Categorie archief: VAARDIG DOOR HET LEVEN…

BOOSHEID, WOEDE EN GEWELD – WAT MOET IK ERMEE?

PROVENCE JUNI 2008 019

Als het leven je voor de wind gaat, wanneer je kalm en tevreden bent, dan heb je vanzelfsprekend niet de neiging om snel uit te barsten wanneer er een akkefietje mis gaat. Maar wanneer er een heleboel akkefietjes zich opstapelen, dan zit het anders.

Stel, je hebt ’s ochtends de post opengemaakt en je merkt dat er een boete bij zit voor te snel rijden. Vervolgens ga je naar je werk en zegt je baas dat de strategie is veranderd en dat je die hele klus die eindelijk af was weer van voor af aan mag herbeginnen. ’s Middags dringt het tot je door dat je vergeten bent om boterhammen mee te nemen, dus maar snel naar de broodjeszaak waar een hele lange rij staat waardoor je riskeert om te laat weer op het werk te zijn. En omdat je dat broodje te snel naar binnen hebt gewerkt krijg je een zeurende pijn aan je maag die de ganse namiddag aanhoudt. Bij het naar huis rijden is er een ongeluk gebeurd en sta je een half uur in de file waardoor je flink onder je voeten krijgt in de kribbe omdat ze daar door jouw schuld overuren moesten maken. Dan kom je thuis en dan zie je dat manlief zijn krant zit te lezen en je zoon net een broodje smos heeft gemaakt waardoor de hele keuken smos is geworden. En dat terwijl er nog avondeten moet gekookt worden.

EN DAN BARST DE BOM!

Je kan je daar allerlei scenario’s bij inbeelden. Dat hoef ik niet in je plaats te doen. Misschien herken je het allemaal zelf wel.

Je woede op dat moment is eigenlijk niets anders dan onbewuste vreugde omdat je eindelijk een mogelijkheid hebt gevonden om je rotgevoel bot te vieren. Om eens eindelijk de emmer leeg te maken. Je wil het kwijt. En je hebt gelukkig een situatie, een reden en een slachtoffer gevonden. Eureka!

Hoe kan je dit voorkomen?

Heel eenvoudig door je emmer niet vol te laten lopen.

Bij de bekeuring is het een kwestie van te relativeren, er vrede mee nemen en jezelf een domkop noemen. En vervolgens het voornemen maken om wat minder snel te rijden. En daarmee is de kous af.

Tegen je baas zeg je dat je best wel opnieuw wil beginnen, maar dat het langer zal duren dan de eerste keer. Of je vraagt of iemand anders de klus kan klaren.

De files: beschouw ze als verplichte pauze. Even lekker niets doen en wegdromen, of plannen maken voor volgende vakantie.  Je kan er toch niets aan veranderen, waarom je dan druk maken?

Te laat op het werk? Ach wat, ik denk niet ze je daarom zullen ontslaan. Trekken ze een vies gezicht? Hun probleem.

Thuis komen en dingen zien die je liever niet ziet? Zeg gewoon dat je het niet fijn vindt en maak afspraken voor de volgende keer.

 

Het is belangrijk om voldoende assertief te zijn en om te relativeren. Soms komen er ongelukken van. Soms loopt het helemaal uit de hand.

Ik denk dat het hele verhaal van terrorisme tot bovenstaande te herleiden is. Mensen lopen gefrustreerd omdat ze geen job vinden, omdat ze geld tekort hebben, omdat ze slecht behandeld worden door politie of andere instanties. Het stapelt en het stapelt. En ze vinden mekaar in hun boosheid en hun frustratie en wakkeren het nog meer aan.

Vervolgens krijgen ze een situatie, een reden en een slachtoffer op een presenteerblaadje: het geloof!

Want het geloof zegt dat je al die losbandige schepsels van de kaart mag vegen en dat je er nog zal om beloond worden ook.

Is er een oplossing? Waarschijnlijk wel, maar er zal nog een flinke mentaliteitsverandering nodig zijn om alle culturen in vrede met elkaar te laten leven. Of misschien moeten we toch maar iedereen op zijn eigen plekje laten zijn wie hij is, zonder vermenging van rassen en culturen?

Wanneer een conflict op het werk of elders is geëscaleerd, dan valt er ook niets anders te doen dan mensen uit elkaar te halen.

Maar dat is een naïeve gedachte. Ik weet het wel. En waarschijnlijk klinkt het te onvriendelijk, hoewel ik met gelijk wie kan opschieten, zolang mensen zich maar gedragen. Het maakt niet uit of dat een Belg of een ander is.

KLIKSPAAN OF KLOKKENLUIDER?

 

travellers-worldwide_(3)

Men heeft mij geleerd dat er een essentieel verschil is tussen een klikspaan en een klokkenluider.

Blijkbaar is klokken luiden positief. Je brengt iets aan het licht dat anderen proberen verborgen te houden omdat het niet zo koosjer is, maar je doet het wel in het belang van de tegenpartij of van de gemeenschap. En een klikspaan, dat moet ik eigenlijk niet uitleggen. Iedereen weet dat het een persoon is die een negatieve daad stelt door over te dragen wat iemand verkeerd heeft gedaan.

Als je het mij vraagt is de lijn erg dun…

En dan belanden we als snel bij waarden en normen.

Moet ik de winkelier verwittigen wanneer ik iemand iets zie wegnemen uit zijn winkel? En zo ja, moet ik hem er ook op wijzen dat de winkelier te veel wisselgeld aan een klant geeft, terwijl die doet alsof er niets aan de hand is?

Moet ik de baas alarmeren wanneer een collega zegt dat hij/zij een taak niet naar behoren zal uitvoeren wegens gelijk welke reden? Moet ik mijn kind naar de politie sleuren wanneer het een fiets heeft gestolen? Moet ik mijn buur aangeven wanneer ik verneem dat hij zonder rijbewijs rijdt?

Soms toch wel moeilijke dilemma’s, niet?

Bovendien zijn onze waarden en normen niet gelijk. De ene zal vinden dat je niet in bomen mag klimmen omdat je ze zou kunnen beschadigen, de ander zal zeggen dat hij het super vindt wanneer zijn/haar kinderen in de bomen klimmen en zich amuseren. Veel heeft te maken met onze opvoeding en met cultuurverschillen.

Moeten we onze eigen normen dan maar laten varen? Neen, dat zou ook geen goed idee zijn, en bovendien niet haalbaar. We hebben het als mens nodig om met bepaalde regels te leven. Het geeft ons een houvast en het maakt het leven in gemeenschap aangenamer.

Maar het is wel goed dat we ons meer bewust zijn van het feit dat anderen niet per se onze eigen normen delen. Iemand zal het helemaal geen grote zonde vinden om een beetje te laat te komen, terwijl de andere vindt dat zoiets echt niet kan en niet respectvol is. Als we weten dat elkeen verschillend is en dus meestal niet opzettelijk onze normen met de voeten treedt, is dat al heel wat ergernis gespaard.

Maar wat als het om dingen gaat waarvan we het gevoel hebben dat er echt over grenzen wordt gegaan? Is het dan toch aangewezen om te klikken of om klokken te luiden?

Probeer het eens op deze manier. Ga naar de persoon in kwestie en spreek hem of haar aan op het gedrag dat volgens jou niet kan. Spoor die persoon aan om zelf naar de benadeelde of de betrokkene te stappen en zijn of haar verhaal te doen. En desnoods kan je aangeven dat – indien hij of zij dit zelf niet doet – jij het zal doen.

De overtreder heeft dan tenminste de kans om zijn of haar fouten recht te zetten, en jij hoeft geen klikspaan te zijn.

Maar nog eens: overdrijf er niet in. Voel je niet geroepen om de hele mensheid op te voeden. Dat is onbegonnen werk. En er zijn nog zoveel andere belangrijke en leuke dingen in het leven!

WAT GAAN DE MENSEN DENKEN…

084

Ons moeder noemde het indertijd ‘menselijk opzicht’. Ik vond het een rare uitdrukking, maar ik merk nu dat ik niet direct een alternatief kan vinden.

‘Menselijk opzicht’ dus. Ik denk dat het zijn voordelen heeft. Het is een vorm van sociale controle die ervoor zorgt dat we ons een beetje gedragen, dat we een beetje zelfdiscipline leren krijgen en ons leren aanpassen.

Jammer genoeg heb ik in mijn praktijk veel mensen gezien die daarin een aantal bruggen te ver gaan. En ik pleit zelf ook niet altijd onschuldig. Er is voor velen onder ons nog werk aan de winkel.

Zo zijn er degenen onder ons die na een uitje met vrienden of na een familiefeestje de hele conversatie van de avond opnieuw in hun hoofd laten afspelen, op zoek naar wat ze zelf hebben gezegd, hoe mensen daarop gereageerd hebben, en of ze daar toch niet in de mist zijn gegaan. Wat zouden de anderen denken? Was ik wel OK?

Of je hebt degenen die hun gordijnen aan de voorkant dicht doen wanneer ze ziek thuis zijn, omdat de buren toch maar niet zouden zien dat ze in de zetel liggen te rusten. Zoiets doe je niet overdag.

Ga jij ook rekening houden met de smaak van je gezelschap wanneer je voor je kleerkast staat om iets uit te kiezen?

Hoeveel mensen met een burnout heb ik voortdurend moeten aansporen om naar buiten te komen, want ze vonden het toch niet kunnen dat ze een collega zouden ontmoeten terwijl ze in ziekteverlof waren.

Durf jij ook niet ‘neen’ te zeggen wanneer iemand jou wil voorbijsteken aan de kassa of een andere aanschuif-gelegenheid? Want misschien zouden de mensen je dan wel afkeurend aankijken en je een onmens vinden.

Of – zoals in een eerdere blog al aangehaald – ga jij bij alles wat je doet een uitleg geven zodat anderen je toch maar niet zouden veroordelen?

Laten we eens massaal afleren om ‘el sympatico’ te willen zijn. Je hoeft niet bevriend te zijn met de hele wereld, en het is ook niet mogelijk om door iedereen sympathiek gevonden te worden. Zolang we ons respectvol gedragen naar anderen is dat al heel mooi. Je hoeft je niet uit te sloven om de goedkeuring van jan en alleman te krijgen.

Jij bent de enige die jezelf echt goed kent. Waarom zou je dan anderen – die jou dus minder goed kennen – over jou laten oordelen?

Je kan anderen niet verbieden om een oordeel te vormen. Dat is hun recht. Maar het is jouw recht om je niet te storen aan dat oordeel. Leef je leven. Het is van jou.

WAAROM BOMMEN SOMS BARSTEN

vuurwerk

Is het jou ook al overkomen dat je plots je zelfbeheersing verliest, dat je ineens alle remmen losgooit, om er dan – uiteraard – nadien spijt van te hebben? Of leef je met iemand die ‘een kort lontje’ heeft?

Laten we eens de fabels uit deze wereld helpen: Er is geen fouter etiket dan “hij/zij heeft een kort lontje”.

Wat helemaal iets anders is dan ‘iemand met lange tenen’. Dat laatste gaat over mensen die snel gekwetst zijn, snel op hun paard zitten, de dingen gevoeliger laten aankomen dan ze verzonden werden.

Maar – zoals gezegd – het korte lontje bestaat niet.

Met een beetje logica is het al meteen uitgeklaard. Dingen gaan pas ontploffen onder zware druk. Een ballon moet je voldoende opblazen of met water vullen vooraleer je hem tot barsten krijgt. Dat geldt ook voor mensen.

Ben jij iemand die nu en dan wel eens ontploft? Ga dan eens na waardoor jij de druk laat opdrijven.

Zijn het de mensen in je omgeving die je voortdurend duwen waardoor het voelt alsof je een sleutel in je rug hebt die kan opgedraaid worden?

Of ga je discussies steeds maar uit de weg? Ben je de man of vrouw van de rust en vrede die altijd maar plooit om toch maar geen conflicten te krijgen?

Of ben je degene die niet voor zichzelf durft op te komen, die zich plat laat walsen door te voldoen aan de wensen van anderen?

Maar het kan ook zijn dat jij jezelf opdraait, dat je de teugels loslaat in je hoofd en dat je de realiteit niet meer ziet en je jezelf verliest in boosheid om spoken die er niet zijn.

Hoog tijd om er even bij stil te staan wat bij jou de oorzaak is, en er verandering in te brengen. Want elke keer laat jij de druk verhogen tot uiteindelijk de hele zaak tot ontploffing komt. En tot overmaat van ramp brengt dat geen verlichting, maar zorgt het opnieuw voor een slecht gevoel en voor nieuwe druk.

Want die ander pikt jouw gedrag niet zomaar. Er worden dingen gezegd die brokken maken. En daar bovenop bezorgt het jou een schuldgevoel. En zo kom je in een cirkel terecht die ervoor zorgt dat er voortdurend nieuwe druk in je hoofd ontstaat.

En laat je vooral niet wijsmaken dat je ‘een kort lontje’ hebt, want eigenlijk is het tegendeel waar: je laat de frustratie veel te lang aanslepen.

Maak een goede afspraak met jezelf: vanaf hier ga ik actie ondernemen van zodra er ook maar de kleinste aanleiding tot druk is. Als je daarin slaagt, dan kan de emmer nooit overlopen omdat je de druppels geen kans geeft om te stapelen.

Met een beetje oefening lukt het zeker!

JEZELF VERANTWOORDEN….

Je hebt een bijeenkomst en je komt te laat. Je voelt je ongemakkelijk bij het binnenkomen en je geeft omstandig de reden waarom je te laat bent…. Herken je dat?

Je krijgt onverwacht bezoek, net op het moment dat je in je kasten aan het rommelen bent en de hele inhoud over de vloer slingert. Je geeft omstandig uitleg waarom je aan het rommelen was, want je was op zoek naar dat ene potje…. Herken je dat?

Je wil je bezoek een drankje aanbieden maar je hebt niet in huis wat ze vragen. Je legt uit dat het op je boodschappenlijstje stond maar nog geen tijd gehad om naar de winkel te gaan…. Herken je dat?

Je vriendin kijkt afkeurend wanneer je frieten bestelt in het restaurant, want je had toch gezegd dat je wilde lijnen. Je legt haar uit dat je al twee weken geen frieten meer hebt gehad en dat je al flink wat kilo’s kwijt bent door al je inspanningen, en dat je het daarom dus wel verantwoord vindt… Herken je dat?

 

Wij hebben nogal de neiging om uitleg te geven bij wat we doen, en vooral wanneer we menen dat hetgeen we doen niet helemaal in lijn is met wat van ons wordt verwacht.

Zo lang dat voor jou luchtig blijft en onbelangrijk, is er niets aan de hand.

Maar wanneer het een gewoonte wordt die eerder ongemakkelijk aanvoelt, wanneer je het gevoel hebt dat je iets ‘moet’ zeggen, of wanneer je heel erg je best doet om zo goed mogelijk uit te leggen wat nu eigenlijk de reden is van je gedrag, dan zit het mis.

Sommigen onder ons drijven het zelf zo ver dat ze er niet meer bij stil staan dat ze zichzelf voortdurend lopen te verantwoorden tegenover anderen.

Ben jij zo iemand? Sta er dan eens even bij stil waarom het zo belangrijk is dat die ander weet wat jou drijft.

Denk jij dat anderen jou voortdurend moeten of mogen beoordelen? Waarom laat jij je beoordelen? En waar halen die anderen de macht of het lef vandaan om jou te mogen beoordelen?

De kunst is om jezelf toe te laten jezelf te zijn. Doodsimpel, gewoon jezelf. Zonder uitleg, zonder verantwoording, zonder veel woorden. Je hebt het recht je ruimte in te nemen, het recht dingen te doen zonder dat iedereen daarvan op de hoogte moet gebracht worden.

Ben je te laat op je bijeenkomst? Mompel een vluchtige ‘sorry’ en ga zitten. Op die manier stoor je veel minder dan dat je een heel verhaal begint op te dissen. En het voelt een stuk steviger.

Is er rommel in je huis omdat je met iets bezig was? Jij hoeft niets uit te leggen. Het is jouw huis en je doet er wat je wil. Het is de bezoeker die te nemen of te laten heeft.

Heeft je vriendin commentaar op wat je eet of wat je koopt? Zeg haar dat het jouw keuze is op dit moment. Punt.

Geef de macht over jezelf niet weg door de ander telkens in de positie van ‘beoordelaar’ te plaatsen. Je bent zelf wijs genoeg om over jezelf te oordelen, en dat is vaak al erg genoeg.

Bang dat men je gaat ‘ver-oordelen’ als je geen uitleg geeft? De kans is heel groot dat het niet gebeurt. Integendeel, mensen zullen je veel meer respecteren. En stel dat iemand je toch negatief zou vinden of je dropt, bekijk het dan als het bewijs dat die persoon iemand is die je geen vrijheid geeft om jezelf te zijn. Misschien is het dan zelf een bevrijding wanneer iemand jouw weg verlaat.

En wat moet je dan doen als iemand je uitgesproken ‘waarom?’ vraagt? Er zijn vele mogelijkheden om daarop te antwoorden, allemaal een beetje afhankelijk van wie er voor je staat en waar het over gaat. Maar hier alvast een paar tips om je op weg te helpen. Volgende antwoorden zijn mogelijkheden:

– Is dat belangrijk voor jou om dat te weten?

– Dat is gewoon wie ik ben en wat ik doe.

– Het kwam gewoon zo uit.

– Moet ik mij verantwoorden?

– Jij hecht er blijkbaar meer belang aan dan ik.

 

Succes!!

LUISTEREN NAAR JE LICHAAM.

 

FOTO'S HERMAN VALOISE ALPEN JULI 2008 001

Er zijn de believers en de non-believers. Er zijn degenen die beweren dat alle ongemak start bij het lichaam, en er zijn degenen die zweren bij de psyche als oorzaak van fysische klachten.

De Romeinen hadden het in elk geval bij het rechte eind: ‘Een gezonde geest in een gezond lichaam.’

En eigenlijk maakt het niet zo zeer uit van welke strekking je bent, als je er maar voor zorgt dat zowel je lichaam als je moreel welbevinden zich in topconditie voelen.

Niemand kan het mij kwalijk nemen dat ik – vanuit mijn leven en ervaring – toch wat meer neig tot de groep die gelooft dat de psyche een sterke rol speelt, of in extremis misschien wel de enige oorzaak is van fysieke ziekte.

Als je psychisch niet OK bent, dan voel je al snel vermoeidheid, of gaat je hart sneller te keer, je verbruikt meer energie aan de zorgen die je hebt, de stress die je ondervindt…

Waarom krijgen sommige mensen in dezelfde omgeving een verkoudheid en sommigen niet? Misschien ligt dat aan het energiepeil dat je op dat moment hebt? Misschien heb je minder reserve om tegen die virus te vechten?

Freud predikte dat er geen toeval bestond. Zo beweerde hij dat zelfs iemand die een been breekt altijd een goede reden heeft om dat been te breken. Niets is volgens hem toeval op dat vlak. Hij heeft verschillende praktijkvoorbeelden, waaronder ook een dame wiens benen verlamd werden zonder dat men oorzaken kon vinden. Uiteindelijk genas ze toen ze er samen met Freud achter kwam dat ze het psychisch niet langer aan kon om voor haar zieke vader te zorgen.

Maar neen, we moeten niet allemaal in psycho-analyse om te kunnen genezen van onze fysische kwalen.

Maar dat neemt niet weg dat we er misschien wat meer moeten bij stil staan dat we roofbouw plegen op onze psyche, dat er dingen zijn die fout zitten in onze gedachten en in onze emotie, en dat we die beter eerst opruimen voordat we ons aan de pillen begeven om kwaaltjes te lijf te gaan.

Er is een dame die ooit een boek schreef met alle psychische verklaringen voor elke fysische kwaal. Bijzonder interessant en verhelderend. Maar we moeten niet massaal naar dat boek grijpen, we kunnen ook zelf wel dingen bedenken.

Laat ik je wat op weg helpen.

Een oorontsteking? Wat of wie wil je niet horen?

Constipatie? Wat durf je niet los te laten in deze wereld?

Smetvrees? Ben je angstig omdat je het leven niet kan bevatten? Wantrouw je jezelf en de natuur?

Spataderen? Welke zware lasten ben je aan het torsen?

 

En zelfs als je er niet in gelooft, het kan je wel plezier opleveren om een uitleg te vinden voor je ongemak!

Amuseer je gezond!

 

 

BANG VAN ZIEK ZIJN.

Het geeft stress wanneer je fysisch iets mankeert en je weet niet wat het is. Of je zou het misschien moeten weten, maar je denkt er allerlei veel ergere dingen bij.

Een beetje bloeden bij de stoelgang? Je weet eigenlijk best wel hoe het komt, maar je weet toch maar nooit of er niet iets erger achter zit.

Al een hele week moe? Je weet in je diepste binnenste wel waar het vandaan komt, maar wie weet is het een spierziekte, of iets anders?

Een hoest die maar niet wil overgaan? Je weet dat je minder moet roken, maar wie weet zit er iets fout met je longen?

Hartkloppingen?… beangstigend! En eigenlijk weet je dat je dat alleen maar hebt in stressvolle situaties, maar stel dat er iets mis is met je hart?

 

We zijn met velen die in de grond een beetje aan hypochondrie lijden, de een al meer dan de ander. Sommige mensen geven weinig aandacht aan die ongemakken, anderen des te meer.

En hoe meer je je zorgen maakt over die ongemakken, hoe erger het wordt. Je fantasie slaat op hol, je ziet op de duur de ergste dingen in je verbeelding. Je maakt jezelf bang. En dat geeft natuurlijk nog meer hartkloppingen, nog meer hyperventilatie en het tollen van je hoofd, nog meer angst om naar het toilet te gaan…. En dan gaan we massaal googelen op internet en dat maakt de zaak nog honderd keer erger, want daar zie je pas welke ellende ziektes veroorzaken en welke enge microben er op deze aardkloot vertoeven.

Blijf dus weg van internet voor dat soort dingen!

Probeer je gedachten even in toom te houden. Maak een afspraak met jezelf: als het tegen morgen/overmorgen/volgende week nog niet over is, dan ga ik naar de dokter. En laat dan de gedachte los. Blijf erin geloven dat het beter wordt, en als het niet beter wordt, dan heb je al een volgende stap voor ogen. Punt.

Lukt het je echt niet om de mallemolen in je hoofd stil te leggen, ga dan maar meteen naar de dokter.

En wanneer die je – nog maar eens – geruststelt dat er niets aan de hand is, onthoud dat dan voor de volgende keer dat je weer in paniek slaat. Kijk dan terug naar al die keren dat je huisarts gezegd heeft dat het OK was, en stel jezelf gerust met de gedachte dat het dit keer ook wel zal meevallen.

Dat wil niet zeggen dat je niet moet luisteren naar de signalen van je lichaam, maar maak jezelf niet zieker dan het nodig is.

Gezondheid!

 

JEZELF KETENEN IS GEEN GOED IDEE.

SAMSUNG
SAMSUNG

Gekke titel. Ik weet het. Kan een beeld oproepen van bepaalde voorkeuren, maar dat is niet de bedoeling. Iedereen doet in zijn eigen bed waar hij goesting in heeft.

Dit gaat over verdriet. Dit gaat over vermeende verplichtingen. Dit gaat over vermeende normen.

Flinke jongens wenen niet. Ah nee? Waarom niet? Kunnen flinke jongens dan geen verdriet hebben? Is flink zijn synoniem voor tonen hoe gevoelloos je bent?

Je moet je sterk houden. Ah ja? Waarom? Is het niet opper-menselijk om te breken onder te zware last? Een boom is sterk, maar zijn takken zullen ook afkraken wanneer ze te zwaar worden.

Ik mag anderen niet tot last zijn. Hoezo? Wie zegt dat je tot last bent? Dat zit alleen maar in je hoofd. Mensen zijn bijzonder hulpvaardige wezens die heel graag willen helpen.

Je moet maar eens in een overvolle stad of trein je spullen laten vallen. Er zullen heel wat mensen zijn die je helpen om de troep op te rapen. Of heb je ooit al meegemaakt dat je aan iemand de weg wil vragen en dat die persoon je niet wil antwoorden?

En los daarvan heb je het recht om hulp te vragen, om luid hulp te schreeuwen wanneer je daar behoefte aan hebt. Ik zou zelfs durven zeggen dat je de plicht hebt aan jezelf om dat te doen.

Het is dan aan de ander om aan te geven of hij/zij die hulp kan en wil bieden. Als je voor ogen houdt dat je inderdaad een negatief antwoord kan krijgen (hoewel het maar zelden zal gebeuren), en dat al op voorhand probeert te relativeren, dan is de stap al minder groot, de drempel minder hoog. Wees niet bang om afgewezen te worden. Zie afwijzing als een recht van elk mens. En zie afwijzing niet als een persoonlijke aanval, niet als een afwijzing van wie jij bent, van je persoon. Maar zie het als een afwijzing van jouw vraag.

Kruip niet in je hoekje met je verdriet. Duik niet onder de dekens met je zorgen. Kom naar buiten en ga naar de mensen waarvan je weet dat ze je graag zien, of naar de mensen waarvan je weet dat ze je willen helpen. En dat zijn er velen.

Je moet niet sterk zijn.

Je mag verdriet hebben.

Je mag boos zijn.

Je mag luid hulp roepen. Laar je horen!!!!

DE ECHTE REMEDIE TEGEN BURNOUT

photo 2 (2) (480x640)

Ik hoorde gisteren op het nieuws dat het aantal langdurige zieken flink de hoogte is ingeschoten, waarbij vooral het woord burnout valt. Op zich is dat geen nieuws meer. We weten het al een poos.

En intussen zijn al heel wat bedrijven wakker geschoten en is men met man en macht allerlei programma’s in het leven aan het roepen om die demon tegen te gaan. De consultancy bureau’s zijn er erg blij mee, want weeral een item waar ze hun expertise kunnen op inzetten en hun winsten optrekken. Niets op tegen, zolang het maar helpt.

Maar daar knelt nogal eens het schoentje. Hoe vaak helpen die programma’s? En vooral, hoeveel helpen ze? En voor hoelang?

Ik heb hier in het begin een aantal blogs geschreven over burnout, want ik heb heel wat mensen in mijn praktijk zien passeren met die symptomen. Het oogpunt vanuit degene die het lijdend voorwerp is werd dus al eerder belicht.

Maar nu wil ik het wel eens hebben over het aandeel van de werkgever.

Het is inderdaad zo dat de combinatie van een aantal eigenschappen van mensen ervoor kan zorgen dat iemand meer vatbaar is voor burnout. Perfectionisme of behoefte aan structuur zijn daar voorbeelden van. Maar de sfeer, de cultuur en de aanpak van het werk binnen het bedrijf zijn cruciaal.

Dat betekent dat  bedrijven in eerste instantie moeten investeren in het degelijk opleiden van de baasjes. Die moeten op hun beurt eerst en vooral leren dat ze oog moeten hebben voor de gebruiksaanwijzing van elk individu apart. Iedereen is anders, en het is een hele opgave om tijd te maken en te luisteren naar je mensen als je als baas zelf ook verzopen zit in het werk. Of sommige bazen vinden het ook helemaal niet leuk of niet nodig om erachter te komen wat mensen begeestert of wat hen tegenzit. Voor velen is leiderschap nog altijd synoniem met ‘sturen’ tout court.

Maurice Bruel heeft ooit een boekje geschreven over ‘Boeien en Binden van Mensen’. Laat ik dat even als handvat gebruiken om alvast wat klaarheid of om een start te geven.

Er zijn mensen die in hun job zoeken naar de uitdaging, naar nieuwe dingen doen en leren, die houden van verandering of die ambitieus zijn. Dat zijn de ‘geboeide’ mensen. Geef hen wat hen motiveert en geef hen vrijheid en verantwoordelijkheid. Ga niet zitten duwen op dat soort mensen, en haal je hete adem uit hun nek. Daar gaan ze zich vreselijk aan ergeren en dan zullen ze binnen de kortste keren op zoek gaan naar een andere baan.

Maar er zijn ook mensen die hun werkvreugde halen uit de sociale contacten die ze hebben in hun job, de mensen die loyaal zijn en ervan houden om hun collega’s te helpen en te ondersteunen. Er zijn mensen die ervan houden om ondersteund te worden, of die graag zoveel mogelijk kennis opdoen vooraleer ze aan iets nieuws willen beginnen. Dat zijn de ‘gebonden’ mensen. Voor hen moet je je deur openzetten zodat ze ten allen tijde beroep op je kunnen doen om iets te vragen of te bespreken. Zij houden van overleg en stemmen graag af. Laat die mensen niet verzuipen in een open zee.

Er zijn mensen die structuur verlangen, er zijn mensen die een afschuw hebben van structuur en alleen goed functioneren in een zekere chaos en vrijheid. Er zijn mensen die pas in gang schieten wanneer ze elk detail van hun opdracht kennen en er zijn mensen die griezelen wanneer elk detail al voor hen is uitgetekend.

En de meeste mensen hebben behoefte aan informatie over het geheel. Wat zijn de vooruitzichten, wat is de strategie, wat komt er op ons af? Geef tenminste een beetje zicht op het brede plaatje van het bedrijf of van de afdeling en al hetgeen er gebeurt.

Moet je dan een psy zijn om een goede baas te zijn? Bijlange niet. Met een beetje interesse in je medewerkers en met een gezonde dosis inlevingsvermogen kom je al een heel eind. Maar is het niet daar dat onze huidige leidinggevenden nog een spurtje zouden moeten doen?

Dus, aan de consultants van deze wereld: met zijn allen dat soort training ontwikkelen en neerzetten in onze bedrijven. Of moeten we beginnen bij onze politiekers?

 

HET COMFORT VAN EEN ZIEKTE

image1 (3)

Wanneer een kind voor het eerst een groot beest op vier poten ziet, hijgend en scherpe witte tanden, dan is de kans groot dat het zich bang achter de rokken van mama verbergt.

En wanneer mama dan sussend zegt: ‘Het is OK, dat is gewoon een hond’, dan ebt de schrik weg bij het kind, want het logge ding heeft een naam en mama blijkt het te kennen.

Datzelfde fenomeen krijgen we wanneer we ziek zijn en niet weten wat er scheelt. Tot de dokter ons zegt wat het is. Hij plakt er een naam op en we voelen ons al meteen een heel stuk beter. Of tenminste toch gerustgesteld.

Tot dusver niets aan de hand. Het is een normale reactie die ons helpt in ons dagelijks bestaan.

Maar waar het naar mijn gevoel mis gaat is wanneer we die geruststellende namen gaan gebruiken om ons bij de feiten neer te leggen. En nog erger wordt het wanneer we menen dat we er niets kunnen aan doen en dat de wereld rondom ons zich maar moet aanpassen.

Ik ben er mij van bewust dat ik met deze blog op tenen ga trappen, maar ik hoop evenzeer dat er voor sommige mensen ook een lichtje gaat branden.

Neem nu het fenomeen van ADHD. In vroegere tijden was hiervan geen sprake. Toen had je gewoon lastige kinderen. Of er was geen sprake van Obesitas. Het waren gewoon dikkerds die te veel of te vet aten. Roken was geen verslaving. Iemand rookte gewoon te veel en had geen karakter om te stoppen. CVS was gewoon luiheid en hoogsensitief was niet anders dan iemand met lange tenen of veel te gevoelig, of zelfs onevenwichtig.

En ik zie in die documentaires over de concentratiekampen nooit dikke mensen lopen. Waar zaten toen die mensen met een foute schildklier? En er waren wel deugnieten maar de strenge meesters van toen zorgden er wel voor dat er orde heerste.

En je hoort mij niet zeggen dat Hoogsensitief of ADHD of CVS niet bestaan. Maar als ik iemand hoor jammeren: ‘mijn baas was hard tegen mij, en hij weet nochtans dat ik hoogsensitief ben’, dan krijg ik kippenvel want dan meen ik iemand voor me te hebben die mij zegt: ‘de wereld moet zich aanpassen aan mijn persoontje, want zelf kan ik er niets aan doen.’ En dus blijven ze staan waar ze staan, hullen zich in hun ziekte en plakken zichzelf het etiket goed zichtbaar op.

En dat geldt ook voor ouders die ervan uit gaan dat iedereen zich in het restaurant maar verdraagzaam moet opstellen omdat hun kind ADHD heeft. Het enige wat ze als hun aandeel opnemen is medicatie toedienen. Niet goed bezig.

Je hoort mij niet zeggen dat we terug moeten naar strenge meesters en al zeker niet naar concentratiekampen. Maar ik ben er wel van overtuigd dat we mensen met dergelijke symptomen moeten leren om inzichten te krijgen in hun gedrag en hen helpen om er zoveel mogelijk verandering in te brengen. Op die manier maak je sterkere mensen, socialere mensen, die in staat zijn om hun mannetje te staan in deze maatschappij.

En dat iemand met ADHD geen stil doetje zal worden, dat lijkt me logisch. Volmaaktheid is niet van deze wereld, en iedereen heeft recht op zijn eigen kleine kantjes. Maar maak van jezelf of van je kind geen slachtoffer, want zo blijf iemand afhankelijk van anderen, nooit in staat om zijn of haar leven zelf in handen te nemen.

En stop met de pharma te sponsoren als het niet echt nodig is. Het is niet goed voor je gezondheid.

STOP DE SCENARIO’S

043

‘Kijk vooruit en zie niet om’ is een mooi gezegde omdat het ons vertelt dat we niet in het verleden moeten blijven hangen, maar een doel voor ogen houden en plannen maken waar we kunnen naar uitkijken.

En er is ook niets mis als je eens iets gaat voorbereiden dat op je af komt. Bijvoorbeeld een vergadering waar je iets naar voor moet brengen, of al was het maar je valies maken voordat je op reis gaat.

Maar vaak misbruiken we ons talent en gaan we scenario’s schrijven. En dat is niet altijd even gezond.

Je hebt bijvoorbeeld een aanvaring gehad met iemand en dan ga je jezelf vervolgens gaan ingraven in je hoofd en alle mogelijke manieren bedenken hoe je die ander de volgende keer van antwoord zal dienen.

Of je gaat op voorhand alle mogelijke alternatieven bedenken ingeval het zou gebeuren dat iets niet zou verlopen zoals gepland.

Sommige mensen kunnen op die manier hele dagen of weken in hun hoofd blijven leven. En dan gaan je mooie dagen voorbij zonder dat je beseft dat je hebt geleefd.

Ik ben niet degene die Mindfulness promoot, gewoon omdat ik denk dat er al te veel rommel onder die noemer wordt verkocht, en omdat ik bovendien denk dat het niet altijd goed is voor iedereen. Het lijkt me bijvoorbeeld niet aangewezen dat je iemand met hypochondrie zou leren om nog meer naar zijn lichaam te luisteren. Maar daar gaat het nu niet over.

Maar er is iets in Mindfulness waarvoor wel wat te zeggen valt, namelijk de basisgedachte: ‘leef in het nu’.

Probeer – in de plaats van een oplossing te bedenken voor alle mogelijke problemen en hinderpalen die zich misschien ooit eens zullen voordoen – je te concentreren op dit moment, op datgene wat er nu te doen valt, wat er te zien is, wat er te beleven is. Als je in je hoofd leeft, dan zie je de zon niet schijnen, dan ben je minder bewust van wat de ander bezighoudt, zie je niet dat het leven best wel OK is zoals het is.

Als je in staat bent om op voorhand allerlei oplossingen te bedenken voor problemen die er nog niet zijn en mogelijk ook nooit zullen komen, dan is de kans heel groot dat je heel goed in staat zal zijn om een oplossing te bedenken op het moment dat het probleem zich voordoet. Waarom zou je je nu al belasten met dat denkwerk, terwijl het lang nog niet zeker is of dat probleem zich wel zal voordoen. Wat een verkwisting van energie. En je wordt er bovendien niet vrolijk van.

Schrappen dus, die scenario’s, en laat het maar allemaal op je afkomen. Voel je sterk en stevig genoeg om de dingen aan te pakken als ze er zijn. Geloof in je talent, en geniet intussen van de alledaagsheid der dingen.

HET SANDWICH-GEVOEL VAN TEAMLEIDERS

Ik heb wel eens vaker mensen uitgedaagd die de ambitie hadden om leider te worden van een team, door hen te vragen wat er zo leuk was aan het voortdurend heen-en-weer geslingerd worden tussen je eigen bazen en je medewerkers. Want zo gaat het er heel vaak aan toe.

De top neemt beslissingen, en meestal zijn dat beslissingen zonder overleg, gewoon gebaseerd op cijfers. En jij bent degene die wordt ingezet om die beslissingen te laten uitvoeren door je medewerkers. En mocht je al eens tegenwerpen dat je medewerkers dat niet zien zitten, dan krijg je als antwoord dat het jouw taak is om hen daartoe te motiveren.

En dan trek je aan de kar zo hard je kan, dan sleur je en dan zalf je. En elke avond val je als een blok in slaap, of misschien lig je wel te draaien in je bed met de vraag hoe je het uiteindelijk allemaal zal moeten klaarspelen.

Slecht voor de gezondheid en slecht voor je moraal. Hoog tijd dus om het tij te keren. Maar hoe doe je dat?

Begin eerst en vooral je bazen met andere ogen te bekijken. Zij zijn mensen zoals jij en ik. Zij hebben geen aureool, en ze zijn niet volmaakt. Plaats hen niet langer op een voetstuk. Dat is al heel wat gewonnen om daarna in discussie te gaan.

Bedenk ook dat je met je werkgever een contract hebt gesloten. Jij krijgt je loon in ruil voor jouw diensten. Meer is dat niet. Het is net hetzelfde als een kilo appelen kopen in de winkel: je krijgt je appelen in ruil voor geld. Je gaat de winkelier ook niet vragen om meer appelen te geven voor datzelfde geld, of de winkelier gaat je ook niet vragen om ineens meer te betalen voor dezelfde kilo appelen. Een deal is een deal en laat je niet vangen door steeds maar meer te presteren voor hetzelfde loon.

Maar dat geldt evenzeer voor verantwoordelijkheid. Waarom ga jij meer verantwoordelijkheid dragen dan er op jouw functie wordt gevraagd?

Het is belangrijk dat je tegengas durft te geven aan de mensen die boven je staan, dat je op je strepen staat als het gaat over haalbaarheid van beslissingen die worden genomen die jij moet (laten) uitvoeren. Vraag aan je bazen om jou eerst te consulteren vooraleer ze beslissingen nemen, vraag inspraak. En gun dan op jouw beurt inspraak aan jouw mensen. Vraag hen hun mening.

Bovendien verwachten jouw medewerkers dat je een stevige baas bent die hun stem kan vertegenwoordigen bij de top. Zelf hebben zij geen toegang tot die top, dus ze zijn voor hun eigen zorgen afhankelijk van jou. Als je die stevigheid toont, dan zal je veel meer medewerking van hen krijgen, zelfs wanneer er al eens dingen moeten gedaan worden waar ze niet helemaal achter staan.

En nu hoor ik je al zeggen dat dit allemaal mooi is in theorie, maar dat er soms geen speld tussen te krijgen is bij die top.

Zelfs in dat geval is het mogelijk om je mensen mee te krijgen. Geef hen datgene wat jij niet gedaan krijgt bij de mensen boven je: een luisterend oor en begrip. Luister naar hun tegenwerpingen, toon begrip voor datgene wat ze lastig vinden. En trek vervolgens ruim de tijd uit om met hen rond de tafel te zitten om samen te zoeken naar de beste manier om alsnog die onontkoombare beslissingen uit te voeren.

Waar er niet naar mensen geluisterd wordt, daar krijg je weerstand. En weerstand kan zich soms in heel verborgen toestand manifesteren. Mensen hebben plots geen tijd om dingen te doen, of ze waren het vergeten, of ze hebben het fout gedaan…. Vaak zijn het enkel smoezen die op weerstand wijzen. Als je daarmee te maken krijgt, dan zit je inderdaad van ochtend tot avond hard aan een kar te trekken die niet vooruit gaat.

Denk aan het vorige bericht over het experiment met de muizen: de muis die niets te zeggen had kreeg het meeste stress. Dat is ook zo met mensen. Geef mensen inspraak. En als het niet ten volle kan, probeer hen dan toch het minimum aan ruimte te geven om zelf iets in de pap te brokken.

Laat je niet sandwichen, want dan is er niks leuks meer aan leiderschap.

En voor al degenen die geen leider zijn, bovenstaande geldt evenzeer voor de mensen die geperst zitten tussen hun eigen ouders en hun kinderen, of voor de mensen die heen en weer worden geslingerd tussen hun partner en hun moeder, of voor gelijk welke situatie waarin mensen aan je trekken.

Stevigheid enerzijds en een luisterend oor anderzijds en je komt al een heel eind.

 

DE DEMONEN UIT JE VERLEDEN.

Bij depressie, of zelfs bij een dip, hebben we de neiging om naar het grijze of naar het zwarte te grijpen. We gaan graven in onze emotie en in onze herinneringen en we blijven meestal stilstaan bij het droevige of het pijnlijke.

Er is niets mis met het terugkijken op wat geweest is. Er is ook niets mis met droefenis om wat is gebeurd, of de boosheid die je voelt om wat anderen je hebben aangedaan. Emotie toelaten is vaak bevrijdend. Het is niet goed om je emoties voortdurend weg te slikken omdat je bewust of onbewust jezelf onder de duim wil houden, om welke reden je dat ook zou doen.

Het gevaar schuilt er echter in dat je in dat verdriet of in die boosheid blijft hangen, dat je er niet meer in slaagt om weer uit die grijze wolken te ontsnappen. En dan ga je nog verder op zoek naar alle foute dingen van vroeger, je herbeleeft pijn of frustratie. Je kan zelfs boos worden op jezelf omdat je het allemaal hebt laten gebeuren of omdat je het niet anders hebt aangepakt op dat moment.

Maar het verleden is het verleden. We hebben nog altijd geen teletijdmachine waarmee we terug kunnen reizen om daar zaken recht te zetten. Het verleden kunnen we niet veranderen, ook al zitten we daar weken of maanden op te broeden. Zelfs schuldgevoelens brengen daar geen verandering in.

Bekijk vandaag als de eerste dag van de rest van je leven. Kijk achterom en aanvaard je ervaringen. Ze maken deel uit van je leven, ze maken deel uit van jezelf want ze hebben je mee gemaakt tot wie je bent. Laat je boosheid of je verdriet los om wat is geweest. Zoek in die negatieve ervaringen welke les je eruit hebt geleerd, welke zaken je nu anders zou aanpakken mocht het je weer overkomen.

En nadat je achteruit op je afgelegde weg hebt gekeken, ga dan plannen maken voor de rest van de weg die je wil afleggen en hoe je dat wil doen met de kennis die je nu hebt mogen vergaren.

En misschien werden er jou wel mogelijkheden ontnomen in het verleden. Blijf niet kijken naar het gemis, maar kijk naar de mogelijkheden die er voor jou overblijven en wat je daarmee kan doen.

Aan elke negatieve kant is er een positieve te vinden. En jij kiest de gedachten die je energie kunnen geven of die je energie opvreten.

En zijn de grijze wolken te groot geworden om er alleen nog een weg door te vinden, durf hulp en begeleiding vragen. Het is vaak en voor velen de eerste stap naar een fijner leven.

 

VRIENDEN VOOR HET LEVEN?

Vrienden zijn de zonnestralen, de peper-en-zout in ons leven. Vrienden zijn kostbaar en moet je koesteren.

Vriendschap betekent een goede balans tussen geven en ontvangen. Je bent een luisterend oor voor de ander, maar je kan zelf even goed terecht bij die ander met jouw zorgen.

Vriendschap is ook wel eens niet akkoord gaan met de ander, misschien zelfs eens een fikse ruzie. Dat mag en dat kan. Niemand is volmaakt. Jij niet, en ook niet je beste vriend(in).

En het is zalig om een jarenlange vriendschap te mogen hebben. Het maakt alles zo simpel. Als je bijvoorbeeld samen school liep of jullie waren buren in jullie kindertijd, dan is er iets gemeenschappelijks dat extra bindt.

Als je samen al heel wat watertjes hebt doorzwommen dan is er die bijkomende rustige dimensie dat je je leven of je ervaringen niet telkens opnieuw moet gaan uitleggen of vertellen opdat die ander je zou snappen.

En vriendschap is ook ten volle accepteren wie die ander is, waarbij de positieve kanten voor jou veel hoger aangeschreven staan dan die paar kleine kantjes waar je gemakkelijk kan overkijken.

Echte vriendschap vraagt bovendien geen dagelijkse ontmoetingen, zelfs geen wekelijkse of maandelijkse. Als iemand in je hart zit, dan kan je gelijk wanneer – ook al is er een hele periode van stilte – de draad weer opnemen alsof het gisteren was.

Zijn vrienden dan altijd voor het leven? Neen, niet altijd. Dat is een fabel die mensen zichzelf soms wijs maken. Mensen blijven soms tegen wil en dank vastklampen aan een vriendschap die hen meer ongelukkig dan gelukkig maakt. Ze blijven elkaar ontmoeten, blijven de schone schijn ophangen bij elkaar en voor elkaar, maar ze worden niet vrolijk van elkaars gezelschap.

Mensen veranderen. Jij verandert en die ander verandert. Het is dus niet ongewoon dat sommige vriendschappen niet meer ‘matchen’. Durf dat onder ogen te zien en kap ermee. Wees niet bang om alleen achter te blijven. Wees niet bang dat die ander zich tegen je zal keren. Dat zou alleen maar bevestigen dat je een goede keuze hebt gemaakt door ermee te stoppen.

En hoe kan je dan een echte vriendschap onderscheiden van een vriendschap die waterig is geworden? Doodeenvoudig door te luisteren naar je gevoel. Als je een glimlach voelt bij de gedachte aan die ander, dan zit je goed!

 

STRESS ANDERS BEKEKEN.

 

Paarse vlinder

Vooraf wil ik eerst nog eens vertellen over een experiment dat werd uitgevoerd met muizen.

Twee muizen worden in een kooi gezet en worden van elkaar gescheiden door een tussenschot in het midden.

Bij muis A wordt er een pedaaltje geïnstalleerd waar de muis kan op drukken. Bij muis B niet.

Vervolgens wordt er een lichte stroomstoot door de bodem van de kooi gezonden die voor beide muizen erg onaangenaam is.

Muis A leert al snel dat ze die stroomstoot kan doen stoppen door op het pedaaltje te drukken. Muis B ziet het allemaal gebeuren, maar kan zelf niets doen. En telkens wanneer er een stroomstoot door de bodem wordt gezonden, kijkt muis B naar muis A in de hoop dat ze snel naar dat pedaaltje gaat.

Vervolgens doet men de stroomstoot niet meer stoppen wanneer muis A op het pedaaltje drukt, zodat ze verplicht is om er voortdurend te blijven op drukken om de stroomstoot tegen te houden. Muis A doet dat heel lang, maar op de lange duur wordt ze zodanig moe dat het haar niet meer kan schelen dat die stroomstoot er is en ze haakt af. Ze wil slapen, met of zonder stroomstoot.

Muis B hoeft niet te trappen op het pedaaltje. Zij is werkloos, maar wel afhankelijk van muis A voor het al of niet krijgen van stroomstoten.

Welke muis heeft het meeste stress? Muis A die hard moet werken, of muis B die moet afwachten?

Het is inderdaad muis B die moet afwachten die het meeste stress heeft. Zij heeft de touwtjes niet in handen, kan haar welbevinden niet zelf sturen en is hiervoor afhankelijk van de goodwill van muis A.

Het is dus niet raar dat er nogal wat burnout voorkomt in de bedrijven waar de bazen de touwtjes sterk in handen houden, waar mensen geen zeggenschap krijgen, of waar geen overleg is.

Maar ook in ons privé leven is het niet anders. Wanneer we een partner hebben die alles bepaalt, of wanneer we ons laten domineren door onze ouders, dan zitten we in een voortdurende stress-modus die we soms zelf niet merken.

En nog meer alarmerend is het wanneer wij uit onszelf niet meer geneigd zijn om het roer in eigen handen te nemen, om ons voortdurend te laten leiden door anderen, of om onze beslissingen in de handen van anderen te leggen. Vaak gewoon om de anderen te plezieren, of misschien ook om conflicten te vermijden.

Hoe zwaar het soms ook moge zijn, tracht zoveel mogelijk de rol van muis A op te nemen, je eigen leven in handen te nemen en richting te geven. Laat je niet leven door anderen, laat de kwaliteit van je leven niet afhangen van wat anderen voor jou bepalen.

En ik weet dat we niet altijd in alles onze goesting kunnen doen, en dat hoeft ook niet, maar er is veel meer ruimte dan je zelf zou denken.

Doen!

 

 

WAAROM WE DINGEN DOEN DIE WE NIET WILLEN DOEN.

Het is niet ongewoon dat je in het leven dingen doet die je liever niet zou doen. Je gaat naar een trouwfeest waar je niet veel zin in hebt, maar je doet het voor je beste vriendin. Je hebt geen zin om naar de speeltuin te gaan met je peuter, maar je doet het voor hem. Je hebt geen zin om te strijken maar de kleerkast is intussen leeg geraakt… En er zijn wel meer voorbeelden van deze soort.

Er is niet mis met het doen van dingen die je niet zo leuk vindt, zolang je maar bewust bent van het feit dat je het niet leuk vindt, maar dat je er toch voor kiest om het te doen. Het is een bewuste keuze. Zo blijf je tenminste voeling houden met je eigen natuur.

Maar naast die dingen zoals hierboven hebben wij als mens nog andere rare kronkels die ervoor zorgen dat we onbewust dingen blijven doen zonder erbij stil te staan.

Ik vertel hier eerst even over het experiment dat men jaren geleden deed met apen. Men zet drie apen in een grote kooi waarin ook een grote boomstam schuin werd neergezet met bovenaan een banaan.

Het eerste wat de apen willen doen is natuurlijk die banaan pakken. De eerste aap maakt aanstalten om op de stam te klimmen, maar de onderzoekers lanceren een grote spuit met water op de aap zodat die een koude douche krijgt. Hij komt dus maar op zijn stappen terug.

De tweede aap denkt bij zichzelf dat hij dat beter kan, en doet dezelfde poging als de eerste, maar ook hij krijgt een koude douche waardoor ze alle drie nat worden.

Wanneer de derde zijn kans wil wagen, dan houden die twee eerste apen hem tegen want ze hebben geen zin meer in een koude waterstraal. Ze bijten hem tot hij terug van de boomstam komt en het daarbij laat.

Tweede fase in het experiment: men haalt een aap uit de kooi en vervangt hem door een nieuwe. Natuurlijk wil die nieuwe naar die banaan grijpen, maar de twee andere apen bijten hem om hem van gedachten te doen veranderen.

Men haalt weer een van de eerste apen uit de kooi om hem te vervangen door een nieuwe en opnieuw wordt die gebeten omdat hij de banaan niet zou gaan halen.

En op de duur zitten er alleen nog nieuwe apen in de kooi die nog nooit een koude waterstraal over zich hebben gekregen, maar die mekaar leren dat je van die banaan afblijft. Ze weten niet waarom, maar ze komen er niet aan.

Dat is wat er ook met ons gebeurt in de loop van ons leven. Er worden ons dingen opgelegd en we voeren uit zonder er ook maar kritisch naar te kijken. Als we goed nadenken dan zullen we voor onszelf heel wat voorbeelden kunnen opnoemen.

Waarom gaat iemand overdag nooit in de zetel zitten en rustig een boek lezen? Waarom blijft iemand overdag niet in pyjama rondlopen? Waarom eet iemand nooit in zijn auto? Waarom zegt iemand nooit zijn mening in een groep? Waarom gaat iemand nooit op de eerste rij zitten? Het zijn maar een paar voorbeelden om je op weg te helpen.

En in de bedrijven is het al niet anders. Waartoe dient dat lijstje dat ik elke maand moet maken? Vaak is er niemand meer die daar nog een antwoord op kan geven want het lijstje werd heel lang geleden in het leven geroepen omdat het toen nut had, maar dat heeft het al lang niet meer. Maar we blijven het doen omdat we het altijd zo gedaan hebben en omdat het van ons verwacht wordt.

Moraal van het verhaal: probeer eens stil te staan bij wat je doet en stel je de kritische vraag of dit nu echt wel moet en of jij dit echt wel wil.

Succes!

Slechts 1 reden om samen door het leven te gaan.

Een tijd terug las ik in de krant dat een aanzienlijk aantal mensen bij hun partner blijven omwille van ofwel het geld, ofwel de kinderen.

Nu hoor je mij niet zeggen dat ik voorstander ben van scheidingen. Ik weet als geen ander dat het een behoorlijk moeilijke stap is, en het is niet de bedoeling dat men om de minste ruzie uit elkaar moet gaan.

Vandaar dat het ook niet slecht is dat mensen niet onbesuisd stoppen met hun relatie omdat het financieel een zware dobber zou worden of omdat de kinderen dat niet fijn zouden vinden. Tijd brengt vaak raad. Het is goed om je boosheid, je verdriet of je eenzaamheid even te laten bekoelen. Mogelijk kom je tot de conclusie dat je die ene toch nog liever ziet dan je aanvankelijk dacht.

Maar uiteindelijk en over de tijd heen mag er maar één reden zijn om bij elkaar te blijven, en dat is dat je iemand graag ziet.

En dat je niet meer alle dagen die kriebels in je buik voelt is heel normaal, en dat blijkt bovendien nog een gelukkig toeval te zijn ook. Want de wetenschap is erachter gekomen dat verliefdheid zodanig veel van je lichaam vergt dat het niet zou kunnen overleven indien die verliefdheid zou blijven bestaan.

Verliefdheid is de start van graag zien, van de ander aanvaarden zoals die is, van verwonderd te zijn over het anders zijn van die ander, van samen te zijn en dingen samen te doen, mekaar begrijpen, steun bieden en vinden bij elkaar.

Als dat graag zien er al lange tijd niet meer is, dan is het tijd om op te krassen. Er is niets zo eenzaam als eenzaam zijn met twee.

En het spreekt voor zich dat er bij gelijk welke scheiding nooit winnaars zijn maar slechts verliezers waar het gaat op materieel vlak, maar op emotioneel vlak zal je zeker winnen eenmaal de rouwperiode achter de rug is. Want dat is het: een rouwperiode die je door moet. Bij sommigen wordt dat een gevecht, bij anderen is dat loslaten. Er zijn geen twee scheidingen dezelfde.

Ben jij ongelukkig in je relatie, en ben je dat al lang? Kap ermee. Laat je niet afschrikken door geld, en blijf ook niet bij elkaar omwille van de kinderen. Ook al zouden er geen klinkende ruzies zijn, kinderen voelen best wel aan dat hun ouders niet gelukkig zijn, en het komt de sfeer in het gezin zeker niet ten goede. Ik heb vaak mensen over de vloer gekregen die me zegden dat ze zoveel liever hadden gezien dat hun ouders zouden gescheiden zijn om zelf uit die spanning te mogen ontsnappen.

Bang om alleen te zijn? Dat ben je nu al, dus waar gaat het om?

Geef jezelf de kans om je innerlijke zelf weer te ontdekken, om te houden van wie je bent en te ontdekken wat je echt wil in het leven.

En vergooi je leven niet om redenen die geen redenen zijn en die je geluk in de weg staan.

Je gedachten zijn je grootste vijand.

marianne-haas-tulips-and-arum-lily

Is het leven vreugdeloos? Heb je een dip? Heb je zorgen? Pieker je?

Maak dan even de bedenking dat jij heel wat meer in handen hebt om een omkeer te maken in die toestand.

Mogelijk heb je ooit al het verhaal gehoord van de oude indiaan die op stap ging met zijn kleinzoon. Hij vertelde zijn kleinzoon dat hij het gevoel had dat er twee wolven in hem woonden die voortdurend vochten met elkaar.

De ene wolf was degene die vond dat de wereld fout zat, dat er te veel verdriet en onrechtvaardigheid was. De andere wolf vond dat de wereld best wel mooi was in zijn onvolmaaktheid, en dat mensen warm en lief waren voor elkaar.

Zijn kleinzoon luisterde aandachtig naar het verhaal en vroeg: ‘Maar opa, als die wolven vechten met elkaar, wie zal er dan uiteindelijk winnen?’

Waarop de oude indiaan antwoordde: ‘De wolf die ik blijf eten geven zal overleven. De wolf die ik niet meer voedt, die zal sterven.’

Wij gebruiken onze gedachten als voedsel voor onze negatieve emoties. Je gedachten zijn in dat geval je grootste vijand.

Gedachten zijn datgene wat je emotie uitlokt, en je emotie zorgt ervoor dat je een reactie vertoont. Altijd in die volgorde: gedachte – emotie – reactie.

Maar je kan je gedachten ook tot vriend maken.

En ik hoor je nu zeggen: ‘ja maar, die gedachten komen zonder dat ik erom vraag’. Dat kan best. Maar van zodra die gedachten opkomen ben jij degene die de baas bent en ben jij degene die bepaalt wat je verder met die gedachten zal doen.

Je kan erin meegaan, je kan erin verdrinken. Maar je kan ze ook wegduwen. Telkens weer. En dat wil niet zeggen dat je niet mag piekeren, maar doe dat niet de klok rond. Las desnoods een piekermoment in waarin je jezelf toelaat om even mee te dobberen. Maar na het piekeruurtje is het weer voorbij. Dan heb je weer ruimte om je leven te leven zoals jij dat wil.

Moeten we dan altijd positief denken? Neen hoor. Ik ben niet degene die je gaat vertellen dat je elke ochtend voor de spiegel moet gaan staan en tegen jezelf moet vertellen hoe fantastisch je wel bent en hoe mooi het leven is.

Maar je kan wel meer naar binnen bij jezelf gaan kijken en ontdekken wie je echt bent en wat je echt wil. En vervolgens alles op alles zetten om je talenten, om je uniek-zijn te ontplooien.

En los daarvan ook durven dankbaar zijn voor al de dingen die wij intussen als zo normaal beschouwen: het warme water uit de douchekraan, het dak boven ons hoofd, de liefde en de vriendschap die we delen, een kind dat de wereld ontdekt, een vogel die overvliegt…

Of gewoon blij zijn dat je leeft. Want dàt is pas iets enig!

Afschaffen 38-urenweek? Natuurlijk, maar zonder regeltjes.

Ik meng me niet graag in de politiek. Gewoon omdat ik vaak denk dat daar te veel korte termijn wordt gedacht en gehandeld. We zouden met zijn allen in het vervolg beter stemmen op ‘brains’ in plaats van op ‘sympathieke gasten’. Maar daar wil ik het niet over hebben.

Afschaffen van dat afgebakende keurslijf van 38 uren is geen slecht idee. Maar ga het dan niet vervangen door weer een aantal andere beperkingen of regeltjes.

Onderhand zouden bedrijfsleiders en leidinggevenden toch al moeten weten dat elk mens sterk verschilt als het gaat over motiverende factoren. Sommigen zijn ambitieus en willen hogerop, anderen willen vooral meer vrije dagen om bij hun gezin te zijn, anderen willen meer geld verdienen, etc.

Wanneer we medewerkers vrij laten om te kiezen hoeveel ze willen werken, dan komt dat alleen maar ten goede aan de motivatie en aan de loyaliteit ten overstaan van het bedrijf waar men werkt.

Het zou dus fout zijn om iedereen te verplichten in een bepaalde periode veel meer te werken en in een andere periode veel minder. Op die manier krijg je altijd de ene of de andere groep die niet tevreden is.

En ik snap wel dat je geen onbeperkte vrijheid hebt in bepaalde functies, dat er een bepaalde bezetting nodig is om klanten te woord te staan, of om de productie op peil te houden. Maar met wat creativiteit en wat flexibiliteit moeten ook daar wel oplossingen te vinden zijn.

Wat zou het mooi zijn mochten baasjes eindelijk gaan snappen dat mensen allemaal anders in mekaar zitten, en wat zou het fijn zijn mochten onze politiekers eens stoppen met regeltjes bij maken.

Ik stem alvast op diegene die er werk van maakt om regeltjes zoveel mogelijk af te schaffen. Het is maar op die manier dat mensen opnieuw zelf verantwoordelijkheid gaan dragen en er weer zoals weleer een soort van spontane sociale controle en dialoog zal ontstaan.

TE WEINIG PERSONEEL

Druk, druk, druk…. er zijn geen mensen genoeg om al het werk te doen!

Het is een kreet die we vaak horen, zowel van medewerkers als van hun bazen. En dat blijft maar aanmodderen.

Als je er echt beweging wil in krijgen zijn er alvast een paar wetenswaardigheden waarmee we op vandaag nog te weinig rekening houden.

Ben jij de werknemer die bedolven zit onder het werk? Denk dan eens na: over hoeveel uren spreekt jouw contract? En hoeveel uren moet je presteren om die hoge berg werk te kunnen verzetten? Komt dat aantal niet overeen? Dan is het hoog tijd om eens hogerop te gaan praten.

‘Ja, maar’ hoor ik je al zeggen ‘dat heb ik al zo vaak gedaan. Ik doe niets anders dan aan de alarmbel trekken, maar er gebeurt niets!’

Toch merkwaardig dat er daar boven niet wordt geluisterd. Hoe kunnen we daar verandering in brengen? Laat ons eens even proberen om ons in de plaats te stellen van die bazen. Zij weten dat er te veel werk is voor te weinig mensen, en misschien doen ze zelfs hun best om nieuwe mensen in dienst te nemen maar kunnen ze die zo direct niet vinden. Maar in elk geval hoeven ze daar voorlopig niet wakker van te liggen, want jij bent een medewerker met verantwoordelijkheidsgevoel en jij zorgt ervoor dat je veel meer werk doet dan eigenlijk zou moeten. En zo raakt de klus ook geklaard.

Dat betekent: als je echt wil dat ze daarboven wakker worden en in ernstige actie schieten, dat je hen ook hun verantwoordelijkheden moet laten nemen. Met andere woorden: stop met het te veel aan werk toch ook nog uit te voeren. Laat het zich maar ophopen. Als jouw bazen dan de klachten binnen krijgen van klanten, dan zullen ze veel meer geneigd zijn om daadwerkelijk het probleem aan te pakken.

Stop dus met verantwoordelijkheid op te nemen die niet bij jouw functie hoort. De verantwoordelijkheid voor de werkbelasting ligt bij je bazen. En als ze niet willen luisteren naar jou, bewijs hen dan dat het echt niet gaat.

 

Maar ben jij nu geen werknemer, maar wel de baas die ziet dat jouw mensen overbelast zijn? Dan is de vraag of jij zelf het mandaat  hebt om daar iets aan te verhelpen. Indien niet, dan moet je natuurlijk op jouw beurt je bazen aanspreken, en dan geldt hetzelfde als hierboven.

Maar ingeval je wel zelf dat mandaat hebt om manschappen in te huren, dan is het hoog tijd op dat te doen. Luister naar je mensen. En je kan best wel een korte periode wat extra inspanning vragen. Dat zal men met plezier uitvoeren. Maar het mag niet blijven duren. Ga desnoods met je mensen aan tafel zitten en filter de prioriteiten uit de taken zodat ze de belangrijkste dingen doen, en de rest kan wel wachten tot later.

Vermijd ook vooral dat je de mensen met ambities ‘vasthoudt’ op die plek. Het is een grote fout die nog steeds veel te vaak voorkomt. Men heeft een hele goede medewerker, maar die medewerker wil graag promotie maken. Als baas denk je dan dat je die persoon liever niet op een hogere positie zou zien staan omdat hij of zij net zo goed werk levert in de functie waarin hij of zij nu zit.

En dus ga je proberen om die persoon op die functie te houden; ga je misschien die promotie proberen tegen te houden. Dat is een foute actie. Want vroeg of laat zal die persoon zijn heil elders gaan zoeken omdat hij in jouw bedrijf of afdeling geen kansen krijgt. Dan ben je niet alleen je goede medewerker kwijt, maar ook nog eens iemand die heel wat meer had kunnen betekenen binnen het geheel.

Kortom dus twee boodschappen. Ten eerste: laat je horen met je stem en met je daden, en ten tweede: luister naar mensen en neem hen ernstig.

PROMOTIE AAN MIJN NEUS VOORBIJ

De teleurstelling kan groot zijn wanneer je die promotie waar je zo op had gehoopt niet in de wacht sleept.  Je hebt zo je best gedaan, je hebt ervan gedroomd, je hebt eventueel testen meegedaan, de nodige gesprekken gevoerd, maar helaas.

Er werd een collega beter bevonden, of er werd een externe aangesteld. En je voelt je vreselijk verongelijkt. Misschien ga je die nieuwe wel een beetje vijandig bekijken. Misschien heb je wel zin om het hem of haar moeilijk te maken in die nieuwe job.

Dat is allemaal heel begrijpelijk.

Maar misschien is het ook verstandig om eens even te gaan zoeken naar de reden waarom men jou niet heeft verkozen boven die andere.

Stel je even in de plaats van degenen die moeten beslissen wie die openstaande vacature zou moeten invullen. Die persoon zal bij zichzelf denken: ‘ik moet zorgen dat ik daar iemand zet waarvan ik zeker ben dat die zal slagen in de job’. Dat lijkt logisch, niet?

Dus door wat laat die persoon zich leiden voor zijn of haar keuze? Jazeker, door het gedrag dat kandidaten vertonen.

Denk eens even na. Heb jij tijdens jouw loopbaan gedrag vertoont dat past bij die job die je ambieert?

Laat ons bijvoorbeeld stellen dat er een openstaande vacature is voor een leidinggevende job. Jij zou die graag hebben. Maar in je huidige functie geef je geen leiding. Dus hoor ik je al zeggen: ‘hoe kan ik nu gedrag vertonen dat helemaal niet te pas komt aan mijn huidige functie?’

Maar daar spant net het schoentje, en daar ligt de kunst. Probeer in je huidige functie zoveel mogelijk gedrag te vertonen dat vereist is in je volgende carrière-stap. Dus ga je inderdaad voor die job van leidinggevende zoveel mogelijk moeten proberen om initiatieven te nemen, om voorstellen te doen ter verbetering, om collega’s die blok zitten wat verder te helpen. Op die manier wordt jouw gedrag gezien als natuurlijk leiderschap. En het is nu net dat gedrag dat men zoekt voor die job.

Durf dus in je huidige job een beetje buiten de lijntjes kleuren. Durf dingen te doen die (nog) niet helemaal passen binnen je taakomschrijving.  Mocht je daarin echt te ver gaan, dan zal men je wel terug fluiten, dus daarover hoef je je geen zorgen te maken.

Veel succes!

DE GEVOELIGEN ONDER ONS

 

 

haar-beste-vriend

 

 

We kennen allemaal wel mensen die ‘gevoelig’ zijn, of misschien ben je het zelf wel. Alleen zijn daar nogal wat misverstanden over en die waas van onduidelijkheid wil ik graag even opruimen voor de wereld.

Er zijn immers heel wat soorten van gevoeligheid, en er zijn heel wat combinaties die het dan weer nog ingewikkelder maken.

Zo heb ik het ooit al wel eens gehad over het verschil tussen ‘inleving’ en ‘medeleven’. Niet dat ik daarin de uitleg van de Dikke Vandaele wil meegeven; ik heb er mijn eigen definitie aan gegeven om een verschil te kunnen maken.

Inleving betekent (in mijn definitie) dat je in staat bent om de beleving van de ander te begrijpen; je te verplaatsen in die ander om te weten hoe die ander zich voelt of denkt.

Medeleven (alweer in mijn definitie) houdt hetzelfde in, maar gaat daarin een stap te ver: je neemt de emotie of de zorg van de ander over. Je wordt bijvoorbeeld zelf verdrietig, of je gaat je zelf zorgen maken en zitten piekeren. Dat zijn de mensen die de emoties rondom hen ‘opsponsen’.

Als jij zo iemand bent, maak jezelf dan de bedenking dat je hiermee niets oplost. Je maakt het integendeel nog erger, want nu ben je boos of verdrietig met twee. En bovendien verhinderen je emoties je om objectief of rationeel mee naar oplossingen te zoeken. Tracht je medeleven in te tomen tot inleving, zo kan je die ander veel beter helpen en zo zit je zelf ook niet in de rats. Laat het probleem liggen waar het ligt, neem het niet over. Maar tracht wel mee te denken over oplossingen. En daar stopt het.

En dan is er ook nog de groep van mensen die gevoelig zijn in die zin dat ze snel gekwetst zijn. Hun zelfvertrouwen is laag en ze voelen zich snel aangevallen, vernederd of afgewezen. Hun ‘antennes’ zijn zodanig toegespitst op uitspraken en gedrag van anderen ten aanzien van zichzelf dat ze dikwijls spoken zien, dat ze de woorden of daden van anderen die niet slecht zijn bedoeld toch gaan uitleggen als een aanval.

Als je dit soort van zorg hebt, tracht jezelf dan te oefenen in het ‘zien wat er is’. Stel je voor dat iemand je straal voorbij loopt zonder je te groeten. In dat geval is de kans groot dat je denkt: ‘die is boos op mij’. Maar is dat zo? Hetgeen je echt ziet is enkel iemand die je voorbij loopt. Al de rest denk je er maar bij. En waarom denk je het negatieve erbij? Je kan toch net zo goed positief denken; bijvoorbeeld dat die ander jou gewoon niet heeft gezien?

Stop dus met uitleg te bedenken voor de dingen die je ziet. Dat helpt. En mocht je toch nog blijven piekeren daarover, stap dan gewoon op die ander af en benoem het gedrag van de ander.

Het benoemen van dat gedrag wil zeggen dat je er je eigen uitleg niet bij geeft. Zo kan je zeggen: ‘ik zag je daarnet voorbij lopen zonder te groeten’. En zeg niet: ‘ben jij boos dat je me niet meer groet?’

Of een ander voorbeeld: Iemand zit naar buiten te kijken terwijl je tegen hem/haar praat. Zeg dan niet: ‘interesseert het je niet?’, maar wel: ‘je kijkt naar buiten.’ Die ander zal zijn of haar gedrag meteen aanpassen en waarschijnlijk ook uitleggen waarom hij of zij dat deed.

En iets heel belangrijks waar we met zijn allen moeten over waken is dat we geen te hoge verwachtingen leggen bij de ander over dat inlevingsvermogen. Wij denken vaak dat we zelf een kei zijn in het begrijpen en inleven in de ander, maar dat de ander ons helemaal niet snapt. En als je dat denkt, dan is het heel moeilijk om samen door een deur te geraken of om de vrede te bewaren.

Stel je verwachtingen niet te hoog ten aanzien van de ander, en haal het onderste uit de kan wat betreft jouw inlevingsvermogen. Je zal zien dat het op die manier veel gemakkelijker gaat. En wie weet volgt de ander jouw voorbeeld…

IK WIL DAT JE ME BEGRIJPT !

Natuurlijk willen we graag dat de ander snapt wat we willen, hoe we in mekaar zitten, wat ons stoort en hoe anders we zijn. En zelfs al zeggen we dat allemaal, dan toch gebeurt het dat die ander het niet snapt, helemaal niet reageert zoals wij het zouden verwachten of zoals wij dat zouden wensen. Hoe komt dat toch?

Het gaat erom dat je een aantal regels in acht moet nemen om echt gehoord te worden, om ervoor te zorgen dat je boodschap overkomt en dat er ook iets mee wordt gedaan.

Als je iets wil duidelijk maken aan de ander, tracht dan in de eerste plaats te beschrijven wat er zich werkelijk afspeelt, datgene wat waarneembaar is voor de ander.

Dat wil zeggen dat je heel concreet aangeeft welke situatie, welke gebeurtenis of welk gedrag je stoort. Wees alert dat je niet enkel je emotie laat spreken. Duw die zo mogelijk even opzij.

Ga die ander ook niet de volle lading geven en hem of haar opzadelen met oude koeien. Hou het een beetje verteerbaar voor de ander en gooi niet alles op een hoop. Dat betekent dat je rekening moet houden met de veranderbaarheid van mensen. Wij zijn best wel in staat om ons aan te passen, maar niet aan honderd dingen tegelijk.

En uiteraard is het al even belangrijk dat je geen eeuwigheid wacht vooraleer je ergens mee op de proppen komt. Tracht het gesprek zo snel mogelijk te openen van zodra je bij jezelf merkt dat er iets niet goed zit. Jouw tegenspeler moet nog in staat zijn om zich te herinneren waar je het over hebt. Het gaat er dus om voldoende direct te zijn. Al moet het toch ook wel wat doordacht gebeuren. Ga niet al te veel op impulsen af.

En uiteindelijk moet je ook wel bereid zijn om je eigen openheid te tonen, om je flexibiliteit aan te geven ten aanzien van de ander en om open te staan voor commentaar op jouw gedrag, op jouw interpretatie, op jouw wensen.

Op die manier is de stap niet ver meer om tot een rustige consensus te komen.

Succes!

TERREUR IN ONZE EIGEN KLEINE WERELD

Ik wilde het eigenlijk helemaal niet hebben over de gebeurtenissen van de afgelopen dagen, gewoon omdat er al genoeg om te doen is.

Maar ik wil wel graag de link leggen naar ons eigen dagelijks bestaan. En ik hoop dat dit kleine deeltje ook mogelijk kan bijdragen tot het grotere geheel.

Wij krijgen het wel allemaal ooit eens aan de stok met iemand die heel dicht bij ons staat: een partner, een kind, een ouder, een zus of broer, een vriend of vriendin. We zijn het niet eens met wat zij zeggen, wat ze doen of deden, wat ze denken of waar ze voor staan. Of we hebben zelf een voorstel en daar willen zij niet in meegaan, en je snapt niet waarom ze zo dwars liggen.

Het eerste en ergste probleem in deze situatie is dat we ons laten leiden door onze emotie. We worden boos, of we voelen ons verdrietig. We voelen ons onbegrepen of miskend. En in dit geval is emotie een heel raar beestje. Het neemt ons bij de hand en brengt ons in straatjes waar we eigenlijk niet willen belanden.

Onze emotie begint onze gedachten te beheersen. We gaan bij dat ene voorval dingen betrekken die er helemaal niets mee te maken hebben. We maken het gebeurde of het gezegde veel groter dan het is. Soms voeren we zelfs hele conversaties in ons hoofd. En het laat je niet los. Het blijft malen en malen… En zonder dat we het zelf beseffen zijn we helemaal opgeblazen, zijn we zo vol van adrenaline, boosheid en slecht gevoel dat we het op een of andere manier kwijt moeten.

En dan barst de bom. Dan gaan we die ene, die we anders zo graag om ons heen hebben, eens de volle lading geven. Dan werpen we er alle rotzooi uit die zich in ons hoofd heeft ontwikkeld en waarvan we denken dat het waarheid is. Maar in werkelijkheid is het alleen maar opgeklopte boosheid.

Die lading negativiteit komt bij de ander heel hard aan. Immers, hij of zij heeft niet die voorbereidende gedachten gehad zoals jij. En bovendien is die lading verre van een weergave van de realiteit. Maar dat zie je zelf niet zo zuiver.

En dan is er de oorlog. Die oorlog die kan verschillen van persoon tot persoon en van situatie tot situatie. Soms zal er een lange stilte komen na de storm, soms zullen er misschien borden sneuvelen, soms zal er gedreigd worden of soms zullen er nog meer kwetsende woorden vallen.

En het vraagt weer handenvol energie om tot jezelf te komen. Dat lukt wel, want na de ontlading zie je zelf wel dat het niet helemaal overeenstemde met wat echt is gebeurd. Maar zonde toch van al die emotie, al dat verdriet; zonde van de goede verstandhouding.

Als we willen dat alle terreur uit de wereld verdwijnt, laat ons dan beginnen in ons eigen kleine wereldje. Laat elk van ons als individu proberen om de zaken in een breder perspectief te plaatsen, om de onvolmaaktheid van de anderen en van de wereld om ons heen te relativeren en te accepteren. Laat ons proberen om te luisteren naar de ander, laat ons proberen om te begrijpen waarom mensen doen wat ze doen, waarom mensen voelen wat ze voelen. En laat ons vooral respectvol omgaan met iedereen.

Voel de rust in je eigen hart en kijk vol interesse naar de wereld om je heen. Je zal zien dat er een rijkdom aan verscheidenheid voor je ogen verschijnt. En het leuke is dat je zelf zoveel leert wanneer je je naar buiten richt in alle openheid.

Voel de vrede in jezelf en anderen zullen die ook voelen.

Leiding geven: hemel of hel?

Binnen het gedeelte van mijn praktijk waarbij de klemtoon lag op ontwikkeling van medewerkers, kreeg ik vaak mensen over de vloer die graag wilden promoveren naar een leidinggevende functie.

Nu ben ik zelf – soms tegen wil en dank en soms ook nog veel te jong – leiding gevend geweest. Het belangrijkste dat ik daarvan kan zeggen is dat ik toen bijzonder veel geleerd heb. Dat wil zeggen dat ik behoorlijk wat gezondigd heb en fouten heb gemaakt. Ik hoop dat ik hierna nog een paar levens krijg zodat ik het kan goed maken. Maar in afwachting daarvan wil ik alvast aan diegenen die de ambitie hebben om leider te worden meegeven wat ik heb geleerd.

Wanneer je droomt van een leidinggevende job, vraag je dan eerst en vooral af waarom je dat wil.

Ik hoor het mezelf nog honderden keren zeggen tegen alweer iemand die zo graag die job van zijn baas wilde: ‘Hoezo, jij wil leiding geven? Weet je het wel zeker? Heb je er al eens bij stil gestaan dat dit echt geen benijdenswaardige job is? Je wordt gesandwiched tussen jouw bazen en tussen de mensen onder jou, je staat voortdurend onder druk, je moet je cijfers of je objectieven halen. Kortom, je hebt geen minuut rust meer. Wil je dat? Of is er een andere reden waarom je wil leiding geven?’

In vele gevallen kreeg ik een antwoord dat ik niet graag wilde horen, zijnde: ‘Ik wil leiding geven omdat ik weet hoe de afdeling beter zou draaien, en dan kan ik mijn ideeën eindelijk verwezenlijken.”

‘Ah ja? Wil dat dan zeggen dat je op vandaag niet voldoende overtuigingskracht hebt om mensen enthousiast te krijgen voor jouw ideeën?’

‘Euh… neen. Maar ik heb daar ook de positie niet voor.’

‘Dus wil je eigenlijk vooral leiding geven omdat je een mandaat wil om je ideeën te verwezenlijken?’

‘Euh, ja. Dat is het eigenlijk wel.’

Als een bedrijfsleider dit soort van misverstanden niet weet bloot te leggen, dan krijg je een baas die de dingen doordrukt, die waarschijnlijk wel resultaatgericht is, maar die de kunsten van leiderschap niet onder de knie heeft.

Leiding geven wil zeggen dat je jezelf wegcijfert. Leiding geven wil zeggen dat je voortdurend oog hebt voor de ontwikkeling van anderen, dat je wil dat die ander kan schitteren, dat die ander gemotiveerd is om te doen wat hij doet, dat je oog hebt voor zijn competenties en dat je weet dat elke medewerker andere redenen heeft die hem motiveren. Leiding geven wil zeggen dat je mensen helpt om verantwoordelijkheid te nemen als individu, en dat je de groep leert om verantwoordelijkheid te nemen als groep.

Jammer genoeg zijn er nog te veel bazen van het eerste soort, die enkel maar uit zijn om het mandaat om de dingen naar hun hand te kunnen zetten. Daar worden bedrijven niet beter van.

Iedereen kan tot leider gebombardeerd worden, maar een echte leider ben je pas wanneer medewerkers voor je kiezen.

In de politiek is het niet anders: we kiezen voor diegene waarvan we menen dat die voor ons iets kan betekenen.

Als medewerker zullen mensen dus voor jou kiezen als hun motiverende redenen aan bod komen, als ze kunnen leren en zich ontwikkelen, als ze voldoende verantwoordelijkheden krijgen en niet alles door jou wordt gedicteerd, als ze het gevoel hebben dat werk en privé in balans is. En vooral: als ze erin geloven dat jij stevig genoeg bent om hun belangen te verdedigen naar boven toe, dat je meer bent dan een doorgeefluik van wat daarboven wordt uitgevonden.

En om het nog wat moeilijker te maken: elke medewerker is anders, dus dat wil zeggen dat je elk individu moet respecteren in zijn anders-zijn, dat je hem of haar moet leren kennen, dat je moet kunnen luisteren en flexibel moet kunnen meedenken.

Het grootste gevaar dat mensen aan de top lopen – en ik zie toch wel wat CEO’s in die ruïne – is dat zij sturen en niet luisteren. Ze menen het allemaal beter te weten dan zij die onder hen staan, dus degenen die anders denken vertrekken of worden eruit gezet. Uiteindelijk blijven ze aan de top met mensen onder hen die te bang zijn om hun mond te roeren. Gevolg is dat die leiders onterecht menen dat ze altijd het juiste doen, enkel maar omdat niemand zich meer geroepen voelt om hen feedback te geven. En zo stort het bedrijf zich langzaam maar zeker in de dieperik.

Het zijn de CEO’s die expliciet vragen om feedback en die bereid zijn om zichzelf bij te schaven, om te luisteren en flexibel te zijn, die het succes halen.

Ik wens voor jou dat je een dergelijke leider wordt, of dat je een dergelijke leider boven je hoofd krijgt.

 

 

 

JE LEVEN IS VAN JOU ALLEEN

 

robin-hill-silhouet-van-een-danser-boven-de-atlantische-oceaan

Je leven is iets dat je krijgt. Beschouw het als een geschenk dat voor jou alleen is. En als je van iemand een geschenk krijgt, bijvoorbeeld met je verjaardag, dan ga je dat ook niet ongeopend in je kast zetten. Je doet er iets mee.

Doe ook iets met je leven. Het is iets om te gebruiken, om te consumeren, om te omarmen, om ermee aan de slag te gaan en een middel om te leren. Het leven is er om van te genieten, maar het houdt ook de verplichting in om je leven te leven!

Wat je vooral goed voor ogen moet houden is dat jouw leven van jou alleen is. Je moet niet een deel van dat leven afgeven, of je hoeft er niet de helft van af te staan voor iemand anders. Het is enkel en alleen van jou, en jij alleen kan je leven leven.

Laten we je leven even voorstellen als een cirkel. Het is jouw cirkel. En in die cirkel zit je hele leven vervat: wie je bent, wat je kan, wat je weet, wie je vrienden en familie zijn, enz.  En zo heeft iedereen zijn eigen cirkel en is de wereld vol met cirkels.

En zo komen we dan mensen tegen die vinden dat hun eigen cirkel niet groot genoeg is, en die vinden het dan nodig om in jouw cirkel in te breken. Ze komen er een stuk uit happen door te zeggen: ‘je moet dat zo niet doen’ of ‘hoe kan je nu zo dom zijn’ of ‘ga toch eens naar die dokter’, enz.

Dat zijn de mensen die over de grens van jouw cirkel gaan, en dat mag je niet toelaten. Net zo min als je mensen moet uitnodigen om over die grens te komen door hen zelf een stuk van je cirkel aan te bieden. Concreet horen we dan zeggen: ‘zou ik dat nu wel kopen?’ of ‘welke zou jij kiezen?’  of andere vragende uitspraken waardoor je de verantwoordelijkheid voor jouw leven in de handen van de ander legt, en dus je cirkel deels weggeeft.

Dat betekent niet dat je als eigenzinnige door het leven moet gaan. Het is helemaal niet slecht om advies te vragen, om een open mind te hebben, om te luisteren naar ervaringen van anderen. Maar er is een verschil tussen luisteren naar de expertise van iemand en dan zelf beslissen, ofwel klakkeloos doen wat iemand zegt zonder er zelf kritisch over na te denken.

Bewaak de grenzen van je cirkel!

Jij leeft je leven, jij neemt beslissingen, jij hebt de verantwoordelijkheid. Jij bent de kapitein van je schip. Laat mensen niet zomaar toe om het stuur van je schip over te nemen, en geef je stuur ook niet vrijwillig weg.

En beslis je om samen met een partner door het leven te gaan, of heb je kinderen, dan ga je samen vrijwillig een klein stukje van jullie cirkel laten overlappen. Maar dat betekent niet dat je plots een twee-eenheid wordt en je hele cirkel moet verdwijnen. Blijf jezelf en hou je cirkel intact. En waar de overlapping is, daar kom je samen tot consensus.

Wees je bewust van de rijkdom en de mogelijkheden dat jouw leven je biedt, wees je bewust van de vrijheid die je hebt, en voel je leven niet als een vermeende gevangenis, want dat is het niet.

Trek die heerlijke frisse lucht in je longen en voel je vrij in je denken en je daden, zorg ervoor dat je goedheid achterlaat op je weg, en laat je schip niet enteren door anderen. En vooral: geniet van dat geschenk!

 

SLANGEN MOET JE NIET UITROEIEN.

Zoals reeds meermaals gesteld: elk mens is anders. We weten het allemaal, maar toch maken we nog elke dag denkfouten in dat verband. Denk aan de uitspraak: “hoe kan iemand zo bestaan?’ of aan ‘dat doe je toch niet!’. Dergelijke uitspraken houden de verwachting in dat de ander denkt en handelt zoals wij het doen.

En ja hoor, ik hoor het je al zeggen, er zijn inderdaad een aantal afspraken waar we ons horen aan te houden om de samenleving leefbaar te houden. Het is een goede zaak dat we allemaal rechts rijden, want er zouden nogal wat ongelukken gebeuren moest iedereen maar zijn eigen goesting doen op de baan.

Zo is het ook vanzelfsprekend dat we niet moorden, dat we niet in pyjama naar een trouwfeest gaan, dat we stil zijn in de bibliotheek en in de sauna, enz.

Maar we gaan dikwijls te ver in onze verwachting dat de ander zich gedraagt zoals wij het hebben geleerd. Maar iedereen is anders opgevoed, iedereen heeft andere waarden en normen. En wie kan zeggen dat hij of zij de juiste waarden en normen heeft? In onze ogen zijn onze eigen normen de juiste, maar dat kan behoorlijk verschillen van de waarden van andere mensen. En al zeker als het om andere culturen gaat. Maar we gaan het niet moeilijk maken.

En dan komen we op het onderwerp dat ik eigenlijk wilde aansnijden: de lastige mensen om ons heen. Degenen die er hele andere waarden en normen op na houden dan wijzelf, de mensen van wie we menen dat ze lomp zijn, of egoïstisch, of narcistisch, of kwetsend, of belerend….

We weten dat niemand volmaakt is, dus ook niet je beste vriendin of je liefste partner. Het gaat erom dat de positieve eigenschappen van iemand in jouw beleving groter zijn dan zijn of haar kleine kantjes. Dan neem je die scherpe randjes er wel bij. Of je praat erover.

Maar wat als de negatieve eigenschappen de overhand hebben? Wat je vooral niet moet doen is proberen die ander te veranderen. Mensen willen niet veranderd worden door anderen. Mensen evolueren volgens hun eigen ritme en enkel wanneer ze er zelf het nut van inzien.

Vergelijk de mensenwereld met de dierenwereld. Misschien hou je van honden en van konijntjes, maar slangen vind je eng. Wel, je gaat toch ook niet proberen om al die slangen uit te roeien. Je weet dat het een onbegonnen zaak is. Dus is het een kwestie van ervoor te zorgen dat je die slangen niet opzoekt, en vooral dat je je niet laat bijten.

Hetzelfde met mensen: je kan de vervelende niet uitroeien, maar zoek ze niet op, en zorg er vooral voor dat ze je niet kwetsen of nadeel bezorgen. Dat wil niet zeggen dat je ervoor op de vlucht moet gaan, maar ga wel je eigen weg, volg ze niet, tracht ze niet te temmen, en wees assertief, bewaak je grens!

En zo blijft de wereld van iedereen. De Yin en de Yang in evenwicht.

EEN CONFLICT IS ALS ONKRUID: HET GROEIT !

Op vraag van een lieve lezeres die te maken kreeg met een conflict op haar werk. Aangezien iedereen wel eens te maken krijgt met onenigheid vond ik het een prima onderwerp om eens uitgebreider te belichten.

Een conflict dat eenmaal is ontstaan verdwijnt niet zomaar. Het is als een zaadje dat geplant wordt. Het groeit, en het blijft groeien, tot je ingrijpt.

Conflicten hebben doorgaans steeds dezelfde manier van groeien, en het is niet onbelangrijk om dat te weten en te zien.

De onenigheid begint doorgaans bij twee mensen die het niet eens zijn met elkaar. Dikwijls gaat het om iets banaals, maar van het ene woord komt het andere.

En vervolgens komt de stilte. De twee partijen nemen afstand van elkaar.

En dan stappen we in de volgende fase, waarbij die twee partijen die afstand hebben genomen van elkaar trachten coalities te vormen. Met andere woorden, elke partij zoekt mensen die bij hem of haar willen aansluiten. Je hebt het vaak al gehoord of misschien zelf gezegd: ‘Die persoon heeft dat en dat gezegd. Zoiets doe je toch niet! Vind jij dat ook niet?’ of iets dergelijks. En zo worden er stilaan twee groepjes gevormd. De fase gaat dus over van ‘ik en die ander’ naar ‘wij en zij’.

Die twee partijen verwijderen zich nog verder van elkaar. En gaan trachten mekaar de duvel aan te doen. Bij aanvang gebeuren er kleine pesterijen, en stilaan gaat het meer en meer in de richting van de ander echt nadeel te berokkenen.

Wanneer het nog meer escaleert stappen we de volgende fase in. Dat is het moment waarbij elke partij bereid is om zelf benadeeld te worden als die andere partij er daardoor nog meer van langs krijgt. Op het werk kan zich dat vertalen in opzettelijke fouten van de ene partij zodat de andere partij zou ontslagen worden. En in de wereld zou je het kunnen vergelijken met de zelfmoordaanslagen waarbij iemand bereid is om zichzelf op te blazen als er maar een flink aantal anderen door sterven.

Reden genoeg dus om dat zaadje niet te zaaien. En als het toch per ongeluk gebeurt – hetgeen menselijk is – dan zo snel mogelijk ingrijpen en niet verder laten groeien.

 

HOE RAAK IK UIT EEN CONFLICT ?

Het gebeurde wel vaker dat men in bedrijven met de handen in het haar zat omwille van een uit de hand gelopen conflict, en dat mijn hulp werd ingeroepen. Mijn eerste werk was dan te onderzoeken in welke fase dat conflict zich bevond, door met alle betrokken partijen te gaan praten. En jammer genoeg moest ik soms vaststellen dat het al te ver geëscaleerd was om het nog omkeerbaar te maken. In dat geval kon ik enkel het advies geven om de partijen zo snel mogelijk en zo ver mogelijk uit elkaar te halen.

Maar het is niet altijd zo negatief.

Onthoud in eerste instantie dat het niet nodig is om met twee te zijn als je een conflict wil oplossen. Eén partij is genoeg.

Een conflict blijft dikwijls verder groeien enkel en alleen omdat beide partijen vinden dat die ander maar eens de eerste stap moet zetten. Zo kan je lang wachten. Zet je fierheid opzij, en ga de dialoog aan.

Vraag vooraf of die ander bereid is om op een rustige manier samen met jou te kijken of jullie een oplossing kunnen vinden voor het probleem, en plan dan een rustige plek en een rustig moment in om samen te zitten.

Begin het gesprek met de vraag of de ander bereid is om een aantal afspraken na te leven tijdens het gesprek. Zo is het belangrijk dat jullie elkaar laten uitspreken, dat er niet gescheld wordt, en mochten de gemoederen toch verhit geraken, spreek op voorhand af dat jullie dat bewaken en meteen een time-out instellen om na afkoeling het gesprek opnieuw een kans te geven.

Begin het gesprek met de uitnodiging aan de ander om zijn/haar verhaal te doen. Laat hem of haar dan geduldig het hele verhaal doen, en ook al zitten daar interpretaties of belevingen in die helemaal niet kloppen met de jouwe, zwijg! Laat de ander uitspreken tot de laatste druppel. Mocht het op een bepaald moment toch echt de spuigaten uitlopen omdat die bijvoorbeeld persoonlijk aanvalt, blijf rustig. Zeg hem of haar dat je wil luisteren maar dat de afspraak was om constructief te blijven.

Wanneer het verhaal van de ander ten einde is, tracht het dan in het kort opnieuw te verwoorden, en toon begrip voor de gevoelens die de ander daarbij heeft geuit. ‘Ik hoor uit jouw verhaal dat je mijn uitspraak op deze manier hebt geïnterpreteerd en ik kan best begrijpen dat jou dat heeft gekwetst.’

Vervolgens vertel je jouw verhaal. Wanneer de ander jou onderbreekt, vraag dan rustig om dat niet te doen, aangezien jij ook tot het laatste hebt geluisterd.

De kans is groot dat je er samen uit komt, op voorwaarde dat je in dat gesprek stapt met de bedoeling om inderdaad begrip te hebben voor het standpunt van de ander, en dat je doel niet is om er als winnaar met het grote gelijk uit te komen.

We zijn als mens zo verschillend en we hebben maar onze armtierige taal om onszelf te uiten, dus laat er ons maar van uitgaan dat het heel normaal is dat we soms eens botsen. Maar dat hoeft niet voor eeuwig te zijn.

En vooral op het werk moeten we wel eens samenwerken met mensen die ons niet liggen. Collega’s kies je niet. Maar dat hoeft geen ramp te zijn. Je moet niet met elkaar bevriend zijn om samen een taak uit te voeren. Het gaat erom afspraken te maken wie wat doet en om je eraan te houden.

Vooral vrouwen hebben de neiging om te denken dat je als collega’s mekaar sympathiek moet vinden. Het moet ‘gezellig’ zijn op het werk, er moet een goede sfeer zijn…. Weet je, als je dat allemaal niet verlangt, dan zal je zien dat de sfeer best wel rustig is zonder al die moeite. Laat op het werk vooral de ratio aan het woord, en veel minder de emotie.

WAT MOET IK MET DIE BAALDAGEN?

Ik vind het altijd grappig wanneer vrienden of kennissen verwonderd zeggen: ‘Allez, zeg, dat jij daar last van hebt!’ wanneer ik met een zorg zit. Het lijkt wel of je als psy meteen je mens-zijn zou verliezen en de goeroe wordt die op alles een antwoord heeft en nergens nog tegen aan loopt. Dat is goed mis.

Je hebt zeker en vast zelf al wel ondervonden dat je het op vlak van sommige dingen goed kan uitleggen, maar dat je er zelf mee worstelt. Dat is een mooie vergelijking. Ik mag stellen dat ik met succes behoorlijk wat mensen met fobieën, angsten, verslavingen heb begeleid in hun gevecht ertegen. Maar zelf ben ik al geruime tijd aan het worstelen om het roken te laten. En neen, dank u, dit is geen vraag naar hulp.

En zo heb ik de laatste tijd wel eens last van baaldagen. En ik vond dit nu wel eens het gepaste moment om mijn lezers te laten weten hoe ik mijn eigen psy-kennis tracht toe te passen op mezelf. Misschien helpt het jou ook wel.

Eerst is het belangrijk om te beseffen dat je gedachten zijn die je een loer draaien. Je gedachten zijn het fundament van hoe je je voelt. Je gedachte komt altijd eerst. Vervolgens komt je emotie, en vervolgens komt er een actie.  Ik probeer het duidelijk te maken met een paar voorbeelden: Je denkt aan iemand die je ooit een lelijke zet heeft gegeven. Je voelt je boos worden en je hart gaat sneller slaan, of je stuurt die persoon een gepeperde mail.

Ander voorbeeld: je denkt aan een dierbare die je ooit verloor. Je voelt je triest worden en vervolgens pleng je een traan.

Onze gedachten bepalen voortdurend ons gevoel en ons handelen, of fysische reactie. Kunst is dus om meester te worden van je gedachten. Vandaar dat het goed is om verstrooiing te zoeken bij een baaldag.

En dat heb ik dus ook gedaan. Ik ben met een vriendin naar een welness geweest. Heerlijk, en fantastisch genoten van zo’n dagje. Maar van zodra ik in de auto stap komt die donkere wolk weer opzetten. Bah!

Dan is het de kunst om je gedachten in een andere richting te duwen. Niet piekeren over wat zoal tegenzit, maar focussen op wat er wel meezit. Het is ons grote geluk dat onze hersens maar aan een ding tegelijk kunnen denken, dus kunnen we daar dankbaar gebruik van maken en onze hersens ‘bezetten’ met positieve gedachten zodat de donkere wolk geen kans krijgt.

En lukt het echt niet om die zorg los te laten, pak die gedachte dan maar eens vast en ga ze analyseren. Probeer het probleem in een breder kader te plaatsen, op een realistische manier te bekijken hoe erg dat nu is. En tracht een oplossing te bedenken. En weet dat loslaten ook een oplossing is, want vele problemen lossen zichzelf op na een tijd.

Nog altijd last van die piekergedachten die steeds maar opduiken? Gun jezelf desnoods een ‘piekeruurtje’. Sta jezelf toe om bijvoorbeeld van 14u tot 15u te piekeren. Elke keer wanneer de negatieve gedachte zich aandient, dan zeg je tegen jezelf dat je nu even bezig bent met iets anders, en dat er straks wel tijd en ruimte is om er eens over door te piekeren.

Wat mezelf betreft: ik heb zojuist een weekje vakantie geboekt. Manlief, ik herleef bij de gedachte aan een weekje zon. Heb alvast mijn valies klaargezet!

 

 

KINDEREN OPVOEDEN

Een onderwerp op vraag van een lezer waar ik graag samen met jullie even bij stil sta. Misschien nog een voorstel voor een nieuw schoolvak? Uiteindelijk is het toch wel zo dat we allemaal maar wat experimenteren en ons best doen naar eer en geweten, en veel meer dan de voorbeelden uit onze omgeving of wat wijze raad krijgen we niet.

We modderen dus wat aan. En ik was geen uitzondering hierop.

Het begint al bij de zwangerschap. Gelukkig is er nu al wel veel meer ondersteuning en begeleiding voor toekomstige ouders. Maar ik hoor hier en daar toch wel wat ontgoochelde jonge ouders die een boze blik zenden naar de wereld omdat het er in werkelijkheid toch allemaal niet zo ‘roze’ uitziet als het wordt voorgesteld. En de oma’s die dit lezen zullen het ook wel herkennen als ik schrijf over de ontredderde avondlijke telefoontjes met de vraag: ‘Mama, de baby blijft maar huilen, wat moeten we doen?’

In afwachting van een gestructureerde aanpak vanuit de maatschappij kunnen we dus enkel proberen elkaar wat te helpen bij deze moeilijke taak.

Er is een fundamentele gedachte en houding waarvan we moeten vertrekken: jij bent als ouder degene die aan het stuur zit. Geef dat stuur niet aan je kind, net zo min als je dat in je auto zou doen.

Om zich evenwichtig te kunnen ontwikkelen heeft een kind zowel veiligheid als vrijheid nodig. Als ouder is het een voortdurende oefening om op elke leeftijd de juiste proporties van die beide behoeften te bieden.

En bij het opgroeien is het kind eveneens voortdurend op zoek naar de juiste balans tussen beiden.

Vergelijk het met zwemmen. Een klein kind zet je niet meteen in een groot zwembad. Een kind zal zich veilig voelen als het de rand van het zwembad voelt. Zet het niet meteen in open zee. Met andere woorden: geef je kind niet alle vrijheid, laat het niet alles doen wat het maar wil. Stel grenzen. Dat is cruciaal. Als het kind geen grenzen voelt, dan zal het ernaar op zoek gaan. Dat vertaalt zich in onmogelijk gedrag. ‘Tot hoever kan ik gaan voordat ik die grens heb bereikt?’ is de onbewuste gedachte.

En naarmate kinderen opgroeien zullen ze regelmatig tegen die grenzen aan vechten. Ze worden groter, het badje wordt kleiner, ze willen meer ruimte. Het is aan ons als ouder om telkens in te schatten hoe groot we het zwembad maken op die leeftijd. Maar de grenzen moeten er zijn, in redelijke verhouding met de vrijheid.

Ik heb hier wel eens meer ouders over de vloer gekregen met de handen in de haren omdat ze niet meer wisten hoe ze het moesten aanpakken. Als je dochter je uitscheldt voor al het smerige van deze wereld, je kleineert en dingen stuk slaat, maar ze is maar 14 jaar oud, dan kan je ze toch moeilijk op straat zetten, niet?

Als het allemaal uit de hand loopt is dat vaak een teken dat we als ouder bang zijn voor onze kinderen. En meestal is dat niet het soort van angst voor fysiek of mentaal geweld, maar vooral angst om de liefde van het kind te verliezen. En dat is dus een foute gedachte. Kinderen zullen maar heel zelden de rug keren naar hun ouders. En als ze dat doen dan is dat nog eerder omdat ze zwakke ouders hebben, omdat ze het gevoel hebben dat ze zelf sterker zijn en het beter kunnen.

Je hebt recht op respect, en al zeker van je kinderen. Eis het op. Als ze je respectloos behandelen, weiger de communicatie. Isoleer hen tot ze bereid zijn op een normale manier te praten. Toon je stevig in je schoenen.

Maak gebruik van een kalm moment wanneer de sfeer redelijk goed zit om een ernstig gesprek te voeren met je kind en afspraken te maken over de manier waarop jullie met elkaar omgaan. Tracht daarbij ook de consequenties af te spreken wanneer een van de beide partijen zijn afspraken niet nakomt. Dat gaat dus over de strafmaat die in verhouding moet staan met de overtreding en die evenzeer in verhouding moet staan met hun leeftijd. Is je kind een twintiger die nog thuis woont en zelf de kost verdient? Wanneer die er voortdurend de randjes afloopt dan kan je afspreken dat hij of zij op eigen benen zal moeten staan wanneer hij of zij zich niet respectvol aan de huisregels houdt.

Laat je niet vangen om in een volle ruzie straf uit te spreken, want de kans is groot dat je een veel te grote straf oplegt waarvan je later spijt krijgt. Dan denk je bij jezelf: dit is toch een veel te zware straf die ik wat moet afzwakken. Dat afzwakken wordt door je kind onbewust vertaald in zwakheid. Je verliest je stevigheid in de ogen van je kind waardoor het veiligheidsgevoel zoek raakt.

Dat is de grootste fout die we als ouders maken: te toegeeflijk zijn omdat we willen dat onze kinderen voelen dat we hen graag zien. Er is een spreekwoord dat zegt: ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’. Dat geldt evenzeer voor opvoeding.

En tot slot deze hoopvolle gedachte: ooit gaat het over. Ooit gaan je kinderen de deur uit en zal je een hele andere relatie met hen krijgen die doorgaans veel vlotter loopt. En in de weinig gevallen dat het ook daar niet botert dan is er tenminste nog de troost dat er niet elke dag met borden wordt gegooid omdat je niet meer samen woont.

Goede moed!

 

 

 

 

HELP, MIJN OUDERS MAKEN RUZIE.

Wanneer we klein zijn, dan zijn het onze ouders die het luisterend oor zijn wanneer we conflicten hebben met onze vriendjes of broers of zussen. Maar wanneer we ouder zijn gebeurt het wel eens vaker dat onze ouders ons vragen om een schouder te bieden bij hun problemen. Dat is niet abnormaal, aangezien kinderen zijn uitgegroeid tot volwassen mensen die kunnen meedenken.

Maar soms gaat het een brug te ver.

Vooral wanneer je bij elk bezoek door een van je ouders als praatpaal wordt gebruikt voor de conflicten die ze hebben met elkaar. Daar zit een lelijk addertje onder het gras. Immers, als een van je ouders bij jou komt klagen over haar/zijn partner dan houdt dat impliciet in dat hij of zij verwacht dat je voor de klager partij zal kiezen. Of nog erger: dat je zal tussenkomen en je zegje doen tegen die andere ouder.

Laat je niet vangen! Het is niet aan jou om de relatieproblemen van je ouders op te lossen. Als zij problemen hebben, dan zijn ze oud en wijs genoeg om daar zelf uit te komen, en jij bent de laatste persoon op de hele wereld die ze hiervoor moeten aanspreken. En stel dat het echt niet lukt met hun twee, dan kunnen ze hiervoor begeleiding vragen aan een relatietherapeut, ofwel kunnen ze beslissen om hun wegen te laten scheiden.

Moeten we dan onze ouders laten stikken? Neen, natuurlijk niet. Maar trap niet in de valkuil om partij te kiezen, want meestal hoor je maar een kant van het verhaal. En vaak gaat het vooral over het vragen naar aandacht en eigen gelijk.

Zeg aan de klagende ouder dat je begrip hebt voor zijn of haar problemen maar dat hij of zij deze zelf moet uitpraten en dat jij dat niet in zijn of haar plaats kan doen. Geef aan dat je altijd klaar staat om praktische steun te bieden als die nodig is, maar druk hen op het hart dat je niet als bemiddelaar zal optreden.

En vooral dat: zeg dat je op bezoek komt voor de gezelligheid en dat je hoopt dat de problemen snel van de baan zijn zodat het weer leuk wordt om hen te bezoeken.

EEN NIEUW SCHOOLVAK: LEREN COMMUNICEREN

Er is tegenwoordig nogal wat te doen over hervorming van het onderwijs. Het is een goede zaak dat men daarbij stil staat. Maar het is wel belangrijk dat we het doel van onderwijs voor ogen blijven houden: jonge mensen vaardigheden bijbrengen om enerzijds een vak te leren, maar anderzijds ook als fijne en sterke mensen in het leven te laten staan. En ik vrees dat dit laatste al eens wordt vergeten.

Bij voorgelegde problemen kwam me vaak de gedachte naar boven dat we van veel leed zouden gespaard blijven mochten mensen geleerd hebben hoe ze moeten communiceren met elkaar.

O ja, we hebben allemaal geleerd hoe we moeten spreken. Maar daar stopt het. We kletsen wat af op een dag. Maar echt praten met elkaar en elkaar begrijpen?

Aangezien wij als sukkels geboren worden die enkel maar de taal hebben om contact te leggen met elkaar, is het belangrijk dat we dat ook op een goede manier doen. Niemand kan je gedachten lezen, niemand kent je, niemand weet wat je wil als je het niet uitspreekt.

En jawel, we hebben onze lichaamstaal. En jawel, we vinden dat die ander ons ‘kent’ en dus moet die maar weten hoe wij ons voelen. Klinkt dat niet een beetje gek? Verwachten wij helderziendheid van de mensen om ons heen?

Herken je het beeld van iemand die loopt te mokken? Waartoe dient dat eigenlijk? Om te zeggen dat hij of zij niet blij is met wat de ander deed? Kan je dat niet gewoon zeggen in plaats van het met beelden te doen die zo moeilijk te vertalen zijn?

Communiceren is al moeilijk genoeg op zich, waarom moeten we het dan nog moeilijker maken door de taal niet te gebruiken?

Inderdaad, communiceren is moeilijk omdat we zonder het te weten behoorlijk wat fouten maken. Ik zeg wel eens lachend dat onze schepper wel wat steken heeft laten vallen wanneer hij ons heeft gemaakt. Zo kunnen wij veel sneller horen dan we spreken, hetgeen betekent dat degene die luistert heel veel vrije tijd krijgt om zich te laten meevoeren met zijn eigen gedachten terwijl iemand spreekt.

En zo is er ook het opslaan van het beluisterde dat wat gebreken vertoont. Onze hersenen slaan al onze kennis op in beelden. Dus bij elk verhaal maken we automatisch een beeld dat we vervolgens bijhouden.

Stel je voor dat ik je zou vertellen dat ik vanmorgen een ongeluk heb gehad onderweg. Elk mens gaat zich daarbij een beeld vormen. De ene ziet mijn zitten in een rode auto met vooraan een bluts. De ander ziet twee onherkenbare wrakken tegen elkaar, nog iemand anders heeft weer een ander beeld. En dat slaan we op.

En de volgende dag vertel je aan een gemeenschappelijke vriend over het ongeluk, waarbij je het beeld dat je hebt gevormd oproept. Dus dan wordt het: ‘ik geloof dat ze met haar rode sportwagen over kop is gegaan’, ofwel ‘ze heeft een zwaar ongeluk gehad en ze rijdt nochtans in een veilige wagen’, ‘ofwel’ ‘het moest er eens van komen zoals die rijdt’.

En dat enkel en alleen omdat ik gezegd heb dat ik een ongeluk had. Misschien had ik beter verteld dat ik een tik kreeg van een bestelwagen toen ik voor het rode licht stond. (neen hoor, ik zit hier gezond en wel en ik had helemaal geen ongeluk).

Het komt er dus op aan van zo duidelijk mogelijk en zo concreet mogelijk aan te geven wat je wil overbrengen.

We zeggen tegen de kinderen: ‘doe je best’. Maar wat is dat eigenlijk, je best doen. Voor de ene waarschijnlijk iets heel anders dan voor de andere. Of we zeggen tegen onze partner dat we niet voldoende ruimte krijgen voor onszelf. Hoe vult zich dat voor jou concreet in?

Probeer je eigen beeld dat je wil overbrengen zo goed mogelijk te beschrijven voor de ander. Op die manier geef je die ander de kans om zich een juist idee te vormen van wat jij denkt, voelt of wil.

En omgekeerd geldt natuurlijk hetzelfde. En ik hoor je al zeggen: ‘ja maar mijn partner heeft dat hier niet gelezen en die weet niet dat hij/zij duidelijk moet zijn.’ Dat hoeft ook helemaal niet wanneer jij doorvraagt naar meer informatie en detail. Zo voelt die ander zich ook beluisterd en ernstig genomen.

En maak je geen illusies: ik ken deze theorie al heel lang en ik maak nog altijd fouten. Het verschil is dat ik ze wel zie, en dat is toch al een stapje in de goede richting.

 

DE SLEUTEL TOT GELUK

Het is normaal dat mensen zoeken naar mogelijkheden om zich lekker in hun vel te voelen. En het is goed wanneer mensen naar training, boeken of cursussen grijpen in de richting van yoga, mindfulness, en noem maar op. Of mensen die het zoeken in een wandelclub of gelijk welke hobby. Allemaal leuke dingen die het leven een mooiere kleur geven.

Maar de essentie, de echte sleutel tot geluk is kunnen relativeren. Dat betekent dat je gebeurtenissen, uitspraken, acties van anderen, gelijk welke tegenslag in het leven kan terugbrengen tot zijn ware grootte.

Onlangs was er bij een vriendin de elektriciteit uitgevallen. In dergelijk geval kan je jammeren en klagen en je ongelukkig voelen. Maar je kan ook net zoals zij vrolijke fotootjes posten op Facebook en het voorval bekijken met een knipoog. Uiteindelijk is het goed om nu en dan eens zonder elektriciteit te vallen, want dan besef je weer hoe leuk het is wanneer die er wel is, en hoeveel comfort we daardoor krijgen.

Er zijn mensen die erin slagen om alle dingen om hen heen zwaar te doen wegen, om uitspraken van mensen uit te vergroten, om zich het slachtoffer te voelen van de boze wereld om hen heen. Die mensen zijn nooit gelukkig, het leven is een strijd, de mensen zijn slecht. Zij zijn de slachtoffers, de calimero’s die verwachten dat de wereld zich aanpast aan hun gevoelige ziel.

Zo werkt het niet als je gelukkig wil zijn in je leven.

Plaats gebeurtenissen in een bredere context. Aanvaard dat de wereld en de mensen niet volmaakt zijn. Tracht bij tegenslag toch nog de mogelijkheden te zien die er wél zijn in plaats van de dingen die je verloren bent. En zie de goede bedoelingen van de mensen om je heen in plaats van te focussen op elk woord dat ze zeggen, op zoek naar mogelijke onderliggende slechte bedoelingen. Vergeef degenen die je ongewild wel eens pijn doen in plaats van jezelf te begraven in boosheid en het vermeende onbegrip.

Zo vaak heb ik aan mensen die hier voor de eerste keer in begeleiding kwamen, vol zorg en kommer, vol verdriet, gezegd dat hun leed heel goed nieuws was waar ze blij om konden zijn. Want elke pijn helpt ons om er weer sterker uit te komen. Velen hebben mijn uitspraken nadien beaamd.

Gelukkig zijn is niet moeilijk, maar je moet het er wel voor over hebben om jezelf niet in het middelpunt van de wereld te zetten, je moet erin slagen om jezelf niet onder te graven in zelfmedelijden en verongelijktheid.

Relativeren is het toverwoord. Neem het overal met je mee.

ALS JE BLAFT MOET JE OOK BIJTEN

Ik kreeg vandaag een mail van iemand die er helemaal onderdoor ging omdat ze een nieuwe verantwoordelijke had gekregen die blijkbaar niet veel kaas had gegeten van motiverend leiderschap. De nieuwe bazin vond het nodig om zonder overleg een heleboel te veranderen, en dat had nogal wat impact op de mensen, ook op hun werkuren en dus ook op hun privé leven.

De persoon die me mailde is echter niet iemand die haar mond niet durft roeren. Ze is best wel in staat om te zeggen waar ze niet meer akkoord gaat.

Hoe komt het dan dat ze er toch nog onderdoor gaat?

Zoals velen onder ons is zij iemand die wel blaft, maar niet bijt. We maken van onze neus, we zeuren of we zagen, maar als puntje bij paaltje komt, dan doen we toch maar braaf wat van ons wordt geëist.

Vrouwen zagen tegen hun man dat ze het beu zijn om zijn rommel op te ruimen, maar terwijl blijven ze wel de jassen weghangen, de spullen wegleggen, de hemden weer goed leggen…

Mensen die te veel werk op hun bord krijgen zagen tegen hun bazen dat ze te veel werk hebben, maar tegelijk blijven ze overuren doen of nemen ze werk mee naar huis om het toch maar gedaan te krijgen.

We blaffen, maar we bijten niet.

Als je de moeite doet om te zagen of om je mond te roeren, zet dan nog een stapje bij en onderneem ook actie. Laat dat overwerk liggen. Het is het probleem van je baas dat er te weinig personeel is, en niet het jouwe.

Laat de rommel van je man liggen of drop het in een wasmand die hij dan zelf maar moet uitzoeken als hij iets nodig heeft.

En weiger mee te gaan in veranderingen waar je ziek van wordt. Eis overleg en hou je been stijf. Niemand mag de speelbal zijn van een medemens, ook al is dat een baas of iemand die je graag ziet. Als mens zijn we gelijk en is het maar normaal dat we praten met elkaar en tot consensus kunnen komen.

Lukt het nog niet na al deze inspanningen? Inpakken en wegwezen!

WAAROM LIEGEN WIJ?

Een wijze moeder die tegen haar dochter zei dat ze niet mocht liegen kreeg als antwoord dat ze zelf ook regelmatig loog. Ze maakte de afspraak met haar dochter om een hele week niet meer te liegen, en ze kwam tot de vaststelling dat het een heel moeilijke zaak was die tot nogal wat narigheid leidde. Er werden geen smoezen meer verzonnen. De dingen werden recht voor de raap gezegd. Er kwam ruzie van. En de sociale omgeving kon er ook niet altijd om lachen bij de platte waarheid.

Waarom liegen wij? Het antwoord hierop is te herleiden tot twee eenvoudige oorzaken: we willen anderen niet kwetsen, en we durven onszelf niet zijn.

Dat we anderen niet willen kwetsen is een mooie deugd, maar we staan er te weinig bij stil dat we die anderen nog meer kwetsen wanneer ze erachter komen dat je hen leugens op de mouw hebt gespeld. Hoe zou je jezelf voelen als je erachter kwam dat je uitgenodigde vrienden hun vakantie helemaal niet met een dagje verlengd hadden en je dus bleef zitten met je kookkunsten, maar dat ze uiteindelijk lekker thuis achter de TV zaten omdat ze te moe waren of geen zin hadden om nog af te komen? En dat is nog een braaf voorbeeld.

Moeten we dan gewoon vlakaf zeggen dat we geen zin hebben? Ja natuurlijk. Er zijn manieren om de dingen te zeggen. Mensen hebben veel meer begrip dan we zouden vermoeden. Probeer het maar. Vanaf nu geen uitvluchten meer in de trend van ‘te druk’, maar wel ‘even geen zin’.

Maar de grootste leugens die doorgaans het meeste pijn doen zijn die van de tweede soort, de leugens waarbij we onszelf willen indekken omdat we dingen doen waarvan we zelf vinden dat ze niet horen. Het komt erop neer dat we onszelf eigenlijk te min vinden, dat we slappelingen zijn omdat we het niet kunnen opbrengen om die dingen niet te doen.

Een alcoholist zal gemakkelijk zijn drankgebruik verdoezelen omdat hij niet fier is over zichzelf en dat wil hij liever niet delen met anderen. Mensen die een scheve schaats gaan zullen alle registers opentrekken om smoezen te verzinnen, en dat zowel omdat ze iets doen dat in hun eigen ogen niet klopt, en tevens om de ander niet te kwetsen. Hier krijgen we de combinatie van de twee oorzaken.

Ik heb ooit mensen ontmoet die het liegen zodanig tot een gewoonte hadden gemaakt dat ze er zelfs bij de domste dingen nooit nog aan dachten om gewoon de waarheid te vertellen. Ik had met hen te doen, want hoe erg moet het zijn als je nooit en nergens meer je echte zelf kan zijn en altijd met de stress moet leven om betrapt te worden op je leugens, altijd onthouden wat je tegen wie hebt gezegd, altijd jezelf verbergen.

Is het mogelijk om nooit meer te liegen? Absoluut. Er is zelfs geen enkele reden om te liegen. Wees jezelf en sta jezelf ook toe om fouten te maken en die vervolgens toe te geven. Niemand is volmaakt en niemand verwacht het van je. En breng je boodschap met het nodige respect naar die ander.

Het leven kan zo simpel zijn.

EEN VERSLAVENDE RELATIE

SAMSUNG

Toen ik gisterenavond naar een programma keek waar het ging over de ‘loverboys’ vond ik het verbazend dat er door de experten enerzijds rake dingen werden gezegd zoals: ‘het gaat over mensen die macht willen, geen inleving hebben en enkel hun eigen gewin nastreven’, maar anderzijds was het even betreurend dat men verder niets zinnigs wist te vertellen over ‘het fenomeen’ en ‘dat het nog verder moest onderzocht worden’.

In mijn praktijk heb ik nooit te maken gehad met wat men op het eerste zicht bestempelt als loverboys. Maar mijn eerste en vaste overtuiging is dat we het niet moeten hebben over loverboys, maar over een veel breder gegeven van verslavende relaties. Want die ben ik wel degelijk en zelfs in grote getale tegengekomen. En het is een hardnekkig kwaad waar je hard moet aan werken om er uit te geraken.

Maar wat is het verschil tussen een ‘vrije’ relatie of een verslavende relatie?

Laten we eerst eens gaan kijken wat mentale verslaving is. Ik wil het hier niet hebben over fysische verslaving, al denk ik dat zelfs dat er iets mee te maken heeft, maar dat laat ik dan toch maar liever over aan de wetenschap.

Mentale verslaving betekent dat je hersens een foute link leggen. Je hebt jezelf als het ware geconditioneerd door jezelf voor te houden dat je verslavingsobject het enige echte is dat jouw slechte gevoel kan wegnemen.

Nemen we het voorbeeld van de sigaret. Doordat je lichaam snakt naar de nicotine en je dus een onprettig gevoel ervaart (dat een niet-roker niet heeft, want die heeft geen behoefte aan nicotine), grijp je naar een sigaret om van dat onprettige gevoel af te komen. En dan kan je weer even normaal functioneren (zoals een niet-roker).

Nu, waarom is het zo moeilijk voor een roker om die sigaret aan de kant te laten? Omdat de roker de foute link gelegd heeft tussen de sigaret en het goed voelen. Een roker is ervan overtuigd dat hij zich nooit meer goed zal kunnen voelen of niet meer normaal kan functioneren wanneer hij die sigaret moet laten liggen. Een foute redenering, want het is net de sigaret die ervoor heeft gezorgd dat hij zich niet goed voelt.

Met een verslavende relatie is het niet anders.

Iemand wordt verliefd. Laten we haar voor het gemak even Sonja noemen. Sonja wordt verliefd en dat is alleen maar fijn. Die ander heeft veel aandacht voor haar en fluistert lieve woorden in haar oren. Niets mis mee.

Maar dan stilaan reageert die ander al eens geïrriteerd wanneer Sonja iets fout zegt of doet in de ogen van de ander. Die ander gaat haar dan ‘wegduwen’, en duidelijk maken dat Sonja de schuldige is.  In het begin is dat niet altijd een heel sterke afwijzing, maar wel voelbaar voor Sonja. Ze wil haar lief niet verliezen, dus zet ze stappen om het goed te maken. Ze past zich aan en belooft om beter op te letten.

Het koppel maakt het goed, hij geeft haar weer volop aandacht en Sonja voelt weer de heerlijke roes van het samenzijn. En dergelijke scenario’s volgen elkaar meer en meer op en worden steeds pijnlijker. Maar vervolgens is er dan weer het ‘goed maken’ dat zo een heerlijk en rustig gevoel geeft.

Haar hersens hebben de link gelegd: mijn lief bezorgt mij een heerlijk gevoel, en wanneer hij er niet is (wanneer hij mij heeft afgewezen) voel ik me vreselijk slecht.

Net zoals bij de roker denkt zij niet: mijn lief heeft me dat slecht gevoel bezorgd, dus ik moet maken dat ik er van af kom, want anders blijf ik in die cirkel zitten. Dit is verslaving.

En het gaat hier dus niet enkel om de loverboys. Ik heb verschillende ouders over de vloer gehad die met de handen in het haar zaten omdat ze met open ogen zagen hoe hun dochter werd uitgebuit door het vriendje, hoe sommigen werden geslagen en vaak ook werden ze zoveel mogelijk van hun vrienden en familie geïsoleerd. En het waren heus geen meisjes van 16, of het waren ook geen domme naïevelingen.

En ik heb volwassen vrouwen met kinderen over de vloer gehad die wanhopig vasthielden aan die ene die ze zo graag zagen, maar die telkens weer voor twee weken weg ging wanneer zij iets zei of deed wat hem niet zinde. Of de vrouw die regelmatig haar blauwe oog verbergt voor haar collega’s…

Het gaat hem om macht uitoefenen over de ander.

Wanneer ik in de krant lees over de moord op een lesbische vrouw, dan zie ik daar hetzelfde verhaal: een vrouw is zelfs zover gegaan voor haar minnares dat ze er een moord voor heeft begaan. Als je leest hoe die relatie in mekaar zat dan merk je meteen: afwijzen en aantrekken.

We zouden alle jongeren moeten inzichten geven in de effecten van dit afwijzen en aantrekken zodat ze niet verzeild raken in een giftige relatie. Net zoals we hen wijzen op de gevaren van het roken.

Hopelijk gaan we niet dezelfde verbod-cultuur in, want stel je voor dat we ons lief eerst moeten laten screenen door de regering, of dat we regelmatig een test moeten gaan afleggen? In een regeltjes-staat sta je van niets meer versteld. 🙂

 

OEI, IK WERD GEPROGRAMMEERD.

Hebben wij een eigen wil? Sommigen zeggen dat het noodlot alles bepaalt, dat alles al vastligt en dat we enkel maar de illusie hebben dat we zelf beslissen. Ik wil dat allemaal in het midden laten want daar heb ik geen verstand van.

Wat ik wel weet is dat ons doen en denken – meer dan we zelf vermoeden – sterk worden bepaald door onze opvoeding. En onder opvoeding bedoel ik niet enkel de opvoeding door onze ouders, maar tevens door de hele omgeving waarin we opgroeien. Bij onze opvoeding krijgen we bepaalde ‘waarden’ opgedrongen die ervoor zorgen dat we geprogrammeerd door het leven gaan.

Ik nodig je uit tot wat zelfonderzoek.

Wanneer je vrienden of familie hebt uitgenodigd, ga je er dan vooraf voor zorgen dat je hele huis er onberispelijk uitziet? Of ben jij degene die nooit onopgemaakt de deur uitgaat? Of geef je de kinderen een vermaning wanneer ze te luid spelen in de tuin en mogelijk de buren storen?

In dat geval is de kans groot dat jouw omgeving je heeft ingeprent dat je moet voorkomen dat mensen je als onvolmaakt bestempelen. Je moet tonen hoe flink je bent en tonen dat je het allemaal doet zoals het boekje het voorschrijft.

Of ben jij misschien degene die overdag nooit eens in de zetel zal gaan zitten om een boek te lezen, een film te bekijken of gewoon te luieren?

Als het daarover gaat, dan stap ik mee in de boot, want bij mij thuis kreeg je in dergelijke gevallen altijd de opmerking: ‘Heb jij niets anders te doen? Ga dan maar eens de auto wassen, of kom maar wat meehelpen in de tuin.’

Een mens leert op die manier al snel af om te luieren op momenten dat het niet ‘hoort’. Of je gaat minstens doen alsof je met iets bezig bent. Ik ken ook mensen die het doorgaans wel op hun gemak durven nemen, maar die dan in gang schieten wanneer manlief thuis komt. Waar slaat dat eigenlijk op? Nergens. Het is programmatie.

Er zijn ook mensen die geleerd hebben om systematisch te liegen omdat ze vroeger altijd wel tegen de lamp liepen wanneer ze de waarheid vertelden. De waarheid vertellen bleek dus telkens een straf met zich mee te brengen, waardoor ze dan maar zijn gaan liegen om die straf te ontlopen. Ik heb ooit een man gekend die er zelfs bij de stomste voorvalletjes niet aan dacht om de waarheid te zeggen. Hij was gewoon zo geprogrammeerd.

Of ben jij degene die altijd wel luistert naar de miserie van anderen, maar nooit eens zelf je beklag doet, of nooit eens zelf hulp inroept? Dan ben je wis en zeker opgegroeid in een midden waar je de sterke moet zijn, degene die niet leutert of flauw moet doen.

Je kan je afvragen of je met die wetenschap iets opschiet. Natuurlijk wel. Als je weet hoe het komt dat je je op een bepaalde manier gedraagt, dan heb je nog niet de stap gezet om er iets aan te veranderen, maar het is een begin. Je wordt er je van bewust dat wat jij wil iets anders is dan wat jou werd ingegeven. Op die manier ga je je minder schuldig voelen wanneer je eens tegen die vermeende waarde zondigt. En stapje voor stapje kan je eruit geraken, ga je niet meer onbewust gedwongen gedrag vertonen.

Elke dag een beetje meer terrein winnen, elke dag een beetje meer worden wie je echt bent.

Goede moed!

 

HELP, MIJN MAN IS EEN ZWIJGER

Een van de leukere sessies die ik steeds mocht voeren waren deze waarbij mensen met de vraag kwamen hoe ze hun partner konden veranderen. Niet dat de vraag op zich niet ernstig werd genomen, want mensen kunnen er best wel onder lijden wanneer die ander zich anders gedraagt dan ze hopen of verwachten.

Het leuke zat hem vooral in de vaak zichtbare ‘eureka’-ervaring die je zag bij mensen wanneer hen een en ander duidelijk werd.

Het meest eenvoudige voorbeeld – dat wel eens vaker voorkwam – was de vrouw die bijna gek werd van de stilte in huis, ook al waren zijzelf en haar man samen thuis. Hij was de zwijger. En ze prijsde zich gelukkig dat zij nog een woord sprak, want anders zou het helemaal een stomme film geweest zijn.

‘Hoe krijg ik hem uit zijn schulp? Waarom is hij zo een gesloten boek? Ik heb al alles geprobeerd en hij belooft altijd zijn best te doen, maar er komt niets van in huis.’ waren de kreten.

Laat ons beginnen met het eerste beginsel: we zijn allemaal anders. En vervolgens: we hebben allemaal het recht om anders te zijn.

Stel dat jij het recht zou hebben om die ander te veranderen. Dan heeft die ander toch ook evenveel recht om jou te veranderen, niet?

Dus, voortgaande op ons voorbeeld: je man is de zwijgzame, degene die liever niet met zijn gevoelens te koop loopt, of die daar gewoon geen behoefte aan heeft. Iemand die liever luistert dan vertelt, iemand die houdt van de stilte.

Jij bent de verteller, degene die graag gevoelens deelt, die houdt van de animatie van het gesprek.

Als jij hem dus wil veranderen in de spraakwaterval, dan heeft hij evenveel recht om jou te veranderen in de stille. Wil je dat? Waarschijnlijk niet. Mogelijk zou je je heel ongemakkelijk voelen, je zou je gevangen voelen in dat verbod om jezelf te mogen zijn.

En dat geldt voor zoveel andere dingen. Verplicht de ander niet om jouw hobby’s eigen te maken, verplicht die ander niet om te eten wat jij zo graag lust, ga hem niet afbreken wanneer hij andere liedjes graag hoort die jij verafschuwt, en verwijt hem niet dat hij zich zo graag eens afzondert in zijn atelier of zijn tuin.

Accepteren dat anderen anders zijn, en vervolgens kijken hoe je zelf voldoende aan bod komt en jezelf kan zijn.  Mocht je man altijd babbelen, dan kwam je mogelijk zelf niet aan bod om iets te vertellen. En is dat voor jou niet voldoende, zoek dan een paar leuke vriendinnen om mee te kletsen.

Het leuke is dat bovenstaande even goed geldt voor alle verschillen en voor al  je vrienden, je familie, je kinderen. Nog maar eens: loslaten!

DE GOEDE VOORNEMENS

Laatste dag van het jaar. Voor velen het moment van de goede voornemens. Dat hoort er steeds bij, en dat is goed. Alleen al het feit dat we even stilstaan bij wat we niet meer willen, hoe we het niet meer willen, hoe het beter zou kunnen.

Maar dat is natuurlijk nog een flinke stap verwijderd van het daadwerkelijk veranderen. Wij zijn hardnekkige gewoontedieren. Veranderen is moeilijk. Vooral als het om gewoonten gaat waar je tot Nieuwjaar mee hebt gewacht om ze te vertalen in goede voornemens.

Laat ons beginnen met onszelf niet onder druk te zetten. Dat is geen goed begin voor een nieuw jaar. Een nieuwe lei is leuker op een ontspannen manier, een sfeer waarin je jezelf kan zijn, waar geen geduw en getrek aan jezelf bij te pas komt. De wereld stuwt ons vanzelf al genoeg voort, zelfs zonder dat we het merken.

Zou het niet heerlijk zijn om alleen al maar je hoofd leeg te maken zodat al dat gekwetter tussen je oren even stil valt? Stoppen met te piekeren over wat je allemaal verkeerd doet of misschien fout zou gedaan hebben, stoppen met je zorgen te maken over wat anderen zeggen of denken, ophouden met te geloven dat de wereld slecht is en dat je daar dringend verantwoordelijkheid over moet opnemen.

Heel lang geleden – toen de dieren nog spraken – leerde ik in de lagere school een spreekwoord dat zei: ‘Doe wel en zie niet om’. Dat is een mooie om te onthouden. Doe de goede dingen om je heen in je kleine wereld, voel je vrij in je mens-zijn zodat je ten volle jezelf kan zijn en worden. Je bent uniek, dus doe geen moeite om van jezelf eenheidsworst te maken.  En aanvaard dat de anderen anders zijn.

Zo komen we met zijn allen al een hele stap vooruit en zouden er al veel meer blije en ontspannen mensen zijn.

Een gelukkig nieuwjaar aan jou, lieve lezer. Ik zend je van hieruit een warm hart zodat het zich kan vullen met energie voor een fantastisch nieuwe fase in je leven.

319858_362549580478773_1241275327_n (2)