HET ZIEKENHUIS: VERLENGING WEGENS SUCCES – deel 3

Ik heb het al eens eerder gezegd: geen Yin zonder Yang. Ze hebben mij gisteren ontkoppeld van de slangetjes. De prijs die ik ervoor moet betalen zijn twee maal twee dikke kanjers van pillen die ik door mijn strot moet wringen, maar dat heb ik er graag voor over.

Man, man, wat voelt het toch heerlijk. Toch zot dat een mens daar in zijn dagelijkse leven nooit bij stil staat. Of heb ik het mis? Staan jullie elke dag op met de blije gedachte dat je niet aan de slangetjes hangt? Ik in elk geval niet. Maar dat begint toch stilaan te veranderen tussen mijn oren.

Het was dus een heerlijke nacht zonder hinder van plastieken buisjes, en – niet te vergeten – zonder buurvrouw. Maar ’t is wel stillekes zo alleen in een kamer. Al was er natuurlijk niet veel conversatie, maar als ze iets zei, dan kon je het aan de andere kant van het ziekenhuis horen.

Zo had ze de gewoonte om al een half uur voor het ontbijt, een half uur voor het middageten, een half uur voor de koffie, enz.. aan haar tafeltje te gaan zitten wachten. Gewoon wachten. Niks meer.

En op de duur kon ik het voorspellen: wanneer ze haar eten kreeg voorgeschoteld, dan stond ze na een paar tellen op en liep ze naar de deur waar ze weer gewoon bleef staan wachten tot de eerste de beste mens met een witte schort passeerde. En dan – ik kon het op den duur met haar in koor zeggen, maar dat heb ik uiteraard niet gedaan – riep ze met die nazale schriepende stem: ‘Mein pèllenn!’

En dan sta je toch te kijken van het geduld van de verpleging hier!

‘Ze zijn er mee op komst, met uw pillen’

Madammeke blijft hem of haar wezenloos aankijken en herhaalt: ‘Mein pèllen!’

‘Ja, mijn collega is er mee onderweg. Ge krijgt ze subiet. Eet maar.’

Stilte. Kijken…. ‘Mein pèllen!’

En dan nog maar eens harder: ‘Subiet! Nog efkes wachten!’

‘Ah ja’. En dan keerde ze zich om en ging aan het eten.

Och weet je, op den duur dan begint dat bij het ritueel te horen en zou je het bijna gaan missen als ze het niet zou doen.

Maar die keer dat er voor haar een onderzoek stond gepland waarbij ze nuchter moest blijven, dan was het goed mis.

Ze zat alweer een halfuur te vroeg aan haar tafel, en dan brengen ze mijn ontbijt binnen, maar het hare niet. Eerst reageert ze niet, maar dan plots zegt ze: ‘hèn kik al geete?’

Weet je, ik had er de dood van op mijn lijf dat ze mij een vraag stelde. Niet dat mensen mij geen vragen mogen stellen, maar het was toch altijd zo een kalvarieberg om een antwoord in haar hoofd te persen.

‘Neen, ge hebt nog niet gegeten, maar ge moet nuchter blijven voor een onderzoek.’

Terwijl ik het zei wist ik dat ik niet moest hopen dat ze daar een woord van verstaan had. Maar terwijl ik daar al mijn krachten aan het bundelen was kwam een verpleger binnen aan wie ze het nog eens vroeg: ‘Meukik nie eten?’

Ik hoef het hier niet te schrijven, je weet al hoe die verpleger zijn best deed om de zaken klaar te krijgen.

Oef. Ze heeft het begrepen. Stilte. De verpleger vertrekt en twee minuten later staat ze op en gaat ze aan de deur staan wachten tot er weer iemand voorbij komt en roept dan:

‘Main pèllen!’

Kijk, op die momenten begin ik hier dan te schokken van het lachen. Ik kan het echt niet helpen. Dat heeft niks te maken met respect, zulle, dat is gewoon zuiver en oprecht lachen zonder de miserie van anderen te willen minimaliseren.

’t Zal je maar overkomen om doof te zijn en op de koop toe niet kunnen lezen of schrijven. Dan wordt de muur rondom je heen wel erg hoog. En het gaat ook om hele simpele dingen.

Hier in Hotel Sint-Lucas komt een hele lieve mevrouw elke ochtend langs om te vragen of het dagmenu van de volgende dag je wel bevalt en kijkt ze samen waar er wijzigingen moeten gebeuren. ‘En er is gelei voorzien, maar als je liever een confituurke wilt, dan moet ge het zeggen hé’.

Ja, geef me dan maar een confituurke.

‘En hebt ge graag nog een yorhurtje of liever een platte kaasje of een vlaatje?’

Neen, de yoghurt komt mijn oren uit. Ik àdem yoghurt tegenwoordig.

Ik schaam me dood met zoveel jol onder mijn gat, maar ik maak er wel heel dankbaar gebruik van. Het geeft het leven hier wat kleur, en ik betrap er mij op dat ik gelijk de oude mensen (ge pijst toch niet dat ge nog jong zijt hé Annie!)  soms uitkijk naar het avondeten. En daar moet ge hier niet lang op wachten, want dat is er al om 17u. Gevolg is dat je tegen 20u alweer honger hebt natuurlijk. Maar ook daar passen ze hier een mouw aan. Geen enkele vraag is te veel.

Maar aan mijn buurvrouwke vroegen ze niet wat ze wilde eten. Geen beginnen aan. Dat versta ik honderd percent want ik geloof dat die dame er een dagtaak aan zou overhouden, en een hese stem er bovenop.

 

Wordt vervolgd….

 

4 gedachten over “HET ZIEKENHUIS: VERLENGING WEGENS SUCCES – deel 3

  1. Haha ik verslik mij hier haast in mijn avonddrankje en Quira kijkt naar mij met haar lieve hondenoogjes en denkt : wat krijgt mijn baasje nu ??? En ze komt waarachtig aan mijn tenen likken…. wellicht een manier om me te kalmeren… hypergrappug.
    Merci voor die leuke lectuur

  2. Annie, je blog doet me lachen, ik kan het me levend voorstellen, temeer dat ik vorige week ook 3 dagen in datzelfde hotel verbleven heb. Van de eerste nacht op “recovery” kan ik ook een blog schrijven, moest ik al kunnen schrijven natuurlijk. Een beetje lachen met de miserie van anderen maar niet respectloos, zoals je zegt, eerder met de situatie. In zo een grote zaal waar je alles hoort en ziet gebeurt er al eens wat op een nacht. Bijvoorbeeld de patiënte die van haar dokter Red Bull moest drinken en daar de hele nacht van wakker ligt. En de verplegers die daar natuurlijk allemaal commentaar op hebben, zelfs ganse conversaties over die arts en zijn nieuwe praktijken. Geen mens die trouwens wist waarom Red Bull. Dan was er de 40-tiger die absoluut niet kon plassen in “publiek”, ook al was hij van het zicht afgeschermd van de rest. “Op café kan ik ook niet plassen als er daar andere mannen naast mij staan, het is echt vervelend maar puur psychologisch…heeft me al veel parten gespeeld”. En dan komen de andere verhalen want hij was nogal spraakzaam, een commerciële dus, inderdaad zo bleek. En hij mocht niet naar de WC stappen, alhoewel hij zich kiplekker voelde en al recht stond naast zijn bed. De inhoud van zijn blaas werd zelfs gemeten. Meer dan 0,5l, dus u moet nu plassen mijnheer. Een sonde dan maar.. HELP, alles maar niet dat! Een begripvolle verpleegster en een rolstoel dan maar om naar de WC te gaan tegen alle regels in, midden in de nacht.
    Annie, als je zo schrijft is het duidelijk dat je de moed er in houdt, dat is het belangrijkste! Een spoedig herstel en blijf ons maar entertainen maar liefst niet vanuit het ziekenhuis.
    Groeten aan het hotelpersoneel 🙂
    Patricia

    1. Jawadde Patricia, dat is echt leuke stof om te bloggen. Je moet er je maar eens aanzetten! En ik hoop dat ze je weer helemaal goed opgelapt hebben hier. Een dikke knuffel!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *