsdracht gèd’

– ‘Allez jong, heeft Rosetje een ezelsdracht gehad?’

– ‘Jaja, Rosetje éed een ezelsdracht gèd.’

En dan sloft ze verder.

Na de geneugten van mijn ochtendsigaret – hoewel, zonder koffie smaakt dat toch niet hetzelfde hoor, de rokers onder u zullen het beamen – kom ik terug binnen en ik zie haar daar nog altijd in de hal staan. Ze houdt een praatje met een oudere dame, ook een bekende.

– ‘Hewel, staat gij hier nu nog?’

– ‘Ah ja, ze vroeg van woar dakkik benne. Ik benne van ….’

– ‘Ach zo.’

Ik zet mijn wandeling verder naar mijn eigen suite.

Eenmaal gewassen – en ik kan je verzekeren dat het wel wat tijd in beslag neemt met al die draden die in de weg zitten – en nog wat in een vrouwenblaadje gebladerd te hebben waarin niets te lezen valt, komt eindelijk de koffie. Die kan niet half tippen aan de koffie van thuis, maar een mens past zich aan, en ik ben blij met het warme goedje en de boterham met confituur.

Dat doet me eraan denken dat ik hier nog iets moet zeggen over het eten. Maar eerst de rode draad vasthouden want anders lijk ik te veel op mijn moeder bij wie het een huzarenstukje was om haar zijwegen te blijven volgen.

Na het ontbijt – ook dit zal elke roker beamen – is een sigaret niet te versmaden. Ik dus weer eens naar beneden. En dat is goed, want ik weiger de prik in mijn buik zoals ge u kunt herinneren. Ik moet dus bewegen.

Kom ik in de hal en wie zie ik daar zitten? Jawel.

– ‘Hewel, zijt gij nu nog altijd niet naar uw kamer geweest?’

– ‘Neje, want dan ouwe ze mij vast en dan ma’k nie meer na buite.’

– ‘Maar jongske toch, ge moet toch iets eten!’

– ‘Ik em in meine kabba nog e speculooske gevonge.’

– ‘Allez, dat is goed, maar dat is toch niet genoeg hé.’

En dan zonder overgang begint ze over iets anders.

– ‘Ik zit er wa mé in, want ik peis dat de polies mij kan oppakke. Ik em iet in meine kabba. Ge moet ne ké keike.’

Ze trekt de rits van haar zak open die ze altijd bij zich draagt, samen met haar eigen chemische fabriek. Ze haalt er een groot puntig mes uit met een lichtblauw lemmet. Manlief, dat ziet er niet zo goed uit, denk ik bij mezelf.

– ‘Ja zeg, dat is wel gevaarlijk hé, wat ge daar bij u hebt. En het is ook verboden hé.’

– ‘Van mij mag de polies mij oppakke zelle!’

– ‘Jamaar, ze gaan u misschien niet oppakken, maar u een dikke boete laten betalen. Dat wilt ge toch niet hé.’

Mijn argument slaat aan. Ik zie haar denken. Oppakken is geen erg, maar centen afpakken is lastiger.

– ‘Moar ze doen vanalles mè mij, en ik mag nie ruuke, en ik mag ni didde en ik mag ni dadde, en ik mag ni buite…’

– ‘Zoude niet gaan eten?’

Ze denkt na. Ik geloof dat ze echt honger heeft.

– ‘Ga nu maar naar uw kamer. Ge kunt daarna nog altijd terug komen.’

Ze is overtuigd en staat op. Ik ga mijn saffie roken.

Ik zou er geld voor geven om eens op haar afdeling te komen gluren en te zien hoe die verpleging met haar omspringt. Ik denk dat zij best wel een gebruiksaanwijzing heeft waarmee te leven valt, maar mijn gedacht zit het er dik in dat ze die daar nog niet gevonden hebben. Of misschien hebben ze ook helemaal geen zin om er naar te zoeken.

Ik moet de komende dagen hier nog een manier zien te vinden om haar dat mes te laten wegdoen. Wie ideeën heeft mag ze me laten weten. Ik vind het niet zo ne gemakkelijke.

En dan het eten.

Neen, hier komt geen geweeklaag over het eten. Ik ben een omnivoor, ik lust alles, zolang het niet van die vette darmen of zo zijn. Al de rest krijg ik erin. Maar nooit veel in één keer. Vandaar dat ik ook telkens maar halve porties vraag, en die krijg ik soms nog niet op. En dat heeft niks met ziek zijn te maken, ik heb gewoon geen grote maag. Dat compenseert een beetje de mond.

Alleen vraag ik me af waarom ze hier diëtisten in dienst hebben. Die komt zo één keer nadat je hier al een dag of twee ligt. Je vraagt je af hoe dringend het allemaal is, hé. Je krijgt van dat mens helemaal geen uitleg over wat ze zinnens is. Ik ging er althans van uit dat er niets moest gedaan worden aan mijn eetgewoonten. Ze vraagt gewoon hoe het met je is, en dan luistert ze met een half oor naar wat je zegt en weg is ze.

De volgende dag stel je dan vast dat je een vetarm dieet krijgt. Gedaan met de sla en de chocomelk. Maar dan krijg ik wel elke dag rauwe wortelen waarvan ik pertinent weet dat ze mijn darmen obstrueren. Drie dagen later behoor ik niet meer tot de ‘vetarmen’ en kan ik weer genieten van sla en van lekker geurende warme chocomelk. Twee dagen later is het weer gedaan met het schoon leven en moet ik het weer stellen met mijn wortelen. En ze zeggen wel dat het goed is voor de ogen, maar ik kan nog altijd niet zonder mijn bril, dus dat is ook een fabeltje.

Dit alles zonder één scheef woord over de dame die hier elke dag instaat voor het menu en voor de bezorging van het eten. Zo’n lieve en attentvolle. Maar haar handen zijn ook gebonden aan de beperkingen die de diëtiste in die computer zet, en daar kan ons madammeke hier niet aan veranderen.

Een van mijn vaste contacten hier en waarover ik nog niets heb verteld, is Peter. En ik durf hem hier met naam en toenaam te vermelden omdat heel veel mensen hem wel kennen aangezien hij een tijd terug de kranten heeft gehaald met de zware clusterpijnen waaraan hij lijdt. Die hebben zich intussen uitgebreid naar zijn hele lichaam. Bij een crisis zwelt zijn hele lichaam op. 23 uren op 24 u rilt hij van de pijn. Ik dacht dat ik wist wat pijn was, maar als ik de miserie van die jongeman hoor en zie, dan weet ik dat ik niet moet mopperen.

Mochten er tussen de lezers mensen zijn die niet weten wat te doen met hun geld, dan is het welbesteed aan hem. Immers, clusterpijnen zijn volgens de mutualiteit geen ernstige ziekte, en daar is dan geen terugbetaling voor. Na 12 operaties zonder resultaat is dat jonge gezinnetje blut. En de miserie gaat voort. Hij is nu in handen van het speciale team hier dat zich toelegt op het helpen van uitzonderlijke ziektes. Ik hoop met hart en ziel dat men hem kan helpen. Toffe gast. Hij verdient het zo erg.

Zojuist belde mijn buurvrouw naar een van haar buurvrouwtjes uit de home thuis, een oud madammeke van in de 90. Ze nam de hoorn van de telefoon en het eerste wat ze zei was dat haar telefoon kapot was. Tja, wie weet hoe hard gaan ze later nog met mij lachen als ik dingen uit mijn botten begin te slaan. Maar ze kunnen er maar plezier aan hebben. Als ik maar niet chagrijnig word.

Ik wens jullie allen een fijne zaterdag toe, met een streepje zon, een beetje bezigheden op eigen ritme, een winkeltje binnen wippen om iets bij te halen, een wandelingske met partner, kind of hond of gewoon alleen, vanavond een leuk filmke, en vooral een blij gemoed en beseffen dat het leven nog zo slecht niet is, ook al zijn er voor iedereen altijd wel redenen om te piekeren. Maar zet de piekerdinges voor een keertje aan de kant. Ge zult zien dat het een fijne dag is.

(wordt vervolgd…)

 

HET ZIEKENHUIS : Herstelling onder garantie – Deel 9

Eerst en vooral dank aan allen die mij een teken van leven hebben gegeven om me te laten weten dat ze mijn schrijfsels best wel verteerbaar vinden. Fijn. Ik hoop dat er nog meer stemmen opgaan, want ik zit nog lang niet aan die mysterieuze 80.

Sommigen vertellen me dat het jammer is dat ik enkel blog wanneer ik in het ziekenhuis lig. Maar weet je, zo boeiend is mijn alledaagse leven niet, hoor. En ik zie het me niet doen om dingen te schrijven over mensen die dicht bij me staan. Daar zie ik hen te graag voor en ik respecteer hun privacy.

En het is ook niet helemaal waar dat ik enkel schrijf wanneer ik in hotel Sint-Lucas verblijf. Voor de echte fans: klik helemaal bovenaan de website het menu open en daar zie je verschillende blokken met verschillende titels. Zo heb je bijvoorbeeld het verhaal dat onze hond vertelt vanuit zijn plekje aan de andere kant van de regenboog. Dat vind je onder de titel: ‘Memoires van een hond’. Of er zijn tips te vinden uit mijn vroegere praktijk onder ‘vaardig door het leven’. Of ook een paar blogskes van buiten de kliniek: ‘Het dagelijkse leven’.

En treur niet. Ik mag aanstaande maandag weliswaar naar huis, maar over zes weken ga ik de afdeling Beenhouwerij binnen om het stukje stoute Annie te laten wegnemen. Van zodra ze me daar een beetje hebben teruggetoverd begin ik op mijn PC te tokkelen. Beloofd.

 

Gisteren kreeg ik een vriendin op bezoek. Ik liep haar tegen het lijf toen ik uit de lift stapte en zij de lift naar boven wilde nemen. En aangezien zij ook rookt was het niet moeilijk om haar mee te tronen naar mijn traliewerk. Onderweg zei ze dat ze mijn vriendinneke had zien zitten, ‘de uuh-uuh’. Ge ziet, beste lezer, dat ik hier de waarheid vertel hé. Ik heb inmiddels getuigen.

En daarna zag ik ‘mijn vriendinneke’ niet meer. Niet gisteren en ook niet vandaag. Het zal wel gek klinken, maar ik begon ze verdorie al een beetje te missen. En toch verbazend hoeveel mensen je hier op korte termijn leert kennen. ’t Is prettig om een knikje van herkenning te geven en te krijgen wanneer je regelmatig dezelfde mensen tegenkomt. Je weet op de duur ‘de anciens’ van bezoekers of personeel te onderscheiden. Je herkent de nieuwkomers, je weet wie de babbelaars zijn en wie degenen die zich terugtrekken. Op mijn beurt weet ik dat ik gewikt en gewogen wordt, maar ze mogen. Ik vind het OK.

In de late namiddag zag ik plots mijn mongools vriendinneke zitten. En ja, ik vond het toch wel een klein beetje plezant dat ik ze nog eens zag.

– ‘Welken boek edde gij gekocht?’

– ‘Ik heb geen boek gekocht?????’

– ‘Jowel, bij de Standaard.’

Oh, mijn harde schijf deed het weer voortreffelijk (laat het astublieft nog een beetje zo functioneren, Lieve Heer, ik vind dat geschikt), en ik legde direct de link met het bezoek van mijn vriendin gisteren. Zij had een kadootje meegebracht en dat zat inderdaad in een zakje van Standaard Boekhandel en dat had ik aan de stang van mijn chemische fabriek gehangen.  Ik antwoord:

– ‘Ah ja, maar dat was een kadooke dat ik gekregen heb. Ik heb een boek gekregen. Ik heb het niet zelf gekocht.’ (goede vrienden kennen mijn gebruiksaanwijzing, n.v.d.r.)

– ‘En welken boek edde gekrege?’ (tof, die spontaneïteit. Zou iedereen moeten doen.)

– ‘Een dikke thriller.’ (goede vrienden kennen mijn smaak voor ontspanning, n.v.d.r.)

Ze trekt een verschrikt gezicht.

– ‘En loopt ‘em goed af?’

– ‘Dat weet ik niet, ik heb hem nog niet gelezen.’

– ‘Aah’.

Stilte.

– ‘Ik ‘em ier van de bubboteek nen boek van de Smurfen gekrege.’

– ‘A, dat is leuk’.

– ‘D’er stoat in dat as ge teveel eet en dik weurt, dat de mensen mei u lache. En as ge te veel smuurt, oek.’

– ‘Ja, jongske, dat is niet fijn, hé.’

– ‘Nieje, mor de meinse zein zu. Altijd mor lache mei ander meinse.’

En dan verzinkt ze weer in haar eigen gedachten, in éénheid met haar zelfgerolde saffietje. Ze houdt zich stil. Als ik vertrek begint ze weer te hoesten. Uuh-uuh, uuh-uuh. Het concert is dus voor de volgende rokende bezoekers.

 

En nu moet ik biechten. Heer, ik heb gezondigd. En ik heb er al gelijk mijn penitentie bij gekregen. Dan zijn we direct effen. Ik vind dat nog niet zo slecht.

Mijn lieve man is vanavond op bezoek gekomen en we zijn naar de cafetaria getrokken. Mijn ontstekingswaarden zijn alweer flink gedaald, dus erg ziek is dees niet meer, ik loop alleen nog met mijn chemisch bedrijf rond. Tot maandagnamiddag. Dan keer ik weer huiswaarts.

Elkeen die mij kent weet dat ik graag een glas wijn drink, en nog meer als ze me eerst veertien dagen op droog zaad zetten. Mijn halve trouwboek die vindt het niet erg dat ik rook in zijn bijzijn, dus waarom zou ik het erg vinden als hij een wijntje drinkt in mijn bijzijn.

Het verschil ligt hem wel hierin: hij doet geen trekje van mijn sigaret. Ik heb wel drie keer genipt van zijn wijn. Tegen de voorschriften in. Maar ik heb het – echt waar op mijn communiezieltje – gehouden op drie minuscule kleine nipjes.

Aangezien het niet uit zattigheid kan zijn, moet het dus wel dementie zijn, dat kan niet anders, maar ik had hier weer het een en het ander aan de hand toen ik na ons afscheid terug naar boven ging.

Ik zit vaak nog wat na te tokkelen op mijn GSM of berichtjes te lezen in de lift. Zo ook deze keer. Ik stap uit en sleffer naar mijn kamer 18. Ik kom binnen en ik zie dat het bed van mijn buurvrouw helemaal afgetrokken is. Ik schrik. Vervolgens kijk ik naar mijn nachtkastje en zie daar rommel op staan die niet van mij is. En dan merk ik op de koop toe dat mijn valies niet meer staat waar ze stond. Paniek!

Ik moet me van kamer vergist hebben. Ik ga naar buiten, kijk naar het nummer en stel vast dat het daar wel degelijk 18 is.

Doeme toch, stoem kieken weeral. Ik zat op het verkeerde verdiep. Maar dat was dus de penitentie voor mijn kleine zonde. Zolang het dat maar is, en dat mijn chemische troep niet begint te pruttelen door die drie nipjes ben ik al content.

Slaap lekker, allemaal.

(wordt vervolgd…)

 

HET ZIEKENHUIS – Herstelling onder garantie – Deel 8

 

Zaligheid. De wind is gaan liggen. Gisterenavond liep ik daar gelijk een zeilschip op het droge. Mijn Sinterklaasstaf-op-wielen werd vanzelf voort geblazen. Zelfs hondenweer heeft zo zijn kleine voordelen.

Ik had nooit gedacht dat ik een affiniteit zou kweken met een lift, maar het leven zit vol verrassingen. Jaja, alweer een liftverhaal vandaag.

Om te beginnen kom ik aan de gesloten dubbele deur op de afdeling, je weet wel, die met die cijfercode waar je rap moet zijn om door het open gat te razen. Er staat een dametje die ook naar beneden wil en kijkt hoopvol naar mij:

– ‘Kunde gij dadde?’ waarop ze naar de cijfercode wijst.

– ‘Ja, ik kan dadde.’

Ze tovert van de slag een grote smile tot achter haar oren. Voilà, ik heb al bij het ochtendkrieken mijn goede daad volbracht, dus moet ik daar de rest van de dag mijn hoofd niet meer over breken hoe ik mijn hemel zal verdienen.

We wachten op de lift. Er komt een verpleegster bij staan. Eigenlijk hebben die een aparte lift waar wij of de bezoekers geen gebruik mogen van maken. Maar die leek op dat moment wat trager te zijn dan de onze.

– ‘Ik kom hierbij staan als ik mag.’

Dat mag. Maar ik ben toch curieus en vraag haar:

– ‘wat zou je doen als we zeggen dat het niet mag?’

– ‘Dan zou ik op de andere lift wachten.’ zei ze.

Ge meent dat toch niet, zeg. Ik heb me niet geroepen gevoeld om haar een snelcursus assertiviteit te geven, maar ze zou het – mijn gedacht – wel kunnen gebruiken.

We stappen dus met drie vrouwen in de lift. Er staat een man in. Aan zijn kledij te zien is het een of andere technieker die hier ergens een klus klaart. Hij zegt meteen:

– ‘Die lift wil niet naar beneden. Ik ben op de 3 ingestapt, maar ik geraak er niet mee naar de 0’

Ja, ge kunt al peinzen dat ik zoiets niet ging laten passeren. Ik antwoord:

– ‘Ja maar, dat is omdat die lift het niet zo voor mannen heeft. Ge zult wel zien dat hij nu direct naar de 0 zal gaan met drie vrouwen erbij.’

– ‘Ah’, speelt de man het spelletje mee, ‘dan zal ik in het vervolg altijd moeten wachten tot er een vrouw mee instapt.’

– ‘Ja, maar ééntje wil nog niet zeggen dat je dan een Direct krijgt, hé. Misschien doet hij dan toch nog wel een tussenstop. ’t Is veiliger als je er toch een paar meeneemt.’

En ja hoor, wij zoefden meteen naar het gelijkvloers. De man blij. Ik ook.

Ja, die lift, je moet hem kennen.

Mensen keren moedeloos om wanneer bovenaan op het scherm te lezen staat: ‘buiten gebruik’. Maar dat doet die lift heel regelmatig. Je moet maar wat blijven aandringen op dat knopje, een beetje met tact weliswaar, maar je krijgt hem steevast aan de praat als je hem met liefde behandelt. Lift is ongetwijfeld vrouwelijk.

De man van een lieve vriendin zei dat die Annie het tot technisch directeur aan het schoppen is in die kliniek. Ik zal u eerlijk bekennen dat ik echt geen technische knobbel heb. Maar intussen heb ik al wel het een en het ander geleerd en ik hang hier ook soms de circus-artiest uit om dingen te fiksen.

Zo moet ik al eens op het bed van mijn buurvrouw kruipen terwijl zij erin ligt. Dat komt omdat de draad van haar afstandsbediening soms uit het stopcontact valt en dan moet die weer ingestoken worden aan het hoofd van dat bed, maar daar kan je langs de zijkant niet aan.

En dan zitten we daar met ons twee op dat bed, onze draden in elkaar verward als een siamese tweeling aan elkaar gekluisterd, maar uiteindelijk juichen we altijd om de overwinning.

Eenzelfde scenario met de TV. Haar TV is een beetje een koppige. Hij laat wel toe dat je één keer van programma verandert, maar de tweede keer weigert hij. TV is duidelijk mannelijk.

Dus, naar ik afgekeken had van de verpleegster, klim ik met mijn draden op de stoel, vervolgens op de zijplank die als tafel dienst doet, om dan de stekker even in en uit het contact te halen zodat die TV denkt dat het weer maar zijn eerste keer is. Ge moet mannen soms eens om de tuin leiden om uw goesting te krijgen, hé.

Maar gisteren moest ik me weer even terugfluiten en mijn hoofd tot de orde roepen want ik begon weer pijn te voelen en ik wil niet meegaan in dat ‘mezelf opdraaien’ want daar wordt toch niemand beter van. Dan vraag ik een pijnstiller en concentreer me op mijn boek. Een spannende thriller.

Zo geraakte de hele zaak ontspannen en gevolg was dat ik daar op Chris haar windhond begon te gelijken. Met dat verschil dat ik niet onder de tafel ben gaan liggen wanneer ze hier beginnen te eten, maar honden hebben daar betere excuses voor dan mensen.

Och, ze kijken er hier niet van op. Het blijkt zelfs een gezonde gewoonte te zijn die wordt aangemoedigd. Dat moet ge tegen mij geen twee keer zeggen.

Het doet me terugdenken aan die nacht dat Kristof, mijn oudste zoon, toen nog niet getrouwd, bij mij sliep in die kleine studio in de periode van mijn leven die ik de zwartste mag noemen. We lagen elk in ons eigen eenpersoonsbed dat achter mekaar tegen de muur was geschikt.

Ik dacht dat hij sliep en dat was maar goed ook, want ik was daar op dat moment een orkest op mijn eigen. En dat bleef maar duren.

Tot ik plots zijn stem hoorde in het donker:

– ‘Ja ma, we gaan u morgenvroeg zeker weer moeten oppompen, hé’

 

Om het verder te hebben over geurtjes; ik stapte gisteren in de lift (alweer de lift) en daar stond een man die een plastic tasje bij zich droeg. Er sloeg daar ineens een enorme visgeur in mijn neus. Man, dat is raar om in een ziekenhuis ineens visgeur te ruiken. Mijn hersens wilden precies niet helemaal meer mee. Die vonden dat ik in een viswinkel stond, maar mijn verstand zei ook dat het niet zo was.

En mijn gebruiksaanwijzing wilde dat ik daar iets over zei, maar ik heb de teugels niet laten botvieren. Het lag op mijn tong om te vragen of het nu dat plastic tasje was dat zo rook, of dat hij bij een vis geslapen had. Maar ik heb het niet gedaan. Zie je wel dat ik aan het bijleren ben.

(wordt vervolgd…)

 

 

HET ZIEKENHUIS: Herstelling onder garantie – Deel 7

 

Eerst een woordje over deze blog.

Ik kan geniepig volgen hoeveel mensen dagelijks mijn blog lezen. Ik wil het met je delen, het zijn er gemiddeld een 80-tal per dag. Het probleem is dat Analytics, het programma dat me helpt om dit stiekem op te volgen, enkel het aantal weergeeft en ongeveer een locatie. Ik weet wel wie mijn vaste fans zijn, maar ik blijf me toch afvragen wie dit allemaal leest. Dus als je me een plezier wil doen, reageer dan even via de blog. Onderaan is er altijd ruimte voor reactie.  Dat kan ook anoniem naar de buitenwereld toe. Merci.

Vandaag was er wat commotie rond mijn ontslag. Blijkbaar stond er – verkeerdelijk – genoteerd dat ik vandaag naar huis zou gaan. Maar daar is geen sprake van. Ik moet eerst die intraveneuze kuur afmaken. Staat dus opgeschreven voor evaluatie op maandag en dan mogelijk ten vroegste ontslag.

Intussen is de ader aan mijn infuus flink ontstoken geraakt, waarschijnlijk mede doordat ze die al overal geperforeerd hadden. Dus de slangetjes moesten eruit. Mijn harde schijf moest niet lang draaien om te beseffen dat er dus weer eens opnieuw moest geprikt worden. Halleluja. Daar zat ik nu net op te wachten, zie.

Ik vroeg of ze me maar meteen iemand van spoed wilde vragen om dat ding erin te boren, want ik wilde niet opnieuw voor speldenkussen spelen. Er kwam (alweer een hele lieve) verpleegster binnen die een deal met me wilde maken. Of ze eens mocht kijken naar mijn aders, en als zij het zou zien zitten, zou ik haar dan een kans geven?

Ja, ik ben altijd in voor deals, en zeker als ze op die manier worden voorgesteld. Toffe madam.

En voilà, het is haar van de eerste keer gelukt zonder bloedvergieten en zonder dikke donkerblauwe builen onder mijn huid. Kus van de juf en bank vooruit!

Gevolg is wel dat ik links mijn pols amper kan bewegen door die ontstoken ader en door de zwelling, en dat er rechts nu weer een infuus zit. Ik moet nog een truuk vinden om mijn poep deftig af te vegen. Wel-wel, wat zit geluk toch in de kleine dingen! Heb jij je ooit al eens gelukkig gevoeld omdat je zonder problemen schoon uit de wc kan stappen? Ik snap niet waar terroristen, of sommige politiekers, of zanikers zich druk om maken.

Ik heb in elk geval ook erg genoten van de korte infuus-vrije tijd om een uitgebreide douche te nemen. Weeral zo’n gelukzalig moment.

Ik vermoed dat het daar bij jullie ook zo’n hondenweer is, net als hier. Ging ik gisterenavond nog eens naar het getraliede apenkot waar voor een keer geen stank hing van de smeulende sigaretten omdat de wind zo hard waaide dat niet alleen alles wat minder vast zat omver waaide, maar dat de lucht ook gezuiverd werd en dat is toch maar weer het voordeel ervan.

Er zat een oudere dame een sigaret te roken. Ik schatte haar ze zo’n jaar of 75. Mager, maar netjes verzorgd. Zwarte mantel, witte coltrui, grijze haren netjes in de korte krullen. Ze hoest en spreekt me aan:

– ‘ ‘k Meug eigelijk nie smuure van den dokteur.’

– ‘Ah nee? En rookt ge veel?’

– ‘Neje, ik sneukel veule mier. Koekskes en zu, een iel pakske. Mor ik zen goppereerd on mein herte… Mor ik ruuk al van azzek 12 joar benne, en na zennek er 60.’

Oei. Foute initiële inschatting, Annie. Maar eerlijk, ze zag er ouder uit. Ze komt me ook een beetje verward over. Maar misschien vergis ik me daarin ook.

‘ ‘k Zen goppereerd azzek just bevalle was van mein dochter’.

‘ Oh, dat is dan al lang geleden?’

‘Jaja, da’s lang geleje…Van in moarte….’

Ja, toen wist ik het wel zeker dat er sleet zat op haar harde schijf. En zelfs nog meer dan op de mijne.

Wanneer ik vervolgens terug kom op de kamer, weet mijn buurvrouw me te zeggen dat ze zo’n spijt had dat ik even weg was, want dat ze net bezoek had gekregen van die ene botte verpleegster.

Ze had haar gevraagd of het mogelijk was om even naar haar TV te kijken om er de ondertiteling op te zetten.

Bot en stuurs klonk het antwoord: ‘Neen. Ik ken niks van TV’. En weg was ze.

Alle anderen zouden gezegd hebben: kom ik zal eens kijken, of anderen zouden zeggen, ik ben daar geen kei in maar ik zal het mijn collega vragen. Gelijk wat, maar niet zomaar iemand laten zitten zonder een deftige oplossing aan te bieden.

Bij het voorbij wandelen hoorde ik toevallig twee oudere dames die in de gang zaten ook klagen tegen mekaar over die ene. Ik wilde niet de luistervink spelen en heb dus niet de clou van het verhaal kunnen opvangen, maar het is wel duidelijk dat zij hier het onderwerp van gesprek is.

Het dametje met Mongolisme ben ik heel regelmatig tegengekomen en dan hebben we altijd wel iets van conversatie of wat ervoor doorgaat. Ze zat er al een paar keer met enkel een operatiekleedje aan en daarover een oranje t-shirt met korte mouwen te rillen van boven tot onder. Ik was er wat van ontdaan en vroeg haar waarom ze haar jas niet aantrok, of minstens een kamerjas.

‘De verpleegster éé meine jas afgepakt’

‘En waarom heeft ze dat gedaan?’

‘Da weet ek nie.’

Ik veronderstel dat dit een poging zal geweest zijn van de verpleegster van die afdeling om haar binnen te houden, maar het was duidelijk geen succes. Ze ging nog liever in de kou zitten dan haar sigaretje te laten. Dat is ook geen werk, want het kind heeft het serieus aan haar longen.

Op een keer vroeg ze mijn naam. Die heb ik haar ook gezegd. En ze heeft me ook meteen de hare gezegd. Neen, die kom je niet te weten. We moeten het hier een beetje proper houden. Al valt er niets respectloos te zeggen over dat dametje, enkel dat het wel een speciale is.

– ‘Mei zeuster is celibaat in’t kluuster…’ Dat zegt ze zo maar ineens uit het niets. Of

– ‘Mijne noenkel is …..’

Ik ga hier niet te veel in detail gaan, want wie weet is er iemand tussen de lezers die linken legt, en dat vind ik niet zo plezant.

Op een keer zie ik haar weer in haar t-shirt zitten, maar deze keer zit ze binnen in de hal. Ze roept van ver mijn naam. Het is druk in de hal en alle mensen kijken me aan.

‘Kom ne kier bei mei!’

‘Seffens, ik ga eerst een sigaret roken.’

Ze protesteert niet.

Ik moet vervolgens maar een stap binnen zetten of het scenario herhaalt zich. Ze roept weer luid mijn naam en ik ga naar haar toe.

‘Ik em van die bubbelkes om mei veremelte. Zoukik HIV emme?

Oprecht, ik denk niet dat zij bij de risicopatiënten hoort, al weet een mens maar nooit. Maar ik kies er toch voor om haar gerust te stellen.

‘Maar neen, gij hebt zeker geen HIV. En als ge toch niet helemaal zeker zijt, vraag het dan eens aan de verpleegster op uw afdeling.’

Ze knikt en laat haar hoofd weer op haar borst zakken, haar gewone ontspannen houding. Ik hoor ze vandaag niet hoesten.

Een van de vorige ontmoetingen zat ze – zoals meestal – weer haar ritmisch geforceerde hoest te voorschijn te toveren. Er stonden wat mensen in het rokerstraliewerk. Een dame stoorde zich er duidelijk aan.

‘Zoude da niet stoppen?’ zei ze boos tot mijn vriendinneke. Maar die reageerde niet en zette haar uuh-uuh duchtig verder.

Blijkbaar ging die dame meer en meer in de stress, en ze herhaalde nog eens dat ze er moest mee stoppen. Maar alweer geen effect.

Ik kon er niet aan doen, maar ik moest er mij weer mee moeien. Ja, ik weet het, ik moet er meer op letten, maar dat is gelijk een automatisme dat eruit komt zonder dat ik daar zeggenschap over heb. Ik zeg:

‘Laat ze maar doen, want ze vindt dat plezant’.

Waarom de dame zich opnieuw tot mijn vriendinneke richt en zegt:

‘Gij kunt da messchien plezant vinde, moar wij vinde dat iel ambetant!’

Och ja. Vanaf daar is het me gelukt om mijn tong in te slikken. Wat baten kaars en bril als de uil niet zien ’n wil.

(wordt vervolgd….)

 

HET ZIEKENHUIS: Herstelling onder garantie – Deel 6

 

Olè…olè-olè-olè-olèèèèèè!!! Ontstekingswaarden weer gezakt. Ik moet weliswaar minimum tot na het weekend hier blijven, maar ik vind het allang goed dat het de goede richting uit gaat. Met een nog langer verblijf kunnen ze mij niet straffen. Het was erger toen ik op internaat in Tildonk zat op mijn 12 jaar, dan hier. ’t Is hier goed.

En ’t mag gezegd dat het ook wel eens plezant is om geen moer uit te voeren zo ganse dagen. En toch verveel ik me geen seconde. Boekje lezen, beetje schrijven, babbeltje slaan, beetje rusten, beetje eten,… En om dan helemaal het schaamrood op de wangen te krijgen komen ze ook nog eens vragen of alles goed gaat en of je nog iets nodig hebt.

Ik heb intussen al mijn sociale engagementen op pauze gezet. Heb even tijd nodig om mijn hele carrosserie weer in orde te laten zetten vooraleer ik me weer volop in de activiteiten kan smijten.

Ik postte op mijn Facebook: ‘Ik zit in de fleur van mijn slijtage’, wat dus een waarheid als een koe is. Want er is uiteraard flinke slijtage, dat kunnen we niet ontkennen. Maar het is ook een beetje fleur want uiteindelijk is het leven wel mooi als je al een stuk van de weg hebt afgelegd en je leven in balans is geraakt.

’t Was grappig dat er een man repliceerde op die post met ‘Ik vraag me af wie er met dergelijke onzin kan lachen’. Ik heb geantwoord dat het leven een stuk gemakkelijk is als je kan relativeren en wat humor inlassen. Ik kreeg van de slag meteen een heleboel ‘likes’. Heel leuk om te zien. Dank je wel, lieve vrienden en vriendinnen.

Ik heb gemerkt dat hij zijn opmerking er intussen heeft afgehaald. Ik hoop dat het gewoon eerlijke schaamte is geweest, of misschien nog beter: inzicht dat hij toch een beetje te veel zuurpruim is om vrolijk door het leven te kunnen gaan.

Mijn buurvrouw en ik hebben hier al ons verhaal gedaan tegen een paar mensen van de verpleging over die ene verpleegster die het niet nauw neemt met de patiënten. En wat horen wij: men weet met naam en toenaam over wie het gaat, het probleem is al een aantal jaren gekend. Maar dan komt de grote verrassing: er kan niets aan gedaan worden zolang er geen echte professionele fouten worden gemaakt. Men kan geen medewerkers sanctioneren omdat ze onvriendelijk – of in dit geval kortom bot – zijn. Dat is blijkbaar geen criterium. Tot hiertoe alle lof voor dit ziekenhuis, en deze afdeling in het bijzonder, maar waar het over dit criterium gaat: Shame On You, Sint-Lucas!!

En ik heb als afsluiter nog een paar lift-verhalen.

Het is hier sinds mijn laatste bezoek nog altijd niet veranderd: er liften hier nog altijd geesten mee.

Ik stap met een man in de lift op de vierde verdieping. We willen allebei naar het gelijkvloers. Toch stopt de lift op de derde verdieping en niemand staat te wachten om in te stappen. De man zegt:

– ‘allez, hoe komt dat nu dat die hier stopt?’

– ‘Dat zijn de onzichtbare geesten die mee willen. Dat is hier de gewoonte.’ zeg ik.

De deur sluit en we liften verder. Maar op de tweede verdieping hebben we weer prijs. De lift stopt. Deze keer stapt er wel een dame in, maar wat blijkt: ze duwt een rolstoel verder waar niemand inzit. Deze was te schoon om te laten liggen, dus ik zeg tegen mijn mee-lifter:

– ‘Ziet ge wel, er zijn ook geesten die niet meer zo goed te been zijn, en die moeten dan in zo’n karreke zitten’.

 

En dan was er die keer dat ik op het gelijkvloers stond en naar boven wilde. Ik zie dat de meneer die voor me staat op het pijltje naar beneden heeft gedrukt. Ik duw de pijl naar boven in en vraag aan de man:

– ‘Moet u naar beneden, Meneer?’

– ‘Neen, naar boven.’

– ‘Dan denk ik dat het beter is om op het pijltje naar boven te drukken’, zeg ik. (Annie, wanneer gaat ge nu eindelijk eens leren om u niet te moeien?)

Weet ge wat die man mij zegt?

– ‘Maar, Madam, die lift staat nu boven. Die moet toch naar beneden komen, zeker? Ik kom hier al 12 jaar, dus ik zal wel weten hoe het moet, hé?’

Ik heb wijselijk geknikt en in bij mezelf gedacht: ‘Gvd, Annie, laat de mensen doen. Zolang ge er zelf geen last van hebt, hou dan uwen bek’.

Ik zal mijn best doen.

(wordt vervolgd….)

 

Het Ziekenhuis: herstelling onder garantie – Deel 5

 

Ik mag hier een keer goed nieuws komen melden. De nieuwe antibiotica blijkt aan te slaan. Gelukkig, want dit is de hoogste in rang die men op de afdeling mag toedienen. Het spul bestaat alleen in intraveneuse vorm zodat ik hier nog een tijdje zal vastgebonden blijven aan mijn slangetjes. Het maakt me in dit stadium geen moer uit. Van mij mogen ze me hier een maand houden als ik maar van die ontstekingen af geraak. Ik heb hier toch al lang mijn tent opgezet. En ik weet ook intussen dat je hier een aardappelmesje moet mee hebben om fruit te schillen, dat het belsysteem al eens kan uitvallen, hoe ik de lift weer kan doen praten wanneer hij niet wil bewegen, hoe ik de TV kan herstellen wanneer die tilt slaat, ik weet wat de geplogenheden zijn, de uurplanning, de toffe en de minder toffe mensen.

Na mijn ontslag gaat de timer in voor 6 weken omdat het zaakje ‘moet afkoelen’. En dan onder het mes. Stukje stoute Annie eruit. Ik hoop dat ik er een beter mens zal van worden.

En wel heel erg vingers kruisen dat de ontsteking niet weer opsteekt gedurende die 6 weken afkoelingsrust, want dan wordt het ingewikkelder en lastiger. Ons Annie zal het dus hééééél rustig aan doen. ’t Is maar dat iedereen weet dat ik mogelijk neen zal zeggen als mij iets gevraagd wordt. En nog erger: het zou wel eens kunnen dat ik die goede gewoonte zal doorzetten erna.

Maar voorlopig ben ik onder dak en in goede handen. Mijn lijf past zich aan het ziekenhuisritme en de omstandigheden aan. Het was al zelfs zo ver dat ik tijdens dat ene nachtje thuis – toen ik wilde opstaan voor een plas – op zoek ging naar mijn stang met mijn chemische fabriek eraan en ze uiteraard niet vond. Jaja, ik weet het, het kan ook beginnende dementie zijn. Soit.

En mijn blog heeft hier toch al zeker één zichtbare vrucht afgeworpen: de ‘pousse ici’ is verdwenen en er hangt een mooie propere indicator boven het systeem: ‘deur openen’ met een pijltje naar onder. Perfect!

En ik leer hier zelfs meerdere dingen bij.

Zo zijn er de stagiaires die opgeleid worden en ik vrees dat ze mij graag uitkiezen als oefenmateriaal. Maar ’t is hun met plezier gegund. Op mij mogen ze hun onkunde botvieren, maar als het zeer doet gaan ze het geweten hebben, en als ze beginnen te prutsen moeten ze er kort spel mee maken. Maar verder ben ik een en al gewilligheid en haal ik mijn portie humor uit de kast om die jonge meiden gerust te stellen. En zo leer ik natuurlijk ook nog iets bij. Ik kan met gemak een baxter vervangen (al heb ik dat ooit 40 jaar geleden ook geleerd), en ik zet dat ding zelf dicht als er eentje is leeggelopen. De andere moet altijd blijven lopen, dag en nacht. Vind ik niet erg. ’t Is alleen wat vechten met die plastieken draden in bed, en al dat vocht dat ze in mijn lijf pompen moet er ook ergens uit, nietwaar?

Er was een stagiaire die moest tonen aan haar begeleidster dat ze in staat was om de ademhaling te tellen van mijn buurvrouw met longproblemen. Blijkbaar bestaan daar nog geen machientjes voor. Het is dus kwestie van op je horloge te kijken en te tellen hoe vaak iemand ademt.

Zegt die begeleidster: ‘maar het is natuurlijk wel een probleem wanneer een knap ogend studentje een man moet onderzoeken en zich over hem buigt om te tellen, want je kan er donder op zeggen dat die dan naar adem snakt, en dan is je telling om zeep. De kunst is om bij de mannen liefst iemand anders (lees: een man of een lelijke meid) de klus te laten klaren.

Maar ik krijg hier ook uitbreiding van mijn talenopleiding. Bij nader inzicht vond ik het wel heel interessant dat we indertijd Nederlands, Frans, Engels en Duits met bakken te zwelgen kregen, zowel in grammatica, dictee, historiek van de landen, literatuur, maar ook al die talen in handelscorrespondentie, steno en dactylo. Als talen zouden zichtbaar zijn, dan zou je mezelf en al mijn klasgenoten in een grote aura van kleuren zien rondgelopen hebben. Wij àdemden talen.

Maar dus bij nader inzicht had het Turks in deze tijden ook wel van pas gekomen. Ik heb intussen al wat straat-Turks mogen leren van die mensen, en dat is best wel leuk.

Want zeg nu zelf, het is toch vooral het taalverschil dat de basis vormt van de kloof tussen ons en de mensen die van elders komen (en allez ja, ook het gedrag van sommigen, ik geef toe). Beide partijen mogen nog zo vriendelijk en zo eerlijk en oprecht zijn, maar als je de taal niet spreekt kan je geen contact leggen, en als je geen contact kan leggen kan je ook weinig te weten komen van de geplogenheden, en dat maakt de integratie dan weer moeilijker.

Ik ben dus begonnen met het goede voorbeeld te geven. Volgende keer dat we elkaar ontmoeten zal je het in het Turks moeten doen. Grapje. Ik ken maar een paar woordjes. En ik moet eerst mijn Spaans onder de knie krijgen.

Ik heb ook geleerd dat sociale media onbewust beslag op je legt, en dat het een kwestie is van een gezond evenwicht te houden: je er niet laten door besturen, maar je moet het ook niet afzweren. Ik heb in elk geval mijn instellingen zodanig aangepast dat ik niet telkens een mail krijg wanneer iemand iets gepost heeft, en ik heb ook de geluidjes uit mijn gsm gehaald. Wat een rust en vrede!

Een mens moet waarlijk in een ziekenhuis belanden om tot dat inzicht te komen. Of misschien was dat inzicht er wel, maar drong het toch onvoldoende door om tot actie over te gaan. Is intussen gebeurd. Bank vooruit, Annie. Ik raad allen aan om mijn voorbeeld te volgen. Het doet deugd.

En ja, misschien moeten we wel in een ziekenhuis belanden om eens te bezinnen, om stil te staan en scherp te stellen. Zo zit ik al een tijdje mijn hersens te pijnigen waarom ik heb wat ik heb.

Immers, men zegt dat je de ziekte krijgt die je verdient. Amai, ik vind dat wel een straffe, maar je weet dat ik voor alles open sta. En als je leest hoe Freud daarover dacht, dan  is het niet slecht om er toch even blijven bij stil te staan. Blijkbaar geeft je ziekte de dingen die je onderbewuste geest verlangt. Want die onderbewuste geest die kijkt niet naar de manier waarop, niet naar het middel, enkel maar naar het doel: datgene wat het verlangt. Het zal je onderbewuste worst wezen dat je dat verlangen kan voldoen door een rotziekte.

Kijk, of het bovenstaande nu waarheid is of niet, ik vind het toch altijd de moeite om eens op onderzoek te gaan en me in dit geval af te vragen welke voordelen mijn ziekte mij opleveren.

En neen, ik ga jullie mijn diepste psyche niet uiteenzetten. Die is bovendien alles behalve interessant, of minstens gênant. Maar ik kan je wel verklappen dat ik vanaf nu mijn prioriteiten anders zal leggen, voor zover ik dat al niet deed in de voorbije dagen. Maar eigenlijk was ik daar al achter van voor mijn opname. Ik snap niet goed waarom mijn onderbewuste me dan toch nog daarvoor in het ziekenhuis moest sjotten. Ik zal nog wat verder moeten spitten, denk ik.

Om af te sluiten: ik zei al dat het soms risico’s inhoudt om te bloggen. Hier volgt er nog eentje.

De dame die zo lief is ’s ochtends mijn boterhammekes te roosteren zag me bezig met schrijven.

– ‘Aan ’t bloggen, Annie?’

– ‘Ja hoor’

– ‘Zie maar dat het positief is he, of ge zult er over vliegen met uw geroosterde boterhammekes.’

’t Was uiteraard om te grappen, en kijk, dat fleurt het ziekenhuisleven hier op als de verzorgenden je met humor benaderen. Leuke boel hier. Maar tussen ons gezegd en gezwegen: toch liever gezond thuis!

(wordt vervolgd…)

 

HET ZIEKENHUIS – herstelling onder garantie – Deel 4

Je kent dat liedje van Johan Verminnen: ‘ik voel me goed, ik voel me goe-oed…’

Wel ja, dat zat ik vanmorgen tot mijn eigen verbazing te neuriën. Ook al zou de dokter me straks komen vertellen dat de antibiotica niet aanslaat, ik geloof er geen moer van, want ik voel het verschil.

Vorige week hadden we het met een groepje vrienden nog over de definitie van geluk. De beste definitie die voorhanden is luidt: ‘geluk is de afwezigheid van ongeluk’. Bij deze kan ik dit zonder omstuit bevestigen. De afwezigheid van pijn en ziek zijn is voor mij op dit moment het summum van geluk. Laten we dit met zijn allen goed in onze hersenpan drukken voor de kleine baaldagen.

Vorige week vrijdag mocht ik dus naar huis. Mijn weekje ziekenhuis zat erop. Herman zou pas ’s avonds thuis komen van skireis, maar ons Annie kan haar plan trekken. Gewoon taxi genomen. Is maar 6 km tot thuis, dus kost geen fortuin.

Je weet hoe dat gaat als je na zo een weekje thuis komt, dan heb je meteen vanalles te doen. Was insteken en uithalen, droogkas opzetten, vaatwas leegmaken, sanitair wat opfrissen, de rondhangende rotzooi wat opruimen, snel naar de apotheker om de voorgeschreven antibiotica te halen….

En na een helse nacht heb ik maar weer eens de huisdokter gebeld. Bloedafname en analyse, en ja hoor, ga maar weer binnen. Het zit niet goed.

De was is nog niet gestreken, maar die moet dan maar zo in de valies. BALEN!!!

Maar deze keer kon ik nog op eigen pootjes staan om binnen te gaan. Dat was al iets.

Op de spoedafdeling voelde ik al meteen dat het infuus niet goed zat. De boel begon daar meer en meer pijn te doen. Maar een mens wil anderen niet tot last zijn, dus hield ik mijn mond. Eenmaal terug op mijn vertrouwde afdeling kon ik het toch niet meer houden en vroeg om het infuus te verplaatsen. Nu kan ik me best wel voorstellen dat ze voor zo een klus niet staan te springen, en ik heb wel een en ander uit de kast moeten halen om het toch gedaan te krijgen.

De verpleging op de afdeling waarover ik zoveel lof heb mogen uiten bleek toch ook hier en daar wat barstjes te hebben.

– ‘Dat kan niet verkeerd zitten, want het loopt’, zei een voor mij tot dan toe onbekende verpleegster.

Ja, dat kan wel zijn dat het loopt, maar het loopt blijkbaar toch niet allemaal waar het moet lopen, want mijn hand begint aardig te zwellen. Uiteindelijk kwamen twee verpleegsters dan toch de klus klaren.

Eerste prik: Auw verdorie, dat deed pijn. Knal, ader gesprongen. Dan maar tweede poging. Auw, weer foute boel. De andere verpleegster beslist om het ook eens te proberen aan de rechter kant. Knal, weer ader gesprongen. Het bloed sijpelt eruit. Komt er een derde verpleegster binnen die zelfzekerder is en de zaak in handen neemt. Maar neen hoor, weer mis.

Zeg eens, ik voelde me precies een stuk papier dat moest geklasseerd worden en waar je de gaatjes niet goed inkrijgt. Helemaal geperforeerd. Als ik een glas water zou gedronken hebben, dan zou het er langs de gaatjes zijn uitgelopen gelijk kleine fonteintjes.

Maar ik moet toegeven dat ik echt lek sloeg. Het potje was vol. Eerst de teleurstelling om weer binnen te moeten, de pijn, de angst voor een gecompliceerde operatie, en dan al de geprik in mijn lijf. Nu ben ik doorgaans niet zo’n huilebalk, maar deze keer kon ik het janken efkes niet tegenhouden.

Uiteindelijk hebben ze de spoed gebeld en is er een spoedverpleegster de zaak komen klaren. Prikje, en de naald gleed erin als een warm mes in boter. Fantastisch. Ik had het kind bijna een kus gegeven van contentement. Vijfde keer, goede keer.

Ja, verpleegsters, je hebt er van soorten.

Mijn buurvrouw – een hele lieve deze keer; ik vertel je straks nog over de vorige – wordt thuis in de home elke dag gewassen. Dus lijkt het mij normaal dat ze dat in het ziekenhuis ook doen. En dat gebeurt heel netjes, behalve door één verpleegster. Het menske was er het hart van in toen ze me vertelde dat ze als antwoord had gekregen van die ene verpleegster waar ik hier zonet over vertelde:

– ‘Niet kunnen, dat bestaat niet’.

Blijkbaar moet ze dan toch één keer een poging hebben gedaan om zich aan de klus te zetten, en halverwege de wasbeurt liet ze mijn buurvrouw gewoon zitten in de badkamer. Die heeft haar moeten bellen en toen ze tevoorschijn kwam zei ze:

– ‘Hewel, wat is er?’

Ik vind het erg voor mijn buurvrouwtje, maar ergens was ik ook wel een beetje blij om haar verhaal te horen, want ik dacht al dat het aan mij lag dat het mens zo mottig deed.

Ik maakte haar erop attent dat de ader waar fout gestoken was begon te ontsteken.

– ‘Dat kan niet ontstoken zijn’ kreeg ik als antwoord. ’t Is toch wel straf dat er verpleegsters rondlopen die beter kunnen voelen dan datgene wat jij voelt. Het deed gvd zéér!

Ik liet het voor wat het was en legde mijn probleem voor aan een tweede, jonge verpleegster die altijd heel vriendelijk en behulpzaam is. Zij beaamde wel mijn ongemak, maar zei dat het vanzelf wel zou overgaan. Ik ben een leek op dat vlak, dus ik neem het voor waarheid. Volgens mij wist ze zelf niet beter, want ik ben er zeker van dat ze zou geholpen hebben.

Maar tegen de avond begint die zooi daar hoger en hoger te ontsteken tot in mijn elleboog. Ik vertel het de nachtverpleegster, ook een hele lieve. Die zegt prompt:

– ‘O ja, dat is ontstoken en dat wordt altijd erger als je daar niets aan doet. Ik ga zalf halen.’

En tegen de ochtend was de pijn bijna helemaal weg. Zo simpel kan het leven zijn.

Dan schiet mij dat cabaret-liedje te binnen: ‘we zijn er om mekaar, om mekaar, te helpen nietwaar…..’

Het was diezelfde norse die naar me beet:

– ‘ge kunt maar zorgen dat ge genoeg beweegt hé, want ik heb gezien dat ge uw spuit hebt geweigerd. Het is op UW verantwoordelijkheid, he!’.

Ja zeg! Is het de bedoeling dat ik me een stout kindje voel?

En nog eentje om het af te leren: Alle verpleegster nemen steeds bloeddruk aan de arm waar je geen infuus hebt omdat het behoorlijk pijn doet als daar druk komt op te zitten. Die ene verpleegster veegde daar vierkant haar voeten aan. Toen ik ze zag afkomen vroeg ik haar of het niet aan de andere kant moest, waarop ze zei dat het allemaal gelijk was en gewoon verder deed. En het doet inderdaad verdorie geen deugd als ze die band oppompen. En alsof de duivel het erom deed, het duurde ook veel langer dan normaal.

Het doet me enorm denken aan het onderzoek dat mijn collega’s een flink aantal jaren terug gedaan hebben bij Albert Heijn in opdracht van hun directie.  Daaruit bleek dat de medewerkers er heel graag werkten. Alleen vonden ze de klanten er het lastigste aan.

Misschien is het met sommige verpleging ook zo: dat ze graag in het ziekenhuis werken, maar dat de patiënten er te veel aan zijn.

Tja, ik heb heel wat lof gezwaaid over dit ziekenhuis en de afdeling, en dat was ook terecht, maar nu en dan laten ze – zoals overal – wel eens steken vallen of lopen de dingen wat anders dan gehoopt. Maar ik moet eerlijkheidshalve zeggen dat ik hier intussen toch al weer door de meesten in de watten ben gelegd. Babbeltje slaan, met spoed zalfje besteld, heb je nog iets nodig? ga maar eerst eentje roken, ik kom straks wel langs, eet je wel goed? wil je iets anders om te eten?……

Ik had het de vorige keer over mijn buurvrouw en over het feit dat ik mijn oordeel niet te snel mocht maken. Ja man, ik was misschien toch nog zo mis niet die eerste keer.

De eerste dag dat die dame werd opgenomen was het allemaal nog te doen. Haar man en één van haar kinderen kwamen op bezoek. Niets abnormaals. Maar vanaf de volgende dag was het daar volle bak. ‘En moede gulle e kafeeken hemme? ‘k zal er goan oale!’ Een café zou er jaloers op geweest zijn met zoveel klanten. En dat gedurende de volle periode van de bezoekuren, zijnde van 14u tot 20u. En dan maar tetteren over Familie, over Thuis, over de hond, over de auto, over nonsens die je niet wil weten.

Op een avond vraagt buurvrouw me of ik geen last heb van haar bezoek. Ik antwoord haar beleefd en naar waarheid:

– ‘Ik werd er op het einde wel wat moe van, ja.’

Een beetje later zei ze dat ze haar man had gebeld om het hem te melden en dat ze er zouden op letten. Tof. Maar het was ijdele hoop. De volgende dag kwam er zelfs nog meer volk. Er zat altijd een minimum van 5 personen met een gemiddelde van 7 en een piek van 12.

Ja zeg, je bent dan al maar een wrak en doodmoe, dan lig je graag in een ziekenhuis en niet in een café, toch?

Zelfs een verpleegster die eens binnenkwam zei:

– ‘maar allez, madammeke, wat een lucht hier binnen met al dat volk. En gij hebt het aan uw longen? Dan moet ge zorgen voor zuurstof!’ waarop ze prompt de venster open gooide. Maar dat heeft niet lang geduurd, want ze vonden het snel te koud.

Ik passeerde mijn dagen meestal door op de bank in de gang, of beneden. Maar op een bepaald moment was ik zodanig moe dat ik dan toch maar in ‘het café’ op mijn bed ging liggen ondanks de vieze lucht en het lawaai. Ik lag er met mijn ogen dicht, maar van slapen kwam niet veel in huis.

Toch moet de buurvrouw gedacht hebben dat ik sliep want ik hoorde haar zeggen tegen haar bezoek:

– ‘Ze vindt zij mijn bezuuk lastig. Moar asse d’er nie tegen kan, dan moe ze moar een koamer apart vroagen, hé.’

Ik heb niet de moeite genomen om het er nog over te hebben, maar van mij heeft ze niet veel klank meer gekregen. Ik hou van mensen, maar ik kan niet tegen mensen met twee gezichten. Dan keer ik me zodanig dat ik geen van beide gezichten nog moet zien.

Ik lig nu op de kamer naast die van vorige week en ik heb gelukkig een hele lieve buurvrouw. Ze kwam zich meteen voorstellen toen ik aankwam en ze bood meteen aan dat ik haar hulp mocht inroepen als het nodig was.

En bij de vorige kreeg ik als kers op de taart na al het bezoek ook nog eens haar TV-programma’s kado. Van mij mogen mensen kijken naar wat ze willen, maar Familie, Blind Getrouwd en Top Chefs zijn aan mij niet besteed.

Nu staat die lichtbak minder aan en als hij aan staat dan is er het nieuws en al eens een programma over actualiteit. En een goed filmke zal ik ook niet versmaden.

Soort zoekt soort.

En nu is het genoeg met gezaag en tijd om het over iets anders te hebben.

Ik ging vanmorgen een sigaret roken, fris gewassen, met een gewassen-maar-niet-gestreken pyjama. Er zat maar één persoon, een dametje met mongolisme, vastgeketend aan een infuus dat veel ingewikkelder was dan het mijne. Ze rookte een gerolde sigaret, en ze stopte niet met hoesten. Ik merkte dat ze het erom deed, dat ze de hoest zelf opriep. Uuh-uuh…..uuh-uuh…..uuh-uuh…. altijd in hetzelfde ritme. Ik kijk haar aan zonder iets te zeggen.

– ‘Ik heb het aan mijn longen!’ zegt ze.

– ‘Ja, dat hoor ik. Is het dan wel slim om zo te roken?’

Ze hoort het niet, of wel, maar ze antwoordt in elk geval niet.

Na het aanhoudende artificiële gehoest kijkt ze me aan, en zegt:

‘Ik vind da plezant’

‘Ah ja? Ik denk dat dat niet zo goed is voor je longen als je dat zo uitlokt.’

waarop ik een luid en kordaat antwoord kreeg:

‘Ik doe mijn goesting!!’

Tja. Natuurlijk kan ze haar goesting doen. Ik moei er me niet mee. Ik heb genoeg aan mijn oren met mijn eigen stomme buik zonder mezelf op te dringen als goede fee voor de mongole (of hoe zeg je dat?) longpatiënten.

Hoewel ze mij hier in dat rookkot al ‘moeder Theresa’ hebben gedoopt. Dat kwam zo:

Toen ik eraan kwam waren er drie mannen van vreemde origine die elkaar kenden. Eén ervan stond recht en sprak een jong en tenger dametje aan die aan het roken was. Hij maakte een opmerking over de kamerjas die ze droeg omdat die een kap had in de vorm van een konijntje. Hoe het gesprek er uiteindelijk opgekomen is weet ik niet meer, maar op een bepaald moment deed ze haar kamerjas wat open om te tonen dat ze zwanger was. 8,5 maanden. Ze kreeg daar een sermoen van die man, dat het niet verantwoord was, en dat ze aan haar kindje moest denken. Ze pruttelde tegen en zei dat ze maar vier sigaretten per dag rookte.

En dat bleef daar maar doorgaan, dat sermoen en dat verwijt tot het kind tranen in de ogen kreeg. Ik kon het niet meer aanhoren en ben er tussen gekomen. Ik zei tegen die man dat hij haar stress bezorgde en dat hij ermee moest ophouden. Want van stress ga je als roker nog meer roken. Dat lachte hij weg en liet zich niet stoppen.

Maar die kende ons Annie nog niet.

Ja hoor, ik weet dat het niet goed is om te roken als je zwanger bent, maar uiteindelijk heeft onderzoek uitgewezen dat er enkel risico is op een prematuur, en dat het roken op zich niet schaadt aan de baby. En dat meiske zei dat de dokter gezegd had dat alles OK was met haar kindje en dat het al zwaar genoeg was.

Dus begin ik de tegenaanval door te zeggen dat ik ook drie gezonde kinderen op de wereld heb gezet, met gewicht van 3,300  kg tot 3,850 kg. Zonder te stoppen met roken (moet ik me nu doodschamen? Ben ik nu slecht? Ben ik minderwaardig? Vies?).En dat ze zich helemaal geen zorgen moest maken. Liever relax en een paar sigaretjes dan gestresst zonder.

En voilà, vanaf daar werd ik moeder Theresa. Ik vind het niet erg.

(wordt vervolgd….)