Gisteren belde mijn vader vanuit het woonzorgcentrum: ‘Ik zit in quarantaine!’. Ik deed het bijna in mijn broek van het verschieten. Maar geen nood, want er is nog kakpapier. Maar niet gelachen, de mens is 94 jaar, dus reden tot paniek.
– ‘Pa, hoe komt dat? Hebt ge corona?’
– ‘Ik moet tien dagen op mijn kamer blijven en ik mag geen pijpke gaan roken.’
– ‘Pa, wat hébt ge?’
– ‘Een fffiifff?’
– ‘Pa, ik versta u niet. Hebt ge uw tanden niet in?’
– ‘Neen, ik lig in mijn bed.’
– ‘Waarom zit ge in Quarantaine?’
– ‘Ik ben ziek’
– ‘Ja, dat dacht ik al, maar wat hebt ge?’
– ‘Een fffiffff’
– ‘Wat?’
– ‘Een fffiffffffff’
– ‘Pa, ik versta u niet. ARTICULEER!’
– ‘Een IN…-ffffiffff’
– ‘Een infectie?’
– ‘Ja’.
– ‘Geen corona?’
– ‘Neen’.
Oef!
Moet ge weten dat mijn vader volgende maand 95 jaar zal worden als het God belieft. Hij verjaart op 18 april, maar de lockdown in het rusthuis duurt tot 20 april. Ga ik hem dan geen drie kussen mogen gaan geven?
We zien wel, ik hoop in elk geval dat hij het haalt, want ik heb zo de indruk dat hij het allemaal een beetje laat hangen nu er geen bezoek meer mogelijk is. Hij keek er altijd naar uit, want veel anders valt er voor hem niet meer te beleven. Hij zit in zijn rolwagen, is al drie keer door het oog van een naald gekropen omwille van hartproblemen, is bijna blind en heeft doorligwonden.
Ik wil hem nog niet kwijt. Al zijn er tijden geweest dat ik hem tot hel en verdoemenis heb gewenst. Mijn vader was gene gemakkelijke. Een wil van ijzer, een stem als een klok die niet veel zei maar ge had aan zijn ogen genoeg om onder de zetel te kruipen. Mijn vriendinnetjes wilden alleen bij mij komen spelen op voorwaarde dat mijn vader niet thuis was. Vrije tijd bestond enkel op zondag en na het avondeten. Overdag moest je nuttige dingen doen. Geen boeken lezen of zo. Ik ging dus zoveel het maar kon bij mijn vriendinnen aan huis, daar was het meer relax.
Behalve die ene vriend, de Jokke, dat was een uitzondering. Die veegde zijn voeten aan de wereld en al zeker aan mijne pa, dus die bleef over de vloer komen om samen met mij gitaar te spelen in het midden van de dag. We zaten dan in mijn kamer liedjes te maken waarmee we ooit nog naar ‘ontdek de ster’ togen.
Op een dag stormde hij mijn kamer binnen en zei hij: ‘Ik kwam zonet uwe pa tegen’. Mijn hart stokte in mijn keel want ik vreesde dat onze pret voortaan gesmoord zou worden.
– ‘Wat heeft hij gezegd?’
– ‘Hij vroeg mij: “Jeun’homme, hebt gij niks anders te doen dan hier een beetje komen gitaar te spelen met mijn dochter?”
Jokke moest even nadenken, keek eens van links naar rechts, even en stilte, en zei dan op een kinderlijke toon:
– Euh, neen meneer, niet echt, neen’.
Waarop mijn pa – blijkbaar geslagen door de hand Gods – gewoon zijn weg voortzette naar de tuin. Ik moet toegeven dat ik Jokke bewonderde om zijn eenvoud waarmee hij elke vijandigheid kon verslaan.
Is dat ook niet het wapen tegen corona? Back to basic: thuis dingen doen in plaats van altijd het vertier elders te zoeken? Zelf een patatje schillen in plaats van een snelle hap in de McDonalds? Op tijd de strijk doen in plaats van te stressen omdat je nog naar zoveel party’s moet naast de dagelijkse job. Thuis een gezelschapsspelletje doen met kinderen en/of kleinkinderen in plaats van indoor speeltuinen. In de tuin werken en zelf de kuis doen in plaats van te gaan fitnessen. Het kost minder en ge blijft in vorm.
In feite komt het erop neer dat we nu gaan leven gelijk mijne pa het indertijd dicteerde: wees ijverig overdag, geef geen werk uit handen dat je zelf kan doen, ontspan ’s avonds en hou het allemaal een beetje simpel. Ik ga daar eens over nadenken.
Maar vroeger zou mijn pa het bloggen ook tijdverlies hebben gevonden. Nu niet meer. Het kan keren in het leven. En daar waar ik hem vroeger soms naar de andere kant van het universum wenste, zou ik nu graag hebben dat we hem nog een beetje mogen houden.
Tot blogs!
Ja, jouw papa heeft ook bij mij een blijvende indruk achter gelaten! Hoop dat jullie nog lang van elkaar kunnen genieten. ?
Dank je wel, liefste Gina. We hebben het allemaal samen beleefd. Heerlijke tijd!
Mijn vader was ook niet echt mijn beste vriend. Pessimist, perfectionist. Maar … ik heb van hem zoveel geleerd waar ik nu nog altijd dankbaar voor ben. Als ik nu bezig ben met herstellingen (van soms hopeloze gevallen) heb ik vaak het gevoel dat hij over mijn schouder meekijkt. Ik mis regelmatig zijn commentaar. ‘Oei, oei, zal niet lukken’. Niets zou goed komen maar uiteindelijk kwam het meestal wél goed.
Zo gaat dat, Johan, we zien pas later ook de fijne kanten van onze naasten…
Ik hoop samen met jou dat we inderdaad met z’n allen terugkeren naar dat wat ons als mens uniek zou moeten maken in het rijtje van de levende wezens: sociaal, solidair, empatisch …
Inderdaad, Ingrid, we zijn bezig met een goede oefening op dat vlak!
Gelezen en goedgekeurd (:-) Mijn vader was niet zo. Hij was zachtaardig maar toch duidelijk . Ik heb me altijd goed gevoeld bij hem. Ik wou hem ook nog niet kwijt toen hij 19 jaar geleden stierf. Maar het was wel zijn tijd : hij was fysiek en emotioneel opgebrand. Een idealist, een warm hart voor mensen. En hij leerde nog steeds bij.
Zo fijn, Gerda, dat je nog al die mooie herinneringen mag bewaren! Blijven doen!