HET ZIEKENHUIS: Herstelling onder garantie – Deel 7

 

Eerst een woordje over deze blog.

Ik kan geniepig volgen hoeveel mensen dagelijks mijn blog lezen. Ik wil het met je delen, het zijn er gemiddeld een 80-tal per dag. Het probleem is dat Analytics, het programma dat me helpt om dit stiekem op te volgen, enkel het aantal weergeeft en ongeveer een locatie. Ik weet wel wie mijn vaste fans zijn, maar ik blijf me toch afvragen wie dit allemaal leest. Dus als je me een plezier wil doen, reageer dan even via de blog. Onderaan is er altijd ruimte voor reactie.  Dat kan ook anoniem naar de buitenwereld toe. Merci.

Vandaag was er wat commotie rond mijn ontslag. Blijkbaar stond er – verkeerdelijk – genoteerd dat ik vandaag naar huis zou gaan. Maar daar is geen sprake van. Ik moet eerst die intraveneuze kuur afmaken. Staat dus opgeschreven voor evaluatie op maandag en dan mogelijk ten vroegste ontslag.

Intussen is de ader aan mijn infuus flink ontstoken geraakt, waarschijnlijk mede doordat ze die al overal geperforeerd hadden. Dus de slangetjes moesten eruit. Mijn harde schijf moest niet lang draaien om te beseffen dat er dus weer eens opnieuw moest geprikt worden. Halleluja. Daar zat ik nu net op te wachten, zie.

Ik vroeg of ze me maar meteen iemand van spoed wilde vragen om dat ding erin te boren, want ik wilde niet opnieuw voor speldenkussen spelen. Er kwam (alweer een hele lieve) verpleegster binnen die een deal met me wilde maken. Of ze eens mocht kijken naar mijn aders, en als zij het zou zien zitten, zou ik haar dan een kans geven?

Ja, ik ben altijd in voor deals, en zeker als ze op die manier worden voorgesteld. Toffe madam.

En voilà, het is haar van de eerste keer gelukt zonder bloedvergieten en zonder dikke donkerblauwe builen onder mijn huid. Kus van de juf en bank vooruit!

Gevolg is wel dat ik links mijn pols amper kan bewegen door die ontstoken ader en door de zwelling, en dat er rechts nu weer een infuus zit. Ik moet nog een truuk vinden om mijn poep deftig af te vegen. Wel-wel, wat zit geluk toch in de kleine dingen! Heb jij je ooit al eens gelukkig gevoeld omdat je zonder problemen schoon uit de wc kan stappen? Ik snap niet waar terroristen, of sommige politiekers, of zanikers zich druk om maken.

Ik heb in elk geval ook erg genoten van de korte infuus-vrije tijd om een uitgebreide douche te nemen. Weeral zo’n gelukzalig moment.

Ik vermoed dat het daar bij jullie ook zo’n hondenweer is, net als hier. Ging ik gisterenavond nog eens naar het getraliede apenkot waar voor een keer geen stank hing van de smeulende sigaretten omdat de wind zo hard waaide dat niet alleen alles wat minder vast zat omver waaide, maar dat de lucht ook gezuiverd werd en dat is toch maar weer het voordeel ervan.

Er zat een oudere dame een sigaret te roken. Ik schatte haar ze zo’n jaar of 75. Mager, maar netjes verzorgd. Zwarte mantel, witte coltrui, grijze haren netjes in de korte krullen. Ze hoest en spreekt me aan:

– ‘ ‘k Meug eigelijk nie smuure van den dokteur.’

– ‘Ah nee? En rookt ge veel?’

– ‘Neje, ik sneukel veule mier. Koekskes en zu, een iel pakske. Mor ik zen goppereerd on mein herte… Mor ik ruuk al van azzek 12 joar benne, en na zennek er 60.’

Oei. Foute initiële inschatting, Annie. Maar eerlijk, ze zag er ouder uit. Ze komt me ook een beetje verward over. Maar misschien vergis ik me daarin ook.

‘ ‘k Zen goppereerd azzek just bevalle was van mein dochter’.

‘ Oh, dat is dan al lang geleden?’

‘Jaja, da’s lang geleje…Van in moarte….’

Ja, toen wist ik het wel zeker dat er sleet zat op haar harde schijf. En zelfs nog meer dan op de mijne.

Wanneer ik vervolgens terug kom op de kamer, weet mijn buurvrouw me te zeggen dat ze zo’n spijt had dat ik even weg was, want dat ze net bezoek had gekregen van die ene botte verpleegster.

Ze had haar gevraagd of het mogelijk was om even naar haar TV te kijken om er de ondertiteling op te zetten.

Bot en stuurs klonk het antwoord: ‘Neen. Ik ken niks van TV’. En weg was ze.

Alle anderen zouden gezegd hebben: kom ik zal eens kijken, of anderen zouden zeggen, ik ben daar geen kei in maar ik zal het mijn collega vragen. Gelijk wat, maar niet zomaar iemand laten zitten zonder een deftige oplossing aan te bieden.

Bij het voorbij wandelen hoorde ik toevallig twee oudere dames die in de gang zaten ook klagen tegen mekaar over die ene. Ik wilde niet de luistervink spelen en heb dus niet de clou van het verhaal kunnen opvangen, maar het is wel duidelijk dat zij hier het onderwerp van gesprek is.

Het dametje met Mongolisme ben ik heel regelmatig tegengekomen en dan hebben we altijd wel iets van conversatie of wat ervoor doorgaat. Ze zat er al een paar keer met enkel een operatiekleedje aan en daarover een oranje t-shirt met korte mouwen te rillen van boven tot onder. Ik was er wat van ontdaan en vroeg haar waarom ze haar jas niet aantrok, of minstens een kamerjas.

‘De verpleegster éé meine jas afgepakt’

‘En waarom heeft ze dat gedaan?’

‘Da weet ek nie.’

Ik veronderstel dat dit een poging zal geweest zijn van de verpleegster van die afdeling om haar binnen te houden, maar het was duidelijk geen succes. Ze ging nog liever in de kou zitten dan haar sigaretje te laten. Dat is ook geen werk, want het kind heeft het serieus aan haar longen.

Op een keer vroeg ze mijn naam. Die heb ik haar ook gezegd. En ze heeft me ook meteen de hare gezegd. Neen, die kom je niet te weten. We moeten het hier een beetje proper houden. Al valt er niets respectloos te zeggen over dat dametje, enkel dat het wel een speciale is.

– ‘Mei zeuster is celibaat in’t kluuster…’ Dat zegt ze zo maar ineens uit het niets. Of

– ‘Mijne noenkel is …..’

Ik ga hier niet te veel in detail gaan, want wie weet is er iemand tussen de lezers die linken legt, en dat vind ik niet zo plezant.

Op een keer zie ik haar weer in haar t-shirt zitten, maar deze keer zit ze binnen in de hal. Ze roept van ver mijn naam. Het is druk in de hal en alle mensen kijken me aan.

‘Kom ne kier bei mei!’

‘Seffens, ik ga eerst een sigaret roken.’

Ze protesteert niet.

Ik moet vervolgens maar een stap binnen zetten of het scenario herhaalt zich. Ze roept weer luid mijn naam en ik ga naar haar toe.

‘Ik em van die bubbelkes om mei veremelte. Zoukik HIV emme?

Oprecht, ik denk niet dat zij bij de risicopatiënten hoort, al weet een mens maar nooit. Maar ik kies er toch voor om haar gerust te stellen.

‘Maar neen, gij hebt zeker geen HIV. En als ge toch niet helemaal zeker zijt, vraag het dan eens aan de verpleegster op uw afdeling.’

Ze knikt en laat haar hoofd weer op haar borst zakken, haar gewone ontspannen houding. Ik hoor ze vandaag niet hoesten.

Een van de vorige ontmoetingen zat ze – zoals meestal – weer haar ritmisch geforceerde hoest te voorschijn te toveren. Er stonden wat mensen in het rokerstraliewerk. Een dame stoorde zich er duidelijk aan.

‘Zoude da niet stoppen?’ zei ze boos tot mijn vriendinneke. Maar die reageerde niet en zette haar uuh-uuh duchtig verder.

Blijkbaar ging die dame meer en meer in de stress, en ze herhaalde nog eens dat ze er moest mee stoppen. Maar alweer geen effect.

Ik kon er niet aan doen, maar ik moest er mij weer mee moeien. Ja, ik weet het, ik moet er meer op letten, maar dat is gelijk een automatisme dat eruit komt zonder dat ik daar zeggenschap over heb. Ik zeg:

‘Laat ze maar doen, want ze vindt dat plezant’.

Waarom de dame zich opnieuw tot mijn vriendinneke richt en zegt:

‘Gij kunt da messchien plezant vinde, moar wij vinde dat iel ambetant!’

Och ja. Vanaf daar is het me gelukt om mijn tong in te slikken. Wat baten kaars en bril als de uil niet zien ’n wil.

(wordt vervolgd….)

 

16 gedachten over “HET ZIEKENHUIS: Herstelling onder garantie – Deel 7

  1. Raadseltje ip : 81.82.246.240 = Kurt M. uit Zulte ? Denk dat je wel zal weten wie ik ben. Ben een inhaalbeweging aan het doen op je blog 🙂 Hou je goed Annie. Zit nog wel niet aan de laatste aflevering maar weet dat het met Uw ingesteldheid wel los loopt. Tot later nog wel eens. Groetjes, Kurt

  2. Hey Annie, ’t is al een hele tijd geleden dat we elkaar zagen, en omdat ik ook zo graag mensen observeer, vind ik het heel herkenbaar en plezant om jouw verhaal te volgen!
    groetjes,
    Ingrid

  3. Ik ben ook iemand van die stiekeme lezers. Jij kent mij niet en ik ken jou niet. Maar via een gemeenschappelijke fb vriendin ben ik op je blog terechtgekomen. Je schrijfsels en bedenkingen vind ik leuk om te lezen. Ik herken me in jou in sommige doeningen. Spijtig dat je enkel blogt als je in het ziekenhuis ligt.
    Van harte beterschap en een spoedig herstel!

    1. O zo leuk dat je dit laat weten! Ik zal mijn best doen om ook daarna nog wat te schrijven. Mocht je meer willen, dan kan je bovenaan in het menu ook andere hoofdstukken vinden, zoals bijvoorbeeld onze overleden hond die zijn verhaal vertelt vanuit het hiernamaals. Of gewoon tips en truks uit mijn vroegere praktijk. Veel leesgenot!
      Annie

  4. Hallo Annietje,

    waarschijnlijk ben ik één van die stiekeme lezertjes…. ben dan ook stiekem aan het genieten van jouw schrijfsels. Hoe jij anderen moed geeft door met zoveel humor die zaken uit jouw pen te toveren…

    Acuto homine nobis opus est, qui pervestiget quid sui cives cogitent

    Doe zo voort lieve schat, de mensheid heeft er baat bij. Wat zouden we zonder jou beginnen xxx

    1. Zo lief! Ik denk niet dat ik veel verschil maak in de wereld, maar ik ben al blij dat mensen wat hebben aan mijn schrijfsels. Dank je voor alle lof!
      Annie

Laat een reactie achter op annie Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *