We kennen allemaal wel mensen die ‘gevoelig’ zijn, of misschien ben je het zelf wel. Alleen zijn daar nogal wat misverstanden over en die waas van onduidelijkheid wil ik graag even opruimen voor de wereld.
Er zijn immers heel wat soorten van gevoeligheid, en er zijn heel wat combinaties die het dan weer nog ingewikkelder maken.
Zo heb ik het ooit al wel eens gehad over het verschil tussen ‘inleving’ en ‘medeleven’. Niet dat ik daarin de uitleg van de Dikke Vandaele wil meegeven; ik heb er mijn eigen definitie aan gegeven om een verschil te kunnen maken.
Inleving betekent (in mijn definitie) dat je in staat bent om de beleving van de ander te begrijpen; je te verplaatsen in die ander om te weten hoe die ander zich voelt of denkt.
Medeleven (alweer in mijn definitie) houdt hetzelfde in, maar gaat daarin een stap te ver: je neemt de emotie of de zorg van de ander over. Je wordt bijvoorbeeld zelf verdrietig, of je gaat je zelf zorgen maken en zitten piekeren. Dat zijn de mensen die de emoties rondom hen ‘opsponsen’.
Als jij zo iemand bent, maak jezelf dan de bedenking dat je hiermee niets oplost. Je maakt het integendeel nog erger, want nu ben je boos of verdrietig met twee. En bovendien verhinderen je emoties je om objectief of rationeel mee naar oplossingen te zoeken. Tracht je medeleven in te tomen tot inleving, zo kan je die ander veel beter helpen en zo zit je zelf ook niet in de rats. Laat het probleem liggen waar het ligt, neem het niet over. Maar tracht wel mee te denken over oplossingen. En daar stopt het.
En dan is er ook nog de groep van mensen die gevoelig zijn in die zin dat ze snel gekwetst zijn. Hun zelfvertrouwen is laag en ze voelen zich snel aangevallen, vernederd of afgewezen. Hun ‘antennes’ zijn zodanig toegespitst op uitspraken en gedrag van anderen ten aanzien van zichzelf dat ze dikwijls spoken zien, dat ze de woorden of daden van anderen die niet slecht zijn bedoeld toch gaan uitleggen als een aanval.
Als je dit soort van zorg hebt, tracht jezelf dan te oefenen in het ‘zien wat er is’. Stel je voor dat iemand je straal voorbij loopt zonder je te groeten. In dat geval is de kans groot dat je denkt: ‘die is boos op mij’. Maar is dat zo? Hetgeen je echt ziet is enkel iemand die je voorbij loopt. Al de rest denk je er maar bij. En waarom denk je het negatieve erbij? Je kan toch net zo goed positief denken; bijvoorbeeld dat die ander jou gewoon niet heeft gezien?
Stop dus met uitleg te bedenken voor de dingen die je ziet. Dat helpt. En mocht je toch nog blijven piekeren daarover, stap dan gewoon op die ander af en benoem het gedrag van de ander.
Het benoemen van dat gedrag wil zeggen dat je er je eigen uitleg niet bij geeft. Zo kan je zeggen: ‘ik zag je daarnet voorbij lopen zonder te groeten’. En zeg niet: ‘ben jij boos dat je me niet meer groet?’
Of een ander voorbeeld: Iemand zit naar buiten te kijken terwijl je tegen hem/haar praat. Zeg dan niet: ‘interesseert het je niet?’, maar wel: ‘je kijkt naar buiten.’ Die ander zal zijn of haar gedrag meteen aanpassen en waarschijnlijk ook uitleggen waarom hij of zij dat deed.
En iets heel belangrijks waar we met zijn allen moeten over waken is dat we geen te hoge verwachtingen leggen bij de ander over dat inlevingsvermogen. Wij denken vaak dat we zelf een kei zijn in het begrijpen en inleven in de ander, maar dat de ander ons helemaal niet snapt. En als je dat denkt, dan is het heel moeilijk om samen door een deur te geraken of om de vrede te bewaren.
Stel je verwachtingen niet te hoog ten aanzien van de ander, en haal het onderste uit de kan wat betreft jouw inlevingsvermogen. Je zal zien dat het op die manier veel gemakkelijker gaat. En wie weet volgt de ander jouw voorbeeld…