Er is tegenwoordig nogal wat te doen over hervorming van het onderwijs. Het is een goede zaak dat men daarbij stil staat. Maar het is wel belangrijk dat we het doel van onderwijs voor ogen blijven houden: jonge mensen vaardigheden bijbrengen om enerzijds een vak te leren, maar anderzijds ook als fijne en sterke mensen in het leven te laten staan. En ik vrees dat dit laatste al eens wordt vergeten.
Bij voorgelegde problemen kwam me vaak de gedachte naar boven dat we van veel leed zouden gespaard blijven mochten mensen geleerd hebben hoe ze moeten communiceren met elkaar.
O ja, we hebben allemaal geleerd hoe we moeten spreken. Maar daar stopt het. We kletsen wat af op een dag. Maar echt praten met elkaar en elkaar begrijpen?
Aangezien wij als sukkels geboren worden die enkel maar de taal hebben om contact te leggen met elkaar, is het belangrijk dat we dat ook op een goede manier doen. Niemand kan je gedachten lezen, niemand kent je, niemand weet wat je wil als je het niet uitspreekt.
En jawel, we hebben onze lichaamstaal. En jawel, we vinden dat die ander ons ‘kent’ en dus moet die maar weten hoe wij ons voelen. Klinkt dat niet een beetje gek? Verwachten wij helderziendheid van de mensen om ons heen?
Herken je het beeld van iemand die loopt te mokken? Waartoe dient dat eigenlijk? Om te zeggen dat hij of zij niet blij is met wat de ander deed? Kan je dat niet gewoon zeggen in plaats van het met beelden te doen die zo moeilijk te vertalen zijn?
Communiceren is al moeilijk genoeg op zich, waarom moeten we het dan nog moeilijker maken door de taal niet te gebruiken?
Inderdaad, communiceren is moeilijk omdat we zonder het te weten behoorlijk wat fouten maken. Ik zeg wel eens lachend dat onze schepper wel wat steken heeft laten vallen wanneer hij ons heeft gemaakt. Zo kunnen wij veel sneller horen dan we spreken, hetgeen betekent dat degene die luistert heel veel vrije tijd krijgt om zich te laten meevoeren met zijn eigen gedachten terwijl iemand spreekt.
En zo is er ook het opslaan van het beluisterde dat wat gebreken vertoont. Onze hersenen slaan al onze kennis op in beelden. Dus bij elk verhaal maken we automatisch een beeld dat we vervolgens bijhouden.
Stel je voor dat ik je zou vertellen dat ik vanmorgen een ongeluk heb gehad onderweg. Elk mens gaat zich daarbij een beeld vormen. De ene ziet mijn zitten in een rode auto met vooraan een bluts. De ander ziet twee onherkenbare wrakken tegen elkaar, nog iemand anders heeft weer een ander beeld. En dat slaan we op.
En de volgende dag vertel je aan een gemeenschappelijke vriend over het ongeluk, waarbij je het beeld dat je hebt gevormd oproept. Dus dan wordt het: ‘ik geloof dat ze met haar rode sportwagen over kop is gegaan’, ofwel ‘ze heeft een zwaar ongeluk gehad en ze rijdt nochtans in een veilige wagen’, ‘ofwel’ ‘het moest er eens van komen zoals die rijdt’.
En dat enkel en alleen omdat ik gezegd heb dat ik een ongeluk had. Misschien had ik beter verteld dat ik een tik kreeg van een bestelwagen toen ik voor het rode licht stond. (neen hoor, ik zit hier gezond en wel en ik had helemaal geen ongeluk).
Het komt er dus op aan van zo duidelijk mogelijk en zo concreet mogelijk aan te geven wat je wil overbrengen.
We zeggen tegen de kinderen: ‘doe je best’. Maar wat is dat eigenlijk, je best doen. Voor de ene waarschijnlijk iets heel anders dan voor de andere. Of we zeggen tegen onze partner dat we niet voldoende ruimte krijgen voor onszelf. Hoe vult zich dat voor jou concreet in?
Probeer je eigen beeld dat je wil overbrengen zo goed mogelijk te beschrijven voor de ander. Op die manier geef je die ander de kans om zich een juist idee te vormen van wat jij denkt, voelt of wil.
En omgekeerd geldt natuurlijk hetzelfde. En ik hoor je al zeggen: ‘ja maar mijn partner heeft dat hier niet gelezen en die weet niet dat hij/zij duidelijk moet zijn.’ Dat hoeft ook helemaal niet wanneer jij doorvraagt naar meer informatie en detail. Zo voelt die ander zich ook beluisterd en ernstig genomen.
En maak je geen illusies: ik ken deze theorie al heel lang en ik maak nog altijd fouten. Het verschil is dat ik ze wel zie, en dat is toch al een stapje in de goede richting.
Leren communiceren… Ik ben fan.
Maar hoeveel leerkrachten hebben dit zelf goed onder de knie?
Ikzelf pleit ook vaak schuldig, vooral als het over communicatie met eigen tieners gaat.
Gaan we daar eens een boom over planten?
HOE communiceren met op hol geslagen tieners? Er bestaan zoveel boeken over. Ik heb er menige
gelezen. Ook in het begin van dit jaar had ik goede voornemens …
Op het werk geen probleem maar mijn eigen kinderen kunnen mij de kast opjagen…
telkens weer…dan wordt er alleen nog GEROEPEN!!
Ik hoor het iedereen graag zeggen maar wat als de hormonen van beide partijen fel opspelen?
Komt in orde, ik doe mijn best om daar de eerstvolgende keren wat meer over te schrijven!
Wijs, Annie!
Taal is onze grootste schat maar soms wel gevaarlijk mits slordig gebruikt.
Wat te doen met een kort berichtje van iemand die je al lang niet gehoord hebt: “Vanaf volgende week ben ik vrij”? Besluiten dat ze nu in de gevangenis zit? Bleek bij navraag niet het geval.
O dat is een leuk voorbeeld! Dank je wel, Johan!