HET ZIEKENHUIS: DE LAATSTE ETAPPE – Draden ontkoppelen.

Ik had me nochtans gezworen het roken op te geven, want al mijn pogingen ten spijt blijven sigaretten een smerige bedoening. Ik snap niet hoe dat komt.

Waarom ik dan toch weer besloten heb om nog een keer de sprong te wagen? Och, ik heb weer eens zo’n chagrijnige nacht achter de rug. Kotsmisselijk en deze keer met koorts erbovenop.

Allez…koorts….?

Kijk, als ons Tineke dit leest, dan geeft ze me zeker en vast voor 100% gelijk.

En ik zal u er direct bij vertellen waarom: die haar lijf is precies een cloon van het mijne, dus dat is altijd handig als er iets aan scheelt, want dan moet ge enkel maar eens gaan kijken bij de replica en ge zijt al voor de helft geholpen.

Ons Tineke die heeft ook vissenbloed, net zoals ik. Waarmee ik wil zeggen dat wij een normale lichaamstemperatuur hebben van 35,5° (ja, ik weet het, dat is nog altijd meer dan de vissen, maar ge moet een beetje goede wil tonen en uw fantasie gebruiken, hé).

In de winter is het plezant om dan een partner te hebben die zijn kachel een paar graden hoger heeft staan. Maar in de zomer dan moet ik soms beleefd vragen aan Herman of hij alstublieft zijn liefkozingen wil staken want dan heb ik het gevoel dat zijn handen warme strijkijzers zijn die mijn plooien proberen glad te strijken.

Die hele uitleg dus om u te vertellen dat ik deze nacht 37,3° had en dat ik me dus stik-beroerd voelde. En ze mogen mij honderd keer zeggen dat het geen koorts is, en het maakt me niet uit welke theorieën ze uit hun kast toveren om dat allemaal te staven, voor mij voelt het niet lekker. Punt.

Dus…

daarom besloot ik toch nog maar eens mijn heil te gaan zoeken in een sigaret. Neen, ik ben niet in staat om tot beneden te stappen. Mijn buik lijkt wel een luchtballon. Als ge daar een prik in geeft, dan ploft die. Ofwel ga ik in cirkeltjes de lucht in zoals de beweging van een ballon als ge die laat afgaan. En ik zou er dezelfde geluidjes bij maken ook.

Maar ik ben sinds gisteren geslaagd in de bekwaamheidsproef rolstoel rijden. Het is bovendien een goede oefening voor mijn armspieren die er tegenwoordig ook maar belabberd bij hangen. Al moet ik zeggen dat mijn tempo nog lager ligt is dan een slakkengangetje.

Ik dus slof-slof naar beneden (of rol-rol, als je wil). En eerlijkheidshalve moet ik vermelden dat de gazet-verpleegster zo vriendelijk was om me een eindje mee te nemen door de gang tot aan de kamer waar ze een klus te klaren had. Mensen zijn nooit helemaal slecht, dat heb ik altijd gezegd. En iedereen heeft het recht om er een hoek af te hebben.

Beneden gekomen schrijd ik voort in mijn limousine en ik kom voorbij de ruimte van de inschrijvingen waar mensen moeten wachten tot hun nummertje wordt afgeroepen. Amai, wat was me dat een overrompeling. Zo vol heb ik het daar nog nooit gezien. Er stonden overal mensen recht omdat de zitplaatsen allemaal benomen waren. Ik kreeg het gevoel dat het daar niet om inschrijvingen ging, maar dat ze daar gewoon een gratis tombola hadden georganiseerd. Het maakte het voor mij extra plezant om daar op mijn dooie gemak langs te sloffen en in de mensen hun weg te lopen.

Uiteindelijk slaag ik erin om me door die draaideur te loodsen. Dat is echt geen sinecure, zulle. Vooral omdat ik gemerkt heb dat aan de andere kant van de draaideur de plaveisels een beetje bergaf gaan. Als ge niet uit uw doppen kijkt dan vlamt ge met uwen hele conservenwinkel onder een taxi.

Ik voel me al zo mottig als een voordeur voordat ik nog maar een vinger heb uitgestoken naar die sigaret. Laat ons dan nog niet spreken over het effect van de echte stuff.

Eerst en vooral: slecht, maar slécht! En vervolgens begint mijn hoofd te tollen alsof ik een doorgewinterde junkie op oorlogspad ben. Ik zag enkele mensen naar mij kijken. Het moet aan mij te zien geweest zijn dat ik ze daar niet allemaal op een rij had.

Ik dacht: Annie meiske, hoe gaat gij hier met uwe mobiel terug door die draaideur geraken hé?

Ik weet niet of er daar camera’s hangen, maar mijn gedacht zouden ze die gerust kunnen gebruiken voor educatieve doeleinden. Enfin, om te tonen hoe het niet moet.

Voor alle veiligheid ben ik efkes blijven staan, of beter: zitten, vooraleer ik voorbij de gratis tombola kwam. Een mens moet weten wanneer hij op zijn effen moet komen. En toen mijn blik weer een beetje minder op oneindig begon te staan, dan viel mijn oog weer op een ander interessant gegeven.

Komt daar een jonge moeder voorbij die haar zoontje voortduwt in een buggy. Ik schatte het manneke een maand of 10. Zegt dat moederke:

– “Lowietje, gaat ge buiten uw mutske aan doen of niet?”

Maar ge meent dat nu toch niet? Of ligt het aan mij? Stelt u voor dat Lowieke ineens antwoordt:

– “Och ma, ik zal wel zien hoe koud dat het is als ik buiten ben. Ge moet daar zo niet mee bezig zijn.”

Ik kan me niet voorstellen dat ik vroeger ook zo’n stomme vragen aan mijn kinderen heb gesteld toen ze nog zo klein waren. Ik geloof dat ik gewoon die muts nam en ze op hun hoofd plofte als ik vond dat het te koud was. Maar ik durf er mijn hand niet meer voor in het vuur steken. De ouderdom maakt de dingen wat waziger, en vooral narcoses zijn nefast.  Vanaf hier sta ik dus niet meer garant voor mijn herinneringen. Dat is op zich ook wel plezant, want dan kan ik er allerlei onwaarheden aan vast breien en mijn groot gelijk blijven uitbazuinen.

Een uur geleden is hier een delegatie van drie verpleegsters gepasseerd om mijn driedelige catheder uit mijn hals te halen. Ge weet wel, die dat ze met dat steekske hadden vastgezet.

Brrr. Vieze bedoening. Ik moest plat op bed gaan liggen en dan zetten ze dat bed helemaal schuin zodat mijn hoofd naar beneden hing. Ze zegden dat zoiets moest omdat er in die ader geen lucht mag komen die dan naar de longen zou gaan.

Dan eerst die hele plakboel lostrekken, vervolgens de draadjes doorknippen en dan de voorzichtige verwijdering der vreemde voorwerpen uit mijn geliefd lijf. En vooral lang blijven duwen zodat de boel daar niet ontaardt in een rode fontein.

‘Singing ya ya youpi youpi yeah!’ Ik heb dus geen enkele – ge leest het goed – GEEN ENKELE buis meer in mijn lijf steken. We gaan elke dag een stukske vooruit. Al mocht het wat mij betreft wel een beetje meer opschieten.  Vooral de heraanleg van die riolering heeft toch nog niet veel bewezen, want er is langs daar nog niks gepasseerd. De loodgieters zijn niet meer wat ze geweest zijn, hé. Ze hebben me intussen weer een ander soort ‘spul’ doen drinken. Godsammejee, wat hebben ze hier toch al allemaal in mijn vege botten gegoten!

Ze steken wat uit met een mens.

Het doet me eraan denken dat ik nog moet vertellen over mijn spierpijn en vooral over de oorzaak ervan.

Toen ik van recovery naar intensieve ging was ik niet in staat om een millimeter van mijn lijf te bewegen. Ik schreef het al dat ik zelfs mijn hoofd niet kon draaien, zelfs geen knikje geven.

Pas een dag later is daar heel voorzichtig wat uiterst pijnlijke beweging in gekomen. Ik kan geen lichaamsdeel noemen waar ik geen spierpijn had. Het leek wel of er een of andere drietonner over mijn gestel was gereden.

Dus vroeg ik aan de assistent chirurg wat ze feitelijk uitgespookt hadden terwijl ik daar in coma lag, want ik had toch zo’n klein beetje twijfels. Ah ja, ze pompen u in slaap om uwen buik open te rijten, en ge wordt wakker met spierpijn van aan uw kruin tot aan uwen dikken teen.

– ‘Ik heb het gevoel dat jullie in die OK me met twee hebben vastgenomen, de een aan mijn hoofd en de ander aan mijn voeten, en dat jullie dan elk naar een andere kant eens goed gewrongen hebben zoals ik mijn dweil uitwring als ik de vloer aan ’t kuisen ben.’

Neen, dat was blijkbaar niet de goede uitleg. Ik zag het aan haar gezicht. Maar ze veegde die onzin toch ook niet helemaal van tafel, zulle. Weet ge wat ze zei?

– ‘Van zodra dat ge op die smalle operatietafel ligt en onder narcose gaat, dan draaien wij die tafel. Daarom dat we u eerst goed moeten vastmaken. We brengen het voeteneind helemaal omhoog, en uw hoofd hangt dan naar beneden. En vervolgens gaan we u in die houding dan nog eens schuin zetten zodat de zwaartekracht ervoor zorgt dat uw ingewanden naar één kant schuiven. En dan kunnen wij daar bovenaan gemakkelijk starten met ons werk en zo schuiven we systematisch op.’

Mijn verbeelding zal niet meer zijn wat ze geweest is, maar ik zie daar dan het beeld van die geslachte varkens die met hun kop naar beneden hangen en hun buik opengesneden zodat ge de pensen kunt zien hangen.

Ik hoop dat ze bij mij een labeltje aan gehangen hebben: ‘Niet voor consumptie’.

 

En tot slot ga ik nu eens een gunst vragen aan mijn lezers. Ge weet dat ik de vorige keren al verteld heb over de vele onbekende lezers, en dat het er elke dag zo’n 80-tal waren. Die boost is nu terug. Maar het wordt een beetje saai, hé.

Kunnen jullie er mee voor zorgen dat er nog meer trouwe lezers aangesproken worden? Bijvoorbeeld door te delen op Facebook, of op Twitter of op LinkedIn?

Voel je niet verplicht, maar weet dat ik het wel plezant zou vinden om dat cijferke te zien stijgen.

Alvast een dikke merci.

6 gedachten over “HET ZIEKENHUIS: DE LAATSTE ETAPPE – Draden ontkoppelen.

  1. Man, man, man….(ja, waarom zeggen we dit als vrouw)?
    Mijn fantasie ging deze nacht een loopje met me nemen…..
    Moet ge nu horen Annie….
    In een ander leven ben ik zeker bij de ‘pompiers’ geweest.
    Ik werd deze nacht opgeroepen voor een ‘speciale’ ‘interventie’.
    Ik moest een ‘brandje’ blussen in hotel ‘ Lucas’
    Het was zover want ‘ANNIE’ moest ‘bevallen’ ….
    Ik heb nog gesmeekt in mijn kindertijd om niet zo snel te groeien, maar ze moesten da nu ook nie zo op de letter nemen …..
    Ik moest op prospectie in uw darmen en vraag me nie hoe ik daarbinnen ben geraakt he…
    de deur stond nog op een kier…??!
    Amai, wat een architectuur… De anatomie kennende heb ik de kortste weg gekozen he… met zo een lampje op mijnen helm … maar dan zag ik led-verlichting … van de nieuwste soort…
    Ewel meneer doktoor, ge hebt schoon werk geleverd..
    Alleen tussen de nietjes was er nog wa werk van doen…
    Heb da wat opgespoten en gladgestreken om de overgang te verzachten…
    Ge moogd u klaarhouden Annie want ’t is op komst…
    Als ge da nu wilt of niet… de zwaartekracht en peristaltiek zullen hun werk doen… ge moet erover meiske…
    Ge moogt zuchten, puffen, roepen…. ik ben hier weg!!!
    Eens ‘HOPE’ is geboren… gaat ge blij zijn….
    Van danaf zal het elke dag beter en beter gaan… tot een vanzelfsprekendheid.
    Ge gooit dan uw sigaretten weg,
    Ge koopt nen elektrische fiets en een nieuwe wereld zal voor u open gaan …
    en uw longalveolen zullen vriendelijk knipogen….

    Verstuurd vanaf mijn iPad

    1. Maar Inge toch, dat is hier een serieus verhaal. Hebt gij er nooit aan gedacht om ofwel scenarist te worden voor filmen ofwel – een beetje extremer – goeroe of gids of zoiets lichtends? Ik vind het prima hoor, dat gij ’s nachts mijn darmen bezoekt! Ik heb er alle vertrouwen in. Mocht ge er nu nog kunnen voor zorgen dat de passage een beetje open wordt gemaakt, dan ben ik een content mens. Inge meiske, ik zie u graag.

  2. Amai, en of het vooruit gaat! Nog goed dat we niet op voorhand weten wat ze allemaal met ons uitspoken op de operatietafel!
    Ik zie je het zo voor mijn ogen, Annie onderste boven!
    Knuffel, Wendy

    1. Eigenlijk zouden ze dat moeten filmen hé Wendy. Ik zou dan een filmavond organiseren en dan zou ik de inkomsten schenken aan een goed doel. Ik ben er zeker van dat we succes zouden oogsten.

  3. Ik ben het helemaal met je eens….
    De lichaamstemperatuur is heel persoonsgebonden….
    Ik ben ook ene van die soort…
    Zij noemen dit temperatuursverhoging. Ik kreeg dit ook mee in mijn opleiding verpleegkunde…. alleen … ik geloofde niet alles…..

    Bij 37,3 voelt dit bij mij ook aan als koorts… en echt mottig voelen…

Laat een reactie achter op Wendy De Meyer Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *