HET ZIEKENHUIS : Herstelling onder garantie – Deel 9

Eerst en vooral dank aan allen die mij een teken van leven hebben gegeven om me te laten weten dat ze mijn schrijfsels best wel verteerbaar vinden. Fijn. Ik hoop dat er nog meer stemmen opgaan, want ik zit nog lang niet aan die mysterieuze 80.

Sommigen vertellen me dat het jammer is dat ik enkel blog wanneer ik in het ziekenhuis lig. Maar weet je, zo boeiend is mijn alledaagse leven niet, hoor. En ik zie het me niet doen om dingen te schrijven over mensen die dicht bij me staan. Daar zie ik hen te graag voor en ik respecteer hun privacy.

En het is ook niet helemaal waar dat ik enkel schrijf wanneer ik in hotel Sint-Lucas verblijf. Voor de echte fans: klik helemaal bovenaan de website het menu open en daar zie je verschillende blokken met verschillende titels. Zo heb je bijvoorbeeld het verhaal dat onze hond vertelt vanuit zijn plekje aan de andere kant van de regenboog. Dat vind je onder de titel: ‘Memoires van een hond’. Of er zijn tips te vinden uit mijn vroegere praktijk onder ‘vaardig door het leven’. Of ook een paar blogskes van buiten de kliniek: ‘Het dagelijkse leven’.

En treur niet. Ik mag aanstaande maandag weliswaar naar huis, maar over zes weken ga ik de afdeling Beenhouwerij binnen om het stukje stoute Annie te laten wegnemen. Van zodra ze me daar een beetje hebben teruggetoverd begin ik op mijn PC te tokkelen. Beloofd.

 

Gisteren kreeg ik een vriendin op bezoek. Ik liep haar tegen het lijf toen ik uit de lift stapte en zij de lift naar boven wilde nemen. En aangezien zij ook rookt was het niet moeilijk om haar mee te tronen naar mijn traliewerk. Onderweg zei ze dat ze mijn vriendinneke had zien zitten, ‘de uuh-uuh’. Ge ziet, beste lezer, dat ik hier de waarheid vertel hé. Ik heb inmiddels getuigen.

En daarna zag ik ‘mijn vriendinneke’ niet meer. Niet gisteren en ook niet vandaag. Het zal wel gek klinken, maar ik begon ze verdorie al een beetje te missen. En toch verbazend hoeveel mensen je hier op korte termijn leert kennen. ’t Is prettig om een knikje van herkenning te geven en te krijgen wanneer je regelmatig dezelfde mensen tegenkomt. Je weet op de duur ‘de anciens’ van bezoekers of personeel te onderscheiden. Je herkent de nieuwkomers, je weet wie de babbelaars zijn en wie degenen die zich terugtrekken. Op mijn beurt weet ik dat ik gewikt en gewogen wordt, maar ze mogen. Ik vind het OK.

In de late namiddag zag ik plots mijn mongools vriendinneke zitten. En ja, ik vond het toch wel een klein beetje plezant dat ik ze nog eens zag.

– ‘Welken boek edde gij gekocht?’

– ‘Ik heb geen boek gekocht?????’

– ‘Jowel, bij de Standaard.’

Oh, mijn harde schijf deed het weer voortreffelijk (laat het astublieft nog een beetje zo functioneren, Lieve Heer, ik vind dat geschikt), en ik legde direct de link met het bezoek van mijn vriendin gisteren. Zij had een kadootje meegebracht en dat zat inderdaad in een zakje van Standaard Boekhandel en dat had ik aan de stang van mijn chemische fabriek gehangen.  Ik antwoord:

– ‘Ah ja, maar dat was een kadooke dat ik gekregen heb. Ik heb een boek gekregen. Ik heb het niet zelf gekocht.’ (goede vrienden kennen mijn gebruiksaanwijzing, n.v.d.r.)

– ‘En welken boek edde gekrege?’ (tof, die spontaneïteit. Zou iedereen moeten doen.)

– ‘Een dikke thriller.’ (goede vrienden kennen mijn smaak voor ontspanning, n.v.d.r.)

Ze trekt een verschrikt gezicht.

– ‘En loopt ‘em goed af?’

– ‘Dat weet ik niet, ik heb hem nog niet gelezen.’

– ‘Aah’.

Stilte.

– ‘Ik ‘em ier van de bubboteek nen boek van de Smurfen gekrege.’

– ‘A, dat is leuk’.

– ‘D’er stoat in dat as ge teveel eet en dik weurt, dat de mensen mei u lache. En as ge te veel smuurt, oek.’

– ‘Ja, jongske, dat is niet fijn, hé.’

– ‘Nieje, mor de meinse zein zu. Altijd mor lache mei ander meinse.’

En dan verzinkt ze weer in haar eigen gedachten, in éénheid met haar zelfgerolde saffietje. Ze houdt zich stil. Als ik vertrek begint ze weer te hoesten. Uuh-uuh, uuh-uuh. Het concert is dus voor de volgende rokende bezoekers.

 

En nu moet ik biechten. Heer, ik heb gezondigd. En ik heb er al gelijk mijn penitentie bij gekregen. Dan zijn we direct effen. Ik vind dat nog niet zo slecht.

Mijn lieve man is vanavond op bezoek gekomen en we zijn naar de cafetaria getrokken. Mijn ontstekingswaarden zijn alweer flink gedaald, dus erg ziek is dees niet meer, ik loop alleen nog met mijn chemisch bedrijf rond. Tot maandagnamiddag. Dan keer ik weer huiswaarts.

Elkeen die mij kent weet dat ik graag een glas wijn drink, en nog meer als ze me eerst veertien dagen op droog zaad zetten. Mijn halve trouwboek die vindt het niet erg dat ik rook in zijn bijzijn, dus waarom zou ik het erg vinden als hij een wijntje drinkt in mijn bijzijn.

Het verschil ligt hem wel hierin: hij doet geen trekje van mijn sigaret. Ik heb wel drie keer genipt van zijn wijn. Tegen de voorschriften in. Maar ik heb het – echt waar op mijn communiezieltje – gehouden op drie minuscule kleine nipjes.

Aangezien het niet uit zattigheid kan zijn, moet het dus wel dementie zijn, dat kan niet anders, maar ik had hier weer het een en het ander aan de hand toen ik na ons afscheid terug naar boven ging.

Ik zit vaak nog wat na te tokkelen op mijn GSM of berichtjes te lezen in de lift. Zo ook deze keer. Ik stap uit en sleffer naar mijn kamer 18. Ik kom binnen en ik zie dat het bed van mijn buurvrouw helemaal afgetrokken is. Ik schrik. Vervolgens kijk ik naar mijn nachtkastje en zie daar rommel op staan die niet van mij is. En dan merk ik op de koop toe dat mijn valies niet meer staat waar ze stond. Paniek!

Ik moet me van kamer vergist hebben. Ik ga naar buiten, kijk naar het nummer en stel vast dat het daar wel degelijk 18 is.

Doeme toch, stoem kieken weeral. Ik zat op het verkeerde verdiep. Maar dat was dus de penitentie voor mijn kleine zonde. Zolang het dat maar is, en dat mijn chemische troep niet begint te pruttelen door die drie nipjes ben ik al content.

Slaap lekker, allemaal.

(wordt vervolgd…)

 

10 gedachten over “HET ZIEKENHUIS : Herstelling onder garantie – Deel 9

  1. Zalig, ik kan al niet wachten tot morgen om te weten of het gepruttel meegevallen is vannacht ?. Zus van de madam van de windhond ? ( vond gene windhond dus heb ik maar een poedeltje gezet)

  2. “het stukje stoute Annie”. Moet dat niet zijn: “het stoute stukje Annie” ? Is absoluut niet hetzelfde. Geeft toe: Nederlands is een prachtige taal: je verwisselt twee woorden van plaats en je komt iets totaal anders uit.

    1. Ge hebt helemaal gelijk, Johan. Ik heb er nog een hele tijd zitten op te kauwen. Het zou ook juist kunnen zijn zonder dat Annie helemaal stout is, want ingeval er een deel braaf is en een deel stout, dan klopt het ook, hé.
      Toch plezant hé om zo wat te filosoferen over hele belangrijke dingen zoals wij doen! 🙂

      1. Helemaal stout? Stel nu dat het zo is, let wel: stel. Als dan een stukje verdwijnt klopt het ‘helemaal’ niet meer. Anders moeten we er eerst uitraken wat we bedoelen met ‘helemaal’. Iets waar een stukje van weg is kan moeilijk nog ‘heel’ tenzijn we dat dan definiëren als nieuw ‘helemaal’. Eigenlijk klopt dit ook niet. We kunnen er niet zeker van zijn dan het oorspronkelijke heel was. Er kan immers een stuk verdwenen zijn zonder dat we dat beseffen. We zijn er zeker nog niet uit. Idd. plezant om te filosoferen over belangrijke dingen. En zeggen dat sommige mensen dat als ‘zeveren’, of erger nog als ‘cafépraat’ beschouwen.

        1. Hewel Johan, als we deze discussie op café zouden houden, dan zouden ze dus wel gelijk hebben hé. Maar dat is dan weer een andere polemiek. Ik geloof dat we hier tot het einde der tijden zouden kunnen blijven doordrammen, jij en ik.

Laat een reactie achter op Johan Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *