HET ZIEKENHUIS: VERLENGING WEGENS SUCCES – deel 5 en einde.

Het zit erop, mensen. Deze middag ga ik naar huis. Ik heb er een dubbel gevoel bij, want die rotpijn steekt soms nog met vlagen op en dan heb ik goesting om te vloeken en te roepen dat ze nu eens gvd goed moeten kijken wat er daar binnen verkeerd zit. Maar ik ben bij de nonnen opgevoed en ik heb geleerd mij te gedragen. Ik zal maar vertrouwen op de wetenschap en geduldig afwachten of die kanjers van pillen hun werk naar behoren doen.

Het is wel fijn om weer naar huis te kunnen. Bij mijne lieve Herman. En jammer genoeg niet bij Bo. Op die momenten is het toch altijd nog efkes slikken.

Maar allez, Annie, we gingen het hier plezant houden hé, en nu gaat ge hier beginnen chagrijnig doen gelijk een oud wijf. En dat terwijl er zoveel leuke dingen zijn.

Gisteren kwam mijn lieve schoondochter met onze twee kleinzoontjes op bezoek. Ze stormden op me af wanneer die deur open ging. Man, daar word ik zo week van.

En ik had snoepjes gehaald in het winkeltje. Ze installeerden zich allebei op mijn bed met hun snoepjes in de hand en dan maar kijken naar Nick Jr.

Stef, de jongste is nu twee en hij zit in een periode dat alles ‘van mij’ is. Ik zeg hem: ‘Oh, kijk wat een leuk hondje op TV’

‘Is van mij’, zegt hij heel serieus.

Ik zou ze opeten, mijn kleinkinderen.

 

Mijn nieuwe buurvrouw is echt wel een super tof mens. Maar ze heeft het behoorlijk moeilijk na het zware onderzoek van gisteren. Ik hoop voor haar dat het snel betert, want zij en haar man hebben blijkbaar al een serieus miserie-traject doorlopen.

Maar ik had nog wat vertelsels achter de hand over de vorige kamergenote.

Zoals ik al zei was het dametje bij wijlen flink verward. Maar ze was wel bij de pinken waar het om haar pillen of het eten ging. De TV kon ze niet aanzetten, maar het knopje van het belletje wist ze daarentegen heel goed staan.

En ook daar begon ik het ritueel goed te kennen.

Ze drukt op het belletje. Vervolgens stapt ze uit haar bed of zetel en gaat in het deurgat staan. En dan begint ze te roepen:

‘Menée’ …… ‘Menée’……’Menée’….. zodat de hele verdieping het kon horen.

Alsof alle verpleging hier mannelijk zou zijn. Of misschien had ze toch een minuscuul zwakje voor het mannelijk geslacht?

 

Als haar aanwezigheid dan al zijn kleine kantjes had, dan was er toch altijd de grappige kant die de dingen weer goed maakte.

Ik had met haar toch wel een issue als het om plassen ging.

Kijk, ik heb er niks op tegen dat mensen zuinig willen zijn, en je hoort wel meer dat mensen het verkwisting vinden om het toilet door te spoelen na een plas, maar ik heb het nooit een appetijtelijke zaak gevonden om te moeten plassen bovenop een oude plas. Ik spoel garantie door voordat ik aan de klus begin.

Mijn buurvrouwtje hoorde bij het type niet-sjassers. Soit, daar heb ik dus een remedie voor. Maar toen ik in de mot kreeg dat er ook nooit geen toiletpapier in die pot lag, dan viel mijn frank.

Nu snapte ik waarom de strenge schoondochter zei: ‘Ik heb uw vers ondergoed in de kast gelegd, maar ge moet er een beetje zuinig op zijn hé!’

Ik hoop dat mijn schoondochters mij nooit bevelen om zuinig te zijn op mijn onderbroeken. Ik vind het geen vrolijke gedachte.

Maar ik weet nog altijd niet goed wie nu oorzaak was van die penetrante urinegeur in onze kamer. Op een ochtend ontwaak ik en ruik ik verdorie een stank waar ik niet van hou, ondanks het feit dat het venster een ganse nacht had open gestaan.

Ik zie het dametje naar de badkamer gaan met een verse onderbroek, dus ik denk: ‘dat komt hier in orde’. En even later komt ze inderdaad naar buiten met een bolletje vuil onderbroek in haar vuist en steekt het in haar waszak.

Maar de stank blijft hangen…. en hangen….en hangen….

Verpleegster komt binnen: ‘Hebt ge u al gewassen, mevrouw?’

‘Wa zeide?’

‘Of dat ge u al gewassen hebt?’

idem, idem, idem, idem…

‘Joak, ben gewassen.’

Mijn beurt dus om de badkamer te bezetten. Zie ik een kurkdroge lavabo met kurkdroge washandjes.

Ik ben geen klikspaan, maar ik heb daar toch de eerste de beste verpleger aangesproken en gezegd dat ze dat menske eens een wasbeurt moesten geven volgens de definitie van wasbeurt.

En – behulpzaam als ze hier zijn – werd daar inderdaad gevolg aan gegeven.

En dan roefelt die verpleger in haar kast, en hij blijft maar roefelen.

‘Ze heeft hier blijkbaar geen proper onderbroeken meer’….

 

Schoondochter zal toch nog eens een wasmachientje moeten draaien, vrees ik, of investeren in een dozijn onderbroeken voor schoonma.

 

Lieve vrienden, ik kuis hier mijn schop af. ‘k Ben d’er mee weg. Ik zend jullie allen mijn welgemeende dank voor de support en zoveel warme vriendschap.

Ik beloof dat ik nog wel eens zal bloggen. En hopelijk ook eens zonder ziekenhuisverhalen.

God bless you. (en Amerika ook een beetje want die zullen het daar nodig hebben).

 

2 gedachten over “HET ZIEKENHUIS: VERLENGING WEGENS SUCCES – deel 5 en einde.

  1. Super , Annie, ik hoor het je zo vertellen. Kom goed thuis en hopelijk tot” blogs”. Maar dan inderdaad misschien iets anders dan ziekenhuis verhalen. Vele groetjes, Wendy

    1. Dank je wel, Wendy. Genieten jullie ook maar van de verlossing uit het ziekenhuis. Hoop dat je zoontje nu weer snel weer een echte rakker mag wezen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *