Alle berichten van admin

VRIENDEN VOOR HET LEVEN?

Vrienden zijn de zonnestralen, de peper-en-zout in ons leven. Vrienden zijn kostbaar en moet je koesteren.

Vriendschap betekent een goede balans tussen geven en ontvangen. Je bent een luisterend oor voor de ander, maar je kan zelf even goed terecht bij die ander met jouw zorgen.

Vriendschap is ook wel eens niet akkoord gaan met de ander, misschien zelfs eens een fikse ruzie. Dat mag en dat kan. Niemand is volmaakt. Jij niet, en ook niet je beste vriend(in).

En het is zalig om een jarenlange vriendschap te mogen hebben. Het maakt alles zo simpel. Als je bijvoorbeeld samen school liep of jullie waren buren in jullie kindertijd, dan is er iets gemeenschappelijks dat extra bindt.

Als je samen al heel wat watertjes hebt doorzwommen dan is er die bijkomende rustige dimensie dat je je leven of je ervaringen niet telkens opnieuw moet gaan uitleggen of vertellen opdat die ander je zou snappen.

En vriendschap is ook ten volle accepteren wie die ander is, waarbij de positieve kanten voor jou veel hoger aangeschreven staan dan die paar kleine kantjes waar je gemakkelijk kan overkijken.

Echte vriendschap vraagt bovendien geen dagelijkse ontmoetingen, zelfs geen wekelijkse of maandelijkse. Als iemand in je hart zit, dan kan je gelijk wanneer – ook al is er een hele periode van stilte – de draad weer opnemen alsof het gisteren was.

Zijn vrienden dan altijd voor het leven? Neen, niet altijd. Dat is een fabel die mensen zichzelf soms wijs maken. Mensen blijven soms tegen wil en dank vastklampen aan een vriendschap die hen meer ongelukkig dan gelukkig maakt. Ze blijven elkaar ontmoeten, blijven de schone schijn ophangen bij elkaar en voor elkaar, maar ze worden niet vrolijk van elkaars gezelschap.

Mensen veranderen. Jij verandert en die ander verandert. Het is dus niet ongewoon dat sommige vriendschappen niet meer ‘matchen’. Durf dat onder ogen te zien en kap ermee. Wees niet bang om alleen achter te blijven. Wees niet bang dat die ander zich tegen je zal keren. Dat zou alleen maar bevestigen dat je een goede keuze hebt gemaakt door ermee te stoppen.

En hoe kan je dan een echte vriendschap onderscheiden van een vriendschap die waterig is geworden? Doodeenvoudig door te luisteren naar je gevoel. Als je een glimlach voelt bij de gedachte aan die ander, dan zit je goed!

 

EEN NIEUW SCHOOLVAK: LEREN COMMUNICEREN

Er is tegenwoordig nogal wat te doen over hervorming van het onderwijs. Het is een goede zaak dat men daarbij stil staat. Maar het is wel belangrijk dat we het doel van onderwijs voor ogen blijven houden: jonge mensen vaardigheden bijbrengen om enerzijds een vak te leren, maar anderzijds ook als fijne en sterke mensen in het leven te laten staan. En ik vrees dat dit laatste al eens wordt vergeten.

Bij voorgelegde problemen kwam me vaak de gedachte naar boven dat we van veel leed zouden gespaard blijven mochten mensen geleerd hebben hoe ze moeten communiceren met elkaar.

O ja, we hebben allemaal geleerd hoe we moeten spreken. Maar daar stopt het. We kletsen wat af op een dag. Maar echt praten met elkaar en elkaar begrijpen?

Aangezien wij als sukkels geboren worden die enkel maar de taal hebben om contact te leggen met elkaar, is het belangrijk dat we dat ook op een goede manier doen. Niemand kan je gedachten lezen, niemand kent je, niemand weet wat je wil als je het niet uitspreekt.

En jawel, we hebben onze lichaamstaal. En jawel, we vinden dat die ander ons ‘kent’ en dus moet die maar weten hoe wij ons voelen. Klinkt dat niet een beetje gek? Verwachten wij helderziendheid van de mensen om ons heen?

Herken je het beeld van iemand die loopt te mokken? Waartoe dient dat eigenlijk? Om te zeggen dat hij of zij niet blij is met wat de ander deed? Kan je dat niet gewoon zeggen in plaats van het met beelden te doen die zo moeilijk te vertalen zijn?

Communiceren is al moeilijk genoeg op zich, waarom moeten we het dan nog moeilijker maken door de taal niet te gebruiken?

Inderdaad, communiceren is moeilijk omdat we zonder het te weten behoorlijk wat fouten maken. Ik zeg wel eens lachend dat onze schepper wel wat steken heeft laten vallen wanneer hij ons heeft gemaakt. Zo kunnen wij veel sneller horen dan we spreken, hetgeen betekent dat degene die luistert heel veel vrije tijd krijgt om zich te laten meevoeren met zijn eigen gedachten terwijl iemand spreekt.

En zo is er ook het opslaan van het beluisterde dat wat gebreken vertoont. Onze hersenen slaan al onze kennis op in beelden. Dus bij elk verhaal maken we automatisch een beeld dat we vervolgens bijhouden.

Stel je voor dat ik je zou vertellen dat ik vanmorgen een ongeluk heb gehad onderweg. Elk mens gaat zich daarbij een beeld vormen. De ene ziet mijn zitten in een rode auto met vooraan een bluts. De ander ziet twee onherkenbare wrakken tegen elkaar, nog iemand anders heeft weer een ander beeld. En dat slaan we op.

En de volgende dag vertel je aan een gemeenschappelijke vriend over het ongeluk, waarbij je het beeld dat je hebt gevormd oproept. Dus dan wordt het: ‘ik geloof dat ze met haar rode sportwagen over kop is gegaan’, ofwel ‘ze heeft een zwaar ongeluk gehad en ze rijdt nochtans in een veilige wagen’, ‘ofwel’ ‘het moest er eens van komen zoals die rijdt’.

En dat enkel en alleen omdat ik gezegd heb dat ik een ongeluk had. Misschien had ik beter verteld dat ik een tik kreeg van een bestelwagen toen ik voor het rode licht stond. (neen hoor, ik zit hier gezond en wel en ik had helemaal geen ongeluk).

Het komt er dus op aan van zo duidelijk mogelijk en zo concreet mogelijk aan te geven wat je wil overbrengen.

We zeggen tegen de kinderen: ‘doe je best’. Maar wat is dat eigenlijk, je best doen. Voor de ene waarschijnlijk iets heel anders dan voor de andere. Of we zeggen tegen onze partner dat we niet voldoende ruimte krijgen voor onszelf. Hoe vult zich dat voor jou concreet in?

Probeer je eigen beeld dat je wil overbrengen zo goed mogelijk te beschrijven voor de ander. Op die manier geef je die ander de kans om zich een juist idee te vormen van wat jij denkt, voelt of wil.

En omgekeerd geldt natuurlijk hetzelfde. En ik hoor je al zeggen: ‘ja maar mijn partner heeft dat hier niet gelezen en die weet niet dat hij/zij duidelijk moet zijn.’ Dat hoeft ook helemaal niet wanneer jij doorvraagt naar meer informatie en detail. Zo voelt die ander zich ook beluisterd en ernstig genomen.

En maak je geen illusies: ik ken deze theorie al heel lang en ik maak nog altijd fouten. Het verschil is dat ik ze wel zie, en dat is toch al een stapje in de goede richting.

 

DE SLEUTEL TOT GELUK

Het is normaal dat mensen zoeken naar mogelijkheden om zich lekker in hun vel te voelen. En het is goed wanneer mensen naar training, boeken of cursussen grijpen in de richting van yoga, mindfulness, en noem maar op. Of mensen die het zoeken in een wandelclub of gelijk welke hobby. Allemaal leuke dingen die het leven een mooiere kleur geven.

Maar de essentie, de echte sleutel tot geluk is kunnen relativeren. Dat betekent dat je gebeurtenissen, uitspraken, acties van anderen, gelijk welke tegenslag in het leven kan terugbrengen tot zijn ware grootte.

Onlangs was er bij een vriendin de elektriciteit uitgevallen. In dergelijk geval kan je jammeren en klagen en je ongelukkig voelen. Maar je kan ook net zoals zij vrolijke fotootjes posten op Facebook en het voorval bekijken met een knipoog. Uiteindelijk is het goed om nu en dan eens zonder elektriciteit te vallen, want dan besef je weer hoe leuk het is wanneer die er wel is, en hoeveel comfort we daardoor krijgen.

Er zijn mensen die erin slagen om alle dingen om hen heen zwaar te doen wegen, om uitspraken van mensen uit te vergroten, om zich het slachtoffer te voelen van de boze wereld om hen heen. Die mensen zijn nooit gelukkig, het leven is een strijd, de mensen zijn slecht. Zij zijn de slachtoffers, de calimero’s die verwachten dat de wereld zich aanpast aan hun gevoelige ziel.

Zo werkt het niet als je gelukkig wil zijn in je leven.

Plaats gebeurtenissen in een bredere context. Aanvaard dat de wereld en de mensen niet volmaakt zijn. Tracht bij tegenslag toch nog de mogelijkheden te zien die er wél zijn in plaats van de dingen die je verloren bent. En zie de goede bedoelingen van de mensen om je heen in plaats van te focussen op elk woord dat ze zeggen, op zoek naar mogelijke onderliggende slechte bedoelingen. Vergeef degenen die je ongewild wel eens pijn doen in plaats van jezelf te begraven in boosheid en het vermeende onbegrip.

Zo vaak heb ik aan mensen die hier voor de eerste keer in begeleiding kwamen, vol zorg en kommer, vol verdriet, gezegd dat hun leed heel goed nieuws was waar ze blij om konden zijn. Want elke pijn helpt ons om er weer sterker uit te komen. Velen hebben mijn uitspraken nadien beaamd.

Gelukkig zijn is niet moeilijk, maar je moet het er wel voor over hebben om jezelf niet in het middelpunt van de wereld te zetten, je moet erin slagen om jezelf niet onder te graven in zelfmedelijden en verongelijktheid.

Relativeren is het toverwoord. Neem het overal met je mee.

ALS JE BLAFT MOET JE OOK BIJTEN

Ik kreeg vandaag een mail van iemand die er helemaal onderdoor ging omdat ze een nieuwe verantwoordelijke had gekregen die blijkbaar niet veel kaas had gegeten van motiverend leiderschap. De nieuwe bazin vond het nodig om zonder overleg een heleboel te veranderen, en dat had nogal wat impact op de mensen, ook op hun werkuren en dus ook op hun privé leven.

De persoon die me mailde is echter niet iemand die haar mond niet durft roeren. Ze is best wel in staat om te zeggen waar ze niet meer akkoord gaat.

Hoe komt het dan dat ze er toch nog onderdoor gaat?

Zoals velen onder ons is zij iemand die wel blaft, maar niet bijt. We maken van onze neus, we zeuren of we zagen, maar als puntje bij paaltje komt, dan doen we toch maar braaf wat van ons wordt geëist.

Vrouwen zagen tegen hun man dat ze het beu zijn om zijn rommel op te ruimen, maar terwijl blijven ze wel de jassen weghangen, de spullen wegleggen, de hemden weer goed leggen…

Mensen die te veel werk op hun bord krijgen zagen tegen hun bazen dat ze te veel werk hebben, maar tegelijk blijven ze overuren doen of nemen ze werk mee naar huis om het toch maar gedaan te krijgen.

We blaffen, maar we bijten niet.

Als je de moeite doet om te zagen of om je mond te roeren, zet dan nog een stapje bij en onderneem ook actie. Laat dat overwerk liggen. Het is het probleem van je baas dat er te weinig personeel is, en niet het jouwe.

Laat de rommel van je man liggen of drop het in een wasmand die hij dan zelf maar moet uitzoeken als hij iets nodig heeft.

En weiger mee te gaan in veranderingen waar je ziek van wordt. Eis overleg en hou je been stijf. Niemand mag de speelbal zijn van een medemens, ook al is dat een baas of iemand die je graag ziet. Als mens zijn we gelijk en is het maar normaal dat we praten met elkaar en tot consensus kunnen komen.

Lukt het nog niet na al deze inspanningen? Inpakken en wegwezen!

VRAGEN STAAT VRIJ – OPEN VENSTER

celarain-vuurtoren-cozumel-mexico

Hier is een open venster voor allen die er nood aan hebben.

Ik krijg nog steeds elke dag privé mails van mensen met vragen rond hun mentale welzijn en hoe ze zaken in hun leven weer op de rails kunnen krijgen. Ik antwoord die mails altijd met veel plezier en het doet deugd dat zelfs via mail toch nog heel wat ondersteuning kan geboden worden.

Maar ik vind het wel enigszins zonde dat het altijd heel beperkt blijft tot het individu in kwestie, en dat anderen niet mee kunnen lezen en leren.

Vandaar dat ik deze pagina in het leven heb geroepen waar iedereen gewoon gratis een case kan voorleggen en waar ik naar vermogen wil op antwoorden. Misschien heb ik niet voor alles een gepast antwoord, maar dat zal ik dan ook wel laten weten.

Vind je het lastig om je verhaal zomaar publiek te brengen? Je mag gerust een schuilnaam gebruiken en je hoeft ook niet je hele case herkenbaar met naam en toenaam te vertellen.

Is het toch nog te moeilijk, dan mag je uiteraard nog altijd privé mailen. Het adres vind je onder ‘contact’.

Weet echter dat jouw zorg ook een rijkdom kan zijn voor anderen als je die wil delen.

 

 

 

WAAROM LIEGEN WIJ?

Een wijze moeder die tegen haar dochter zei dat ze niet mocht liegen kreeg als antwoord dat ze zelf ook regelmatig loog. Ze maakte de afspraak met haar dochter om een hele week niet meer te liegen, en ze kwam tot de vaststelling dat het een heel moeilijke zaak was die tot nogal wat narigheid leidde. Er werden geen smoezen meer verzonnen. De dingen werden recht voor de raap gezegd. Er kwam ruzie van. En de sociale omgeving kon er ook niet altijd om lachen bij de platte waarheid.

Waarom liegen wij? Het antwoord hierop is te herleiden tot twee eenvoudige oorzaken: we willen anderen niet kwetsen, en we durven onszelf niet zijn.

Dat we anderen niet willen kwetsen is een mooie deugd, maar we staan er te weinig bij stil dat we die anderen nog meer kwetsen wanneer ze erachter komen dat je hen leugens op de mouw hebt gespeld. Hoe zou je jezelf voelen als je erachter kwam dat je uitgenodigde vrienden hun vakantie helemaal niet met een dagje verlengd hadden en je dus bleef zitten met je kookkunsten, maar dat ze uiteindelijk lekker thuis achter de TV zaten omdat ze te moe waren of geen zin hadden om nog af te komen? En dat is nog een braaf voorbeeld.

Moeten we dan gewoon vlakaf zeggen dat we geen zin hebben? Ja natuurlijk. Er zijn manieren om de dingen te zeggen. Mensen hebben veel meer begrip dan we zouden vermoeden. Probeer het maar. Vanaf nu geen uitvluchten meer in de trend van ‘te druk’, maar wel ‘even geen zin’.

Maar de grootste leugens die doorgaans het meeste pijn doen zijn die van de tweede soort, de leugens waarbij we onszelf willen indekken omdat we dingen doen waarvan we zelf vinden dat ze niet horen. Het komt erop neer dat we onszelf eigenlijk te min vinden, dat we slappelingen zijn omdat we het niet kunnen opbrengen om die dingen niet te doen.

Een alcoholist zal gemakkelijk zijn drankgebruik verdoezelen omdat hij niet fier is over zichzelf en dat wil hij liever niet delen met anderen. Mensen die een scheve schaats gaan zullen alle registers opentrekken om smoezen te verzinnen, en dat zowel omdat ze iets doen dat in hun eigen ogen niet klopt, en tevens om de ander niet te kwetsen. Hier krijgen we de combinatie van de twee oorzaken.

Ik heb ooit mensen ontmoet die het liegen zodanig tot een gewoonte hadden gemaakt dat ze er zelfs bij de domste dingen nooit nog aan dachten om gewoon de waarheid te vertellen. Ik had met hen te doen, want hoe erg moet het zijn als je nooit en nergens meer je echte zelf kan zijn en altijd met de stress moet leven om betrapt te worden op je leugens, altijd onthouden wat je tegen wie hebt gezegd, altijd jezelf verbergen.

Is het mogelijk om nooit meer te liegen? Absoluut. Er is zelfs geen enkele reden om te liegen. Wees jezelf en sta jezelf ook toe om fouten te maken en die vervolgens toe te geven. Niemand is volmaakt en niemand verwacht het van je. En breng je boodschap met het nodige respect naar die ander.

Het leven kan zo simpel zijn.

EEN VERSLAVENDE RELATIE

SAMSUNG

Toen ik gisterenavond naar een programma keek waar het ging over de ‘loverboys’ vond ik het verbazend dat er door de experten enerzijds rake dingen werden gezegd zoals: ‘het gaat over mensen die macht willen, geen inleving hebben en enkel hun eigen gewin nastreven’, maar anderzijds was het even betreurend dat men verder niets zinnigs wist te vertellen over ‘het fenomeen’ en ‘dat het nog verder moest onderzocht worden’.

In mijn praktijk heb ik nooit te maken gehad met wat men op het eerste zicht bestempelt als loverboys. Maar mijn eerste en vaste overtuiging is dat we het niet moeten hebben over loverboys, maar over een veel breder gegeven van verslavende relaties. Want die ben ik wel degelijk en zelfs in grote getale tegengekomen. En het is een hardnekkig kwaad waar je hard moet aan werken om er uit te geraken.

Maar wat is het verschil tussen een ‘vrije’ relatie of een verslavende relatie?

Laten we eerst eens gaan kijken wat mentale verslaving is. Ik wil het hier niet hebben over fysische verslaving, al denk ik dat zelfs dat er iets mee te maken heeft, maar dat laat ik dan toch maar liever over aan de wetenschap.

Mentale verslaving betekent dat je hersens een foute link leggen. Je hebt jezelf als het ware geconditioneerd door jezelf voor te houden dat je verslavingsobject het enige echte is dat jouw slechte gevoel kan wegnemen.

Nemen we het voorbeeld van de sigaret. Doordat je lichaam snakt naar de nicotine en je dus een onprettig gevoel ervaart (dat een niet-roker niet heeft, want die heeft geen behoefte aan nicotine), grijp je naar een sigaret om van dat onprettige gevoel af te komen. En dan kan je weer even normaal functioneren (zoals een niet-roker).

Nu, waarom is het zo moeilijk voor een roker om die sigaret aan de kant te laten? Omdat de roker de foute link gelegd heeft tussen de sigaret en het goed voelen. Een roker is ervan overtuigd dat hij zich nooit meer goed zal kunnen voelen of niet meer normaal kan functioneren wanneer hij die sigaret moet laten liggen. Een foute redenering, want het is net de sigaret die ervoor heeft gezorgd dat hij zich niet goed voelt.

Met een verslavende relatie is het niet anders.

Iemand wordt verliefd. Laten we haar voor het gemak even Sonja noemen. Sonja wordt verliefd en dat is alleen maar fijn. Die ander heeft veel aandacht voor haar en fluistert lieve woorden in haar oren. Niets mis mee.

Maar dan stilaan reageert die ander al eens geïrriteerd wanneer Sonja iets fout zegt of doet in de ogen van de ander. Die ander gaat haar dan ‘wegduwen’, en duidelijk maken dat Sonja de schuldige is.  In het begin is dat niet altijd een heel sterke afwijzing, maar wel voelbaar voor Sonja. Ze wil haar lief niet verliezen, dus zet ze stappen om het goed te maken. Ze past zich aan en belooft om beter op te letten.

Het koppel maakt het goed, hij geeft haar weer volop aandacht en Sonja voelt weer de heerlijke roes van het samenzijn. En dergelijke scenario’s volgen elkaar meer en meer op en worden steeds pijnlijker. Maar vervolgens is er dan weer het ‘goed maken’ dat zo een heerlijk en rustig gevoel geeft.

Haar hersens hebben de link gelegd: mijn lief bezorgt mij een heerlijk gevoel, en wanneer hij er niet is (wanneer hij mij heeft afgewezen) voel ik me vreselijk slecht.

Net zoals bij de roker denkt zij niet: mijn lief heeft me dat slecht gevoel bezorgd, dus ik moet maken dat ik er van af kom, want anders blijf ik in die cirkel zitten. Dit is verslaving.

En het gaat hier dus niet enkel om de loverboys. Ik heb verschillende ouders over de vloer gehad die met de handen in het haar zaten omdat ze met open ogen zagen hoe hun dochter werd uitgebuit door het vriendje, hoe sommigen werden geslagen en vaak ook werden ze zoveel mogelijk van hun vrienden en familie geïsoleerd. En het waren heus geen meisjes van 16, of het waren ook geen domme naïevelingen.

En ik heb volwassen vrouwen met kinderen over de vloer gehad die wanhopig vasthielden aan die ene die ze zo graag zagen, maar die telkens weer voor twee weken weg ging wanneer zij iets zei of deed wat hem niet zinde. Of de vrouw die regelmatig haar blauwe oog verbergt voor haar collega’s…

Het gaat hem om macht uitoefenen over de ander.

Wanneer ik in de krant lees over de moord op een lesbische vrouw, dan zie ik daar hetzelfde verhaal: een vrouw is zelfs zover gegaan voor haar minnares dat ze er een moord voor heeft begaan. Als je leest hoe die relatie in mekaar zat dan merk je meteen: afwijzen en aantrekken.

We zouden alle jongeren moeten inzichten geven in de effecten van dit afwijzen en aantrekken zodat ze niet verzeild raken in een giftige relatie. Net zoals we hen wijzen op de gevaren van het roken.

Hopelijk gaan we niet dezelfde verbod-cultuur in, want stel je voor dat we ons lief eerst moeten laten screenen door de regering, of dat we regelmatig een test moeten gaan afleggen? In een regeltjes-staat sta je van niets meer versteld. 🙂

 

OEI, IK WERD GEPROGRAMMEERD.

Hebben wij een eigen wil? Sommigen zeggen dat het noodlot alles bepaalt, dat alles al vastligt en dat we enkel maar de illusie hebben dat we zelf beslissen. Ik wil dat allemaal in het midden laten want daar heb ik geen verstand van.

Wat ik wel weet is dat ons doen en denken – meer dan we zelf vermoeden – sterk worden bepaald door onze opvoeding. En onder opvoeding bedoel ik niet enkel de opvoeding door onze ouders, maar tevens door de hele omgeving waarin we opgroeien. Bij onze opvoeding krijgen we bepaalde ‘waarden’ opgedrongen die ervoor zorgen dat we geprogrammeerd door het leven gaan.

Ik nodig je uit tot wat zelfonderzoek.

Wanneer je vrienden of familie hebt uitgenodigd, ga je er dan vooraf voor zorgen dat je hele huis er onberispelijk uitziet? Of ben jij degene die nooit onopgemaakt de deur uitgaat? Of geef je de kinderen een vermaning wanneer ze te luid spelen in de tuin en mogelijk de buren storen?

In dat geval is de kans groot dat jouw omgeving je heeft ingeprent dat je moet voorkomen dat mensen je als onvolmaakt bestempelen. Je moet tonen hoe flink je bent en tonen dat je het allemaal doet zoals het boekje het voorschrijft.

Of ben jij misschien degene die overdag nooit eens in de zetel zal gaan zitten om een boek te lezen, een film te bekijken of gewoon te luieren?

Als het daarover gaat, dan stap ik mee in de boot, want bij mij thuis kreeg je in dergelijke gevallen altijd de opmerking: ‘Heb jij niets anders te doen? Ga dan maar eens de auto wassen, of kom maar wat meehelpen in de tuin.’

Een mens leert op die manier al snel af om te luieren op momenten dat het niet ‘hoort’. Of je gaat minstens doen alsof je met iets bezig bent. Ik ken ook mensen die het doorgaans wel op hun gemak durven nemen, maar die dan in gang schieten wanneer manlief thuis komt. Waar slaat dat eigenlijk op? Nergens. Het is programmatie.

Er zijn ook mensen die geleerd hebben om systematisch te liegen omdat ze vroeger altijd wel tegen de lamp liepen wanneer ze de waarheid vertelden. De waarheid vertellen bleek dus telkens een straf met zich mee te brengen, waardoor ze dan maar zijn gaan liegen om die straf te ontlopen. Ik heb ooit een man gekend die er zelfs bij de stomste voorvalletjes niet aan dacht om de waarheid te zeggen. Hij was gewoon zo geprogrammeerd.

Of ben jij degene die altijd wel luistert naar de miserie van anderen, maar nooit eens zelf je beklag doet, of nooit eens zelf hulp inroept? Dan ben je wis en zeker opgegroeid in een midden waar je de sterke moet zijn, degene die niet leutert of flauw moet doen.

Je kan je afvragen of je met die wetenschap iets opschiet. Natuurlijk wel. Als je weet hoe het komt dat je je op een bepaalde manier gedraagt, dan heb je nog niet de stap gezet om er iets aan te veranderen, maar het is een begin. Je wordt er je van bewust dat wat jij wil iets anders is dan wat jou werd ingegeven. Op die manier ga je je minder schuldig voelen wanneer je eens tegen die vermeende waarde zondigt. En stapje voor stapje kan je eruit geraken, ga je niet meer onbewust gedwongen gedrag vertonen.

Elke dag een beetje meer terrein winnen, elke dag een beetje meer worden wie je echt bent.

Goede moed!

 

HELP, MIJN MAN IS EEN ZWIJGER

Een van de leukere sessies die ik steeds mocht voeren waren deze waarbij mensen met de vraag kwamen hoe ze hun partner konden veranderen. Niet dat de vraag op zich niet ernstig werd genomen, want mensen kunnen er best wel onder lijden wanneer die ander zich anders gedraagt dan ze hopen of verwachten.

Het leuke zat hem vooral in de vaak zichtbare ‘eureka’-ervaring die je zag bij mensen wanneer hen een en ander duidelijk werd.

Het meest eenvoudige voorbeeld – dat wel eens vaker voorkwam – was de vrouw die bijna gek werd van de stilte in huis, ook al waren zijzelf en haar man samen thuis. Hij was de zwijger. En ze prijsde zich gelukkig dat zij nog een woord sprak, want anders zou het helemaal een stomme film geweest zijn.

‘Hoe krijg ik hem uit zijn schulp? Waarom is hij zo een gesloten boek? Ik heb al alles geprobeerd en hij belooft altijd zijn best te doen, maar er komt niets van in huis.’ waren de kreten.

Laat ons beginnen met het eerste beginsel: we zijn allemaal anders. En vervolgens: we hebben allemaal het recht om anders te zijn.

Stel dat jij het recht zou hebben om die ander te veranderen. Dan heeft die ander toch ook evenveel recht om jou te veranderen, niet?

Dus, voortgaande op ons voorbeeld: je man is de zwijgzame, degene die liever niet met zijn gevoelens te koop loopt, of die daar gewoon geen behoefte aan heeft. Iemand die liever luistert dan vertelt, iemand die houdt van de stilte.

Jij bent de verteller, degene die graag gevoelens deelt, die houdt van de animatie van het gesprek.

Als jij hem dus wil veranderen in de spraakwaterval, dan heeft hij evenveel recht om jou te veranderen in de stille. Wil je dat? Waarschijnlijk niet. Mogelijk zou je je heel ongemakkelijk voelen, je zou je gevangen voelen in dat verbod om jezelf te mogen zijn.

En dat geldt voor zoveel andere dingen. Verplicht de ander niet om jouw hobby’s eigen te maken, verplicht die ander niet om te eten wat jij zo graag lust, ga hem niet afbreken wanneer hij andere liedjes graag hoort die jij verafschuwt, en verwijt hem niet dat hij zich zo graag eens afzondert in zijn atelier of zijn tuin.

Accepteren dat anderen anders zijn, en vervolgens kijken hoe je zelf voldoende aan bod komt en jezelf kan zijn.  Mocht je man altijd babbelen, dan kwam je mogelijk zelf niet aan bod om iets te vertellen. En is dat voor jou niet voldoende, zoek dan een paar leuke vriendinnen om mee te kletsen.

Het leuke is dat bovenstaande even goed geldt voor alle verschillen en voor al  je vrienden, je familie, je kinderen. Nog maar eens: loslaten!

DE GOEDE VOORNEMENS

Laatste dag van het jaar. Voor velen het moment van de goede voornemens. Dat hoort er steeds bij, en dat is goed. Alleen al het feit dat we even stilstaan bij wat we niet meer willen, hoe we het niet meer willen, hoe het beter zou kunnen.

Maar dat is natuurlijk nog een flinke stap verwijderd van het daadwerkelijk veranderen. Wij zijn hardnekkige gewoontedieren. Veranderen is moeilijk. Vooral als het om gewoonten gaat waar je tot Nieuwjaar mee hebt gewacht om ze te vertalen in goede voornemens.

Laat ons beginnen met onszelf niet onder druk te zetten. Dat is geen goed begin voor een nieuw jaar. Een nieuwe lei is leuker op een ontspannen manier, een sfeer waarin je jezelf kan zijn, waar geen geduw en getrek aan jezelf bij te pas komt. De wereld stuwt ons vanzelf al genoeg voort, zelfs zonder dat we het merken.

Zou het niet heerlijk zijn om alleen al maar je hoofd leeg te maken zodat al dat gekwetter tussen je oren even stil valt? Stoppen met te piekeren over wat je allemaal verkeerd doet of misschien fout zou gedaan hebben, stoppen met je zorgen te maken over wat anderen zeggen of denken, ophouden met te geloven dat de wereld slecht is en dat je daar dringend verantwoordelijkheid over moet opnemen.

Heel lang geleden – toen de dieren nog spraken – leerde ik in de lagere school een spreekwoord dat zei: ‘Doe wel en zie niet om’. Dat is een mooie om te onthouden. Doe de goede dingen om je heen in je kleine wereld, voel je vrij in je mens-zijn zodat je ten volle jezelf kan zijn en worden. Je bent uniek, dus doe geen moeite om van jezelf eenheidsworst te maken.  En aanvaard dat de anderen anders zijn.

Zo komen we met zijn allen al een hele stap vooruit en zouden er al veel meer blije en ontspannen mensen zijn.

Een gelukkig nieuwjaar aan jou, lieve lezer. Ik zend je van hieruit een warm hart zodat het zich kan vullen met energie voor een fantastisch nieuwe fase in je leven.

319858_362549580478773_1241275327_n (2)

OMGAAN MET HET LEED VAN ANDEREN

Het is niet iedereen gegeven om gepast te reageren op het verdriet, de tegenslag of de problemen van anderen. Sommigen vermijden het, anderen hebben soms lompe uitlatingen die zeker niet altijd slecht bedoeld zijn, en er zijn ook mensen die het helemaal in de andere richting gaan aanpakken: ze nemen de droefheid of de problemen over.

Inleving is een van de mooiste eigenschappen van de mens, en het zou fantastisch zijn mocht dit ooit eens een vak worden op school, of mochten we daar tenminste als ouders meer aandacht aan schenken in de opvoeding van onze kinderen. Wat zou de wereld er anders uit zien!

Inleving betekent dat je je best doet om te begrijpen wat iemand doormaakt, om te weten hoe het voelt wat die ander voelt. Even in de stoel van de ander gaan zitten om te kijken hoe het er daar uit ziet. Maar inleven is iets anders dan doorschieten in medeleven. Het is niet de bedoeling dat je daadwerkelijk de pijn van de ander gaat voelen, dat je mee in de dieperik duikt, mee verdrinkt in het verdriet van de ander. Hoe zou je dan nog kunnen helpen? Dan zit je toch gewoon met twee te huilen en te vechten tegen het slechte gevoel?

Tracht een verschil te maken tussen enerzijds WETEN wat de ander voelt en het dus ook begrijpen, en anderzijds VOELEN wat de ander voelt. Het tweede is een stap te ver.

Hou je hoofd erbij. Begrijp het, maar het probleem is niet van jou. Maak het je niet eigen.

Bovendien zijn er ook velen onder ons die zich steeds geroepen voelen om de taak van redder op zich te nemen. Ze zoeken meteen allerhande oplossingen en ze gaan zelf de handen uit de mouwen steken om de zaken weer op de rails te krijgen.

Dat is niet zo een goed idee. Ten eerste kom je dan zelf met een heleboel werk en kopzorgen te zitten, waar je dan zelf weer door over je toeren kan raken, en ten tweede maak je daardoor de ander afhankelijk van jou.

Stel je voor dat je voor je kind altijd zijn veters knoopt omdat je denkt dat die anders zullen loskomen en hij erover zou kunnen vallen. Als je dat blijft doen, dan kan je kind op zijn dertigste nog altijd geen veters knopen. Dat is hetzelfde met problemen van anderen. Als je ze in de ander zijn plaats blijft oplossen, dan zal het die ander nooit lukken om ooit eens zelf de koe bij de horens te vatten. Laat los en geef de ander de kans om zich te ontwikkelen, om sterker te worden door wat hij/zij meemaakt en te leren ermee om te gaan.

Moet je de ander dan maar gewoon in de miserie laten zitten? Neen. Begin met je begrip te verwoorden. Dat is al heel wat.  Het lucht op wanneer er iemand om je heen is die snapt wat je doormaakt.

En in plaats van zelf met oplossingen te komen aandraven, vraag de ander aan welke mogelijkheden hij of zij al zelf heeft gedacht. Denk mee, stel vragen. Dat zet mensen op gang om de juiste richting te vinden.

En je geeft de ander bovendien de kans om achteraf fier te zijn over zichzelf dat hij/zij de berg is over geraakt. Dat is zoveel meer waard dan dat iemand moet zeggen: ‘zelf zou ik het nooit gekund hebben’.

Weet dat de beste hulp die je kan bieden niet de grootste inspanningen vraagt!

KERST, TIJD VAN ALLE TINTEN EMOTIES

Voor velen onder ons zijn Kerstavond en/of Kerstdag leuke momenten onder familie, samen bij de kerstboom, lekker eten en kadootjes uitwisselen. Zo lijkt het te moeten zijn, en daar doen we allen ons uiterste best voor. En heel vaak lukt dat ook.

Maar er zijn ook heel wat mensen die Kerstmis een opdracht vinden.  En eigenlijk geldt wel hetzelfde voor Nieuwjaar. ‘Weeral met die lastige tante Bet of nonkel Frans rond de tafel’, of ‘Ben benieuwd of ze weer commentaar hebben op….’ of vul zelf maar in. Niet iedereen kijkt ernaar uit om met zijn familie rond dezelfde tafel te moeten zitten.

En er zijn – meestal wel – de moeders die het zweet in de schoenen hebben staan wanneer ze een ganse dag achter het fornuis hebben gestaan, die zich zorgen maken of de gasten het eten wel lekker vinden, en of iedereen zich wel zal gedragen en of ze zullen blij zijn met de geschenkjes.

En ik zal in alle eerlijkheid toegeven dat wij ook een aantal jaren de feestdagen zijn ontvlucht door warmere oorden op te zoeken. Het perfecte excuus om niet te moeten meedraaien in de mallemolen van de eindejaarsfeesten.

Maar tijden veranderen en ik vind het nu wel heerlijk om met kinderen en kleinkinderen een heel ontspannen en eenvoudig samenzijn te organiseren. Een mens mag van gedacht veranderen.

Toch gaan mijn gedachten elk jaar uit naar die andere mensen. De man of vrouw die een traan wegpinkt wanneer hij of zij alleen aan tafel zit het overschotje spaghetti op te eten van gisteren; naar de vluchtelingen die hun schaars onderkomen niet kunnen warmen, naar de jonge moeders wiens baby’s niet willen ophouden met huilen, naar degene die treurt omdat zijn dierbare er dit jaar niet meer bij is, naar degenen die moeten werken terwijl hun familie gezellig tafelt, naar degene die vecht tegen alle drank die op tafel komt en waar anderen zo van genieten.

Ik denk ook dat er veel eindejaarsleed zou verholpen kunnen worden wanneer we ten volle onszelf durven zijn, wanneer we geen slaaf meer zijn van ‘het hoort toch zo’ of ‘het kan niet anders’, wanneer we gewoon durven zeggen dat we dit jaar een keertje overslagen met heel veel dank aan degenen die ons uitnodigen en ‘no hard feelings’, maar toch liever niet, of wanneer we tegen tante Bet of nonkel Frans zeggen dat we het vanavond graag vredig houden.

En dat er ook veel eindejaarsleed zou verholpen worden als we onszelf de zwartgalligheid ontnemen van die dagen. We MOETEN niet per se samen zijn. Alleen is ook best leuk. Gewoon lekker onderuit zakken in de zetel. Stoof een lekker potje voor jezelf en verwen je zelf. Daar is niets mis mee.

En laten we nu eens met zijn allen ook durven zeggen: ‘wij hebben niets voorzien voor Nieuwjaar; we zitten alleen en dat vinden we eigenlijk niet zo leuk’. Wedden dat je gelijkgezinden vindt die blij zijn met gezelschap? Je zou versteld staan van de mensen die er niet meer durven voor uit komen dat ze geen flashy feest vieren. Wat zijn wij soms toch oenen, niet? En waarom?

Lieve lezer, ik wens jou een heerlijke Kerst en Nieuwjaar toe, helemaal op maat van hoe jij dat wil beleven.

STRUCTUUR OF CHAOS?

Een gek onderwerp, maar toch iets waar menig spreekuur mee gevuld werd in mijn praktijk. Er valt heel wat over te vertellen.

Vooreerst zijn er de mensen die sterk zijn in het structureren van dingen, in het organiseren en het ordenen. Dat is een pro, een sterke competentie die te meer erg wordt gewaardeerd in het bedrijfsleven. Daar moeten de dingen snel en efficiënt gebeuren, en daar moeten mensen op elkaar afgestemd zijn. Dat kan het beste via vaste afspraken, structuur en regels.

Maar de valkuil van de gestructureerde mensen is zoals heel vaak: dat mensen hun sterkte gebruiken als oplossing voor alles.

Iemand die in de knoei zit en sterk is in analyse zal vaak de zaken analyserend aanpakken om het probleem op te lossen. Iemand die sterk is in besluitvaardigheid zal snelle beslissingen nemen om het anders aan te pakken. Iemand die sterk is in sociale vaardigheden zal zijn vrienden optrommelen.

En de gestructureerde? Hij/zij gaat nog meer structureren. Maar vaak beseffen we zelf niet dat we onszelf de stress injagen door te veel structuur. Alles moet op orde zijn, alles moet in orde zijn, we moeten overzicht hebben, anders krijgt de stress de overhand. Maar net die drang naar structuur is wat ons stress bezorgt, en dat is iets wat velen onder ons niet beseffen.

De kunst is om het te leren loslaten.

Dat betekent niet dat je voortaan de chaos moet laten botvieren. Dat betekent alleen dat je moet leren om weer je voeten op de grond te krijgen, leren om realistisch naar die over-gestructureerdheid van je te kijken.

De kunst is om ritme en regelmaat in je leven te hebben. Dat is goed voor je gezondheid, dat is goed als je in een gezin leeft of met anderen samen. Het samenzijn wordt daardoor voorspelbaar en eenvoudiger. Op geregelde tijdstippen slapen en waken, eten en drinken, gaan werken, ontspannen,….

En het is ook handig om je omgeving en je bezigheden wat efficiënt in te richten. Zorg dat je spullen een vaste plaats hebben, en leg gebruikte spullen steeds terug op die vaste plaats. Maar daarover afspraken met je gezinsleden.

Maar verder hoeft het niet te gaan. Beschouw je huis, je tuin, je werk, de wereld om je heen, als een gebruiksvoorwerp, als een omgeving waarin je mag bewegen, waarin je dingen kan ondernemen, waarin je creatief mag zijn en waarvan je mag genieten.

En dat geldt net zo goed voor de chaoten onder ons. Laat je niets dicteren door de maatschappij, maak jezelf niet wijs dat alles er ‘gelikt’ moet bij liggen. Je huis, de wereld is er om in te leven, om te gebruiken, om in bezig te zijn. Niet om voortdurend op te ruimen of te structureren in vakjes.

Je keuken is geen toonzaal, je slaapkamer is geen hotelkamer, je living is een plaats waar je leeft, kletst, leest, geniet.  Kook in je keuken, ontspan in je slaapkamer, geniet in je living, en doe je werk op je werk.

Het leven is een voortdurende cirkel. Het is nooit af, en dat hoeft het niet te zijn. De strijk is ‘ongoing business’. Maak jezelf niet wijs dat het moet ‘af’ zijn, want dat is het nooit. Het koken komt altijd terug, het poetsen komt altijd terug. Doe het tussendoor, en doe het vooral met plezier. En het mag ook wel eens een keertje blijven liggen. Probeer je daar niet te druk over te maken. Er komt wel een moment dat je er zin in hebt.

Niemand wil als grafschrift ‘Hij/zij was een proper mens’. Wel zoiets als: ‘Hij/zij was leuk in omgang’ of vul zelf maar in wat jij wil.

En om af te sluiten nog even dit. Het is zeker niet wetenschappelijk bewezen, maar ik heb in mijn praktijk vaak gezien dat de minder gestructureerde mensen onder ons het meest creatief zijn. Waar wachten we nog op?

WIE BEN IK? WAT WIL IK?

In mijn praktijk heb ik vaak mensen gezien met een hart van goud. Ze staan altijd klaar voor anderen, gaan altijd mee in wat anderen willen, verloochenen zichzelf. Tot op het punt dat ze ‘opgeconsumeerd’ zijn door die anderen.

Dan is het een kwestie van jezelf terug te vinden, jezelf weer ruimte gunnen, je ruimte op te eisen en durven jezelf te zijn.

En dan krijg ik steeds weer dezelfde hulpkreet: ‘ja maar, wie ben ik? Wat wil ik? Ik weet zelf niet meer wat ik eigenlijk fijn vind of niet, dus laat ik het maar aan anderen over’.

Zoek geen ingewikkelde antwoorden op wie je bent. Je bent elk moment anders dan het moment ervoor. Twee tellen geleden was je nog vrolijk. Nu ben je triest. Of omgekeerd. Gisteren had je zin in frieten. Vandaag niet meer. Sta jezelf eerst en vooral toe om iemand ‘in verandering’ te zijn. Je hoeft niet zo’n consistent gegeven te zijn. Dat is pas fake.

Luister naar je buik. Luister naar je gewone ongekunstelde ik, namelijk dat gevoel dat je op dat moment hebt. En breng dat ook naar buiten.

Leer terug te luisteren naar wat je zelf wil. Maak daar een prioriteit van in plaats van je eigen buik het zwijgen op te leggen om anderen te volgen. Eerst even stilstaan bij wat je zelf wil, en vervolgens aangeven of je wil meegaan in het voorstel van de ander of niet.

En dat betekent niet dat je altijd maar je eigen goesting moet doen. Ik doe ook dingen die ik niet leuk vind. Maar doe het dan bewust tegen je zin. Niets is zo slecht voor je gezondheid als dingen doen die tegen je eigenheid ingaan zonder dat je het zelf beseft.

En als mensen je zeggen: ‘he, dat is raar, nu kies je voor rood, terwijl je altijd hebt gezegd dat groen je lievelingskleur was!’. Dan is er maar één juist antwoord: ‘ik verander graag van gedacht, en dat is maar goed ook’.

We evolueren allemaal. Niemand is nog dezelfde als tien jaar geleden. Gun jezelf die verandering, en die voltrekt zich elke minuut. Doe maar. Je mag. Zo ontwikkelen we onszelf en zo leren we. Prima.

Betuttelende zorgverlening

Ik werd onverwacht een week opgenomen in het ziekenhuis met astmatische bronchitis. Intussen weer gezond en wel thuis. En tevens een paar ervaringen rijker, die ik graag via deze weg wil delen.

Er zijn twee feiten die me de wenkbrauwen hebben doen fronsen in het ziekenhuis.

Een eerste feit ging over de bijzonder foute aanpak van de zorgsector waar het gaat om respect en eigenheid van patiënten. Ik stond perplex toen ik zag hoe krom de dingen worden voorgesteld. Dit is wat mij overkwam:

Ik werd door een vriendelijke dame in een rolwagen vervoerd naar een andere afdeling waar ik een onderzoek moest ondergaan. In afwachting van het onderzoek bladerde ik in mijn dossier dat men me op de schoot had gelegd.  Naast een aantal gegevens en data valt mijn oog op twee kolommen. De eerste kolom draagt de hoofding ‘toestand’. Daaronder staat een hele opsomming van mogelijkheden, zodat de invuller enkel maar een cirkeltje moet trekken rond datgene wat van toepassing is. Daarbij zie ik dat men over mij heeft ingevuld: ‘stelt vragen’. Daar kan ik me iets bij voorstellen. Ik weet graag wat er met mijn lijf gebeurt, hoe men de zaken gaat aanpakken en hoe dat allemaal zal verlopen. Niets mis mee. Zo zit ik in mekaar.

Maar groot is mijn verbazing wanneer ik daarnaast de tweede kolom opmerk met de hoofding ‘actie’. Hierin wordt blijkbaar aangegeven hoe de verpleging moet omgaan met die bepaalde toestand. En ook hier is een veelvoud aan mogelijkheden vooraf opgegeven en hoeft de invuller enkel maar een cirkeltje te trekken rond datgene wat van toepassing is. In mijn geval stond er omcirkeld: ‘gerust stellen’.

Jezus Christus! Ik wil toch helemaal niet gerust gesteld worden! Ik wil gewoon maar antwoord krijgen op mijn vragen. Is dat zo moeilijk, jongens? Moet daar nu echt allerlei abnormaal gedrag achter gezocht worden?

O ja, ik kan me heel goed voorstellen dat er mensen zijn die vragen stellen omdat ze ongerust zijn. In dat geval is het gerust stellen inderdaad een onderdeel, maar niet vooraleer eerst de vragen van de persoon in kwestie werden beantwoord.

Ik concludeer hieruit dat men vanuit de zorgsector toch nog altijd de neiging heeft om patiënten vaak te benaderen als onwetende sukkels, en niet als volwaardige mensen die respect verdienen, die een mening mogen hebben, ook al zijn ze ziek.

En dit werd ook nog eens bevestigd door mijn ervaring met een vervangend arts die blijkbaar heel erg schrok van een patiënt – ik dus – die het lef had om kritische vragen te stellen, een eigen mening en een wil te hebben. Sommige artsen zijn het heel erg gewoon geworden om de allesweter te zijn, de almachtige die weet en die heerst over de onwetenden. Op zich niks op tegen, maar ik vind het wel belangrijk dat ze dan bereid zijn om hun kennis te delen, of dat ze minstens ruimte bieden voor een dialoog. De betrokken arts was duidelijk niet gediend van een dame die – naast patiënt – een levend en denkend mens bleek te zijn. Hij zette zijn stekels op en vond het plots nodig om een persoonlijke aanval te wagen. Waar was dat goed voor, meneer doktoor?

Intelligentie gaat niet over de hoeveelheid kennis die je hebt, maar de openheid om kennis te delen en de bereidheid om andere visies toe te laten.

Er zijn dus intelligente en minder intelligente zorgverleners, ook al hebben ze evenveel gestudeerd.

 

Assertieve communicatie

Het niet durven opkomen voor jezelf uit zich vooral via communicatie. We laten de ander maar zeggen, we volgen braaf wat de ander wil, we staan er soms zelfs niet bij stil dat we weer de volgzame zijn.

Nadat je de oefening hebt gemaakt om beter en sneller te voelen en te weten wat je zelf wil, is het een kwestie van het ook naar buiten te brengen.

Dit kan altijd en overal in een paar eenvoudige stappen. Wees vooral niet bang dat je als ‘opdringerig’ of als ‘egoïstisch’ zal bestempeld worden. Niemand vind het raar dat iemand zijn standpunt, zijn gevoel of zijn mening geeft, alleen jij bent het nog niet gewoon om dat te doen en dus klinkt het een beetje vreemd in je oren.

Maar hoe vaker je het doet, hoe vertrouwder het zal klinken en hoe gemakkelijker het wordt. Oefenen dus!

En dit is de toverformule. Pas de zinnetjes aan volgens je eigen taalgebruik. Zoek woorden die je gemakkelijk in de mond liggen. Het komt erop neer dat je telkens de drie stappen hanteert en zeker geen stap overslaat.

STAP 1: Geef appreciatie aan de ander, of toon begrip voor de ander

STAP 2: leg je eigen situatie/gevoel/mening uit

STAP 3: vraag concrete actie aan de ander.

 

Hier volgen een paar voorbeelden:

Een collega is een beetje bemoeial en zegt je hoe je je werk moet doen

  1. Ik apprecieer dat je me wil helpen
  2. Maar ik zoek de dingen graag zelf uit
  3. Ik stel voor dat ik je wel zal roepen als ik er niet meer uit geraak.

Je staat al een kwartier aan te schuiven aan de kassa en je vreest dat je te laat zal komen op je werk. Een dame heeft enkel een pakje boter en vraagt om voor te mogen gaan.

  1. Ik begrijp dat u niet zo lang werk heeft met dat ene pakje boter
  2. maar ik sta hier zelf ook al heel lang en ben erg gehaast
  3. Ik stel voor dat u achteraan aanschuift, zo is het eerlijk voor iedereen.

Je kinderen of je man zwieren hun jas en schoenen uit bij het thuis komen.

  1. Ik snap dat je graag meteen ontspant als je thuis komt
  2. maar ik vind het niet prettig als er dingen rondslingeren.
  3. Zou je voortaan je jas en schoenen op hun plaats willen leggen wanneer je thuiskomt?

Veel succes!robin-hill-silhouet-van-een-danser-boven-de-atlantische-oceaan

 

Zelfvertrouwen: assertief zijn.

Assertief zijn betekent de juiste balans tussen opkomen voor jezelf en respect houden voor de ander. Je kan dus niet té assertief zijn, net zo min dat iets té veel in evenwicht kan zijn.

Sub-assertieve mensen zijn degenen onder ons die te veel rekening houden met anderen en zichzelf op de tweede plaats stellen. De meest voorkomende drijfveer hiervoor is angst. We denken als het ware dat de andere al klaar staat met een geweer in de aanslag om ons af te schieten als we niet meegaan in wat die ander wil.

Agressiviteit is dan weer het andere uiterste, waar we heel erg voor onszelf opkomen zonder daarbij de ander te ontzien. Hoe gek het ook moge lijken, ook daar is de meest voorkomende drijfveer angst. Hier denken we net zo goed dat de ander met een geweer klaar staat, maar we redeneren gewoon anders en denken: als ik de eerste ben die schiet, dan kunnen ze me niet meer aanvallen.

En zo zien we het heel vaak gebeuren dat mensen die zich een hele lange tijd sub-assertief opstellen, plots dat agressieve gaan vertonen. De klep schiet eraf en de verwijten en boosheid vliegen eruit.

Vergelijk het met zegeltjes plakken. Telkens je een kleine frustratie over je kant laat gaan, betekent dat een zegeltje. Als je dat te vaak doet raakt je boekje snel vol en ga je het inleveren. Degene die jouw laatste zegel heeft bezorgd krijgt dan de volle lading. En niet zelden gebeurt dat in het winkeltje waar we het liefste komen: thuis.

Het is dus een kwestie van ook bij de kleine dingen jezelf te durven zijn, trouw te blijven aan wat je wil en aan wie je bent.

Ja, hoor ik je zeggen, maar ik weet vaak ook niet zo goed wat ik zelf wil.

Klopt. Als je gewoon bent van jezelf op de tweede plaats te zetten dan verleer je wel eens om na te denken over wat je zelf wil. Dat is dus je eerste oefening: bij alles wat je doet jezelf de vraag stellen: ‘wil ik dit?’ Het is een kwestie van een reflex op te bouwen en je bewust te worden van je gevoel. Dat betekent niet dat je in je hele leven niets meer moet doet tegen je zin. Daar is niets mis mee, en dat hoort bij het leven, maar wees je wel bewust dat je iets tegen je zin aan het doen bent. Op die manier kom je nadien niet met een slecht gevoel te zitten waarvan je niet weet waar het vandaan komt.

Volgende keer wil ik je wat meer vertellen over assertieve communicatie.

Ergernis: loslaten die troep!

 

 

 

 

319858_362549580478773_1241275327_n (2)

Ik heb vele mensen ontmoet wiens energie je zienderogen zag afnemen omdat ze zich in een omgeving bevonden waar ze zich heel vaak ergerden om anderen. Het is begrijpelijk dat je frustratie voelt wanneer je zelf je uiterste best doet en wanneer je ziet dat anderen er hun voeten aan vagen. Maar wat schiet je ermee op?

Een eerste stap om jezelf weer in balans te krijgen en een gevoel van rust over je te krijgen is aanvaarding.

De wereld waarin wij geboren worden is niet volmaakt, en dat zal hij ook nooit worden. Misschien is het wel de bedoeling dat we in een onvolmaakte wereld moeten vertoeven om onszelf te kunnen ontplooien.

En elk mens is op weg naar ontwikkeling. De ene staat al wat verder dan de andere op het ene vlak, en de andere staat dan weer verder op een ander vlak. Bovendien is onze eigen norm mogelijk ook niet de juiste? Wie zal het zeggen.

Probeer het los te laten, probeer te aanvaarden dat ieder mens anders is, dat iedereen het recht heeft om niet volmaakt te zijn, dat elkeen zijn eigen normen heeft en dat die niet altijd overeen komen met onze eigen norm.

Je kan je ergeren aan iemand die door het rood licht rijdt, maar wat schiet je daarmee op? Als je dat wil veranderen dan moet je politie agent worden, en dan nog is dat geen voldoende oplossing, want je kan niet tegelijk aan elk kruispunt gaan staan.

Leef volgens je eigen norm, en laat de wereld rondom je draaien. Help mensen die om hulp vragen om het beter of anders te doen, en laat anderen de tijd om ervaringen op te doen en daaruit te leren.

En mochten anderen door hun handelen over jouw grens gaan, dan is het een kwestie van je assertiviteit boven te halen!

Stappen die je kunnen helpen bij depressie

Een tweede stap om uit de donkerte te komen is praten met mensen. Maar misschien denk je wel: niemand kan mij helpen, niemand kan die grijsheid wegnemen. Je hebt gelijk. Maar vergeet niet dat jouw eigen krachten en je eigen denken weer klaarheid kan krijgen, alleen maar door je verhaal aan iemand te vertellen, iemand die wil luisteren en begrijpen wat je doormaakt.

En misschien mis je wel een aantal vaardigheden of inzichten. Mogelijk kan een psycholoog of therapeut je helpen om die te vinden. Wees niet afkerig van die hulp. Het kan je redding zijn en de weg openen naar een weer zonnig leven.

Een heel belangrijke stap naar beterschap is de beheersing van je gedachten. Je gedachten kunnen soms een grote vijand zijn, maar ze zijn vooral krachtig om je energie terug te vinden, dus maak er gebruik van.

Wanneer je in die grijze wolken zit heb je de neiging om ervan overtuigd te zijn dat het nooit meer beter wordt. Dan blijf je hangen in je zorgen en je negatieve gedachten. Probeer de meest negatieve gedachte die je hebt even te duiden en te isoleren. Parkeer ze, alsof die niet bestaat, en bekijk dan je leven. Blijven er nog negatieve dingen komen, tracht die op hun beurt ook te isoleren en te parkeren, zodat je erin slaagt om je leven te zien zonder de grote verstoorders. Dat ziet er waarschijnlijk al een stuk leefbaarder uit.

Wat mis je nu nog om er door te komen? Vaardigheden? Of een andere omgeving?

Laat het verleden los. Je kan het niet veranderen. Je kan er wel uit leren zodat je in de toekomst niet tegen dezelfde muur aanloopt. Maak plannen voor de toekomst. En als het te moeilijk is om de lange termijn planning te maken, doe het dan stapsgewijs en dag voor dag. Bouw op en put er moed uit.

Denk nooit: dit is ‘onmogelijk’. Er is veel meer mogelijk dan je denkt. Breek uit die ketens die je jezelf hebt aangebonden. Niets moet, alles mag. Je bent een vrij mens en je leven is van jou en van jou alleen. Jij bepaalt.

En onthou vooral: genezen van een depressie is niet zoals genezen van een gebroken been. Het gaat niet in een rechte lijn opwaarts, maar in een gebogen lijn. Dat wil zeggen: twee stappen vooruit en één achteruit. Maar het gaat wel vooruit. Probeer dat te blijven zien en geloof in de beterschap die er stilaan komt. Kijk eens achteruit naar de weg die je al hebt afgelegd en put daar je energie uit.

 

DEPRESSIE – De grijsheid van het bestaan

Er zijn zoveel soorten depressies als er mensen zijn. De grijsheid kan ons allen te pakken krijgen, en wel om hele uiteenlopende redenen. Die redenen zijn op twee vlakken in te delen: de omstandigheden waarin je leeft enerzijds, en de vaardigheden waarover je beschikt om ermee om te gaan. En het is vooral dat samenspel dat het soms heel moeilijk maakt.

Het kan zelfs zo moeilijk worden dat je eraan denkt om uit het leven te stappen. Op dat moment is er maar één belangrijke gedachte: wil ik uit HET leven stappen, of wil ik uit MIJN leven stappen? Mijn leven zoals dat er op dit ogenblik uitziet is niet leefbaar. Maar misschien is er wel een mogelijkheid om het te veranderen.

Heel vaak zijn onze gedachten de oorzaak van grijsheid, maar zelfs als die niet de oorzaak zijn, dan kunnen onze gedachten wel voor redding zorgen.

Grijsheid betekent dat er waas zit rond tevredenheid. Grijsheid betekent dat de wolken voor de zon zitten en dat je de zon niet kan zien. Maar dat betekent niet dat de zon verdwenen is. Ze is er, maar je ziet ze niet.

Een eerste stap is: verlaat even je dagelijkse sleur, je omgeving waarin je vertoeft. Dat kan helpen om wat meer licht te krijgen in de donkerte. Het geeft je de kans om een beetje van op afstand te kijken naar de situatie waar je in zit.article-0-153CF1B5000005DC-871_638x373

De strijd tegen burnout

Zoals ik al schreef zijn de meeste mensen die een burnout krijgen mensen die een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben. Ze zetten zich in om hun verplichtingen na te komen en zelfs veel meer dan dat. Ze nemen veel hooi op hun vork en willen het anderen zoveel mogelijk naar de zin maken. Ze komen te weinig op voor zichzelf.

Belangrijk is dat ze dus stilaan beginnen met te beseffen dat het niet egoïstisch is om zelf iets te willen of iets niet te willen. Je hebt je leven gekregen, dus waarom zou je het niet leven en ervan genieten, zelf het stuur in handen nemen van dat schip dat van jou is en zelf bepalen welke koers je vaart. Dat wil niet zeggen dat de anderen dan maar moeten plooien, maar ze mogen ook wel luisteren naar wat jij wil en dan is het mogelijk om samen een consensus te vinden.

Bij een burnout is het niet ongewoon dat je wil slapen. Je bent moe, het energiepeil zit beneden nul. Dat is normaal, want je hebt te lang doorgereden terwijl je de oranje knipperlichtjes bleef negeren.

Sta jezelf toe om de eerste twee weken slaap in te halen. Maar daarna moet er actie komen. Plant jezelf niet achter de TV of verzink niet in computerspelletjes, want op die manier zet je alleen maar de pauze-knop aan. Je wordt er niet beter van.

Zet je wekker en ga onder de douche staan. Kleed je aan en maak een korte wandeling. Neem dan ontbijt en probeer ook elke dag een banaan te eten. Hierin zit een stof die je helpt om je beter te voelen. Plan in de voormiddag enkele noodzakelijke klussen en hou de namiddag vrij om dingen voor jezelf te doen.

Vermijd contact met je werk, maar zoek wel sociale contacten en hou ze ook niet te lang. Tracht maat te houden in wat je doet, want je energie is snel opgebruikt.

Zoek een nieuwe hobby, een passie om je op te storten en je zinnen te verzetten. Heb je geen hobby, ga er dan naar op zoek. Proef van alles wat de wereld op dat vlak te bieden heeft. Schrijf je in voor kortlopende initiaties zodat je kan zien of het iets voor jou is.

En zet vooral je werk uit je hoofd. Zit niet te piekeren over de dag dat je terug aan het werk moet. Vandaar dat het goed is om aan je huisarts te vragen langere termijn ziektebriefjes te schrijven, want zoniet zit je elke week met stress en zorgen.

Je bent pas klaar om te gaan werken wanneer je er begint zin in te krijgen. En het is niet ongewoon dat mensen na een burnout gaan nadenken over wat ze voor de rest van hun leven willen, om dan uiteindelijk toch van werk te veranderen. Maar pieker daar niet te vroeg over. Eerst beter worden en voelen dat de energie terug op peil is.

Nog iets meer over burnout

Burnout heeft te maken met het gevoel van controle verlies. Je hebt de dingen niet meer in de hand, het loopt uit de hand, je hebt je leven niet meer onder controle, het wordt te veel. En vaak sleept het al een tijdje zo aan, maar blijf je jezelf wijsmaken dat je het wel te boven komt, dat het wel zal beteren als je maar doorbijt. Neen dus.

Het verlies van controle heeft vaak twee ingangspoorten. Enerzijds is er het teveel aan werk, anderzijds is er het teveel aan druk van buitenaf.

Te veel werk. Sta even stil bij volgende vragen:

  • hoeveel verantwoordelijkheid neem ik op mij? Is een deel daarvan niet de verantwoordelijkheid van de persoon boven mij? Bijvoorbeeld, ik moet het werk van een ontslagen collega erbij nemen en ik kan niet anders want anders zijn de klanten ontevreden. Bedenk dat je ook maar je werkuren hebt om taken uit te voeren. Als die niet voldoende zijn om je dagtaak te doen, dan ligt het probleem boven jou en is het niet jouw schuld wanneer klanten ontevreden zijn.
  • Maak ik mijn to-do lijstje niet zelf veel te lang? Is het belangrijk dat de bedden alle dagen worden opgemaakt? Is het belangrijk dat ik die deadline op het werk haal? Mag het geen dag later? Vul het lijstje zelf aan…

Te veel druk van buitenaf:

  • Ben ik assertief genoeg in mijn opstelling of wil ik iedereen zijn zin geven? Is het nodig om elke week bij je ouders langs te gaan? Waarom zeg je niet tegen de buurvrouw dat je die dag echt geen zin hebt om op haar kind te passen? Vul je lijstje zelf aan…
  • Is je baas of je collega iemand die zich bepalend en sturend opstelt? Is hij of zij degene die jou het gevoel geeft dat je altijd maar moet springen en dat je zelf geen vinger in de pap hebt maar het allemaal moet ondergaan? Hoog tijd om je mindset te veranderen en je steviger op te stellen. Overtuig jezelf ervan dat je het recht hebt op je eigen mening, je eigen gevoel en je eigen gebruiksaanwijzing. Je mag gerust zeggen dat je het niet fijn vindt om geen zeggenschap te hebben, of dat je het niet eens bent met zijn of haar standpunt. Of gewoonweg zeggen: ‘neen, dat doe ik niet’, of  ‘dat wil ik er niet bijnemen’.
  • Ben jij iemand die geen ‘neen’ durft te zeggen? Als je van jezelf weet dat je ‘ja’ er heel snel uitkomt als men je iets vraagt en als je daar dan nadien spijt van hebt, probeer dan eens als volgt. Maak er een gewoonte van om te antwoorden met ‘ik zal erover nadenken’. Zo heb je tijd om eerst te bezinnen. En als er dan toch een ‘ja’ is ontsnapt, wees niet bang om nadien op je passen terug te keren met de woorden ‘ik heb erover nagedacht en eigenlijk lijkt het me toch geen goed idee om met jou mee te gaan.
  • Voel je niet geroepen om voor alles en aan iedereen uitleg te geven voor wat je doet. Je hebt het recht om dingen te weigeren of om te doen wat je doet zonder dat je jezelf hier moet verantwoorden.

In elk geval, wat je klachten ook zijn, zoek hulp en steun, want elk mens is anders en elk probleem is specifiek. Ook het jouwe. Maar je staat niet alleen!

 

Burnout

De laatste jaren heb ik heel veel mensen met burnout over de vloer gekregen. Heel soms zaten deze mensen nog in een vroeg stadium en kon er snel kentering gemaakt worden, maar meestal gaat het om mensen met een hoge zelfdiscipline en een bijzonder groot verantwoordelijkheidsgevoel. Dat zet hen ertoe aan om toch maar door te blijven gaan, ondanks de klachten, de vermoeidheid, de grijsheid die intrede doet, het gevoel van machteloosheid, het doldraaien….

Eerste belangrijke stap is herkennen en erkennen dat je een probleem hebt, en jezelf toelaten om ook eens zwak of ziek te mogen zijn. Dat is geen schande. Je hoeft niet altijd de perfecte of de sterke te zijn. De wereld stopt niet met draaien wanneer jij even niet meedraait.

Zoek hulp van een psycholoog. Er alleen uitkomen is moeilijk omdat je vaak zelf niet merkt wat je nu net verkeerd aanpakt. En ga ervan uit dat je een flinke tijd nodig hebt om tot rust te komen. Veertien dagen ziekteverlof zullen je er heus niet uit halen. En pillen geven je wel even ondersteuning, maar die lossen het eigenlijke probleem niet op.

Burnout heeft voornamelijk te maken met het werk – heel soms komt het ook voor in privé, maar dat is zelden. Zorg er dus voor dat je afstand neemt van je werk. Geen mails, geen telefoons, geen babbels van collega’s, geen goede bedoelingen uit die hoek. Sluit je af van je werk, doe alsof er vandaag geen werk meer bestaat, en maak vooral werk van je beterschap: inzichten krijgen in waar je staat, wat je wil, en vaardigheden leren om niet opnieuw te belanden waar je vandaag bent ingelopen.

Volgende keer probeer ik wat dieper in te gaan op veel voorkomende klachten in verband met burnout en hoe die aan te pakken.

Vaardig en gelukkig door het leven

Mijn praktijk als psycholoog zit er bijna op. Op 1 november zal ik officieel met vervroegd pensioen zijn, en dat vind ik ook wel fijn zodat ik meer tijd kan besteden aan kinderen en kleinkinderen, aan schilderen en piano spelen en de wereld ontdekken.

Alleen vind ik het wel een beetje zonde dat ik intussen zo veel ben te weten gekomen hoe gelukkiger door het leven te gaan en dat dit nu gewoon zou opgeborgen blijven. Ik heb mensen met relatieproblemen geholpen, mensen van hun angsten en fobieën af geholpen, mensen door hun depressie of burn-out geloodst…

Ik wil via deze blog graag de mensen bereiken die nood hebben aan deze weetjes. Ik probeer dus met mijn weinige computer kennis de snelweg van internet uit.