Zo stilaan begin ik te leren vakantie houden zonder vakantie. Gewoon in mijn eigen huis genieten van de ledigheid van het bestaan. Ik wist niet dat ik het in me had, maar een mens is nooit te oud om te leren.
In mijn jonge jaren was een strenge opvoeding niet raar, maar zelfs mijn vriendinnen vonden dat het er bij ons thuis bijna tiraniek aan toe ging. Het zal u dus niet verbazen dat mijn programmering tot op oudere leeftijd voorschrijft dat ik overdag geen TV mag kijken, dat ik niet in de zetel mag hangen voordat de zon is ondergegaan en dat ik me moet nuttig maken.
Ik voel me nu precies een rebelse puber die een dikke vinger maakt naar alles wat ze indertijd in mijn systeem hebben geramd. Man, dat voelt nog eens niet zo slecht.
Anderzijds zijn er nog mijn genen die ook het een en het ander in de pap te brokken hebben, en die vinden het blijkbaar wel belangrijk dat ik iets beteken voor anderen, dat er creativiteit uit mijn systeem moet rollen, en dat ‘graag zien’ de motor is van mijn bestaan.
Anderen zijn belangrijk. Let wel, ik hou ervan om met mezelf alleen te zijn, maar ik moet wel weten dat er altijd die mensen zijn waarmee ik me verbonden voel. Dat voelt zo heerlijk warm vanbinnen.
En denk nu maar niet dat het daarmee allemaal manengeur en rozenschijn is (of was het andersom?) , want ik loop soms ook met mijn smoel tegen de muur als het om mensen gaat. Dan laat ik me meeslepen en zie ik pas nadien in wat voor een manipulatief spelletje ik ben getuimeld. En dat is iets dat een mens vooral ziet als ge zo eens in de shit of in het ziekenhuis bent beland. Gelukkig ben ik niet meer dat jong grut van vroeger die dan loopt te piekeren. Ik neem nu de vrijheid om af te sluiten en mijn weg verder te zetten zonder omkijken. Niks aan de hand.
Maar het is gelukkig uitzondering.
Ik heb het voorrecht om zoveel lieve mensen om me heen te hebben. En hebt gij dat ook dat ge uw vrienden in categorieën kunt delen?
Ik heb drie echelons.
De eerste categorie, dat is het hoogste echelon, en daar is het compleet volzet met mijn twee vriendinnen, die elk een heel andere maar toch een bijzondere plaats in mijn hart hebben. Het is onmogelijk om daar nog iemand bij te zetten, want die zijn gewoon een stuk van mijn leven en dat is niet meer in te halen.
De tweede categorie zijn die mensen waarmee ik die warme verbindingsdraad heb die van hart tot hart gaat. Dat zijn de ‘open boek’ mensen waarbij ik evenveel open boek kan en mag zijn.
En de derde categorie zijn gewoon de mensen die ik graag heb, en die rondcirkelen in mijn leven zonder voortdurend aanwezig te zijn, maar die toch ook wel een belangrijke rol spelen en die mij op een of andere manier beroeren. Maar voorwaarde is altijd de puurheid.
Ik heb nu tijd zat om stil te staan bij al die dingen, en ik ben plots ongehoord nieuwsgierig hoe andere mensen omgaan met hun vrienden en hoe dat voelt. Als ge u geroepen voelt om daar iets over te vertellen, laat het me dan weten.
Allez zeg, nu zit ik hier weer te zondigen tegen mijn blog-voornemens. Het moet luchtig blijven, Annie. Dit is geen filosofische blog. Doe dat op een ander.
Dus….
Vooraleer mijn valies en ik naar het ziekenhuis zijn vertrokken, had ik bonen gezaaid. En die moesten op een gegeven moment uitgepland worden.
Ik zei het al dat Herman zich intussen stilaan begint te ontpoppen tot een echte landbouwer, en hij heeft die bonen dus netjes in de tuin gepland, mét stokjes waartegen ze zouden kunnen opgroeien.
Maar hierboven – ik snap nog altijd niet goed wat die hun politiek is – vonden ze het weer plezant om ons een beetje te pesten, en ze hebben het die nacht eens goed laten vriezen zodat die bonenplantjes er de volgende ochtend allemaal grillig dood uitzagen.
‘Da’s niks, lieveke, ik zal er wel nieuwe zaaien.’
Zo gezegd, zo gedaan. Tegen dat ik uit het ziekenhuis kwam konden die nieuwe plantjes alweer in de tuin gezet worden.
En ja hoor. Deze nacht heeft het weeral eens gevroren en staan die sukkels weer zo dood als een pier nutteloos te wezen in onzen hof.
Het schijnt dat ge niet moogt vloeken tegen de ijsheiligen. Dat hebben wij wel gedaan, en dat zullen we geweten hebben.
Als mijn buik het toelaat zal ik er nog eens voor de derde keer zaaien.
Want die buik, dat is de spelbreker.
Ge hebt er geen gedacht van hoeveel ge uw buikspieren gebruikt voor dingen die helemaal niks met uw buik te maken hebben.
Piano spelen bijvoorbeeld. Of schilderen. Of een bord nemen uit de kast. Of uw kousen aantrekken. Of zelfs gewoon babbelen. Ge kunt het zo zot niet bedenken of die zitten er voor iets tussen.
Maar ’t begint te beteren. Ik kan al veel beter lachen, hoesten en niezen zonder dat mijn fantasie dan rare beelden ziet over de binnenkant van mijn bestaan.
Ik loop al bijna helemaal rechtop en heel soms kan ik lopen zonder mijn buik vast te houden. ’t Is waar jong, ik heb het gevoel dat de boel er gaat uitvallen als ik het daar niet vast houd.
Ge moet anderzijds niet denken dat het hier allemaal kommer en kwel is. Ik vind het zo immens plezant dat mijn bezoekers hier zo vanzelfsprekend aan zelfbediening doen. Mijn kasten en mijn spullen zijn plots gemeengoed geworden, en ’t is zot, maar ik vind dat nog leuk ook. Ik geloof dat ik in mijn volgend leven best wel zou kunnen gedijen in een commune. Hoewel… bij nader inzien misschien toch niet helemaal mijn ding. Ik weet niet hoever ze daar gaan met het delen van zichzelf.
De zon schijnt, lieve vrienden, dus ik hoop dat jullie er met z’n allen kunnen van genieten. In ons Belgenlandje is het de kunst om bij schoon weer al uw plannen in de vuilbak te gooien en te genieten van de zon als ze er is. En dat is precies wat ik ga doen. Al moet ik eerlijk toegeven dat er hier niet echt veel plannen zijn voor de komende dagen. Haha. Des te beter. Ik mag het nemen zoals het komt. Wat een luxe!
Een fijne dag aan allen!