HET ZIEKENHUIS: VERLENGING WEGENS SUCCES – deel 2

Het goede nieuws is dat ik zin heb in een glas wijn. En dat betekent dat ik echt wel aan de beterhand ben.

Het slechte nieuws is dat ik zin heb in een glas wijn. En dat betekent dat ik me afvraag of ik zo stilaan niet te veel verknocht begin te raken aan dat spul.

Maar voorlopig moet ik er nog een flinke tijd afblijven, want in combinatie met de zware antibiotica die ze hier in mijn aders pompen is dat niet OK. En uit ervaring weet ik dat ze me bij het naar huis gaan een ander soort antibiotica of dergelijks zullen meegeven waarvan algemeen geweten is dat je er kotsmisselijk van wordt als je nog maar naar een glas alcohol durft kijken. Zet het dus maar uit je hoofd, Annie.

Gelukkig is er genoeg animatie rondom om een mens zijn gedachten te verzetten. En het is bovendien leerrijk. Ik versta elke dag meer en meer van dat plat Gents.

Drie rokende oude mannen die ter plekke aan het kennismaken waren haalden gezamenlijke herinneringen op aan de merken sigaretten die ze ooit hadden gerookt. Aan de mij onbekende namen te horen moeten die gasten héél oud geweest zijn. Nu, ’t was er eigenlijk ook wel een beetje aan te zien.

En aangezien de sigaretten alsmaar duurder worden ging het gesprek in hun sappige taaltje al snel over op de kommer en kwel van de levensduurte. Zegt die ene:

‘Oazzekik de facteur zien koume, dan tert ik het an. Dan peizek in mijn eigen, kzal vandenoavond wel es keike.

Dat is ook een manier om de realiteit te benaderen natuurlijk. Ieder zijn eigen gebruiksaanwijzing, denk ik dan.

 

Mijn buurvrouwke is net opgehaald door haar zoon en schoondochter om naar huis te gaan.

Zoals je weet heb ik nogal wat kamergenotes versleten, maar deze heeft toch echt wel de trofee gewonnen.

Ik werd zaterdag om 2 uur ’s nachts in mijn kamer gereden. Vensterkant. Dus passeerden we langs een slapende oudere dame. Ik fluisterde nog één of andere vraag aan de verpleging, en die antwoordde behoorlijk luid:

‘Ge moet niet stil zijn, dat madammeke is zo doof als een pot.’

Op dat moment stond mijn hoofd er niet naar om daar lang blijven bij stil te staan, maar wanneer ik de volgende dag weer bij zinnen was maakte ik me de bedenking dat ik met haar wel kon converseren via het geschreven woord.

Ja, vergeet het.

Madammeke was analfabeet. En verward, verward, verward!

Kijk, ik denk dat ik een redelijk verdraagzaam mens ben, maar ik moet toegeven dat ik me nu en dan toch wel eens heb geërgerd. Misschien dat een mens al wat meer sjikaneurig wordt als hij niet goed is. Ik hoop dat het daaraan ligt.

Maar ik heb toch ook gelachen, echt vree gelachen.

Madammeke hoorde dus geen fluit, maar elke ochtend stak ze garantie haar twee hoorapparaten in. Niet dat het een moer hielp, maar het zal haar een goed gevoel gegeven hebben, veronderstel ik.

Probleem was dat ze die dingen niet kon regelen en soms begon het daar te fluiten dat je er zelf doof van zou worden. En dan begon dat ritueel waar je een toneel zou kunnen over schrijven.

Ik doe haar teken door naar mijn eigen oor te wijzen en een lelijke smoel te trekken zodat ze zou begrijpen dat het ding lawaai maakt. Dat heeft ze redelijk rap door, dus ze haalt het spul van haar oor, morrelt eraan zodat het ding plots op alle toonaarden begint te piepen, te fluiten en te zingen, en dan steekt ze het weer in.

Dan kijkt ze me met een brede smile aan en roept met een schelle, nasale stem: ‘Est gedoan?’

Wanneer ik neen schud met mijn hoofd moet ze eerst haar bril opzetten, want ze kan niet zien wat ik doe. En die bril moest ze uiteraard afzetten om aan haar hoorapparaat te kunnen.

Ik schud nog eens heftig neen.

En avant la musique. Dan beginnen we maar weer van voor af aan: bril af, hoorapparaat uit, morrelen en fluiten, piepen….aiaiai mijn oren… en dan weer: ‘Est noa gedoan?’

Neen. Bril opzetten, kijken naar mijn schuddend hoofd…

Na een paar herhalingen van hetzelfde heb ik op mijn belletje gedrukt. Ge weet dat ik geen beller ben, maar er zijn toch limieten hé.

Het leuke was dat die verpleger meteen zei: ‘ik ken daar ook niks van. Dat is de eerste keer dat ik zoiets in mijn handen heb’. Kunt ge het hem kwalijk nemen? Die mensen moeten echt wel voor vanalles inspringen, zelfs voor het afstellen van hoorapparaten. Er zijn inderdaad limieten.

Maar het is hem gelukt. En ik veronderstel dat die verpleging zich altijd respectvol moet gedragen, maar ik zag dat hij alle moeite had om het niet uit te proesten. Zijn glimlach stond op barsten.

 

5 gedachten over “HET ZIEKENHUIS: VERLENGING WEGENS SUCCES – deel 2

  1. Best wel grappig om te lezen! Ik hoor da hoorapparaatje tot hier fluiten,
    Dit was bij onze oudjes dagelijkse kost en ongelooflijk hoeveel soorten er zijn!
    En nergens een gebruiksaanwijzing bij te bespeuren.
    Elke keer als ik avonddienst had, deed ik een klepje open zodat er geen getuut en verbruik van batterij meer was. Ge kunt nie geloven hoe snel die batterijtjes leeg zijn!
    Zelfs niet alle toestelletjes hebben een aan en uit knopje !
    Die dingen moeten trouwens af en toe worden gekuist met een piepklein borsteltje!
    Als je dan wat gehaast was om naar de volgende bel te gaan, dan viel er gegarandeerd
    Da piepklein batterijtje eruit en dan mocht je nog eerst op zoek ook!
    Dat ze daar nog geen oplaadbare batterijtjes hebben op gevonden!
    Telkens vroegen de bewoners…. ge hebt het klepje toch open gezet want da verbruikt anders teveel! En ligge ze juust in da dozeke? Re aan rechterkant en da links apparateke , links van da dozeke… Dan moet je blijven ademen en rustig wezen he…
    Eens ge dan van je werk thuis komt heb je de neiging om luid te praten…
    Geen wonder… dat kun je, je nu wel voorstellen he..

    Wat die wijn betreft…. zwijg…Heb me zo een drie liter vaatje gekocht met da kraantje he…
    Ge kunt nie geloven hoe snel die leeg was… ik ne keer tanken, manlief tanken…
    Als aperitief , als dessert, als slaapmutsje . Ik moet zeggen dat ik da hier ook al mis!
    En ge ziet da nie minderen he!
    Alles wat nog rest is een platgedrukt karton !

    1. Inge, volgens mij moet jij echt je eigen blog beginnen, meid. Heel leuk geschreven! En je hebt waarschijnlijk stof genoeg uit jouw beroepsleven!

    2. Ha Annieke weer zo grappig… mijne rolstoel gaat er sebiet nog alleen van gaan rijden. Wel zoooo erg dat je daarvoor weer in het ziekenhuis moet liggen! Misschien kan je wat schrijven vanuit andere oorden ook! Hele dikke megaknuffel! Heb je een idee van wanneer je naar huis mag?

  2. Zo herkenbaar. Bij mijn pepe gingen zijn apparaatjes ook voortdurend af. Ik kan me alles zo levendig voorstellen. Ontspannend om je ziekenhuis verhalen tê lezen.
    Groetjes vanuit straat 63!
    Wendy

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *